Historisch Archief 1877-1940
'"A
£*?«'
N°. 485
DE AMSTERDAMMER
A°. 1886
WEEKBLAD VOOÏNEDERLAND.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam,
Kantoor: Rokin 74.
Zondag 10 October.
Abonnetnent per 3 maanden ? 1.?. fr. p. p. ? 1.15.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
Bij dit Nummer behoort een Bijvoegsel.
Het Weekblad zal voortaan
iedere week eene Plaat bevatten,
waarin de belangrijkste gebeurte
nissen van binnen- en buitenland
door onze eerste teekenaars in
beeld zullen worden gebracht.
De abonnementsprijs zal hierdoor
WIET worden verhoogd.
Tj. VAUT HO1KEMA.
Bijdragen en Brieven voor de
Redactie bestemd gelieve men te
adresseeren aan Mr. M. G. t. VAN
1.OGHEM, Secretaris der Redactie,
Rokin 74.
I N H O V D:
NEERLANDS REDDING. FEUILLETON:
Mietje en Matje, Novelle naar Julius Stinde, III.
VAN OVER DE GRENZEN, door E. D.
Pijzel. Donato, door G. UIT HET HAAGJE,
door Pasquino. KUNST EN LETTEREN:
Ernst Possart, door A. Th. Hamlet, I. Mu
zikaal Overzicht, door V. Naar aanleiding van
een Muziekschool-Program, II, door E. D. P.
Kunst-ten-toon-stelling, H, door A. Th. Pierre
Loti, door Scaramouche. Brieven, door Louise
Stratenus, beoordeeld door Alb. Th. De
Amsterdamsche affleeling van Toonkunst". Excel
sior. VARIA. MILITAIRE ZAKEN: De
voorziening in de behoefte aan verduurzaamde
levensmiddelen voor het leger, II. SCHAAK
SPEL. ALLERLEI. HANDEL. BE
KSOVERZICHT, door E. B. TE HUUR, AD
VERTENTIËN.
Feuilleton.
Mietje en Matje.
3) Novelle
NAAR
JULIUS STINDE.
Ook de advokaat Huber was tot de over
tuiging gekomen, dat de toestanden onhoud
baar waren geworden; hij besloot den eersten
stap te doen tot een gerechtelijke oplossing
der moeielijkheden, en zich bij Mevrouw de
geheimraadsweduwe aan te bieden als juridisch
adviseur in deze zaak, waarvan de gelukkige
afloop voor hem in meer dan n opzicht
ontwijfelbaar was
Het aanschaffen van den hond toch door de
aangeklaagde partij sloot in zich meer boos
opzet, dan tot het overtuigen zelfs van den
meest verstokten rechter npodig was.
Hij kleedde zich dus bijzonder zorgvuldig
en vroeg aan jufvrouw Roderich, of zij ook
niet van meening was, dat hij, Koert Hubert
aan Mevrouw de geheimraadsweduwe eene
visite moest maken, en haar aanmoedigen tot
het indienen der aanklacht, daar er nu toch,
na de gebeurtenissen van den afgeloopen
nacht, eindelijk gehandeld moest worden.
Juffrouw Roderich was het in alle opzichten
met hem eens, en scherpte hem in, dat hij
toch vooral den aartsbooswieht Veit Zörbig
mede in de aanklacht moest betrekken, en
terwijl Koert Hubert zich
meteenigzinsversnelden hartslag langs de voortrap naar de vertrek
ken van Mevrouw de geheimraadsweduwe
begaf, zond juffrouw Roderich Philippine langs
de achtertrap met wat kluifjes voor Mietje
en Matje naar freule Eleonora, tevens met
de vermaning om, zoodra zij iets te weten
kwam, terstond terug te keereu en haar be
richt te brengen.
Blij in haar ziel door de gedachte dat thans
eindelijk de gerechtigheid den afschuwelijken
Zörbig achterhalen zou, dartelde Philippine
de smalle steenen achtertrap af'. Haar ver
genoegde glimlach bestierf echter, toen zij het
portaal van de eerste verdieping bereikte en
daar Zörbig aanschouwde, die de laarzen van
zijn heer blinkend poetste.
»Wat heb je te lachen?" snauwde Zörbig
met een schreeuw het verschrikte meisje toe.
«Waarom grijns je'? Is dat misschien op mij
bedoeld?"
Zörbig meende, dat de nederlaag van den
buldog de aanleiding was tot Philippine's
vroolijkheid, en gaf des te eerder lucht aan
zijn boos humeur, omdat hij zelf van den
kapitein als eigenlijke aanstoker van het
nachtelijk spektakel een standje gehad had,
en nog geen ander voorwerp had gevonden
Neêrlands Redding.
De Heer Heemskerk, onze
grondwetsherziener, heeft het lang verwachte ontwerp tot
wijziging der wet op het recht van
Vereeniging en Vergadering bij de Tweede Kamer
ingediend. Men verwachtte het, maar niet
met ongeduld. Behoefte er aan was nog
niet gevoeld tenzij door den een of anderen
politiecommissaris misschien.
Twee zaken zijn in alle beschaafde lan
den en ook in het onze reeds lang veroor
deeld, het verstoren der openbare orde
en het opruien tot een strafbaar feit, tot
ongehoorzaamheid aan de wet. De wet van
1855 en het strafwetboek behelzen bepalin
gen daar tegen gericht.
Men meende hiermede voldoende te kun
nen waken tegen het overschrijden van zekere
perken. Vrijheid van denken en spreken,
van vereenigen en vergaderen scheen ge
waarborgd, waar alleen de wetsovertreding
met straf was bedreigd.
Edoch de tijden zijn boos en de valsche
tongen velen. Daar wordt in Vergaderingen
heel wat gesproken, dat niet van liefde voor
de openbare orde getuigt. Als men eens
wist hoe veel burgers van Nederland hun
hoofd blozend en wel op het kussen leggen,
na, onder het genot van een of ander
heulsap, de openbare orde bedreigd of de gestelde
macht gelasterd te hebben, zou zelfs een
Mini.c;er des Konings het niet veilig achten,
om, zonder voorzorgsmaatregelen te nemen,
zich over te geven aan den slaap des recht
waaraan hij weder zijn woede kon koelen,
dan de hem ondragelijke Philippine.
Deze liet echter ditmaal de fonteinen niet
springen: zij zag Veit met droge oogen aan,
en riep: »G'ij hebt mij niets te zeggen, in 't
geheel niets, bedenk dat, man. En morgen
komt gijlieden alle drie voor het gerecht, gij
en de kapitein en de hond. Mevrouw de ge
heimraadsweduwe dient een aanklacht in,
alles is al op schrift. Jou Tiras!"
Met dit laatste woord vluchtte Philippine
met eene snelheid, die voor haar leven deed
vreezen, zoo vlug echter d at de haar nageworpen
schoenborstel haar niet meer trof, maar een
zwarte vlek op den muur achterliet. Zörbig
haalde vloekend het te^ vergeefs geslingerde
werptuig terug, en begaf zich naar zijn heer,
om te melden, da_t het vrouwvolk een aan
klacht indiende; hij wist dit uit de beste bron.
De heer Huber was intusschen door Mevrouw
de geheimraadsweduwe vriendelijk ontvangen
gew'orden ; de dame meende niet anders, dan
dat hij zich over de nachtelijke rustverstoring
wilde beklagen en zij achtte zich verplicht,
de verantwoordelijkheid voor Pussy's zonde
op zich te nemen. De oorzaak van dit mis
verstand was het verlegen optreden van. den
jongen man, wien het onuitsprekelijk veel
moeite kostte, aan zijn voorstellen een
eenigzins helderen vorm te geven, en aan deze
zijn gebrekkige uitlegging waren weder de
engeloogeu van de rozeknop schuldig, die
hem kinderlijk nieuwsgierig aankeken en
hem nog meer in verwarring brachten, dan
indertijd de brilleglazen der professoren op
het examen. Nu was hij in hare nabijheid en
zag, hoe schoon zij was. Hij hoorde voor de
eerste maal den klank harer stem, die hem
als met betoovering omgaf; zijn droombeeld
verbleekte nog voor do werkelijkheid.
_ Maar hij bezon zich. Hij gevoelde, dat hij
zich belachelijk zou maken, wanneer hij het
doel zijner komst niet helder uiteenzette, en j
dat hij in ongunstig daglicht zou komen.
als het hem niet gelukte, de dames voor zijn
plan te winnen. Op zakelijken toon begon hij
dus zijne beschouwingen omtrent de katten
in hunne eigenschap van huisdieren te ont
wikkelen, wees op het werpen van stukken
steenkool in den tuin, hetwelk volgens para
graaf 8GG van het strafwetboek tot de over
tredingen behoorde, en op het houden van
kwaadaardige dieren, dat volgens paragraaf
377 strafbaar is en zijne toepassing vindt op
buldoggen. Beschouwde men verder de ge
beurtenissen van den vorigen. nacht als bu
rengerucht en nachtelijke rustverstoring, dan
konden zij ook volgens paragraaf' 800 alinea
11 er bij opgenomen worden.. . Onder zulke
omstandigheden was het indienen eener aan
klacht gebiedend voorgeschreven, temeer daar
de debatten erover,heldcrliehtzouden versprei
den over een tot nog toe veronachtzaamd
punt, den juridischen toestand der katten.
De geheimraadsweduwe luisterde in den
bevaardigen.
»Ztj'Ielinys, voorwaardelijk of in alyemeene
termeii« wordt er meer gezondigd dan iemand
vermoeden kan, dan tot dusver eenig po
litieman lust gehad heeft na te rekenen. En
toch dat kwaad moet de wereld uit. Neder
land behoort een goed land te zijn, het
Nederland;;che volk een braaf volk te worden.
Waarom spreekt het zoo licht onvertogen
woorden! Het zou dit kunnen nalaten, en
het 7-cu dat zeker nalaten ook, indien de
wet liet slechts verbood. Want een wet, is
alles. Wel te verstaan een degelijke, een
volkomi n wet.
Dergelijke overwegingen vervulden het hoofd
van len heer Heemskerk, toen hij zijn jongste
wets'-utwerp ging samenstellen. Maar hoe
zal l.-ot hem te moede geweest zijn, toen hij
allen.rs de reuzentaak waartoe hij zich
geroepi n achtte, zag rijzen en rijzen, hemelhoog ?
Wel1 e gevallen van snoodheid en verraad wa
ren :>1 niet denkbaar. Ook zonder te spreken,
konden slechte menschen voor een verdorven
publiek zoo welsprekend zijn ! De anarchis
ten zouden b. v. een kegelwedstrijd kunnen
organiseeren, waarin de kegels als ministers
en de koning met name werden gedoopt.
Zijdelings kon aldus worden aangespoord
tot een aanval op het gezag. Of wel men
zou politiek getinte vliegers kunnen oplaten.
Het is don minister gelukt dergelijke
slinksclie pogingen tot opruien binnen de wet te
tv- ' ' ? ? , wanneer zij in 't openbaar mochten
pla-iits grijpen of in de tegenwoordigheia van
een verslaggever.
ginne niet alle aandacht naar den jongen
advokaat, en toen hij geëindigd had, zag zij
hem met een zachteii glimlach aan.
»Ik dank u zeer voor do belangstelling,
welke u voor ons aan den dag legt," zeide
zij, »maar ondanks uw ijver ben ik nog niet
geheel overtuigd van de noodzakelijkheid eener
gerechtelijke aanklacht en van haar goeden
uitslag. Naar liet bericht toch van onze
meid heeft zich de kat bij het gevecht veel
boosaardiger vertoond, dan de hond van den
kapitein, dien zij zelfs met schande op de
vlucht gejaagd heeft. Daarenboven is Pussy
niet ons eigendom, maar slechts een gevluchte
en door ons opgenomen kat, die wij als gast
beschouwen, tot zich haar vorige meester aan
meldt. Ik zelf ben voor den vrede, en zou
gaarne de poes ergens anders goed verzorgd
zien, om de aanleiding tot de twisten weg te
nemen, als mijne dochter op dit arme dier
niet zoo gesteld was."
Eleonara ging heen, en keerde terug met
een mandje, waarin zich Pussy met liare beide
jongen bevond. «-Oordeel zelf, mijnheer," zeide
zij, »hebt u ooit een liever wezentje gezien dan
dit?" Zij gaf den jongen man de kat op den
arm, en de beide jongen erbij, en Huber
streelde het dier; »haar" hand had immers
zeker het zachte vel dikwijls liefkozend ge
streken. Dit beviel de poes wel, ofschoon -/.ij
zich eerst eenigszins gereserveerd tegen den
jongen vreemdeling had gedragen. «Het bevalt
Pussy bij u," zeide Eleonora, »zij merkt, dat
u het goed met haar voor hebt. En nu moeten
Mietje en Matje een voorstelling geven."
En zoo geschiedde het. De allerliefste dier
tjes werden op liet kleed gezet en het stoeien
cn^ jagen begon. Grappig was het. Toen de
beide diertjes echter op de canapésprongen,
waarachter een grootc Makart-bouquet van
vedcrgrassen en rietpluimen was opgesteld,
CJi zij beproefden zich daarin te verstoppen,
moesten zij worden weggebracht. Deze bouquet,
waarvan Kleonova zeker op verre wandelin
gen een groot deel bijeen gebracht had, mocht
niet moedwillig vernield worden, daar men
hem vóór liet eind van. den zomer niet, weer
kon aanvullen. Het was een verboden jplekje
voor de jonge katten, een voorwerp van ver
eering, dat zij niet mochten ontheiligen.
De jonge man gevoelde, dat met het wegbren
gen der katten, zoowel het voorwendsel voor
een verlengen van het bezoek, als ook het
proces ten einde was. Hij had zich meer van
de zaak voorgesteld, dan de nadere kennis
making met de kattent'amilie. Hij had op zoo
iets als het gehcele leven gehoopt. Dat viel
dus tegen.
.Bij liel afscheid nemen bedankte hem Me
vrouw de geheimraadsweduwe nog eens voor
zijn deelneming; Elciiore reikte hem de hand
uit naam van Pussy, en toen mocht hij heen
gaan.
Mair toen zij hem de fijne hand tegemoet
hield, toen schalks glimlachend de
rozenlipMaar wat te doen tegen dergelijke
hanj delingen op een afgesloten, niet voor het
i publiek toegankelijk terrein?
Voor iemand die het kwaad met wortel
en tak wil uitroeien, moet het hinderlijk ge
weest zijn, dat hij zich alleen met openbare
en niet met besloten vergaderingen kon in
laten. Op die laatste toch wordt maar al te
dikwijls de grondslag gelegd voor het euvel,
dat de Minister bestrijden wil. Hier blijft de
wet haar hulp weigeren. Wel heeft de Mi
nister er iets op gevonden voor zeer vele
gevallen, door te bepalen dat een verslagge
ver van de Pers den diender de deur opent,
maar het is zoo, een aantal bijeenkomsten
blijft aan het zoo heilzaam politietoezicht
onttrokken.
Schoten in dit opzicht des Ministers krach
ten te kort, hij heeft zich zooveel mogelijk
schadeloos gesteld, door elk opruier in 't
openbaar voor goed strafbaar te stellen. Zegt
iemand op een vergadering b. v. M. H. de
Minister van financiën verspilt 's lands gel
den, het zweet en bloed der natie (en met
iets minder dan deze uitdrukkingen kan geen
volksredenaar het stellen) het zweet en bloed
dor natie wordt geminacht, het gezag is een
tiran en gij zijt zijn slaven is dit geen
opruien in alijcmeene termen ? Verklaart
een socialistisch orator dat voor hem in de
Ncderlandsche driekleur alleen het rood
waarde heeft en haalt bij zulk een tirade
het achtbaar bestuur der vergadering als n
mai; den ro;>rlen zakdoek uit om zich wat
frissche lucht toe te wuiven, wordt daar niet
pen de woorden spraken: »Ik dank u om Pussy's
wil", waarom keek toen het mooie jonge
meisje opeens ernstig, zeer ernstig, en waarom
bloosde zij ? Zij zeiden elkander immers slechts
met een vluchtigen handdruk vaarwel?
En waarom ijlde hij de trappen op en sloot
zich op in zijne kamer, zonder aan cle nieuws
gierige Juffrouw Itoderich te zeggen, wanneer
het gcwenschte proces dan beginnen zou. En
waarom nam Eleonore Pussy op en streelde
en liefkoosde haar niet de woorden: »Jou
lieve dier, jou beste poes, jou allereenigste
liefste Pussy." En waarom zeide zij tot hare
moeder: »Mama, het was toch beter geweest,
dat wij het proces maar begonnen hadden ;
mijnheer Huber zou het zeker wel gewonnen.
hebben."
Toen kwam Dora binnen en meldde, bui
ten adem: »Dc kapitein zal ons aanklagen."
Eleonore klapte juichend in de handen.
»Hoe komt ge daaraan?" vroeg de geheim
raadsweduwe. »Aran Zörbig. Hij riep mij daar
juist, toen ik water haalde, toe: Klaagt
gijlieden wegens den hond, wij klagen wegens
de kat. Wij zullen, eens zien,wie aan het langste
eind trekt. De emmers staan nog buiten,
zoo hard ben ik komen loopen."
«Maar wie kan den kapitein en mij den
slechten dienst bewezen hebben hcrn van onze
aanklacht te vertellen?" »Ik heb geen
woord gezegd," verzekerde Dora. «Misschien
heeft mijnheer Huber zich voorbarig op zijn
succes beroemd," zeide de geheimraadswe
duwe. »Mama, dat geloof ik niet, daartoe
is hij veel te bescheiden. Maar zeg nu zelf,
als wij worden aangeklaagd... ."
_?»Dat is zoo zeker als twee maal twee
vier is," riep Dora. ».I)an moeten wij een
advokaat hebben," ging Eleonore voort. «En
hoe heeft hij Pussy verdedigd, en hoe wist
hij met de paragrafen om te gaan, en hoe
speelde hij met 'Mietje en Matje. Weet ge
wat? (jij noodigt hem om met ons te
soupeercn, want go kunt nu toch met ke.m spreken,
(laar het proces thans onvermijdelijk is.
Daarenboven zou het naar mijn meening ook
niet meer dan beleefd geweest, als u hem
althans voor den vorm liet vragen, of' hij ons
nog eens een visite kwam maken." Ik
kan mij niet voorstellen, dat de kapitein
eene aanklacht zou kunnen indienen," zeide
de geheimraadsweduwe nadenkend. -Me
vrouw kent Zörbig niet," waagde Dora op
temerken. 'Liegen doet hij niet, althans niet
omtrent zijn kapitein, en wanneer hij van
eene aanklacht spreekt, is er zeker wél iets
van aan. _ Anders geef ik niet, veel om hem,
daar hij niet veel deugt; want de eenigo goede
eigenschap die hij heeft is, dat hij Pliili'ppien
niet kan uitstaan, hoe smachtend ze hem ook
met haar verliefde tranenoogcn aankijkt. Hij
heeft nog pas van morgen met den borstel
vol schoensmeer naar haar gegooid."
«Mama, verzuim is gevaarlijk," riep
Eleoiiore uit. ><Sehrijf u nu terstond een paar