Historisch Archief 1877-1940
No. 485.
DE AMSTERDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
voorstel vereenigt, zal de heer Sadi Carnot
aftreden. In den regel echter is de Kamer
minder vlug in het aannemen, dan de budget
commissie in het voorstellen, zqodat het oor
spronkelijke plan van den minister groote
kans heeft om zij het dan ook in meer of
min gehavenden en ontredderden toestand
ten slotte te worden aangenomen.
De koningin-regentes van Spanje heeft
gratie verleend aan de wegens het laatste
pronunciamento ter do_od veroordeelde mili- i
tairen, maar dit besluit, dat haar door de
openbare meening bijna is afgedwongen, komt
haar op eene ministerieele crisis te staan.
Eerst hadden, om begrijpelijke redenen, de
ministers van oorlog en van marine zich wil
len terug trekken; thans heeft Sagasta, uit
naam van het gansche kabinet ontslag ge
vraagd. Eene beslissing is, terwijl wij deze >
regelen schrijven, nog niet bekend geworden. |
Men kan zich echter moeielijk eeno_ oplossing
voorstellen, die bij den tegen woord i gen stand
der partijen aan Spanje een eenigszins lang
durig tijdperk van rust verzekert,
E. D. PlJZEL. i
DONATO.
Böse, zischelnde Zungon
Brachten also Schmerz und Verderben
Selbst ber ewige Götter."
Met een gezicht als die armen Götter"
waarvan Heine zingt, stond Donderdag de groote
Donato op het orkest in Odéon en zong een
klaaglied als Jeremia, over de stoutheid van de
persmannen en do halsstarrigheid van het publiek,
dat hem den hommo de scieneo," den directeur
de la Revue des sciences physio-pxycholoyiqites"
maar niet do hulde bracht, die hem rechtens toe
kwam- Men kon het hem aanzien dat hij boos
was. Niet sonsiblo" commissarissen van den Stads
schouwburg hadden der directie verklaard, dat het
stijven der kas en het streven om het financieel
evenwicht te bewaren goed en wel was, maar dat
het toch wat ver ging om dit te doen door
middel van la fascination donatique" en de
messienrs dans les jonrnaux" hadden de ouders
bang gemaakt, zoodat hij oen paar van zijn beste
sujetten moest missen; en dat juist op een
oogenblik, nu hij hoopte oen schitterenden avond te
zullen beleven.
Wij luisterden met open ooren naar do
Donatische welsprekendheid en een oogenblik waren
wij bevreesd dat hij zich als Hcctor in zijn tent
zou terugtrekken, toen wellicht een blik op de j
gevulde zaal hem tot de overtuiging bracht, dat
hij ten minste zijn souper wel verdiend had.
'En wij zagen, wat reeds de bladen mededeelden,
wonderlijke dingen. Wel kwam het ons voor dat
jaren geleden, toen de tafeldans in de mode kwam,
dergelijke zaken ook in ons vaderland waren ver
toond door een man wiens naam niet op een O"
uitging Cagliostro, Balsamo, Donato maai
de methode was thans anders. De fascination"
was immédiate" en ontstond niet door het
staren op een gegeven punt.
Do toestand, waarin het scnsiblo sujet" ver
keerde, geleek wonderwel op hypnotisme of
hypnalisme, soms zou men denken aan catalepsic.
De eerste toestand zag men wanneer het sujet,
staroogendc, den magnetiseur volgde, waar deze
hem voorde, verrichtte, wat deze hem beval. Een
toestand van catalopsio scheen in te treden, wan
neer Donato zijn sujet onbewegelijk doet stil staan
of liggen en de armen of boenen in de positie
brengt, welke hij maar wil.
Wij zullen de verschillende, soms afgrijselijke
dit woord is van een dame proeven niet
mededeelen; wie er meer van wil weten ga naar
de laatste séanco van Donato en amuscero zich
als zoo velen bij het zeer onacsthetisch schouwspel.
Wanneer iemand op straat een toeval krijgt,
wordt hij ook dadelijk door een groot aantal toe
schouwers omringd, die van do gratis-voorstelling
genieten. Wij willen slechts bij n of twee ex
perimenten" blijven stilstaan, omdat wij daardoor
vermeencn te kunnen aantoonen dat niet al
leen het lichaam, maar ook de geest moet lijden
onder de proeven van den wonderdoener.
Drie van de meest gevoelige sujetten moeten
in volkomen hewnsten toestand hun naam on adres
aan het publiek zeggen. Het jonge mensch
Donato experimenteert het liefst avoc des jeunes
gcns" zegt zijn naam en adres. Plus fort:"
Wederom klinkt de naam het adres zal volgen:
Plantage"' n wenk van Donato
en de tong van zijn sujet is verlamd; mot wijd
opgesperde kaken staat dit voor hot publiek, zich
zelf niet bewust de dames roepen: Hoc ake
lig!" Donato blaast na cenigen tijd op zijn sujet
en plotseling klinkt dof het einde van hot
adres .... Parklaan \o. .'!". liet jonge mensch
weet dus niet, dat hij gcruimen tijd niet heeft kun
nen spreken cu praat door, als ware hem het woord
niet ontnomen. Wij zien dus hier niet alleen tijde
lijke verlamming van het orgaan, maar ook ver
lamming van denkkracht en herinneringsvermogen.
En nu moge men zeggen wat men wil. geen vader
mag, tenzij hij wetenschappelijk op goode gronden
overtuigd is dat de fascination donatique" niet
nadeelig is, toestaan, dat zijn kind zich daaraan
onderwerpt.
Wat zullen wij zeggen van de groep die
Donato vormt'.;
Er ligt een lijk op den grond bij een vroegere
séancc had hij er zelfs twee, waarvan het een over
hot ander lag';?en nu plaatst hij zijn verschillende
sujetten rondom hot lijk in allerlei houdingen,
die verontwaardiging PU treurigheid te kemion
moeten geven. Dat tableau" duurt zeer lang,
ook al omdat de nienschen hot ..trcs-joli" noemen.
De verslaggever van het J>ni/!t/it(l r oor Nederliiiid
die de Séanco intime" bijwoonde zegt er van:
Zoo stonden zij daar als waren zij hot
Panopticuia ontvlucht. Soms deed do heer Donato ze
van houding veranderen en bij deze gelegenheid
zeide hij tot ons:
lis font selon mes gestes et restent en tat
de catalepsie".
Welnu dat tableau is walgelijk en nog walge
lijker de scheerpartij" die daarop volgt. Het was
dan ook geen wonder dat een oom op verzoek
van de beide zusters, die in de zaal waren, zijn
tres sensible" neef, die nu voor de vierde maal
zich Kot fascineeren, van het tooneel haalde. De
walging sloeg hem om het hart.
Aangenomen dat er een wetenschap bestaat,
die men de leer van het dierlijk magnetisme
noemt, dat het waar is, dat de eene meusch een
zoodanige macht heeft over den ander, welnu laat
de uitoefening daarvan dan blijven in handen
van de ware mannen der wetenschap en niet dienen
om aan don eersten den besten, die zich honiine
de science" noemt, de gelegenheid te geven om
ter wille van een zak vol rijksdaalders jonge lie
den naar lichaam 011 geest te bederven. Donato
vertelde gisteravond dat hij zijn fascination" niet
noodig had om te leven hot kan waar zijn, zoo
als hij zelf mededeelde heeft hij in Italiëschatten
verdiend en van daar kwam laster en chantage
hij had nog wel andere cordes sur son are".
Wij geven hom in ernst den raad daarmede eens
een proef te nemen, wellicht zijn zij meer onscha
delijk.
