De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 14 maart pagina 13

14 maart 1886 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 455 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ter, om voor te zorgen, die is bezig voorschooljuffrouvvteleeren, wel kosteloos, maar toch moet er geld bij. Ze zal nu spoedig haar examen doen, en over een jaartje kan ze zich zelf helpen, zegt juffrouw Spore; dan kan ze hier vandaan want ze heeft nog een kleine toelage en wil zien, al moet ze dan ook minder ver dienen, een gemakkelijker betrekking te vinden." »Wat is dat voor eene toelage?" vroeg ik. >Dat weet ik niet," antwoordde zij. Maar toch kwam het mij voor alsof zij het wel degelijk wist, maar het liever voor zich hield. Nu, het ging my dan ouk eigenlijk niet aan, en toen ik haar nu vertelde wat ik onder het eten opgevangen en later met Rundqvist besproken had, was zij mij heel dankbaar; haar oogen werden vochtig, en nadat zij haar hand zorgvuldig aan haar boe zelaar afgeveegd had, stak zij mij die aarzelend en verlegen toe. Maar zij glimlachte toch door haar tranen heen toen ik haar hand drukte en haar daarbij vriendelijk op de schouders klopte. De oude dame was een punt van aanraking tusschen ons ge worden, en het was alsof wij elkander in plaats van veertien dagen, even zooveel jaren kenden. »Vergeet vooral niet mij om zeven uur te wekken," vermaande flc, toen zij de kamer véiüet. »0m zeven uur,'' herhaalde zij met langzamen nadruk. »Dan ben ik ai iang op! Wel te rusten, mijnheer, en nogmaals dank." »Wat. . . . wat. ... is het al zeven uur?" »Neen, maar. . . och mijnheer, er is iets vreeselijks gebeurd." Dadelijk klaar wakker, zag ik Sirj lijkbleek en bevend voor mijn bed staan. »Wat is er?" riep ik uit, mij halverwege oprichtend, en zelf geheel ontdaan. »Ach, God, ik heb de juffrouw dood in haar stoel gevonden!" »Maar weet je dat wel zeker Siiï? Kom, wees eens bedaard." j» Ik kwam op haar kamer om de kachel aan te maken, en zie haar daar zitten, met het haar losgemaakt, over de tafel gebogen boven een handdoek, die geheel bebloed is; er lag een openge slagen bijbel op haar schoot; ze heeft er zeker nog in gelezen, toen ze merkte dat het met haar gedaan zou zijn. Och, lieve God, wat moeten we beginnen!" En ze barstte in een vloed van tranen uit, terwijl ze radeloos de handen wrong. Ik zetfe haar dat ik dadelijk boven bij haar zou komen, schoot in aller ijl eeuige kleederen aan, en spoedde mij naar het zolderkamerfje. In het portaal vond ik een viertal vrouwelijke dienstboden en een bediende, die zich in gissingen verdiepten; een der meisjes had zich iets naderbij gewaagd en stond in gebukte houding met de handen op de knieën op een behoorlijken afstand nieuwsgierig het gelaat der doode te beschouwen. Siri lag op haar knieën naast den stoel met haar gezicht op de leuning, terwijl zij kramp achtig en als radeloos snikte. Een oogenblik later kwam ook Rundqvist boven; hij hielp ons de doode op het bed nederleggen, en ging toen den dokter waarschuwen. Terwijl Siri zich al schreiend en snikkend bezighield met de kamer eenigszius op te ruimen, opdat de dokter bij zijn komst alles behoorlijk in orde zou vinden, slaagde ik er in de anderen uit het vertrek te verwijderen, en bleef ik alleen met de oude dienstbode achter. »0ch, dat ik dezen dag heb moeien beleven!'' zuchtte zij.»Ja, ja, de mensen wikt, maar God beschikt, dat is zeker; we hadden gedacht over een paar maanden samen heen te gaan, want ik kan miju handen nog best gebruiken; zij had dan haar gemak kunnen nemen, en met mijn verdienste en haar toelage er bij hadden we er wel kunnen komen. Och, och! Dat had men bij haar wieg ook niet gezegd dat ze eenmaal zoo'n hondenleven zou krijgen; haar krachten waren er niet naar, en zij was er ook alles behalve voor grootgebracht. Ja, nu zij uit haar ellende verlost is, mag ik het u wel zeggen. U hadt haar eens moeten Zien toen ik bij haar ouders in dienst kwam; toen was zij een meisje van een jaar of twaalf, en zoo vroolijk en lief en goedig, iedereen mocht haar even graag lijden. , . ." Hier werd zij op nieuw geheel door haar aandoening over meesterd. »Zal ik u eens wat zeggen," vervolgde zij na een poos, »erger slavin dan zij was, kan er in het zwartste Afrika niet gevonden worden, en Rundqvist mag zoo goed wezen als hij wil, maar hard en streng voor zijn ondergeschikten is hij; hij gunt iemand niet meer vrijheid dan de wet van den Zondag voorschrijft, en u kan wel begrijpen, dat een zwakkelijk mensen, zooals zij, door zulk wn le.ven vermoord werd; neen, voor al het geld van de wereld zou ik nu niet in zijn schoenen willen staan, neen dat zou ik niet, zoo arm als ik ben." »Neen, neen, Siri, dat wil ik graag gelooven. Maar hoe kwam het nu toch dat ze zoo achteruit geraakt is?" Siri kwam heel dicht bij mij staan, om zeker te zijn dat nie mand ons zou kunen beluisteren. »U moet het maar niet verder vertellen, misschien had zij liever niet dat een ander er van wist," en Sire wierp een twijfelenden blik naar het bed. En nu kreeg ik de geheele geschiedenis te hooren, die wel doodgewoon en alledaagsch, maar treurig genoeg was. De eenige zuster van juffrouw Spore was gehuwd geweest met een jong koopman van een knap uiterlijk, voor wien het» meisje met geld" een goede partij scheen. Haar moeder had het mogelijke gedaan om dit huwelijk tegen te werken, maar was eindelijk genoodzaakt geweest toetegeven. Toen de oude mevrouw, die in een der Kleinere steden woonde, kort daarop overleed, bleek het dat zij veel minder vermogend was geweest, dan men algemeen geloofd had; aan de beide dochters viel slechts een gering overschot ten deel, en van dien tijd af aan kwam het lage karakter van Juffrouw Spore's zwager hoe langer hoe meer aan het licht. Zij offerde haar laatsten cent op voor de eer harer familie, toen haar zuster, naar lichaam en ziel gebroken, kwam te sterven, nadat haar man eindelijk had moeten ontvluchten met achterlating van niets dan schulden. Hoe nu het dochtertje harer zuster groot te brengen? Zij zag zich genoodzaakt een betrekking te zoeken, en kwam na allerlei vergeefsche pogingen in het hotel terecht, waar zij, zooals wij gezien hebben, letterlijk afgebeuld werd. De kleine toelage, welke zij genoot, sproot voort uit het eene of andere fonds voor alleenslaande, hulpbehoevende vrouwen, tot hetwelk zij in de dagen van haar bittersten nood zich om hulp gewend had. Ik moest dien zelfden ochtend noodzakelijk vertrekken. Het rijtuig van het hotel stond voor de deur om mij naar den trein te brengen, en juist toen ik er instapte, kwam Rundqvist afscheid van mij nemen met eenige onverschillige woorden waarop ik niet veel antwoord gaf. Ten slotte zeide hij: »Dat is ongelukkig afgeloopen met juffrouw Spore; ja een mensch kan er spoedig uit zijn." De koetsier klapte met de zweep. »Ik hoop dat u van avond heel treffend over die arme werklieden zult spreken,1' zeide ik, terwijl het rijtuig zich in beweging zette. Hij kreeg een kleur als vuur. Terwijl het rijtuig voortrolde, keerde ik mij nog eens naar hem om, en de gebalde vuist omlioog heffend, juist zooals hij gedaan had, riep ik hem spottend toe: »Vrijheid! Vrijheid!" E. P. NIEUWS VAW DE WEEK. Bjj K. B. ia aan den heer L. K. Earmsen, laatstelijk waavremend hoofdonderwijzer aan de kweekschool voor inlandsclie onderwijzers te Fadang-Sidempoean, thans met verlof hier te lande, lector aan de gemeente-inrichting ter opleiding van Oost-In dische ambtenaren te Leiden, vergunning verleend tot aanneming der benoeming tot offlcior da l'Instruction PnMique, welke titel hem door den Minister Tan Open baar Onderwijs en Schoone Kunsten in Frankrijk is geschonken. Mr. D. L. Graaf van Bijlandt, secretaris Ie klasse van het Neüerlandache Gezant schap bij het Engelscha Hof, is te 'a-Hage aangekomen en afgestapt in het SStt (les Indfs, De N. K. Ct. vernoemt dat da heer mr. W. Toncliens J.Lzn., te Groningen, naar Suiinamo zal worden uitgezonden, ten einde aldaar door den Gouverneur te worden benoemd tot Gouvernements-secrütaria. Door de Regeering is thana goedgekeurd liet haar door de Nederl. Rijn-SpoorwegMaatschappij voorgedragen stelsel voor een gemeenschapsmiddel tusechen de reiziger» en het trein- en locomotieipersoueel, waarbij aan den zich in den trein bevindeaden reiziger de gelegenheid wordt verschaft, de lucht uit de WeBtinghousa-remleiding te doen ontsnappen en zoodoende don trein tot stilstand te brengen. De Tweede Kamer beeft Dinsdag met 33 tegen 25 stemmen aangenomen de con clusie van het verslag der commissie, in wier handen was gesteld de nota van inlichtingen op het adres van jhr. J. Harteen c. e., betrekkelijk hunne concessie aanvraag voor een spoorweg van Amsterdam n«ar IJmuiden. D. ze conelusaie strekte, om de meening uit te spreken, dat aanbiedingen buiten bezwaar van 'aBijks schatkist een directe spoorwegverbinding met den mond TSO het Noordzeekanaal tot atand t» brengen, ernstiger overweging en belangstelling Tan de zijd* der Begeering verdienen dan tot dusver aan den adressant is te beurt ge» vallen en dat de aanvaarding van de concessie voor een spoorweg, geljk dia tot nogtoe door de Begeering ter beschikking van adressant is gesteld, voor dezen 80* al mogelijk, inderdaad zeer bezwaarlijk ia. In de afdeelingen der Tweede Eamer zijn benoemd tot rapporteurs in zake het wetsontwerp tot Uitgifte van mijncodcesgiën: de hh. Kielstr», W. Tan Dedem, Schisv melpenninck, Van Gennep, Schimmelpenninck van de 0}%; en ie zake hetwetsont» werp tot Conversie-Staatsschuld: de hh. Gildemeester. de Bruyn Kops, Van dtt Loeffi en Van Delden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl