Historisch Archief 1877-1940
[ff ""Si
' ?
OEAMSTEKD A M M E R, WEE KBLADVOOR N E D E ft L A N D.
Niemand begreep er iets van, maar na in n teug den beker te
hebben'geledigd en hem der waardin toegeschoven te hebben voor
nieuwe vulling, kuchte hij eens en begon:
» Jongens, ik trakteer van avond. Mijn fortuin is gemaakt!"
»Je ibrtuin gemaakt!" herhaalden met opengespalkie oogen de
kornuiten, nadat ze zich eerst gehaast hadden hunne kroezen te
ledigen. »Je fortuin gemaakt?"
John vermaakte zich zwijgend met hunne verbazing waarin niet
weinig afgunst besloten lag. Hij lachte eens, knikte bevestigend
met het hoofd en zweeg, och het groote nieuws brandde
hem te zeer op de tong dan dat hij 't lang vóór zich had kunnen
houden. Dus hernam hij:
»Hoor eens, kerels om 't jullie ronduit te zeggen: de zaken
gingen in den laatsten tijd niet best. Thuis zijn er zooveel mon
den te voeden, dat er voor mij geen pokeitje bier meer overcchoot,
zelfs al kregen de wurmen van kinderen maar half genoeg. En
als John zijn pot bier niet krijgt, jongens nee dan is 't mis
met 'em. Ik heb me gek gedacht om wat meer te kunnen ver
dienen, maar 't wou niet lukken, totdat vandaag de oude Gadsbury,
de beroemde sterrewichelaar en almanakmaker mij beloold heeft
me zijn kunst te leeren. Jongens, ik word sterrewichelaar! Hoezee!
leve Gadsbury en de sterren! »Bet nog een pokel voor ieder van
de heeren!" Bet, de waardin, keek wat loensch naar John om;
ze was niet meer gewend dat hij die \erteringen maakte, en
borgen deed ze nooit, dat was een principe in »'t Hitje" zooals
'thuis heette. Maar toen John eenige blinkende zilverstukken op
* tafel smeet, werd opnieuw de beker gevuld en tot laat in den
nacht zalen de vroolijke kornuiten samen tézingen en te drinken.
John zei weer: Leven en laten leven.
Tien jaren was John voortgegaan met leven zooals hij dat
opvatte en met laten leven. En zóó lustig kon de beker niet
rondgaan; in zóó kwistigen overvloed kon hij zijn vrienden het
hartige gerstenat niet schenken, of John legde jaarlijks nog een
aardig centje over, zonder te spreken van de eertijds zoo hongerige
wurmen die nu tot John's onuitsprekelijk genoegen tot boomen
van jongens opgroeiden. De waarheid was: John deed de'wereld,
die gaarne bedrogen wilde zijn, een dienst en zij betaalde daarvoor
gewillig en rijkelijk. Als jonker Piet of Klaas den volgenden mor
gen zou gaan jagen, werd eerst altijd John's almanak voor 't weer
geraadpleegd: de nijvere boer bepaalde zijn hooitijd op de dagen
waarop John, volgens de profetie der sterren, mooi weer had aan
gekondigd. En of de jager des avonds tegen verwachting al dik
wijls met een nat pak thuiskwam; en of de boer zijn hooi
meermalen op dien zoogenaamd szonnigen" dag doornat zag
regenen John verloor er zijn crediet niet bij. Wat kon hij
helpen, dat de sterren wispelturig waren? Zijn almanak ging
telken jare btj duizenden van de hand, vooral sedert rijn maker
den geleerden titel van «Doctor" aangenomen had.
Och, of Janmaat in de hemellichamen ook zijn eigen lot had
kunnen lezen! Och, of eenig verbazingwekkend feit te midden
dier luisterrijke werelden hem het ongeluk hadde aangekondigd, dal
zoo spoedig op zijn geleerden schedel zou nederdalen! Was het
misschien, o sterren, liefde voor den edelen menschenvriend, die
n zijne rampen voor hem deed verbergen? \\ij gelooven het
vi 'eg genoeg toch, komt de smart, als het ongeluk daar is.
Dasr liep sedert eenigen tijd in Engelond's hoofdstad een man
rond, 2) dien niemand zag zonder hem zich altijd weer te herin
neren. Niet omdat de zware, krachtige, en toch onaangename
gestalte gehuld was in een doodversleten geestelijk gewaad; niet
dewijl over hei gelaat met de groote dubbele kin een vuile, vieze
kleur lag, maar omdat van onder ruige, donkere wenkbrauwen
een paar oogen straalden die gewoon schenen te gebieden: oogen
van het diepste blauw, waaruit geest, vernuft, scherpzinnigheid
spraken, zoolang zij kalm waren, maar die den bijstander met
ontzag vervulden, als de hartstochten waren opgewekt. En ziju
gelaat scheen gesneden als om de woestere hartstochten te ver
tolken. Daar lag een gestrengheid op, die den moedige deed
versagen, den zwakke met stoutheid sloeg. Voeg hierbij een hard,
onaangenaam neusgeluid en ge hebt het portret van den man,
die de booze geest van onzen almanakmaker zou worden: Jona
than Swift.
Wél mocht Partridge beven bij de gedachte, dat zijn zwendelarij
de aandacht had getrokken van dezen man; want zoo Swifts oog
heerschend mocht heeten, niet minder kwam deze eigenschap aan
zijn pen toe. Lang reeds was hij er op bedacht geweest de prak
tijken der sterrewicnelaars eens duchtig te straffen. Maar de wijze,
waarop. Dat was moeielijk!
Op een kouden Novemberavond van 't jaar 1707 was John even
naar de sociëteit geweest Bet op den hoek en hare habitués
waren hem natuurlijk te min geworden sedert hij Doctor heette
maar had al vroeg den terugtocht naar huis aangenomen, dewijl
hij nog wat werk had aan zijn almanak voor 't nieuwe jaar, die
ter perse was. 't Sneeuwde buiten en 't was koud. Brrr! een
warm glas whiskey zou John goed doen voor 't vroolijk knette
rend vuurtje.
»Dag vrouw!" zei hij opgeruimd, toen ze hem de huisdeur
opende, vóór hij den klopper op 't ijzeren pennetje had kunnen
laten neervallen, »mensch, 'k ben blij dat ik thuis ben.1'
»Kom binnen, John," was 't korte antwoord.
Mevrouw Partridge was weinig spraakzaam, meende John. Na
Benige vruchtelooze pogingen om haar in opgewekter luim te
krijgen, keek hij haar eens goed aan en ja waarlijk bij
meende een traan in haar oog te bespeuren. Hij Was altijd een,
liefhebbend echtgenoot geweest en zóóiets ging hem aan 't hart.
»Vrouw, wat scheelt er aan?" riep hij verwonderd uit.
Mevrouw barstte 't oit. »0ch lieve help!" en »Doodgaan" en
»Vreeselij k" en dergelijke onsamenhangende woorden meef was
alles wat ze kon uitsnikken. Hoewel John doorging voor t knap",
ook in 't vak des- medicijnen, kostte 't hem heel wat moeite1 eer
hij zijn wederhelft tot bedaren kon brengen.
»Maar mijn lieve mensen, wat is er dan toch?"
»0, die nieuwe sterrewichelaar!" kreet de matrone, opnieuw
uitbarstend, terwijl ze een papier uit haar zak haalde.. »och!och!
och!"
»Nieuwe sterrewichelaar!" herhaalde John verbaasd, het papier
aannemend «Nieuwe sterrewichelaar! Wat bedoel je toch,
Mieke?"
sMieke" was een liefkozingsnaam die maar zelden gebruikt werd
behoorende tot het »kistentuig", zouden de boeren zeggen.
Maar als dal woord op de proppen kwam, was zijn invloed schier
magisch. Heden echter bleef het zonder uitwerking vrouwlief
werd nog maar steeds door een stortvloed van tranen belet te
spreken. John achtte het dus raadzaam 't papier maar eens in te
zien wellicht dat hij daarin opheldering vond. 't Was een krant
en 'teerste erin wat des Doctors oog trof, was:
»Voor'spellingen voor 't jaar 1708, door Isaac Bickerstaff".
(Slot volgt).
I) Het volgende schetsje is ontleend aan de beroemde Jiickerataff-Papers van
Jonathan Swift. De doodverklaring van Partridge ia een feit; zoomede zijn vlucht
naar Holland.
2) De lezer gelieve het geweld, der chronologie aangedaan, door Swiffc reeds in
1707 ii Londen te lateu veracbgnen, waar hij in werkelijkheid eerst een paar jaren
later kwam, te verschoonen.
SCHAAKSPEL.
No. 7
Van S. A, SÖBENSEN, Donemarken. Iets gewijzigd.
ZWART.
abodefgh
WIT.
Wit «peelt voor «n geeft in 3 zetten mat,
(Wit 7 en Zwart 6 met E. D 4).
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. S
van Dr. COSNELIS.
l D. H2ÜK. E 6 (a 2 F4 F5 f EéGS t
2 K. ut a 5 B8 1?4 tof nt H2 3 H2 nt G3 mat.
3 Pd.ntF4of C5
of B8 onv. of D 7 sp.
3 H2 H3 mat. (d)
(a) l ... Hl E4(e
l Ma boven Pd. E6 of H3 |(b 2 F4 nt G5 -f B6 E6
2 F4 F5 f Pd. F4 3 DU 05 mat.
3 H2 nt F4 mat. (e)
(b) l A3 04 (f
l G5 F3 (o 2 Fi F5 f C4 E5
2 H2 E2 Ad libitum 3 H2 nt E5 mat.
3 D. of Bh. zet mat. (f)
(et l Speelt andera.
!*.??; G5 E l (d 2 F4 F5 mat. Mooi.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist ia opgelost no. 5 en de driezet Erown door W. v. H. te Delft; ook W. te W.
Verder no. 6 door V. B. te D.; Flenügafed te Kaatsheuvel Brown'a probleem, B. B.
te A. Drukfout. In de 4zet Cheney moet het zwarte Pd. staan op O 6.
Juist is opgelost No. 5 en de 3-zet Brown door W. v. H. te Delft en W. te W.
No. 6 door V. B. te Delft. In de -zet moet zwart Pd. staan op C 5.
BBIEFWISSELING.
Mei" te Amsterdam. Zie omtrent de 4-zet Cheney hierboven. Dank voor het
toegezondene. Intusschen is er een vlekje 8 Wit D 8 E 6, Pd nt E 6; 4 D 6
D 7 f en 5 D 7 D 8 T mat.
L. E. te A. Kortelings geleden l Febr. U. is het Beglement der bedoeld»
Aniiterdamsche Schaakclub vastgesteld en de in ons vorig Weekblad gekozen Be
stuurders in functie getreden, die zich gaarne bereid stellen om nadere inlichtingen
te geven. Op dit oogenblik telt de Club negen en twintig leden, waaronder een
tiental minder geoefenden. D* gelegenheid tot toetreding is open voot
schaakliefhebbers, mits daartoe geïntroduceerd door een aar tegenwoordige leden.
L. A. E, te D. Eet zal beproefd worden.