In n zaak moeten wij den toovenaar verde
digen. Wat hij vertoont is geen farce". Hij heeft
geen ruggespraak met zijn sujetten. Een hunner
was gisteravond na afloop dor voorstelling zoo
moede, zoo bezweet het zweet liep hem tap
pelings langs het gelaat dat een in Amsterdam
welbekende man, een geacht novellenschrijvor, hem
den raad gaf een half uur uit te rusten, voordat
hij zich naar huis begaf.
Tot heden had do medische faculteit nagenoeg
gezwegen. Het doet ons genoegen, dat wij kunnen
eindigen met een zinsnede uit een brief, ingezonden
door Dr. F. van Eed en te Bussum, in De Amster
dammer, Dagblad voor Nederland, dat wij onder
het schrijven van dit artikel ontvingen
Alle hypnotische toestanden zijn ziekelijke toe
standen. Charcot noemt het hypnotisme: une
névrose expérimentale" een kunstmatig
zenuwlijden, liet opwekken daarvan tot wetenschappelijk
onderzoek is reeds bedenkelijk en door velen ver
oordeeld, tot amusement on als broodwinning is
het eenvoudig schandelijk en onverdedigbaar.
Dat de meeste personen nmaal zonder nadeel
gehypnotiseerd kunnen worden, zegt niets. Bij
herhaling is het altijd schadelijk, en het
iuflnonccoron op den wil of de persoonlijkheid van
anderen is zulk een ernstige en gevaarlijke zaak,
dat het veel eerder nog dan vivisectie gerechtelijk
toezicht vercischt opdat onbevoegden er geen
misbruik van maken.
Ku het feit dat dergelijke proeven moeten dienen
om een groot en zelfs beschaafd publiek te laten
lachen en den hoer Donato aan den kost te helpen,
schijnt mij oven ergerlijk als het voor geld laten
zien van krankzinnigen, zooals dat in vroeger
eeuwen gebeurde."
Uit het Haagje.
Wel. wel, wat is mo dat blaadje ineens
omgekeerd! Gisteren nog heette het hier, dat
Donato do sterkste man was van de wereld: nu
loos ik 111 do courant, dat allo wonderen die we
hier van hem hebben aanschouwd, niet do resul
taten zijn van zijn meer dan mensclielijke kracht,
maar die eenor buitengewone zwakte zijner su
jetten. De zaak komt wel is waar op 't zelfde
neer, maar ze is toch geheel anders. Quacstie
van standpunt, /.ou de Kullmmel zeggen.
Ik, mijnheer, heb den man geprezen en
ik zal hom blijven prijzen. Het eenigo wat
ik hem in overweging wensch to geven, is dat
hij zijn kunst uitoefene op minder jeugdige
exemplaren. Ja, waarom doet hij dat niet ?
Waarom zou hij dat niet kunnen, de man dio
zijn eigen vrouw zoo volkomen in zijn macht
heeft als wij dat hier hebben gezien V Ik herinner
mo, 't is al een heele tijd geleden, dat ik
een séance bijwoonde van oen mijnhoer die zich
eenvoudig als bioloog betitelde, en ik geloof dat
de heer Donato eigenlijk op deiizelfden titel aan
spraak mag maken, hoewel hij zich magnetiseur
noemt! Maar de naam doet niets ter zake, biolo
geeren en magiietiseeren, 't komt precies op 't
zelfde neer. De biologie was toen in do modo,
evenals de tafel- en stoelendans, en de mijnheer
voornoemd, wiens naam ik vergeten ben, was
reeds een poos reikhalzend door ons tegemoet ge
zien, want do faam zijner kracht en
kunstvaardigiicid was hom vooruit gesneld, hoewel in dien tijd
de kranten op lange na niet zooveel werk maakten
van 't ophemelen van zulke virtuozen als
tegentegenwoordig. Eindelijk kwam de man, en onze
sociëteit had het voorrecht do primeur to genie
ten van de reeks voorstellingen 't heetten
toen nog niet séauccs" welke de binloog zich
voorstelde te geven. Ik kan mo alle
kuuststiikkeu die we to aanschouwen kregen, niet meer her
inneren, maar wat ik me nog zeer goed te bin
nen breng, is dat ik mo zelden zoo kostelijk heb
geamuseerd als dien avond, en dat de bioloog geen
jongelui, maar groote, flinke, sterk-ontwikkeldo
mannen tot zijn werktuigen maakte. Ken groot
gedeelte der sociëtcits-ledon waren officieren, eu
deze hadden gezorgd voor de noodigo sujetten,
waarop de bioloog zijn kunst zou vertnonen. Kn
dio sujetten waren artilleristen, uitgezochte kna
pen, de sterkste, de pootigste" die men had
kunnen vinden. Men toer vertoonde de bioloog,
die ik niet vergeten zal en die ons allen verbaasd
deed staan, 't Was dan nok dn sterkste.
Men oordocle. In dien lijd werd de
matigbeid onder ons krijgsvolk heel wal. minder be
tracht dan ti'gnnwoordig. Ken borrel" was voor
de meosten een onweerstaanbaar vcneulingsiu
ddc!." Voor «on borrel joeg «e h<".\. . . door de
hel," vertelde me onlangs onze Kulhinnel en hij
verhaalde er de merkwaardige antwoorden bij,
die hij wel eens van zijn ondergeschikten had ge
had als ze. na do ondergane straf wegens te diep
in bot glaasje, te hebbeu gekeken, bij wijze van
nagerecht nog een uitbrander''kwamen halen.
Kerel, waarom drink-je geen bier, of als je geen
geld hebt, water?" Dat drink ik, Kapitein,
als ik dorst heb." Zoo ? En waarom drink-je
eigenlijk jenever?" Omdat-ie zoo lekker is,
Kapitein."
Er behoort voorzeker een lange oefening toe
om den nationalen drank bepaald lekker" te
vinden, maar van die kracht schonen vele onzer
toenmalige zoogenaamde oude soldaten werkelijk
te zijn, en van dio kracht waren ook onze
artilleristen voornoemd.
Nu was 't allcrvermakelijkst, to zien hoe onzo
bioloog zijn sujetten op een borrel" tracteerde.
Hij nam, na eerst de hoeren op een rij te hebbon
geplaatst, oon gewone karaf met water gevuld en
een glas; daarna de karaf in do hoogte houdende
vroeg hij: Wat is er in de karaf?" Water,"
luidde het eenparig antwoord. En als ik je nu
eens zei," hernam de bioloog, dat hot geen
water, maar oen boel lekkere drank is, dio jelui
allen graag lust." De man schoen zijn volkje al
vrij goed to kennen. Jenever toch niet?" zei
er oen ongcloovig. Juist geraden, kanonnier;
en nu zal ik jelui eens glaasje van den besten
Schiedammer inschenken, dio jo ooit hebt geproefd."
Hij begon met nommor ecu, schonk een glas in
en gaf 't hem over, Do man. ik zie hom nog
mot ccn roodcn knevel en ccn roodon neus,
bcrook don drank, puur water, met oen hoogernstig
gezicht en op de vraag: Ruikt hij niet lekker?"
antwoordde hij mot don zelfden ernst: Ja mijn
heer, heel lekker." De anderen rekten hun halzen
uit on schenen den licfelijkcn hun wolbekendon
geur reeds in te ademen. Met bcgecrigo oogen
keken zo naar het glas en do grooto volle karaf.
