De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 28 februari pagina 8

28 februari 1886 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. INO. tftd SafiflM Kegge*. WUMlfitt eutHöttaa lij e* ach echte? tae, eene vtOBW alt prinses Napraxine te schetsen op ryper leeftijd. Zelfs voor ive p«n mocht die teekening wellicht t e realistisch blijken. Maar zy erkent tUamue haar onver mogen om in praktijk te brengen het schoone woord, waarmee g\j, in een harer vroegere werken ons tracht te troosten over lui gemis ven al de schatten, die als de jeugd ons verlaat, ons ontnomen Worden: Als WB in een later tjjdperk van ons leven de kracht en de frischheid van vroeger dagen hebben verloren, dan hebben wij toch ook iets gewonben wat niet geheel te verachten is. Als wjj van het leven iets geleerd hebben, dan zal ons karakter verzacht en gerjjpt zijn door de zon en den Mom Van vele dagen: ons inzicht, onze verdraagzaamheid zal grooter i|jn geworden met onze ervaring, en wij zullen beide smart en vreugde beter begrepen." A. v. E. BÉ» DÜIT8CHEB OVER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. Grundriss der Geschidite der NiederlandiscJien Litteratuur voa Dr. Aïbert Schmidt (2tes Bandenen v. d. Grundriss der GescMchie der Europdischen Litteraturen von eben?iamselben) Leipzig, Verlag von Hermann Hucke, 1885. M. 2.50. Wie de inleiding leest van dit boekje 136 pagina's vrij kompres gedrukt voelt z^jae belangstelling aanstonds geprikkeld. De geschieifcnli der Letterkunde, zoo Verkondigt de schrijver ons, is de kennis van 08 géeUeiontwikkeltog Tan een volk, zooals die zich naar ne zijde geopenbaard heeft. Zg is ean deel tan de staatkundige en een deel vafl de beschavingsgeschiedenis, en als zoodanig hebben wij baar dan wfc bfl den tegenwoordigen stand der wetenschap te beschouwen. Wel tttte Tfta sno dodde opsomming te zijn van namen on jaartallen, ontWflfrpt e$ veeleer een beeld van geheele eeuwen en dier geestesontwikwKüjfj fa») decennia afteekenend, schildert zij ons met behulp van hnnne letterkundig-poëtische Voortbrengselen een tafereel der beschaving, waar» toör On» een blik gegund wordt in de intellectueele werkzaamheid eener farisehe periode. Dé» opvatting van de letterkundige geschiedenis nn opent ongetwij feld «Sa w§d gezichtsveld, va& te grooter belang zoodra zij wordt gebildigd doer een vreemdeling, een Duitseher. Ede, zoo vragen wij ons ia stilte afj hoe zsl onze beschavingsgeschiedenis zich aan hem voordoen, zoodra hq haar gaat bezien door het prisma onzer letterkunde? Welk een indrdk (tullen wij op hem maken als intellectueele natie ? Vreesden w|| daarbij al een oogenblik voor een niet onmogelijk parti jrto van zfln kant, w£ weten maar a. te goed hoe wij bij andere soortgetyke gelegenheden het slachtoffer werden van uitheemsche geringschatting, %$ werden weldra gerustgesteld. Zslfo nog meer daa dat: Als hij heeft aangetoond welk een invloed het karakter der taal en de Staatkundige gebeurtenissen oefenen op de letterkunde, laat de schrijver er als in n adem opvolgen, dat onzo diepe, krachtige, voortreffelijke taal hand aan hand gaat met eene edele geschiedenis. Maakt atrijd voor vrijheid en onafhankelijkheid den inhoud oneer historie uit, die strgd spiegelt zich op wegsleepende wijze af in onèe letterkunde. Met geestdrift moet men luisteren naar het lied der vrgh«id, hetwelk onze dichters niet moede worden aan te heffen, temeer dan dit niet bestaat uit holle phrasen en nietszeggende woorden, maar ontspruit uit werkelijk ontvangen, sinds moeilijke dagen bewaarde indrukkui De geschiedenis van onze Verheffing en bevrijding, zelf een heerlijk «pof, weerklinkt ia onze dichters, het volk beklimt een hoogen trap Van geMtesbesehavittg en wordt een Kulturelement Europa V Bit alles, fluistert onze nationale ijdelheid ons in, is in de hoogste mate ?brteltod; dubbel wjjl ons onderzoekend koel verstand niet kan nalaten bet te beamen. Mochten wij al zelf gevoelen, dat, door den strengen brfl van des Aeithetiker bekeken, onze letterkunde nogal eens moeite 6a hebben ziohstaande te houden voor den historicus, die in onze poëzie bjj