Historisch Archief 1877-1940
No. 455
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
beoordeeling van George de Lalaing" nog partij van te kannen trekken.
Qet schijnt dat die kritiek van my ook al niet best uitgevallen is: want
me» beeft er heel andere dingen in gelezen, dan ik heb willen zeggen, j
l>e goede Heer A. C. L. heeft mij op bijna alle punten misverstaan...
wee» gerust, lezer: ik ga geen anti-kritiek leveren: ce n' est plus demon
<tge. Ik wil maar twee ponten aanstippen. Voor-eerst, dat zoo'n bekwaam
man als de Heer A. C. L. bovengenoemd had behooren te weten, waar
Molière spreekt, «n hoe, van koude werken (niet tooneelstukken) qui
voua assomment"; ten tweede, dat die brave Heer ons wel herinnert,
welke bronnen door den auteur van George de Lalaino;" gelezen zijn;
maar vergeet aan te toonen, dat hij ze doelmatig gebruikt heeft. Nog
eene opmerking: ik stel den Heer van Heyst volstrekt niet gelijk met
den auteur van Montigny" enz. Het pseudo-/ew sacrévan hen, die
dramatiesch de uitsluitend als va leiiandsch" aangeduide stoffen behandeld
hebben, bezielde in afnemende richting de schrijvers aldus: H.H.Klijn
S. Is. Wiselius D. F. van Heyst. Maar uu dunkt het mij ook wél, en
moeten wfl niet langer op overleveringen teren, die ongetwijfeld in der
tijds iets beminneljjks hadden, maar thands aan uitgebrande kraters doen
denken.
Ieder tijdvak, ieder geslacht, heeft zijne eigenaardige behoeften. Voor
een gedeelte weten de Franschen de onzen voor heden te bevredigen. De
bewerking van Clareties roman danken wij aan een bekwame pen; maar
zij heeft te veel geschetst, te weinig geschilderd, 't Is mij dan ook
?en raadsel, waarom men de bewerking niet heeft trachten meester te
worden, die er onder liet oog van den auteur te Parijs in der tijd van
genaakt ii, toen Jane Hading voor Marsa en Damala voor Ie Prince
Zilah speelde,
De bedreven zon kort, te kort; als de toestanden meer voorbereid, de
feiten meer' verbonden waren, het aangevoerde meer uitgelegd, meer
gemotiveerd, dan zou de voldoening grooter wezen, en het stuk toch
niet te lang.
De vronwenroV is een kolfjen naar de hand van Mevrouw Frenkel.
Hrt 4* en 5e Bedrijf boden dan ook oogenblikken van een
onbetwistbaren «agepraal. Haar verhaal in 't begin is moeilijk te debiteeren. Zij
beeft, door al ie rad te spreken, getracht de zwarigheid te boven te
koven. De Heer van Schoonhoven had maar de handen vol met luis
teren, ea da toehoorders tobben zich te vergeef» af, om te weten te komen
welke band er bestond tusschen den vader van den Prins en van Marsa.
De Heer van Schoonhoven heeft met veel gevoel en wiardigheid zijne
rol geipeold; maar h\j moet waarlijk niet zoo veel fluisteren. In mija
jeugd, spraken alle tooneelspelers doorgaands duidelijk, en als Mevr.
Grevelink iets had te fluisteren, dan rekende men 't haar als een bizonder
talent toe, dat ieder in de zaal haar verstaan kon. Maar dat was een
blzondere gave; en 't is maar niet genoeg tot onverstaanbaar wordena
toe te fluisteren, om als een mannelrjken Grevelink geapplaudiseerd te
worden. Den Heer Morin, Mej. Christina Poolman, den Heer de Boer,
Mevr. Ellenberger verstaat men altijd. Daar legde de goede Tourniaire
aich ook altijd zoo op toe; en ts-recht: want de text wordt geschreven
om door de toeschouwers verstaan te worden. Van Possart ontging u
geen syllabe; en dat was nog wel Hoogdnitsoh. De Hoeren Morin
(Varhély) en Clous (MenJco) hebben zich in Prins Zilah" goed van hun taak
gekweten. Een weinig meer hevigheid had den eerste niet geschaad;
van de ondankbare andere rol was niet meer te maken. De Heer de
Boer heeft het Jcontrast in het laatste bedrijf wat sterk onderschrapt.
De Heer van Dommelen speelde den dokter naar behooren.
Ue Schoolrijdster" is een blijspelletjen geknipt voor Mevr. Rössing
Sablairolles en den Heer Schulze. 't Kan niet beter gedaan worden. Ook
e Heeren Clous en Wensraa speelden hunne rollen met takt en
levendigheid. Twijfel is geoorloofd, of de titel wel juist is. Schoolryden,
ra 't Hollandsch, is niet het aoogenaamde Kunstrijden. De Keizerin van
Ooatsnrijk is bijv. eeno uitmuntende schoolrijdster.
Uitnemend waren in de beide stukken de dekoraties verzorgd. Tofc
ia kleine onderdeelen toe, waren de salons en kamers naar den aard
gestoffeerd. Een nieuw lief landschap met waterpartij (door den Heer
Grootveld geschilderd) leverde een aangenamen achtergrond voor da
aandoenlijke ontmoeting van deO Prins en de waanzinnige Marsa.
De Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten" (Dir. Le Gras on Haspels)
hebben een blijspel in 4 bedrijven bij ons vertoond, getiteld Met plezier".
Ken der oorspronkelijke auteurs is de bekende vruchtbare Lnstspieldichter,
de oud-Officier Gustav von Moser. De 60-jarige dicuter heeft zich voor
dit stuk de hnlp verzekerd van den 50-jarigen Otto Girndt. Beiden kennen
Berljjn en laten ds handeling zich dan ook onder Berlijners voltrekken.
De hoofdzaak is het misverstand tusschen een jong echtpaar, dat niet
door te reel inschikkelijkheid zondigt. Wally besluit met eene Tante
frey »aar een badplaats te gaan, op hoop, dat haar afzijn haar man
zachter voor haar stemmen zal.PVète Noll,fabrikant van Sodaivater,ka.n haar
inderdaad, voor zijn gemoedsleven, niet missen, en ofschoon hij gezegd heeft,
dat ze met plezier" verlof kan krijgen om te gaan, roist hij, ook een beetjen
Uit jaloezie, haar na. Eij heeft aich, door haar- en baardverandering,
onkenbaar gemaakt. Hij verbeeldt zich, dat zekere Emil Jonas werk van
8ijn vrouw maakt, maar vergist sich; Jonas ia namelijk verliefd op
aekara Eaatje, een lief meisjen, nicht en verpleegster van een korze
lige» rentenier, een hypochonder, met name SchioarzJMpf. Door toe*
vallige omstandigheden, wordt de fatsoenlijke Heer Jonas van som
migen verdacht een oplichter te zijn; en weer anderen meenen in Noll,
die item van alles verdenkt, een krankzinnige te ontmoeten. De
baddokter »n een Inspecteur van Politie komen aan de zaak te pas, en alles
wikkelt aich in tot dat, in bet vierde bedrijf, men weet niet goed hoe.
de knopen we«r loavliegen. Er komen zeer vermakelijke trekken in
fat stuk voor. De vertaling is van den Beer Jan C. de Tos en, naar
OM toescheen, in goed Hollandsch geschreven. Van een jonge Dame
Zegt 9)64 eohtar niet een jong mensch" en zoo komen er misschien nog
wel «en paar min zuivere uitdrukkingen in voor.
_Het stuk ia uitnemend gespeeld. De Heer Wm van Zuylen en Mej.
~ BS Yink hebben het echtpaar Noll met groote, ea(hy-vooral) met rijka
natuurlijkheid aanschouwelijk gemaakt. De Heer Rosier Faassen gaf een
fraai beeld van de charge Sehwarekopf. Mevrouw Coelingh-Vorderman heeft
eene allerliefste Raatje (waarom die meidennaam?) geleverd. Hare
ingennïteit, met beschaving gepaard, was nergend» overdreven. Ook de Heer
Poolman (Emil Jonas) heeft zich niet kwalijk van zijn taak gekweten. Da
rollen van minder dramatische beteekenia werden door den Heer J. Haspels,
en Mevr. BurJage-Verweert vervuld, zoo als w§dat van hen gewoon aijn.
Jammer, dat de Heer Le Gras door ongesteldheid verhinderd werd (voor
den waren Lehmanri) op te treden. Hij zou er iets van gemaakt hebben.
De Heer Henri de Vries heeft zich goed gekweten; maar zijn rol behoort
niet tot de glanspunten van het stuk, dat gunstiger getuigt van het
opgewekt vernuft der schrijvers dan van hun goed verstand eener
charpente.
11 Maart '86. A. Th.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Het optreden van Teresina Tua in de concertzaal van het Gebouw
voor den Werkenden Stand werd met belangstelling tegemoet gezien.
De heeren der Schepping en deze term is immers nog gebruikelijk
oua hun gezag te doen kennen hadden het eenigszina hard te verant
woorden. Hier was het eene dame, die eano eerste en eenige viool
speelde. Deze Geigenfee" hauteorde haar instrument op zoo voortreffe
lijke wijze, dat er slechts ne stem over hare kunstgaven te hooren was.
Op het programma kwamen voor in het eerste deel het G-moll-concert
van Max Bruch; iu het tweede deel Nocturne van Chopin-Sarasate,
Gavotte van Bohm, Cavatine van Raff en Zapateado van Sarasate. Het
Bruchsche concert is in den laatsten tijd zoo dik werf door de uitstekêndste
violisten gespeeld, dat een groot aantal onzer lezers dit belangrijke werk
eullen kennen. De soliste speelde het concert de moeilijke pianobe
geleiding was in handen van den Heer Max van der Sandt in flinken
stijl en met voortreffelijke techniek. Wel eischt de slotsatz nog iets meer
correctheid, doch de uitvoering was werkelijk bewonderenswaardig, 't
Verwondert ons geenszins, dat Joachim zelf voor het spel dezer artiste
onbepaalde bewondering aan den dag legde. Ook in de Cavatine vaa
Raff, die met beerlijken toon werd gespeeld, kwamen de kunstgaven en
niet het minst de fraaie cantilena van de violiste in het beste licht.
Dat het talrijke publiek de bevallige kunstenaresse büherhaling terugriep
en met geestdrift toejuichte, behoeft nauwelijks gezegd.
Wij spraken hierboven over den heer Max van der Sandt, een jeugdig
pianist, leerling van Liszt, die denzelfden avond als eolist optrad. Met de
uitvoering der beide nummers van Chopin, waarmede het concert werd
geopend, waren we niet bijzonder ingenomen, doch de A-dur sonate, op.
101, van Beethoven werd r- ' groote correctheid en duidelijkheid ten
gehoore gebracht. In de 1; i nummers was hier en daar eenige
gemaniereerdheid op te mei;, doch het karakter der gekozen stukken
leende zich er eenigszins tou en had er dus weinig van te lijden. Deze
veelbelovende kunstenaar verwierf te Amsterdam veel applaaa en 't zal
ook hem op de kunstreis, die hij met Teresina Tua onderneemt, aan
succes niet ontbreken.
Aan pianisten is er tegenwoordig geen gebrek. De bekende criticus
van do Wiener Presse heeft indertijd op de uitbreiding gewezen, die de
beoefening van dit instrument heeft gekregen. En dit niet alleen in den
beperkten kring der familie, maar ook onder de artisten zelven. Zou het
wezen omdat men, zonder veel muzikalen aanleg te bezitten, toch een
dragelijk klavierspeler kan wolden? Doch virtuozen als de Heer Josepb,
Wieniawski bezitten genoeg talent om ons met dit instrument te verzoe
nen en ons de beproevingen te doen vergeten, die ons zoo vaak door
musiceerende buren werden opgelegd.
Op den eersten avond kwamen o. a. op het programma voor: Fantaisie
(C. Moll) Mozart. Sonate op. 57 Beethoven, eenige nummers van Chopin
en Schumann en het air variévan Handel. De heer Wieniawski speelt
Chopin met groote voortreffelijkheid. Hij interpreteert dezen componist
niet alleen met technische volkomenheid, maar ook met dichterleken zin.
In de Schumannsche nummers viel hetzelfde op te merken.
Het was niet goed gezien van den Heer Wieniawski om zooveel
pianonummers van eigen compositie in het tweede deel ten gehoore te brengen.
Als virtuoos staat hij hooger dan als componist. Evenmin konden wij
goedkeuren, dat Elsa's Brautzug en de Marche de l'opéra Tannhauser,
transcripties van Liszt, waren gekozen. Bij de beste interpretatie maken
zij weinig indruk, omdat de kleur van het oorspronkelijke geheel ver
loren gaat. De tweede soivée was zeer goed bezet en leverde den, kun
stenaar dus nog wat meer dan..,, applaus.
Met den heer Zeldenrust want het Felix-concerfc waar de heer
Eugen d'Albert een werkelijken triumf behaalde, konden wij wegens het
optreden van mevrouw Friedrich-Materna in den Stadsschouwburg tot
ons leedwezen niet bijwonen sluiten wij de rij der pianisten.
't Is een jong artiat, die onder leiding van den heer James
Kwast te Keulen en in den laatsten tijd van den heer Gernsheim
ijverig gestudeerd heeft. Hij heeft de beschroomdheid, die jeugdige artis
ten bijwijlen kenmerkt, geheel overwonnen en loopt al gevaar, in zijn,
pianospel wat al te schrille contrasten te brengen. Zijn piano" wordt
pianissimo", zyn forto" mag veilig door fortissimo" worden aangeduid.
Het eerste deel van de Sonate op. 53 van Beethoven werd zeer goed ge»
speeld en niet minder voortreffelijk het kleine nummer van Gernsheim
In's Stamrnbuch." Aan de toekomst van dezen jeugdigen artist behoeven
wij niet te twijfelen.
Wie da bataekenis der Nederlandsclie toonkunstenaren zou willen
afmeten naar de opkomst bij het Instrumentaal en Vocaal concert in het
Gebouw voor den Werkenden Stand, kwam bedrogen uit. Velen onzer
lezers te Amsterdam, die aan de nationale kunst een gof d hart toedragen,
zullen waarschijnlijk beweren) dat hun het Concert der Toonkunstenaars»
vereeniging eerst uit de verschenen verslagen is bekend gewor
den. Wie met de regeling van dit concert werden belast, hebben
cnzes inziens niet verstandig gehandeld door de voorafgaande aankondi
gingen in de voornaamste dagbladen achterwege te laten.