Nommor een nam een teugje, toen nog een en
weer een en steeds schoon 't hom beter te sma
ken; eindelijk was 't glas tot op den laatsten
droppel geledigd. Lekker niet-waar?" vroeg do
bioloog. Ja mijnheer," en do man smakte met
zijn tong. Do heele rij af dronk beurtelings ccn
glas pompwater voor echten Schiedammer en al- i
Ion vonden zo hem kostelijk. Hun gezichten
straalden en zo verloren do karaf en hot glas
niet uit het oog,
Achtervolgen» schonk de kunstenaar, altijd uit
dezelfde karaf, dio herhaaldelijk word gevuld,
brandewijn, rum, cognac, punsch, en eindelijk
champagne. Do laatste verfrissching had geen
dor gaston nog ooit geproefd, en tot hun oer
moet ik zeggen, dat zo dio nog lekkerder vonden
dan klare", natuurlijk toen do bioloog hun
met zekeren nadruk oon vraag in dien zin had
i gedaan. j
j Hot getal roemers water, dat do hoeren op dio j
wijze binnen kregen, was aanzienlijk genoeg om j
don kunstenaar do onderstelling to doen uitsprc- j
ken, dat zo nu wel haast ecu snee in 't oor" !
moesten hebben. Maar ze ontkenden allen een
parig hot feit op de moest stellige wijze. Xu,"
zei do bioloog, dan nog n glas; maar dan ben
jelui ook bepaald dronken. Zou je dronken willen
wezen?" (J jawel, mijnheer," luidde't in koor.
Do kunstenaar wees hen eerst nog op de mogelijke
gevolgen hunner dronkenschap, namelijk do
politiekamer of den provoost; maar. voegde er bij, |
hij zou desnoods nog wol een goed woordje voor
:..c.i .loei'. Toen het laatste glas gedronken was.
j begonnen do hoeren oen weinig te waggelen, ver- i
volgens te zwaaien en een minuut later aan- |
schouwden wc een dronkemanstafercel zooals ik >
er, op mijn woord, nog nooit een heb aanschouwd.
Als 't lang had geduurd, waren do hoeren kanon
niers stellig geëindigd, zooals zo dat wel eens
meer in praktijk brachten, mot den boel kort cu
klein to slaan on ons, bnrgerledeu dor sociëteit,
de deur en de ramen uit to werpen. Maar do
bioloog liet hot zoo ver niet komen en vijf mi
nuten later was de bende weer oven nuchter als
toen zo kwam, waarschijnlijk nog nuchterder
door 't gebruik van hot, verkoelend water, on
j trad zo in de orde terug.
Ik heb gemeend, waarde hoor, nu Donato
eenii gcrmate do. held van den dag is, deze herinnering
die betrekking heeft op zijn boveuaardsche"
durf ik niet goed zeggen. maar verheven
l kunst, wel ten boste te mogen geven.
Mis' schicn komt zo onder zijne oogen, ja ik
i weet dit bijna zeker, want hij stelt to voel be
lang iu alles wat er van hem geschreven wordt, om
er geen kennis van to nemen. Als hij dan nog een
' poosje ton uwent blijft, ik hoop niet, dat ui1:
' bngomcostcr den beroemden man iu do uitoefening
i zijner goud-muntende kunst belemmeren zal
kan hij u dan ook eens een tooneeltjo te zien ge
ven, zooals ik, lang geleden heit aanschouwd en
waarvan ik u oen to flauwe schets heli gegeven
om 't u recht dnidclijktcmaken. hoc onbeschrijfelijk
komiek 't was.
Kunst en Letteren.
KUXS.T POSSAUT,
in het Grand Théatre".
liet grootste kunstgenot, dut de voorstelling
van Xatban der \Veise" ons aanbracht, was niet
gelegen in den inhoud der f>-voeügo jambon, waar
Gotthold Kphraïin zijn XVUlc-eonwsclio wenschou
eu begrippen op voort laat loopeu; maar iu do
schepping van den jood.schen wijsgeer, zoo
bominlijk als men 't van allo tilnzofeu niet getuigen
kan, door Krnst l'ossart. Die edele, rustige
liguur, met dien schoonen grijxaartskop, dat be
zielde gelaat, dat zeldzame, maar zinrijke gebaar,
die kop, treffend afkomend van den
blaanwgroeneu achtergrond, dat werkelijk was een type,
dien elke schilder den tooneelspeler benijden
mocht.
Ofschoon er. voor de uitvoering, veel gekapt
wordt in I.essings Dramatische.-. Gedicht" viel toch
het gelieelo tamelijk eentonige stuk menig wel
wat lang. Al do lijn scliakeeronde luinst van den
grooten I'ossai't was noodig. oia do aandacht ge
spannen te houden; maar hij slaagde er dan ook
in, en bet getuigt tevens voor hot publiek, dat.
het zoo ademloos luisterde: trouwens het parterre
?as bijna geheel gevuld niet opvoeders en
opvan ernstige oplettendheid gaven, van wie zou
men 't dan mogen verwachten ? Men kent de strek
king dezer kompozitie. Het aardig verhaal van de
Drie ringen", door Possart met overtuiging ea
gemoed voorgedragen, is het glanspunt en tevens
des Pudels Kern": alle g o d s-diensten zijneven
goed; maar Lessing, de groote letterhervormer in
de XVIIIe Keuw, heeft dan ook op een persoon
lijken God gerekend. De intrige steekt in haar
hulpeloosheid sterk af bij de waarde van het
filozofiesch ontwerp en do Shakespoariaanscho
antitheczen, die de charakterschildering hier en daar
aanbiedt
Wat deze laatste betreft, aan haar werd door
de tooneelspelers maar weinig recht gedaan :
Possart, als Natlian, was echter onverbeterlijk. Dat het
laatste tooneel niet te redden is, ligt niet aan
den genialon kunstenaar. De Heer Joscph L'Hamé,
een goede Eerste Kol bij 't gezelschap, wist van
Sahulin maar weinig te maken. Do luimigo
Vencixch, thauds vorstelijk schatbewaarder, voor
welken do Heer Wittnauer speelde, was zeer
goed. Do Klosterliruder, voor wicn do Heer
Pittmann, regisseur van den Faust", optrad, kweet
zich insgelijks naar behooren, maar had tegen
zich. dat' liet publiek zich een zeer geestig man
herinnerde, die in het vorige seizoen de rol in
handen had. Zulke herinnering kwam nog moer
in het nadeel van den Heer Tragan, die voor
don jiingeu" empelherr optrad. Men zou niet
eens de tegenstelling met den bezielden jongen
man van vroeger behoefd hebben, om bij den
Heer Tragan alle gebrek aan waardigheid, jeugd
en leven te betreuren Zijn stem is dan ook
moer voor het blijspel geschikt, in do rol van
dezen of genen hospes, dan van een edelen
Tempelriddor. Zonderling is de onhistorische
duitsche gewoonte, om den Tempolherr" zijn kruis
zwaard bij wijze van een wandelstok te doen ge
bruiken. Do goedo man wist er dan ook, van
tijd tot tijd, iu 't geheel geen weg moe. De
PaMitrch was zoo kwaad niet; maar had, ondanks
Lossing, in zijn uiterlijk wol een weinig de
conreninwes mogen redden. De 50 cm. hoogo mijter
maakte een allerzotst figuur. Over het kostuum
spreek ik verder niet: want daar was Lessing
even min als het meerendecl zijner vertolkers in
thuis. De Dames ga ik met een beleefde buiging
voorbij.
l'ossart hoeft een hoogen triomf gevierd, met
3r<.'i>ltixlui>Jiclex. Dat charakter is niet dieper te
doorgronden, niet schitterender te schilderen. Het
onderhond met den onnoozclcn Schuier is van het
allervoortrerfclijkste, dat op eenig tooneel ter
waorold gezien kan worden. Het zou voor Goethe
een trctfcnd geluk zijn. als hij zóó zijne sarkasmcn
kon zien te-rug-geven: in het stille spel nog bijna
mér dan iu miiiic en gebaar, dat mot woorden ver
gezeld ging. Possart had zich met do volmaaktste
plastische kunst een kop gemaakt, die het ideaal
van den Inimigen da-mon geheel verwerkelijkte.
Waarschijnlijk zal het Tooneel dezen winter ons
niets aanbrengen wat boven deze heerlijke schep
ping gaat. Zoo iets vergoot men nooit meer. Kn
denk u daartegenover dan: Nnthan en SicJicl;
dan zult ge diep geroerd uitroepen: Wat vermag
het menschelijk genie toch niet, als liet Natuur
te baot" heeft.
Do Hoer L'IIaméhoeft in zijn gelaat iets goed
hartig», dat, door du richting zijner wenkbraauwen,
somtijds aan 't onnoozole grenst. Indien in plaats
van deze gemoedelijkheid, een vurige trek naar
het absolute eigenlijk het wezen van het cha
rakter van li'attxt op den voorgrond had kun
nen treden, ware 't niet kwaad geweest. De stu
denten hebben zich, in de verscheidenheid hunner
taak, goed gekweten: zoowel do lieer Krall als do
vier anderen. Vulentiii was, ondanks zijn vlijt,
zeer onvoldoende. Van Mej. Muller moet, ondanks
de goede oogenblikkeu. die zij had, gezegd worden,
dat (Irclclien een te zware rol voor haar is. De
larherliche Alto" was bij Frati Pittmann geen
vrije schepping; dit maakte 't wel wat onbehaag
lijk. De Dames Albregt en Stoctz zouden dat
anders leveren.
Do voorstelling van den Faust" is, wat de op
treding van Jli'iihixloii/ielt'x betreft, een evenement.
De knstumen waren ook hier weinig bestudeerd:
Viilettliii vertegenwoordigde H).'!:"), Faust ir>;!5:
maar ook dat wordt door ons voorbijgezien:
want Goethe spreekt, omstreeks 1500, van
ridderleekons gelijk de Woimarsche groote Hoeren er
op hun gekloedo rokken droegen en van vele andere
moderne dingen.
De beroemde plaats, waar Gretclten aan Faiist
vraagt: Glaubst du au Gott". en het ontwijkend
andwoord van den vrijenden Doktor, is niet alleen
een stuitend anachronisme, maar volstrekte onzin,
wijl do auteur onderstelt, dat 1'anxt in dienst
van den Duivel is. eu dit met gceu atheïsme kan
samengaan. In de mogelijkheid van dat atheïsme
zat de aandoenlijkheid, en die mogelijkheid bestaat
niet, al zou ccn eenvoudig meisjen van ]">()() die
hebben kunnen aannemen. Maar men moet het
gedicht aanvaarden gelijk hot is, on wil men do
fouten der voorstelling er om verschooneu: zij
worden toch geen deugden. Het duel bijv. is
totaal mislukt; al moest do arme ., Soldtit" er van
sterven, liet zeggen van 3[<')iltixto}>helcx: Icli
parii-e" onderstelt, dat J''anxt flink uitvalt, zonder
te letten op Vtdeitliiix degen: maar er gebeurde
niets. Beter dan deze zwaardhantcerders hebben
zich dan nog de Dames in den ..Prolog" van haar
dekiamatnrium gekweten; maar er gaat van zulke
voordrachten toch veel verloren.
7 Oct. 'HU. A. Th.
IIAMLKT
aan do Cumédie fraucaise".
De vertooning van ILiniilet aan de Comédic
lVnnrai.se" heelt de wekelijksche verslaggevers een
zwaro laak opgelegd, /ij im oston hun oordeel
uitspreken over een stuk, dat in allo opzichten
UivvijM MUI de naai' een en hetzelfde model ge
knipte Fransche drama's, waarin alles neerkomt
op den bouw, op het voorbereiden der handeling,
op bet mot effect eindigen van een bedrijf en
vnoral op het dorde dat beslissen moet. Do
Fransche critici spitsen zich er op eu Sarccy
onder beu juicht: .,Voila la scène a faire". Dio