Historisch Archief 1877-1940
Ho. 450
DE AMSTERDAMMER, WEIIKBLAD VOOR NEDERLAND.
ter ni mie en huët (hoort). Roddelen. De kaar roddelt op de stiëwüg.
Pe&d (spreek ongeveer uit: Peet), d. i. peerd. Eëte lak (lek) i peiid.
gouën (gaan), loeêpe as i peiid. Moeëhne (waarheen) be da blind pead?
(Wat aangevangen ?) Ene. enz. Dit zijn op den greep gekozen voorbeel
den grondslagen der wordende tale.
(Slot volgf).
(l) E«ne Lniksehe dame, die geene Vlaminge is, zal niettoegoven dat zij Waalsch
is, ne Wallonne?";., antwoordt zij Mes domestiques sont Wallons. Moi je suis
Liégeoisa" (historisch). Zoo ongeveer denken de beschaafde" Vlaamache moeders
orer het Vlaamsoh.
LOFSANGEN,
Dezer dagen bladerend in
Nieuwe Lof-sangen en Geestelijke Liedekens, gémaët,
ende ten dienste der aendachtige Leesers en Sangers, m
't licht gegeven door B. Busschof, Dienaer der Gemeynte
Jesu Christi, binnen Utrecht. [Amsterdam, bij de Wed.
van Gysbert de Groot. 1698.]",
trof my vooral, bij den Kerkelijken Strijd te Amsterdam, het volgende
gedicht. Van den dichter-predikant vond ik aantjeteekend, dat hij eerst
te Ooien in Gelderland, daarna te Zoelen en eindelijk te Utrecht het
predikambt heeft vervuld en in laatstgenoemde plaats in 1639 is overleden.
Hij heeft dus den Kerkelijken trjd gedurende het Twaalfjarig Bestand
meegemaakt.
Klagte der Nederlandscfie Kercke, over Jiaer droevige Scheuringe.
En Gebed om heelinge.
Stemme van den 88. Psalm: T/HU in uwen toorn, etc.
Eertijds pleeg ik wel te groejen, En te bloejen,
In 't gezegend Nederlandt,
AJs een Wijn-stok uyt-ge)esen, Hoog geresen,
Door den Vinger Gods geplant.
Door Gods zegen en genade, Vroegh en spade,
Wierd ick vruchtbaerlijck bedouwt,
Dies veel schoone jonge Loten, Mild gesproten,
Wiessehen uyt mijn sappig houdt.
En ick wr s met groene Bladen, Dicht beladen,
't Welck soo koelen schaduw' gaf,
Dat uyt w\jd gelegen hoecken, Mij quam soecken,
YLenigh hert van hitte laf.
Met vermaeck en groot behagen, Mij besagen,
AU' mijn Vrienden doen ter tijdt:
Maer nu klappen in haer handen, Mijn vijanden,
oen my alle schimp en spijt.
Om dat ick bsn neer gesegen, En gekregen,
Hebb' soo diepen scheur en reet,
Dat om die weer toe te binden, Ick te vinden,
Niemand hier ontrent en weet.
Yder een komt aen mij rucken, Elck komt pluclcen,
Elck een van mijn Rancken grijpt,
Eick een nijpt mij tot aen 't herte, 't Welk van snisrte,
Als een Kraen en Zwaluw pijpt.
Is aen my dan geen verbeuren, Sal dit scheuren,
Yoort-aen altijd dueren Heer,
Sal het rijten, sal het kerven, En 't verderven,
Noch niet haest ophouden weer.
Laet Heer u eens verdrieten, Komt eens gieten,
Uwen Balsem op mijn Zeer,
.Komt 't verscheurde 't samenhecïiteii, Komt oprecliten,
't Geen vervallen leydt ter neer.
Vlecht o Godt eens met u handen, Vredesbanden,
Brenftt de stucken weer byeen,
Bind se vast met Liefden-zeelen, Komt my heelen,
Want het is u werck alleen.
Wilt my Arbeyds-lnyd' verleenen, Die my meeuon,
Die mijn Hand' en Herte bien,
Om 't gebroken weer te maken, en die haken,
Om mijn Wond geheelt te sien.
Stort op mijn oock als een Regen, Uwen Zegen,
Watert 't Heer mijn droogen grond,
Soo sal ick naer u behagen, Vruchten dragen,
Druyven soet in uwen Mond. Aniea.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
De nieuwe jaargang van Eigen Haard opent met een bijzonder fraai en belangrijk
nummer. Aan tekst bevat het een historische schets van Prof. 3. A. Albardingk
Thym, Prins Willem ds Ilde voor Amsterdam ? schetsen Uit liet Indisch familieleven,
door Annie Foore, de schrijfster van Florence's droo.n; eena reaks schetsen van
Werumeus Buning, Onze kleine werld aan boord, portretten van menschen en dieren,
met oorspronkelijke illustraties van J. Hoynclt van Papendrecht; eene studie van
Hel. Mercier, over Arbeiderswoningen^ biographiën van trof. Moleschott, Prof. Leopold
van Baueh, Prof. Harting; eene studie over Mevrouw Runner?Knip en haar
bekoorlijk* katj«s, en tal van kleinere artikelen,
Aan illustratien vindt men in deze maand aflevering een houtgravnre naar de
schilderij van H. Israè'ls, Yertrél: van een detachement troepen naar Nederlandsch-Indie
Ie Eotlerdam; een paar dozyn geestige illustratie!) van Hoynek van Papendreeht
bij de schetsen van Werumeua Buning; eene gravure van de uohilderg van Bource,
Hercules en Omphale (een visscher, die de streng ophoudt, waarvan zijn meisje
een kluwen windt); Portretten van Prof. Harting, Prof. Muleschott, Prof. von Kanke,
Mevrouw Bönner-Knip, eene reeks gravuren naar de bekende poesjes" der Brasaelsche
echilderes (een der platen, Oefeningen op de viool getiteld, moest op de guitaar"
genoemd zijn); modellen van Glasschildertcerk, eene gravure naar Henkes, echt Hol
landsen stuk De Mugistro.tenba.nk; en eene naar een fraai stuk van Mackeprang,
Doodgejaagd, vol leven en uitdrukking.
Eigen Haard, dat zich ten doel stelt, Nederlandsehe schrijvers en Nederlandsohe
kunst te vereenigen, en daartoe kosten noch moeite spaart, verdient met ieder
nieuw jaar nieuw succes.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Leeswyzer, 6 Februari.
Torqimto Tasso, door J. A. Jungman, In strijd met de Samenleving", door
Pli. Wijsman. In zwoele zomernachten, door K. J. II. W. Ramonat. Fraaie
Letteren: Browning-Van Walcheren Aurora Leigh, door W, Gosler. Ouïda,
Othmar.?Fiatland, een roman van vele afmetingen, door W, Goslsr. De moordda
dige Paatoor. Kunsten: De muziekbode, Ie aflevering. Wetenschappen: Noderl.
Leesboek, enz., door S, M. Kool Van Kasteel. ??Feuilleton: Napels (verooly), door
een Indisch-aast. Berichten: Aanstaande Uitgaven. Mevr. Lina Schneider te
Haarlem.?Benoeming van Max Kooses enz. H. O. A. Thieme. Twee
cataiogie. De Natuur", en Ons Genoegen." Maandblad voor het onderwijs.
Flandria" en De Zweep." Vader Kats. De kunstzin bij de Vlamingen.
Hun taalstrijd. Een boek van Alfred Stevens. Letterkundige smaak in
Frankrp. Aangeteekend. Duiteche Bibliographie. ??Nieuwe uitgaven,
Portefeuille, 6 Februari.
C. van der Linden, De Koninklijke Muziekschool te 'a-Gravenhage. Salve,
Meijerbeer. Die Hugenotten. L. S., Oud-HoJland, tijdschrift onder Redactie van
Mr. N. de Hoever en A. A. Bredius. G. D., Advocaat, Uit mgn Portefeuille III.
Uit Vlaanderen. F. C. J. Scheurleer, Reizen en onderzoekingen in
NoordAmerika door Dr. H. F. C. ten Kate. X?de Nederlanden onder Keizer Karel
door Prof. Paul Fredericq Ie deel. C. P., Vera door Suze Andriessen. Melati
van Java, Emma Schönstedt door Sophia van Hamm. L. S., Dr. Byv»nck Over
Cloe en Baucleiaire. Lijat van boeken in de maand Januari in Nederland ver
schenen. Feuilleton: Japansche Schouwburgen on Tooneelspelers, Daar het Ea«
gelach van Slauvice Hageman Jr. door Louis van Westerhoven,
Spectator, 6 Febr.
Berichten en mededeelingen. Ter Gouw's Amsterdam, door Arnold tsing.
Aifaart Verwey, Persefoce, door mr. H. Cosman. Letterkundige kroniek (Kielstra
onder de Atjehers; Eliots Adam Bede; veitaalde romans), door Wolfgang. Uit het
militaire leven, XII (Slot), door v. W. Pluksel: (De bond; Ahnen). Briefwisse«
ling. Plaat: Vondels bekeering.
MILITAIRE ZAKEN.
EENE LIJDENSGESCHIEDENIS.
Wat is er in den laatsten tijd al niet geschreven en getwist over do
Schutterij! Hoevele geneesbeeren hebben zich niet verdrongen aan de
lijdenssponde der arme zieke; deze biedt dit drankje, een ander dia
pillsn, een derde dat heilmiddel ala panacee aan; anderen, met minder
humane bedoelingen bezield en hun getal is niet klein met den
mokerhamer in de vuist, staan gereed om de ongelukkige eenvoudigweg
het hoofd te verbrijzelen; nog anderen, en wel de meesten, geven blijk
van koude ongevoeligheid, van de verregaanste onverschilligheid.
Dat er in die omstandigheden waarlijk moed toe behoort, om noy met
een advies voor den dag te durven komen, is niet te ontveinzen. Ver
metel mag het zelfs heeten om te trachten op dien poolschen landdag
aan 't woord te komen, en meer nog om dat woord te doen aanhooren.
Goede longen, iu casu eene goed versneden pen, autoriteit, in casu
vakkeunis Eiju daartoe onmisbare vereischten; en wat baat het dan nog ?...
Beiden worden iutusschen door dea schrijver dezes gemist, hij bekent
het gul; en nochtans, belangstellend ooggetuige van de smarten van de
iijdercs, wier aanverwant hij zich mag noemen, besluit hij om toch ook
eea duit in 't zakje te werpen, het moga clan baton of niet.
Dat onhebbelijk krakeel, die minachtende bejegening van O die leuko,
onverstoorbaar flegmatieke kamer", zooals SproKIcelaar zich uitdrukt,
die vraar het geldt eindelijk verbetering in onze levende strijdkrachten
aan te brengen, niets weet te doen, dan.... tot de orde van den dag
over te gaan, na eeaig gesuherm met verwachtingen over de Grondwets
herziening, zie, dat maakt mij wrevelig en zou mij bijna doen omzien
naar de executeurs, die alreeds met opgestroopte mouwen daar staan om
de patiënte af te maken.
Doch ddt willen de geïmproviseerde geneeskundigen eigenlijk niet; 't
is trouwens het eenige punt, waarover de groote meerderheid het eens is.
De chei der cliniek, dio wel, zooals elders pleegt te geschieden, wat
meer mocht gehoord worden, en als vakman zeer zeker meer verstand
van de ziekte heeft daii de hem omringende advokaten meerendeele,
zooals bekend is, geniën in alle vakken staat daar, ofschoon met de
beste bedoelingen der wereld bezield, met de hauden in 't haar.
Vruchteloos pleit hij : het is met de zieke sóó erg aiet gesteld, dat er
in 't gelisel niets van te maken zou zijn; wel bestaat geen kans om
haar in kracht en leven met hare oudere zuster Armee te doen even
aren, doch er is nog warm en gezond bloed in dat lichaam, de bloeds
omloop alleen is niet actief genoeg; door haar wat versterkende middelen
toe te dienen bestaat er uitzicht om, tot tijd en wijl althans, haar op te
friaschon, zoo dat van haar als noodhulp nog diensten te wachten zijn.
Zie M. H,, zoo pleit de ebef der ciiniek verder, dank aan uwe
vader