Historisch Archief 1877-1940
{K.
No. 453
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
register is er weinig aan timbre en volmn* verloren. Wil sluiten ous
<du# gaarn> bfl bat applaus aan, dat door Mevrouw Birsch werd verkregen.
1% 4a derde en «arde ftpte was Frau Mielke in volle kracht. Zang, dictie
en «pel waren uitnemend e» aan distinctie ontbrak het nimmer. Wel
scheen bet ons bjj enkele voorstellingen toe, alsof deze kttnstenuresse
boudicig en gebaar meer surveilleert, dan met het oog op den indruk,
dien het spel moet maken, mug wenachelijk beet en. Wat men Mil. Agar
b;j da interpretatie van enkele klassieke rollen in het treurspel beweerd
beeft, kwam ons soms in het geheugen; G'est une stalue de sel!''
Eq de reprise van die Kaiserstoehfer ontbrak het niet aan belangstel
ling. DQ finales zyu met veel talent aangebracht;, de orchestratie getuigt
van ervaring en de dialoog is in het algemeen flink gebouwd. Aan enkele
lyrisohe fragmenten ontbreekt noblesse. Weber «n Wagner komen nu en
dan over de acboudera van dezen componist heenkijken. Imilda. verleden
Dinsdag voor de tweede maal in de hoofdstad opgevoerd, bad niet zooveel
publiek gelokt, als deze opera van den heer Vorhey verdiende. Verleden
jaar is de samenstelling eu liet karakter van dit verdienstelijk werk op
breedvoerige wijze besproken. De voorstelling vüii Dinsdag heeft den
goeden indruk bevestigd, toen verkregen. Mej. Bettaque en Mevr. Jaïde
behaalden voel succes, Von Bongardfc, die de ol van Alessio vervulde,
heeft als zanger gebreken, die hu, naar bet scheut, niet weet te overwin
nen, 't Kliekt alles hortend, en stootend; van legato is nimmer spoor of
teeken te bemerken, ook duur waar hét geeischt wordt, tiet orkest weerdo
zicjj dapper. De koren-waven slecht. Het deed ous leed voor de
eusombteniimmevB, die bij goede uitvoering zeker den gewenschten indruk zullon
maken. Waarom beeft d heer Behrens de rol vau rlaudo niet vervuld?
Vpvleden jaar hebben v/e hem niet zooveel genoegen als Orlando zien
optreden.
£>e voorstellingen in den Parkschouwburg door het Franscue Opera*
Gezelschap worden Jruk bu <ocht. Wie eene geschikte plaats wil vinden, dient
niet tot bet laatste oogenblik te wachten. Met Lakma beeft de directie
een, gelukkigen greep gedaan. Het orkest is daarenboven zeer te prijzen
en enkele artistes du obant" hebbeu recht op bijzondere waardeering.
Wij bebben te dezer plaatse nog bet optreden van den violoncellist
David Popper uit Weënen te vermelden, die in enkele plaatsen van
5ï$d*rlaud' door zijn kunstvol spel zooveel waardeermg heeft verworven.
BJj het Feli*-concert was het eenigszins te betreuren, dat zijn programma
winder gelukkig samengesteld was. Behalve de Traumerci" van
Schuqjauu, di» bij iutasschen voortreffelijk speelde, waren 't alle compositiën
vau den virtuoos zelven, die, met het oog op zijn instrument, uitnemend
schrijft; doch er behoort meer toa orn zich het recht te gunnen maar
steeds zijn eigen naam op het program, te laten afdrukken. Met de Suite
lm Walde" behaalde hij als componist slechts een succes d'es'ime, en
bet succes yan deu virtuoos leed er eveneens-onder. Reigen" en
Elfentanz" voldeden ons 't best, ook om de karakteristieke begeleiding.
In de groote zaal v» de Internationale Kunstvereeniging" werden
ook compositiën van Corelli, Tartini cu Bubinsteiu ten gehoore gebracht;
en dit deed ons genoegen. Het is haast onnoo.iig te vermelden dat het
spel vau dezen kunstenaar aan booge eisenen voldoet. Over de ongewone
zuiverheid der "dubbelgre[, .u, de fraaie flageolettoncu en cie niet te
over? trqffan staccato's kan alleen het bewondering gesproken worden. Doch
er is pieer. Nimmer zoekt deze virtuoos door scherpe tegenstelling het
effect te verhoogd). Bleu kan bij andere violoncellisten meer breedheid
in toon opgemerkt bebben o.a. bij onzen landgenoot Joseph Hollmann
in nobelen stijl zal ook de beste hem kwalijk overtreffen. De piano
begeleiding was trouwens voortreffelijk. De Heer Reisenauer, die als
r.ccompaguateur optrad, speelde op de matinee musicalc" eene nocturne
van Chopin, enkele andere nummers van denzelfden componist en de
moeilijke Fanlaisie sur Don Jutvn van Liszt. Was bij in de begeleiding
zeer bescheiden, bij de uitvoering van het laatste nummer ontwikkelde
hij veel kracht te veel kracht zouden we haast zeggen, vooral ook wijl
de groots zaal vau het gebouw der Internationale Kunstvereenigiug"
eigenljjk eene kleine" z l bleek te wezen.
Over het concert bet tweede der dames Ileymann bobben wij wei
nig te vermelden. De indruk dien het eerste optreden op ons rnaikto, is
uiet gewijzigd. De pianiste heeft onzes inziens meei- muzikaleu aanleg
dan de zangeresse. Bij voortgezette studie.zal in coloratuur-aria's door
mej. Louise Heymaun wel succes te behalen zijn, met de voordracht der
liederen zal dit haar niet zoo gemakkelijk vallen. Tot dit oordeel leidde ons
ook de wijze, waarop Suleika" werd gezongen. Wanneer het gemoed
niet spreekt bij de woorden:
Ach, uva dciao feuehtan Schwingeit
Wüsst wie sehr ich dich beueide;
Kerm du kancst ihm Kunde bringen
Was ich in der Trennungjleide V'
is bet niet geracleu, voorloopig als ZicdteraszaDgeresse veel toejuiching to
wachten.
Wie ons had durven voorspellen, dat de zaal van Odcon bij bet
Kammermnsikconceit des Rob. Heckmana'schen Streichquartets aus Köln"
slechts een vijftigtal belangstellenden zou bevatten, zouden wo niet
gelool'd hebben! En bet feit is daar! Zoo gaat het meer in het léven! Wat
wij wachten en hopen, loopt vaak op bittere teleurstelling uit. Ook in
:e hoofdstad. Zelfs onze kunstenaren waren, met enkele loffelijke uitzon
deringen, afwezig gebleven. En toch mag gerust gezegd worden, dat het
Heckmann'sche quartet eene verecniging van den eersten rang is, clio
nevens en wy zouden haast beweren boven bet Florentijner kwartet"
te plaatsen is. De Heeren Heckiaann, Forberg, Allekutte en Bellmaun zijn
kunstenaars van beteekenis, die door langdurige oefening hunne uitvoe
ringen tot ho'>ge volkomenheid hebben weten te brengen.
Op het programma kwamen voor:
|, Grosses Streicbqnartett (op: 127 Esrlnr) van Beethoven.
%. Streichquartett (op: 41, 3, a dur.) Rob. Schurcunn.
8. Andamte und Agitato aus dem dritten Streichquartett (op: 67 Belar)
Joh. Bratms.
4. Gr«M» Sttfiichqaartett in D. Moll (op: posth.) Schubert,
De verschillende nummer» loopen nogal wat uiteen in karakter. Doch
de executanteu wisten ze naar den eiscb te vertolken. Voor-den toe
hoorder kwam elk kunstwerk tot volkomen aanschouwing. Men heeft
beweerd, dat de p.p. minder gelukkig werden uitgevoerd, dan de:f.f.
Onzes inziens ten onrechte. Het geheele spel bleef vry van affectatie-en
in dat opzicht stond de uitvoering misschien boven die van het
Floreutyner Quartet." Wie den tweeden Satz" in het D-moll-qnartet van
!3ohubert door deze kunstenaars heeft booren uitvoeren, zal ook het heerjijk
pianissimo wel bewonderd hebben en het dichterwoord in bet geheugen
bebben teruggeroepen:
Vorüber, ach vorübsr, geh' wilder Knochenmann l
Ich bio noch jung, geh' lieber, and rüUre raioh nicht an>
Gieb deine Hand, du eehön und zart Gebild,
Bin Fi'euud und komma nicht zu slrat'en.
Sei gutoa Muths, ich bin nicht wild
tóollst sanft in tneinen Armen schlafenl"
De uitvoering van het Heckmannscbe strijkkwartet behoorde tot de
leste in het geheele seizoen. Nooit is het bekende Les absentsonttflrt"
meer van toepassing geweest. H. C. P. D.,
MUZIKAAL OVERZICHT. '
Rotterdam, 19 Februari 1886,
Na eene zeer lange tusschenpooze bezocht de fransche Opera uit 's-Hage
op Vrijdag 12 dezer onze stad weer eens, en gaf La Fille du Tanibour
Major in den nieuwen schouwburg. Deze reis naar .Rotterdam zaj finan
cieel wel eene teleurstelling geweest zyn, want de zaai was slecht bezet;
de uitvoering had echter ean drukker bezoek verdiend. jJa> F'itte du
Tambour Major is een der beste operettes van Lecocq, er komen wezenlijk
bladzijden in deze partituur voor over welke sérieuse componisten zich
niet zouden behoeven te schamen (ik noem slechts het ensemble in hot
laatst der tweede acte), en de bezetting der rollen was deels uitmuntend,
deels zeer goed. Mej. Clary ontwikkelde als Stdla eigenschappen, diémj)
doen verlangen baar in eene harer meer waardige party te booren, en de
heer Donval, over wiens stemmiddelen ik uit hetgeen hjj als Montliabor
te zingen heeft niet oordeelen kan, had als acteur oogeublikken, die doen
vermoeden dat hij in ernstiger werken eveneens op zijn plaats zou aijn:
De .heer Perron was een aliervermakelijkste Hertog, die door mevr. Granier
waardig ter zijde gestaan werd, terwijl ook de heer Mordat dis Tumbour
goede oogenblikkon had.
De zang van Mej. Duvals kon mij niet bekoren; beter kweet aich de
heer Gosselin als Luitenant van zijne taak. Aan de stoffeering was niet veel
zorg besteed en iu "t algemeen zou het in het belaug der Directie van
de Fransche opera zijn, bij eene herhaling van haar bezoek aan Rotterdam
aan de uitvoering meer zorg te besteden; er was iets slordigs iu, en slechts
als er op de voorstellingen weinig of niets aantemerken is, zal het publiek,
dat er was, terugkomen, en zonder twijfel anderen animeeren er ook heen
te gaan.
De Zaterdag-avond daaraanvolgende was in den Grooten Schouwburg
weder vau eenigszins feestelijken aard; het was Mej. Bettaque's benefiet
niet alleen, maar de wederopvoering van lutilda, door Verhey op den
tekst van Smalt getoonzet. , « j
De heer Verhey heeft bij het gedicht van Smalt eene muzieït geschreven
die de Imilda stempelt tot zooals de Franschen het noemsnr?'grand
altera; heeft de hoer Smalt gelegenheid gegeven tot het componeeren
van zoowel forscho als lyrische gedeelten, de heer Verhey heeft daarvan
partij getrokken op eene wijze, die hem met de beste nieuwere opera
componisten op n liju stelt; ja, ik zou haast durven vragen; stel er
eens een uit de nieuwere Duitsche school naast, die dezen ook maar eelfs
nabij komt. Reeds in de eerste scène tusschen Orlando en Imilda duikt
eone wonderzoete melodie op, die in het laatste bedrijf van onder de
puinhoopen van hun geluk weder te voorschyn tredend on» volgt als
wij huiswaarts koeren, ons omzweeft in den slaap eu ons bij het ont*
waken weder dadelijk voor den geest staat.
De daaropvolgende rnawch en dans tintelt van leven en geest. Iu
plaats van den Wals, die ia die dagen nog niet bestond, werd ditmaal
op den achtergrond een coutredans uitgevoerd; dit zou eeue verbetering
kunnen zijn als het door de wijze van uitvoering niet zooveei van een
marionettenspel had! en de finale verraadt duidelijk hoezeer de compo
nist met de verschillende toonschakeeringen van zang eu oukest weet te
woukeren. Het tweede bedi-yf vangt aan met een, juweeltje van
compogitie in het lied van Vecchia Fiinf'undsechsig lange Jo/jre" enz., en het
daaropvolgend duo tusschen haar en Alessio in degelijken
humoristisscben toon geschreven; het jagerskoor met Alessio's solo daartusschen,
a capella, maakt een frisschen indruk. Het daaropvolgend gesprek tus
schen Imilda en Vecchia is van weinig beteekenis; een booge vlucht
echter neemt de toondichter weder als bij het groote duet tusschen
Jmilda ea Tasio onder handen neemt. Het moet geen kleinigheid ge
weest zijn om eena zoo bread uitgespannen samenspraak tusscnen de
beide gelieven muzikaal te bewerken; hier is het echter niet altera ge
schied, rnaar met onbswistbaar talent, zoodat de hoordep voortdurend
door tekst en muziek geboeid Wijft, totdat de gordijn langzaam zakt en
hij als het wnro uit ceu roes van genot ontwaakt.
Het dorde bedrijf ia polyohoirisch. bepaald het baste; daar grijpt de
meester met forsche hand in de snaren en bewijst, dat hij evenzeer in
staat is de ontketende woeste hartstochten te schilderen, als het kirren
der duiven te doen n-en; het tooneel tusschen Imilda en. AlêSsio ia
uitstfkend geschreven uu de finale trotach gedacht en meesterlijk uitge
voerd.
Het laatste bedrijf ?.al altijd wel het nieesfc pikken"; muzikaal heeft
bet niet de beteekcnis van datgene wat er voorafging, maar de compo
nist legt hier een weikomen pleister op de wond, dien de tekstdiohter ons
door den dramatischen afloop geslagen heeft, door de scboone melodie
van het eerste bedrijf terug te brengen, en on» daardoor in eene vee*