voorkeur wil luisteren naar het bruischende overwinningslied der vrijheid ea der zelfstandigheid, zullen wij niet hebben te blozen. Worden de redergkers niet louter rqmknntselaars, maar vertegenwoordigers van eene prachtlievende, onafhankelijke en practische burgerg, die de behoefte mÉkunstgenot dienstbaar maakte aan verstandspntwikkeling; hooren wf ia de kreupelrijmen en psalmzangen -der Genzen de Hjdenskreten der Martelaren ea de stemmen der innig geloovigeu, die goed en bloed veil hebben voor hunne overtuiging; zien wij in Marais den onverdraagzamen kampvcéhter voor het veldwinnend protestantisme; in Coornhert den banierdrager vdn de utopisten en der algéheele geloofsvrijheid, die den bjjbel met de Stoa zoeken te vereenigen; wordt de gulronde en goedlachsehe Roemer ons vertegenwoordiger der oudere, de galante, vorme lijk» fln jngeestige Hooft die der jongere patriciërs; luisteren wij naar betgeen de laatste ons verhaalt van het begin van onzen woretelstrijd en van de hoofdkaraktertrekken der Ratanwers; naar wat Vondel ons zingt van onse overwinningen, onze grootheid als zeemogendheid, onze maar «ra*r «m ik eindigen indien ik u al de vergezichten, al de gestalten, al d* verschrjnselen wilde doen opmerken welke onze geschiedenis ons doet BJen, zöodra wjj, gelijk Dr. Schmidt, ons er ia laten rondleiden door onze «efirgven en dichters.... Welnn, dat de gordijn der illusiën dan op eenmaal worde opgelicht! Al wat de nitroeper daar buiten beloofde, wordt gelogenstraft, zoodra g$, BV betaalde entree, het tentje van onzen roem, door hem opgeslagen. gaat binnentreden. Ia plaats van de groepen, de tableaux-vivants uit oaze historie: eene gansche reek* van op zich zelf staande figuren met naawelgka t* herkennen gelaatatiekken. Van eene aanschouwelijke voor«teiling in l$n en kleur is zoo goed als geen sprake. De eenige ophel dering die ge, behoudens enkele uitzonderingen, krijgt, zijn de op den gewonen, eentonigen ttitleggerstrant opgedrennde bijzonderheden: Nog ziet ge hier die en die, hij werd geboren in het jaar eooveel, schreef dit boek ia dat en dat boek in dit jaar en stierf in het jaar zooveel. Hij M» gwtta «D j$o« warkra werden TM! geks»»1 Hier" «n 2ögftaïB6t vben, terwfll bet stokje pop voor pop aanraakt, ep dk zelfde wijze, met zeer geringe afwisseling, slaapverwekkend. Intusschen, zij staan niet allen bfl elkaar,, die poppen. Er zijn verschil lende vötbankê, orödie uit de eene eeuw afgescheiden töhouden vto die uit de andere, ja zelfs heeft de regisseur het hier en daar tot eene indeeling gebracht volgens de verschillende genres, welke da schrijvers beoefenden. Doch laat u daarbij niet verleiden hem te gelooven op zijn woord, en te meenen, dat Zijne fafigregeling op overleg en overtuiging berust. Het is hem blijkbaar nogal eens gegaan als m enig ander regisseuè, die de macht mist over zijne acteurs en blij is, dat zij ten minste maar allen een plaatsje hebben. Of de een of de ander zich daarbij op den voorgrond dringt, meer ruimte inneemt dan hem toökomt, en anderem aldus verkeerd, slecht of zelfs een enkel maal in het geheel niet geplaatst worden, dat is iets waartegen hij blijkbaar Weinig vermag. Ook moet ge het hem niet wijten, zoo het licht niet gelukkig valt en de verdeeling van licht en schaduw zeer veel te wenschen overlaat. Als ge straks naar hem luisteren wilt, zal hij u wel doen zien, dat hg niettemin een heel heer" is. Want hrj kan die eerste acteurs afmaken, dat gij n verbaasd afvraagt, hoe zulke menschen voor grootheden" kunnen doorgaan, begrgpt, hg nu is Aesthetiker". . . . Doch loopen wg even zijn tentje door en maken wij onze aanteekeningen. Het spreekt van zelf, dat we ons bepalen tot een greep hier ea duaW. Als we ook a Hes moesten opnoemen. . . . Eene historische inleiding dient ter vergoeding van het gemis aan htetorische achterdoeken. Zij is kort, en in minder dan geen t«d zijt ge van 1648 b^ 1805 aangekomen. Niettemin wordt ge even vroeger voorgesteld aan Aleida van Poelgeest, misschien ter vergoeding voor het gemis van de non Beatrys, die ge straks bij de Madonna's en de heiligen te ver geefs zoekt. Enkele quaestieuse punten over de geschiedenis oneer taal laat ge stilzwijgend voorbijgaan. Toch bevreemdt het U, dat ge b\j de epische gedichten met v. Maerlant's Alexander kennis maakt; maar misschien nog meer dat Willem van Hillegaersherch, trots Verwys, Jonckbloet en Martin, thans algemeen beschouwd heet als de omwerker van den Reinaert. Komt ge by Maerlant's volgelingen, zoek dan niet te lang naar Jan v. Boendale, daar deze, ofschoon de uitlegger zelf hem meer beteekenis toekent ala didactisch auteur dan als kroninkschrij ver, niettemin bij de laatste terechtkwam. Daarentegen volgt Dirk Potter onmiddellijk op den schrijver van de Dietsche Catoen en schijnt, zoowat half en half in zijn plaats, Hein van Aken onder de sprooksprekers ge rangschikt. Daar de arrangeur" blijkbaar een ouderen druk van Jonckbloets' letterkunde tot leiddraad had genomen, 1) kun het u niet verwonderen, zoo er van onze oude liederen nauwelijks gerept wordt, al is het niet J.'s schuld, da! ge niets hoort van den geest der tijden, waardoor gij u ziet gevoerd. Mnar wel hebt ge reden u er over te verbazen, dat, terwijl de uitroeper daar buiteu den mond vol had van onze vrijheidsliederen, op dia der Geuzen daar binnen niet gewezen wordt. Doch laat ik n eerst weer vrijwaren voor nutteloos gezoek. Gij hebt tusschen de namen van de Rovere en de Castelpijne ook dien gehoord van den heer v. Zuylen v. Nijevelt, dichter der Souterliedekeus, en kijkt nn rond naar de andere psalm vertalers. Welnu, straks, als ge al de 16e Eeuwers gehad hebt, met Anna Byns incluis, al komt die dan ook achter» aanhiuken na Spieghel en Roemer Vissoher, straks vindt ge Da'heen wel, met Paschier de Fijne en Stalpaert v. d. Wiele, terwijl ge, twee voetbanken verder, Lucas de Herre (de Heere) ontmoeten zult, met van Mandera. Dat ie dan wel by de 17e Eeuwers, maar wij moeten het zoo nauw niet nemen. Hier wat en daar wat All s für die Variatioa". Daarom ook wordt de Amsteidamache Kamer nu eens de Esjlentier" dan weer In Liefde blotiende" gelueten; en al zegt de uitlegger het niet, wy weten wel dat hij dezelfde Kamer bedoelt. Amat. Febr. 86. L. Simons, Mz. (Slot volgt.) l) 't Is waar, op het lijstje van enkele bronnen, door den Schrijver aan hot eind van zijn boek gegeven en dat op zich zelf alreeds, noor hetgeen er ontbreekt en hetgeen er vermeld staat, alsmede door de rangschikking der werken, een eigen aardig beeld geeft van des schr.'a studie onzer taal en letteren, op dat lijstje Btaat wel bij Dr. J.-'s Geschiedenis der Ned. Lotterk. 3e druk; maar ook : twee doelen. Met het oog op den arbeid van Dr. S. waag ik dus de veronderstelling, dat hij den nieuwen dïk nel bij name kent, maar niet onder de oogea heeft gehad. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Sjpeeiator, 27 Febr. Berichten en mededeelingen (Akademiebericht; Archiefstukken; Ond-Holland; Armand Basohet; opgravingen te Athene). Frans van Assisi en de oorsprong der Renaissance, door dr. O. W. C.Byvanck.?Letterkundige kroniek, door Wolf party (B. Perk's, De laatate der Bougondiërs; Melati van Java's Hermelrjn; Virginie Loveling's Sophie). Vlngmaren (Oude en moderne Grieken; Nieuwe Gids; Theologiescb tijdschrift; Van Manen'a Nieuwe Testament). Pluksel (Taal. Ons tooneel). Plaftt: Uit de Haagsche kookschool. Portefeuille, 27 Febr. F. H. Lurasco, het ballet Amor in de Scala. Ar. O., Muaia Sflcrnm. J, A. Lehman, Julius Eöutgen, Trio für Klavier, Violine und Violoncel. A. P., Brief uit Parijs. Restauratie van het Stadhuis te Brussel. De catalogus Nyhoff No. 193. Hard-Pastel. Tentoonstelling in het Panorama-Gebouw. A. Beyding, Anleitung zum Studium der decorativen Künste, von J. Hanselmaun, A. WinMer Prins, de blijde Boodschap, door S. P. W. Eoorda van Eysioga Vlaanderen. Vron»«nbond te Weenen. Dr. Byvauk, Over Emerson, Swinburce en Whitman. L, Simons Ms»., Tooneelkout: Olivier Cromwell naar Victor Hugo, dooïG. van Meyem, Blumenthal'a blijspel: Sammt and Seide. Mémoires van Adelaide Bistori. Curiosa. Ingezonden. Feuilittun: Audifaz, De Nieuwe Gids ea de Nieuwere Poëzie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl