De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 7 maart pagina 11

7 maart 1886 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND. andermaal om 't hart slaan. Maar wij moeten ons daarbij, in de eerste ty'den althans, niet ten doel stellen om het eenmaal prijs gegeven land andermaal te bezetten.... dat land, dat wij stellig behouden en waarop w§, «aar onze overtuiging, den vrede hadden zien sluiten, wanneer een1 enkel maal met groote inspanning wellicht, wij willen dit gaarne toegeven ieder verzet door onze altyd zegevierende bataljons, den kop ware ingedrukt. Daar waren te veel posten opgericht.... wij zijn tot aan Djerir te ver het land ingedrongen.... goed, wij stemmen dit volmondig toe, doch zoo den voortvarenden generaal van der Heyden ware gelast: Niet verder maar handhaven" dan behoorde de Atjehkr^jg tot de geschiedenis. Maar laten wüons niet gaan verdiepen in on vruchtbare, retrospectieve beschouwingen. Om nu tot een beteren toestand te geraken gelooven ook wjj, dat men zich tegenover die listige, verraderlijke hoofden niet genoeg poseert als: Heer en Meester. (2) Mét dat woordje men" hebben wij ook hier weer tsi gouvernement op het oog, dat voorzichtige gouvernement, dat zich wij denken hi«r weer aan de. Tenorn-geschiedenis altijd schijnt af te vragen: Wat zal Engeland, of Duitschland, of Frankrijk er wel van zeggen ?" Voor zooverre wij een oordeel mogen uitspreken over den tegenwoordigen gouverneur van Atjeh, komt hij ons voor een man te zijn, die dik-' wij Is liever die hoofden een bataljon op hun dak zonde zenden, in plaats van een zilveren servies. Het Echynt mij zoo toe, dat bij gaarne menige A^ehsche Hoogheid of Excellentie, die binnen de postenlinie komt bidtlen, of huldigen of wat dan ook, zoude willen inrekenen.... Maar wat beveelt hem het gouvernement?? Een oordeelkundjgt krachtig gewapend optreden, als de gelegenheid zich met eenigen kans op succes aanbiedt, achten wij mede allernoodza kelijkst-.. Maar.... hoe luidt de instructie van den gouverneur? Wat de jtroe^n zullen moeten uitrichten, zal door de omstandigheden worden voorgeschreven, maar wat dat ook zij: een kampong tuclitigen, een hoofd opliphten, de kleine roofstaatjes tegen elkaar helpen de Trees voor den Radja Wolanda, wij herhalen het, moet den Atjehers andermaal eerbjed en,, ontzag .inboezemen, zij moeten gelooven dat er een Pel of een yan der Heyden is teruggekeerd. Niet alleen voor de onderwerping van Atjeh, maar ook voor de rust ia geheel ons uitgestrekt Indiö, wordt het met den dag noodzakelijker dat wij de pen eens afvegen en de sabel trekken, daar waar wij decken esn goeden slag te kunnen slaan. Waar Ampien zegt, dat er geen goud meer ia Holland is, z^n \ry het uiet met hem een.'..... maar boven dien zoo dadelijk behoeven wij nog gean leening te gaan sluiten, als dat noodig ware. Het brave indischo leger, nu weer geroepen om den meest {j^estdoodenden benting-diensfc te verrichten, is wel verzwakt en onvol tallig maar kan nog best con paar bataljons ouder do wapens bren gen, die elk koloniaal leger ons zoude benijden, flinke, krachtige, onver schillige knapen, geleid door ervaren, beraden chefs, aangevoerd door officieren, rgk aan ondervinding en vertrouwd met het expeditieleven, of enthousiaste jonge kerels zooals Akademie en Leger er jaarlijks een 50?60 in het Indisch ofueierskorps doen treden. Met zulk* troepen, met de middelen die wij nog bezitten, maar vooral «et de sehoone en leerrijke indische krjjgsgesehiedenis voor oogen, be hoeven wy on» toch waarlyk niet zóó schroomvallig-berekenend, niet zóó tBgstvallig-politiek-cnclerhandelend te gedragen!? Allons! Couragie en vertrouwen, Zin wat gezond verstand.. " Wij zijn steeds de onverwinbare Blanda's" geweest dat moeten wij bleven; en dat bunnen we. Het wordt meer dan tijd dat de Atjehers, en zoo veel andere stammen met hen, die tegenwoordig op dat punt slecht van memorie zün, daarvan opnieuw doordrongen worden, duidelijk gaan bsgrgpeDj dat wij niet voor ornament een Leeuw op onze Vaandel* voeren..... Qu« l» Pologne n'est pas encore mortel!" Een veteraan van 't L. H. 9de. (ïj Handelsbladen 21 ea 22 Fabr. j.l. (2) Wfl hebben altijd geloofd, dat ToeJtoe-Baïd, a propos van hoofden niet openlijk tegen on», zoude worden ... ter wille van hoogachting en vriendschap YÖOÏden kolonel Dtmmeni, en zoolang het bestuur asiu dien hoofdofficier bhjt't opgedragen.' Nu brengt ons de mail het bericht, dat Toekoe zich in geen drio maanden heeft laten eien zelfs zijn traktement niet haalde, een dienst tot dusTerre mot toewijding door hem waargenomen. Wat daar nu wér van to denken 'i ENGELSCHE LEGEESTATISTIEK. Aan het jaarlijksch overzicht, door het Engelsehe ministerie van Oorlog aan de beide kamers van het Parlement overgelegd, ontleenen wij het volgende: D« effectieve sterkte bedroeg «p l Januari 1885: 121,000 man infanterie, 31,700 man artillerie, 16,900 man cavalerie en 5500 man pioniers. Volgens de organisatie-sterkte ontbraken 7350 man. De dislocatie was als volgt: 66 bataljons. 19 cava'erie-regimentea. 82 batterijen artillerie. 26 pionier-compagniën. 12 bataljons. l cavalerie-regiment. 5 batterijen artillerie. 4 pionier-compagniëii. i 8 bataljons. J 14 batterijen veldartillerie. f 7 pionier compagniën. 11 bataljons. 2 cavalerie-reffimenten. 18 batterijen veldartillerie, 6 pionier-compagmün, 48 bataljons. 9 cavalerie-regimenten. 77 batterijen veldartilkrie, 20 pjojfipr- cpnjpagnicn. Groot-Brittanniëen de eilanden Egypte. « i s ; i t t i Middellandsehe zee (Malta)< Andere kolonies Oost-Iadi i Van 35,754 man, die in 1884 bij het leger werden aangenomen, waren 22,488 beneden de 20 jaar oad, slechts weinige honderden boven de 25 jaar. Het aantal manschappen, dat tengevolge van te jeugdigen leeftijd niet tegen de vermoeienissen van het tropisch klimaat bestand bleek, ?wordt op vele duizenden becijferd; hot aantal dier to jong in dieiist tre« dende mannen wordt elk jaar grooter. Het getal manschappen, die be neden de 1.65 M. groot waren, was in 1875 6, in 1885 10 pCt.; die boven 1.70 M. was in 1875 59, in 1885 slechts 55 pCt. De verhouding der nationaliteiten in rijk en leger was, vergeleken met 1868: Rijk. Leger in 1885.- Leger in 1868. Engelschen . 73 73 59 Schotten . . 13 8 9.4 Ieren ... 14 13 30.8 Het aantal dergenen, die volstrekt niet konden lezen of schrijven, ver minderde sedert 1865 van 13 tot 2 pCt. De gegevens omtrent het paarden-materiaal zijn vrij onrustbarend; de getalsterkte nam sedert 1865 af van 27,000 tot 23,700 paarden. BÜmobi lisatie van 2 legerkorpsen zouden reeds de in Engeland aanwezige paar den niet toereikend zijn om in de behoefte te voorzien. (Zie hierover o. a. de Revue Brittannique Lee. 85.) B. SCHAAKSPEL. No. 10 Uit de nalatenschap van EDÜAED AUGUST SOHMIDT. ZWAKT. l Rh. 68 A2H 2 B4 E7 mat. a e WIT. Wit speelt voor en geeft in 2 zetten mat» (Wit 8 en Zwart 8 met K. E3). OPLOSSING VAN SCHAAKPBOBLEE M ffo. 8 Probleem L. A. K. te Deventer. (a) 2 F8 G6 mat. K. nt T (a E8ntF6(b l Al~IHofand.fc 2 D. E7 of B2 of C3 mat. (c) C6 D5(d 2 F8 Dïmat. l l 2 E3 G4 mat. Hl - H7 (e (e) 2 F G nt F5 mat. GS - F5 (S (f) 2 B4 nt D 6 mat. 2 F6 EG mat. E8 - D6 (3 Hi F4 l E3 nt C5 <*) K. nt C5 (» 2 I'S E5 t K. Cl gsdw, S D. B5 of D4 mat. (a) i K. DS (b 2 F6 E5 ?!? D6 nt ES 3 Cti nt AS mat. (b) l D6 nt C$ (4 2 F6 nt D4 f C5 » D4 3 C6 £5 mat. (e) l G6nt02otra.sp,(4 2 F6 nt D4 mat. Probleem van Imoén». l D2 E3! K. 76 oj D6 2 K. D5 of F5 Gedwongsn. 3 T. geeft mat. Intussehen kan ook door l D2 B>| enz. het mat geforceerd worden. CJ) Over het nemen of sehaakgoyen bij den rsten zet in problemen, zullen wjj weldra eenige opmerkingen meiiedeelen. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost is no. 8 en de letterproblemen door W. te W.; W. v. H. te Delft, 09k no. 9; Karel te L. no. 8; S. te A. no. 8 en 9, Lucéna en dat van L. A. K. te'D. Ineselijks de boveDvona 4den door lei" te Amsterdam; Flenügafed te Kaatshsuve], J. f. H. en E. v. B. te W. no. D. BKIEFWISSELING. S. t« A> Veel dank. Spoedig volgt bericht. ?. C. E. (woonplaats onbelzsnd). Gatrne zullsa wg h«t beproeven «n u beïisljteSj (B het volgend weekblad. HBT TWEEGEVECHT IN AMERIKA. Uit de inmiddels ontvangen partijen blijkt, dat in de zesde party, de 12d« ast vaa Zuckertort wat zwak was, waarvan Steiiutz zoo behendig partij trok, dat Z. dat geringe nadeel niet raoer kon te boven koman en, ala een gevolg daarvan, bjj dea 38sten zot een pion verloor. Had hij dsarna moor op remise gespeeld dan zouden njjne kauaen zoo slecht niet gestaan hebben; maar trachtende nog te winnen, moest hij eindelijk de vlag strijken. In de 7de partij koos S. eene andere verdediging en wol . . . E7 E6. In het rniddenapol deed Z. een gewaagden zet en berokkende zich daardoor een minder goede positie dau die vin zijn tegenstander; beging echter bij den 29ateneen grove fout, door het bezit van de diagonaal Hl A8 aan de tegenpartij af te staan, waar» van ds gevolgen terstond noodlottig waren. Aan de Xcw-Yurk Eteiiinc/ Toh-grant hot eenige blad in de woreld dat een dagolijksche echaakkolorn heeft ontieenpn wij onderstaand probleempje, dat door een der toeöchouwurs van den scUaakstrijd, deii heer C. M. Knos, OQ'ïer d» hand vervaardigd werd: Wit: K. A3, D. AG, Pd. El en E3, P. Ei en D6. Zwart: K. Al, Pd. 01 en B4, P. F2. Vfit gocli, lütv;ce ijiieu mat. (Lielit rcc::;- i-.foi' r.;-i- en br'M.;^'.;.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl