Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ne, 453
y,
ft wrevelig, iMmygi tmügt...« getoelt meer behoefte dan raden
afleiding.
De voornaamste afleiding dit wij HbtterdafflmWB in dezen tfld van liet
tit hetbefi is Opéra en ollandseh Töneeï.
Wit «M heerlijke laak VÖOT onze sönöwburgdirectlsn om in deze
ttge* het zwartgallige publiek etms Op te tfool^ken, behoorlijke afleiding
H gevet! Want heusch, al die Wrevelige tronies zijn dankbaar, al» ze eens
tortel$k kflnnea lachen. De directie van Onzen grooten schouwburg moet
tuft bepaald met Hte eflS zjjn, dat in Boinbere dagen ons geen sombere
kost voorgezet moet worden. In het eind der vorige week toen zagen we
mei Met fifroötêletten op onze aanplakbiljetten prijken: Met Plezier."
Mot Plotter? dat b nog eens een titel om van te watertanden. Zou
ft Bwattgalligste doof zoü'ütitel geen plezier kriEjgen om Met Plezier"
fc (pk» tóétt?...>
Waaneer ik als woordvoerder aangesteld werd van de meerderheid",
waarvan ik zooeven Sprak, ja, dan zou ik trachten in de sierlijkste
be3e directie van Onzen grooten schouwburg mijn dank te
tttttigea voor de weldaad het meerendeel mijner stadgenooten bewezen.
Ben stuk date Met Plezier" heet, kan niet onplezierig zijn. De verme
telheid tin auteurs 6n directie zon anders wel wat al te kras zijn. Zoo
, ton den weg te timmeren met plezier en dan neen lezer, schrik
niet.... we ajjn niet teleurgesteld maar hebben Met Plezier" heel veel
(lener gehad.
Voor een eerste voorstelling wat de zaal goed beiet, vooral de eerste
rangen. Ik maak hier uit op, dat ik niet de eeaige was die goede ver
wachtingen koesterde, die eene behoefte had om te lachen. Maar ik vergat
nog te zeggen, dat er behalve den titel er nog een reden was waarom
mjjn lachspieren eenigsains gespannen waren. Verbeeld u, dat onder den
vermakelijken titel, als fabrikanten van het stuk de namen te lezen staan
van: G, v. Moser en Otto Girndt Heb ik na nog meer te zeggen....
Ik geloof1 ket niet. Een stuk van Moser en geen succes, das ist noch
niemals lagewesén.
De medewerking van Otto Girndt is het geheel zeker ten goede gekomen.
Er ftomen toone eitjes in het stuk voor, die geestig en natuurlijk
geschrefèn zijn. We weten dat Moser anders nog wel eens tegen het
natuurIfjke zondigt.
J&en inhoud van het stuk laat ik ditmaal achterwege. Dit is met dergelijke
, felfl&pelen een onbegonnen werk. Ze worden gefabriceerd om te zien, niet
om te lezen of na te vertellen.
bad ons publiek niet evenals onze temperatuur zijn buien, dan zon ik
na de eerste voorstelling van jl Dinsdag, reeds durven voorspellen, dat
Mei Plezier" een groot aantal opvoeringen zal beleven. Maar ik wil uiet
al te voorbarig eijn, en zal mijn lezers later wel eens meedeelen in hoe
verre ik in dit opzicht juist gezien heb.
t groote succes van de eerste opvoering mag zeer zeker wel voor
een gróót deel op rekening der vertolking gesteld worden. Zelden heb
ik in de laatste jaren een blijspel in onzen grooten schouwburg met
zooveel entrain zien spelen als Met Plezier."
De neer Willem van Zuylen mag wel het eerst genoemd worden.
' 2$n spel tintelde van leven en opgewektheid en de herhaalde toejuichin
gen welke hem ten deel vielen, waren volkomen verdiend.
Dénier Rosier f sassen heeft een allervermakelijkst type gegeven van
Mfi malade imaginaire; spel en grime waren uitstekend.
Dénieren 3. Haspels en Le Gras, de eerste als baddokter, de laatste
bis rentenier, hebben beiden hun min of meer inferieure rolletjes met veel
toewijding vervuld.
Den keer Poolman een bijzonder woord van lof voor de zeer verdienste
lijke vertolking van de rol van Jonas.
De heer Victor Faassen vervulde een vrij beduidend kellner's rolletje
en speelde dit aardige rolletje niet onverdienstelijk. Sinds wanneer echter
dragen kellaers lorgnetten?.... Ik weet wel, onze huidige kellners zijn
oeele heeren, en loopen op hun uitgangsdagen wellicht met lorgne ten te
CocJUetteren, in functie heb ik deze heeren echter nog nooit gebrild zien gaan.
Dat ik tegen het honnenr aux dames" zondigde, vergeve men mij.
Be dameSrollen in met plezier" treden minder op den voorgrond dan
die der heeren.
Mej. M. Vink als het jonggetrouwde vrouwtje, Mevr. Burlage-Verweert
ah de ongetrouwde tante, en Mevr, Coeling-Vorderman als het verliefde
meisje, allen hebben zich recht verdienstelijk van hare taak gekweten.
Ka een ongesteldheid Van ruim vier maanden zagen we Mevr.
BnrlageVerwoert Zondag j J. weer voor het eerst op de planken, en wel in Maria
Staart. We verheugen ons Mevr. B urlage-Verweert met haar herstel ge
luk te kunnen wenschen en hopen haar spoedig weer eens een grootere,
mportanter rol te zien spelen dan jl. Dinsdagavond.
In onzen kleinen schouwburg bleef alles bij het oude, d. w. z. wat de
stukken betreft. Wat niet bfl het oude bleef, is de wijze van exploitatie.
De naamlooze vennootschap, dia dezen schouwburg exploiteerde, heeft den
artisten de vorige week meegedeeld, dat zq hunne verplichtingen niet
meer na kan komen. Voorwaar een vroolijke tijding.
Men werd voor het alternatief gesteld: Liqnideeren of onder den naam
der Vennootschap zoogenaamd voor eigen rekening doorspelen. Tot het
laatste zgn de artisten overgegaan. Bedragen de ontvangsten dus minder
dan de uitgaven, dan wordt ieder naar verhouding van zijn inkomen
uitbetaald, houdt men omgekeerd over, dan... maar laat ik van over
houden maar niet spreken We leven in zulke slechte tijden, niet waar?
D. V.
TEN-TOON-STELLING PANORAMA-KUNSTZAAL.
Set Bestuur van het Plantage-Panorama peeft telkens nieuwe blijken
.van vindingrijkheid, door het by-een-brengen van voorwerpen voor
partiëele ten-t oon-stellingen.
Op dit oogenblik zyu er eeaige oude snij-, tapgt-, smeed- en
schildervan eLvistelltk-kerkaLüke biaUiBiuiBj Im-Mu-gebraeht. Het belang'
fikste 18 een etioorgtttoelte wn 91 (rtallw, afkomstig uit de kerk vaa een
kartuizerklooster te Buxheim (Beyeren).
Déoverlevering zegt, en de stijl bewtjst, 'dat het tot de BétSte helft der
XVlle Eeuw behoort. Het héft een rijk aspekt. Over het geheel UI alles
symmetrieBch verdeeld; maar de détails zijn van groots versebeldenheid.
Behalve de 31 Heiligenbeeldtjens, die boven de zitplaatsen zijn aangebracht,
is débovenlijst met de beelden der Apostelen en enkele andere gestalten
uit de gewijde geschiedenis verdord. Het architektonische en
ornamentistischöelement aan dit kunstwerk is natuurlijk veel grover van vormen,
plomper van k<>us en minder konstrnktief dan wanneer het 100 jaar
vroeger gemaakt ware; maar de Heiligenkoppen zfr van een zeldzaam
fraaye Uitdrukking n bewerking.
Nog vindt men in de kunstzaal ten-toon-gêsteld eeltige in licht eiken
hout uitgevoerde, opengewerkte en in rankachtiglgstwerk gevatte medaljons,
met voorstellingen uit het N. Testament, wier naïeve opvatting en na
tuurlijkheid ze tot de XVe Eeuw doet betrekken. Ook een r jjk besneden
gekleurd en verguld altaar met woelige b&reliëfs en omlijst in den
flafflboyanten stijl van 1500 komt hier voor; verder eenige merkwaardige
tapijten van de zelfde t^d, doorweven met bist.- allegorische voorstellingen
uit het N. Testament, voords de vier Evangelisten, door den Patriarflh
onzer XVIIe-eeuwsche schilders Abraham Bloemaert, een Kalvarie-offer
dat aan Geraert Honthorst wordt toegeschreven en vele andere zaken, die
tot den aangenamen toon bijdragen, welke tot een bezoek van de rustige
Panoramazaal levendig verlokt. Alb. Th.
25 Feb. 86.
GOUNOD'fl MORS ET VlTA.
Nadat Gounod's Rédemption te Birmingham den grootsten bijval van
't opgetogen Engelsch publiek had verworven, droeg de raad of de on
dernemers dier muzikale feesten den maestro de schepping van een tweede
werk, voor soli, koor en orkest, op, dat ongeveer aan dezelfde eischen
zou voldoen. Gounod ontwierp weder zelf een tekst op woorden aan de
H. Schrift en de katholieke liturgie ontleend en componeerde het me
de r n oratorium Mon et Vita.
Waarom zeg ik Modern oratorium?" Wg zullen het weldra zien.
De toonknnstenaar ontwikkelt ter inleiding zijner partituur de denk
beelden die hem hebben geleid bq de keuze van den titel.
De dood," zegt hjjf «volgt slechts schijnbaar op het leven. Doeh het
eeuwige leven volgt slechts op den dood; deze is 't begin van hetgeen
niet meer sterft."
Het eerste gedeelte van het werk wordt dan ook gevat in den tekst
van het Requiem der katholieke Kerk, dat WQ uit de compositiën van
Astorga, Mozart, Cherubini en vele anderen kennen om niet te spreken
van het gregoriaansche of eigenlijk liturgische Requiem, en het Duitsche
Requiem van ^rahtns. Dat hier de hoogste poëzie voor ons ligt, zal elk
moeten erkennen.
In het tweede gedeelte, Judicium of Eet Oordeel getiteld, wordt het
laatste oordeel, of de verheffing der goeden en de verwijzing derboozen,
op woorden des bijbels behandeld.
Voor het derde deel Vila, Leven genoemd, koos de schrijver doelen der
Openbaring van Joaunes om eene groote, eeuwige blijdschap te schilderen.
In de afgeloopen weken is het werk eerst te Brussel, weinige dagen
later te Antwerpen, door toedoen van de Aotwerpsche
toonkunstenaarsvereeniging, ouder bescherming van Gounod" uitgevoerd.
Een aantal autoriteiten van allerlei politieke kleur waren bjj de uit
voeringen tegenwoordig. Het zeldzaam verschijnsel deed zich voor
dat de zoogenaamde politiek" hier uitgesloten bleef.
Ja, eenige katholieke bladen hebben naderhand wel beweerd dat de
liberale pers" uit afkeer van den tekst de compositie had gecritiseerd en
belachelijk gemaakt; doch het is niettemin waar dat de Indépendance
beige daarover een grooter artikel heeft geleverd dan eenig ander blad,
en wel een artikel waarin een stroom van loftuitingen den meester wordt
toegevoerd; loftuitingen die zelfs aan reclame grenzen (meuziede7m%>.
van 2 Februari: Mors et Vita, trilogie saorée de Charles Gonnod,
ex.ecutée sous la direction de l'auteur par la Nouvelle sociétéde musique de
Bruxelles, dans la salie des pal ais des beaux arts." Feuilleton).
Indien iemand dus van meening mocht wezen dat ons oordeel of niet
grondig, of partijdig, of te streng, of te eenzijdig, kortom niet voldoende
mocht wezen, dan kan hij zich het nummer van de Indépendance ge
makkelijk doen toekomen, ten einde te luisteren naar eene stem, die een
aaneengeschakeld loflied zingt ter eere van den verdienstelijken componist.
Wat ons betreft: de algemeene indruk door ons ontvangen, riep ons
den laatsten versregel van Tollens' Nova-Zembla in 't geheugen: Juicht
hem toe"....
En rekent d'nitslag niet, maar teli net doel alleen."
De Etoile bclgs (of, als 't niet onbescheiden is namen te noemen, de
heer Eekhont) heeft met eene reeks van treffende geestigheden een ge
heel tegenovergesteld standpunt als dat der Indépendance ingenomen.
Doch al worden hier eenige treffelijke opmerkingen gemaakt, de recen
sent van de Indépendance (de heer Fétis ?) verraadt toch meer muzikale
kennis.
Ons oordeel staat in 't midden.
De Etoile bezigt de uitdrukking dat het werk meer naar patchouli
riekt dan naar wierook. De bedoeling daarvan is dat de
toonkunstenaar, ondanks de diepe ernst van zijnen tekst, veeleer wereldsche,
sentimenteele muziek heeft geschreven, dan kerkelijke, dan godsdienstige,
dan gezonde, sterkende.
De opmerking is niet onjuist, doch overdreven.
Indi«n men de compositie bij een standbeeld of kruisbeeld mag verga*
lijken, zou men kunnen zeggen, er is wel uitdrukking in, doch gee&e
anatomie, de trekken zijn süsslich.
De volle orgelakkoorden in den aanvan?, het geroffel der pauken, de
hier en daar aangebrachte slagen op de groote trom, de edele
qnartetten (Lavrj/mvsa, Pa Jesu), aa de al te weinig opgemerkte kort»