De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 14 februari pagina 6

14 februari 1886 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

r e DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. &»n een Poinpeïscb huis ; maar hoe edel de proporties ook zijn, bet valt - toci» niet in het oog. De klopper ? een antiek gelaat van brons, valt op bet staal beslag aan de massieve huisdeur en we overschrijden >? heli'; gastvrij Salve" op den drempel. In de onderste verdieping " heèrecKt de huisvrouw; hier bevindt zich haar atelier, .in welks . eenvoudige, maar behagelijke en vriendelijke inrichting veel Japansch is. : Be -'piano voor dagelqksch gebruik is met fraaie decoraties van Tadema's eigene hand en die zijner vrouw versierd, en aan een der wanden van ' ' dit gezellig vertrek hangt een stuk van den meester, dat aan dan crust des levens herinnert : de Dood der eerstgeborenen" waarover we nog ' anllen spreken. Van bier, waar menig lief stuk van Mevrouw Laura Tftdema werd voltooid, komen we door een eigenaardige kamer met '?' ? marokyn behangen, in een vroolijke gezelschapskamer, die vriendelijk herinnert aan het Viridarium der Ilomcinsche huizen. De eetzaal, die met bloeüieüen fruitstukkcn in waterverf fraai versierd ia, komt in dit ver trek uit, dat na den maaltijd bijzonder tot rusten, droomen en babbelen ' uitlokt. Frissche bladplanten in tobben vau eigenaardig schilderachtigen ?vorm doen ons denken buiten te zijn en die illusie wordt nog verhoogd ? ' doe* den waterstraal, dien een antieke kop in een marmeren bekken doet :, Vatten; '"zijn zacht geplas verhoogt de droomerige stemming en dag en r rjackt stygt hu op tot Dalou's buste van den meester, die boven op de fontein staat. Eene hangmat noodigt tot een dutje, en Chineesche lampen die van de zoldering afhangen, verspreiden bij avond in dit groene,- rus* tige hoekje veraaderlijk, maar aangenaam licht. Op deze verdieping is ook de bibliotheek; hier versieren boeken de wanden, maar aan de Gothieke tafel, naar Tadema's eigene teekening gemaakt, doet zich de : ;..' -.^o>naar de bovenste verdieping .voerende trap is eenvoudig; -aan den ! . dogUerbruinen wand is een ornament met het granaatappelmotief aan. getracht, maar van kleur is weinig te zien, want dicht bij elkaar han gende photogi'aphiën naar stukken des meesters trekken hst oog van hem, die naar boven gaat. Hier boven bevindt zich de werkplaats, waar al deze scheppingen zijn ontstaan, op het oogenblik nog ontstaan en nog 'Zeer lang uit zouden voortkomen, indien Tadema zich niet gedwongen ?ag (Jocfr een verzakking van den grond) zjjn tegenwoordig tehuis door V f en 3iicuw, wellicht nog schooner te vervangen. Het is eene indrukwek kend», vierkante, goed verlichte ruimte, aan welker ingang rechts zich :iwt ?standbeeld' van den meester verheft. Met eigen band heeft hij de 1 ^randea versierd met fijn gekozen motieven uit Porapeji in die matte kleuren, ..-vfclke' de Irek vaak voor verbleekt houdt, die echter vau den rbeginn* ai' niet anders geweest kunnen zijn, omdat zoöals Tadema zelf opmer-kto ook de mozaïeken, in welke de kleuren der steenen eeuwig: durend zijn, vau dezelfde matheid zijn. Ieder ornament is hier Griéksch en achter gordijnen worden daar in kasten de kostumèn en oudheidkun. ;dig« werken bewaard, die de kunstenaar voor zijne modellen behoeft, of bij gelegenheid eens moet opslaan. Meubelen naar antieke modellen dienen tot de verdere inrichting van het atelier, waarin zich een schilder Uit he(; oude Pompeji zeker tehuis zou gevoelen ; aan bloemen ont breekt. het zelden op dit tooueej van de meest rustelooze vlijt. Weke» iang hield een groote oleanderstruik Tadema bezig, die hij uit Brussel .mee naar Londen genomen had en die daar voor de eerste maal van ouder tot boven met bloemen bedekt was. Hij gaf het niet op tot -bij den vollen rijkdom en de teedere fijnheid van zijn weelderigen, ro; Beijkleurigen bloesemschat op het doek had vereeuwigd. Hoe weet hij Op te merken, te genieten en terug te geven de bekoorlijkheid van kleur «n leven der anemonen, die h\j aan de Riviera had leeren liefhebben en T die hem van daar nog dikwijls door vrienden werden gezonden, zoo ook van rozen, klaprozen en andere bonte kinderen van Flora. Zoo natuurlak staan ze daar dat uien in verzoeking komt, het genot te verhoogeu door hunne fluweelzachte bloemen te betasten, en beziet men ze nader dan bevindt men dat ze volstrekt niet d;;or ovorgroote hoeveelheid van penseelstreken hunne modellen zoozeer uabij komen. Tadema heeft zelf sommige vrienden er opmerkzaam op gemaakt, hoe schijnbaar zonder moeitp ze ontstaan zijn. Eene gelukkige streek droeg ze op doek of muur o ver Vjtt bet. netvlies van het oog, dat alles zoo trouw vasthoudt wat- het met den konstenaarsblik aanschouwt, en wat dadelijk goed gezien en aangeIfljjd was, kon moeitevolle,, lastige uitvoerigheid ontberen. Eenige treden voeten Hit het atelier sa verscheidene, in elkaar loopende -vroon vertrekken vfen gewone grootte. In' het eerste wordt de met houtwerk beschoten «oldeiing-jgedragen door Ionische zuilen van wonderschoon glanzend mara»r,i:d«JB8rfegde vloer .wordt bedekt door Oostersche tapijten van uitgeZDchJfce >s«Iiaonheid en op de stoelen en divans liggen schoon gekleurde feuss«us. in .bonte wanorde. Geen der woonvertrekken wordt door eene deur van het andere gescheiden; slechts gewelfde ingangen dienen tot afscheiding «n voor deu boog van het zuilenvertrek hangt een woadenscboon gordijn, afkomstig van een Yenetiaausch edelman en Wflaryfn. inoeielijk de weergade zou te vinden zijn. In het volgende vertrek, .de goudkamer, dringt het licht alleen door vensterruiten van Mesicaanschen onyx en wordt daardoor genoeg getemperd, om deze aeJdzame kamer den tooverachtigen en toch niet verblindenden glans te «rleepen, dien Tadema er aan wenschte te geven. Huren en zolde ring zijn geheel verguld en men kan zich moeielijk voorstellen, welke werking, -deze ongewone kamerstoifeering te voorschijn roept, als die bestraald wordb door da door onyx-ruiten getemperde zon. Deze merkWflatdige decoratie heeft haar ontstaan aan een gelukkig toeval te danken; Tadema had eerst slechts beproefd, hoe het staan zou, als hij goud, da .natuurlijke omlijsting van schilderijen, gebruikte als achtergrond voor de hier op te hangen stukken; toen hij echter vond dat die ver gulde, wanden op zich zelf reeds voortreffelijk stonden, hing hij hier geene schilderijen op, maar schiep de goudkamer en richtte die even passend als smaakvol in. Het spreekt van zelf dat het een schitterenden iadmk maakt, en de meening van Meynet ia zeer gegrond, dat het geheel -overeenkomstig de denkbeelden der ouden en bijzonder van het lagere Kome en van de Byzantynen is. ^ero, bij al zijne ondeugden door en door eene kunstenaars-natuur, wilde iu een gouden paleis .wonen; waarom zou hy, die het ade^Rome zoo dikwijls voorstelde, het niet eens met een gouden kamer beproeven? Boven den breeden ?ingang in dit zeldzame vertrek is aan beide zijden van eeue schoone rozet en-halfbirkelvormige boog aangebracht en deze beide rondingen vormen te zamen met de draagbalkeii, waarop -zij rusten, twee nissen, waarin .zeldzame antieke vazen, eu andere uitgezochte werken van pottebakkerskunst in schilderachtigen overvloed schijnbaar zonder orde zjjn geplaatst. ;Van/Üie nissen hangt een groot, ruim gordijn van Chineesche zjjde in geel en blauw. Boven het schoone lystwerk op het vijf voet hooge Byzantynsch uitge voerde voetstuk, is de beroemde ruiteroptocht van Phidias van de fries vau het Parthenon '? in eene "fraaie, sterk verkleinde kopie van ivoor" op ecu groud van ebbenhout, aangebracht. Waarheen het oog zich anders wendt, ontmoet het Slechts -fonkelend goud, en de weinige donkere meu bels, zoowel als de op zich zelf staande zilveren schenkkan, (eene. Kopie van het by Hildesheim gevonden prachtstuk), het schitterend gekleurd gordün en het vreemde kunstvolle vaatwerk in de donkere nissen worden hier dikwijls omgeven door tooverachtig flikkerende lichteffecten. In dit vertrok staat ook de concertvleugel van Tadama, die eene zekere beroemdheid heeft verkregen en die nauwelijks zgne wedergade op aarde heeft, niet slechts door de bijzondere schoonheid van den Byzantyusehen vorm, door het edel materiaal waaruit hij bestaat en door den rand waarmede Tadema hem versierd heeft, maar ook omdat hjj een verzameling van autograpbieën bevat. ' ' UJT BELGIË. ./.:'.',"" , ':':\v Jongleurs, Olifanten, Saadou; Georgette, Brandstapels van allerlei soort. Litolfis Tempeliers en Wien NeerlunjlscJi bloed. ,.-... ????'. De ontploffing van het buskruit heeft AlcdSdf in de lucht doen sprin gen ! 1) : ?'. De koninklijke" schouwburg is door des Oorlog" te gronde gegaan. De Vroolijke krijg" waaraan, behalve Joh. Strauss, F. Zeil, Richard Genée, op gegevens van Mélesville en Reber, en de vertalers Alfred en Maurice Henntiquin met den mnzikalen adaptewr Maurice Kuffèrath acht kunstenaars samenwerkten .... de vroolijke krijg, Der litetigc Krioff, heeft directeur en spelers doen sneuvelen. '. ' Z. M. Leopold II zal eeiie vuile zaal minder Onder zijne koninklijke be scherming hebben, wellicht totdat zij tot bare vroegere bestemming Les folies varisicnnes (Bien yous fasse !) terugkeert. Wat er van zij de opvoering der Strauss'sehe operette was geen blijeindigend treur-, maar wel een treurigeiiidigend blyspel. Doch daarom niet .... getreurd ! Wij zwemmen hier nog in kunstgenot; als men zulk -woord njag ge bruiken om in neu adem Prometheus van Beethoven, Wagners Faust- en Fliegende Jlollünder-ou\ëi'tm'e, Schubert, Schumanns B-symphonie, den goochelaar Herrmann, het spectakelstuk Le tour du cadran (in het Ko ninklijke" (Mcn'es-theater opgevoerd), L'honneur et Varijent, nevens de uit de ietwat strani vlietende dichtader van Sardou gesproten Georijetic (het afgezaagde thema : eervolle afstamming van publieke personen !), nevens den jongleur Alfonso, en den gedresseerden olifant van SCewart, esq. mag spreken. Indien inen, nevens den Cubaanschen 'violist DiazAlbertini. die met Saint-Saëus reist, nevens Coquelin ainó en Coquelin cadet, de flaritière van Mörand en Les Espérances van Bilhaud ? indien het veroorloofd is, zeg ik, nevens den archet interminable van -den viool virtuoos Ysaye, wiens linker hand wonderen doet, doch de omnibus allquid speelt, Nina l'enchanteresse en de kunsten der gezusters Frankliu in dea schouwburg van de beurs (waut ook La bourse heeft eeuen eigenen schouwburg voor de contramineurs, en andere bezoekers) te noemen; indien men van Pot-JBoitille en het uit onze jengd bekende ballet Aladyn of de wonderlamp (in het paardenspel) en van den b r a n dstapel van Sardanapaltts, in het Eden-theater aangestoken, in cen en denzelfden volzin mag spreken, even interminablc als de strijkstok van den beur Ysaye ..... .,,-?? Foei! welke ontheiliging der kunst! Maar -'propo van 'brandstapels ! ..... 'k Had bijna "Tooruaamste vergeten. ; Ouderen van jaren herinneren zich wel hoe, voor eene kwart eeuw, een flinke, blonde, geniale jongtuau in de Parkzaal te Amsterdam zijne ouverture Eobespierre ' voordroeg, die buitengewoon goed opgenomen werd; zoo goed dat de kunstenaar onmiddellijk uit dankbaarheid eene Symphonie schreef op het Nederlandsch Volkslied r Wién ^s'eêrlandsch bloed!" De schrijver -dezer regelen was getuige van de hulde diéaan den componist bij de eerste uitvoering van dit werk, in den Hollandsdhen schouwburg op het Leidsche plein, werd gebracht. Hy had het genoegen zijn hart daarover te mogen uitspreken in de Amsterdamsche Courant, waarvan toenmaals (vóór de Buil en vóór Vissering) de oude heer Taonay (Heerengracht bij de Blauwburgwal) redacteur was. Die jonge compo nist en pianist met blonde lokken is nu, na allerlei lotgevallen, aa t sluiten en breken van een paar hnwelijksboeien en andere wederwaar digheden, met eene jaren lang en portefeuille gebleven opera voor -den dag gekomeu, waar San Brussel >/ons nu (gelijk van Magsenets Sêrodiade, droeviger gedachtenis, en Keyers Fransen getiuten Germaan Siyurd} óns de primeur heeft gegeven. - < .Les Templiers, zoo 'heet de opera, waarvan men reeds heeft hooien spreken, wordt sedert eene kleine maand, driemaal 's weeks in déMonnaie opgevoerd. Wij hebben daarvan een der eerste snufjes gehad en voelden gem berouw weer en wind daarvoor te hebben getrotseerd. De Tempeliers! Ben aantrekkelijk onderwerp, dat wel tot dramatische eftVvten kan aanleiding geven ... Men ziet die geestelijke soldaten, half verbasterd, aan eemg« bwitsn

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl