Historisch Archief 1877-1940
&"W
4
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 436
schilders, die tot dus-verre voor groot zijn gehou
den, ter zijde moeten zetten; en als wij de
cklektieken gehoor gaven, die in een muzeüm alleen
maar meesterstukken willen ophangen, zouden,
Om niet meer te zeggen, de Van Eyken,
Memmelinck, Elzheimer, de fluweelen Brueghcl, Callot,
Thomas de Keyser, Gerard Dou, Pieter de Hooglie,
Ter Borch, Van der Werff, de Stilleven- en
bloemschilders en nog honderd anderen naar de
zolderverdieping verwezen moeten worden, als
men, om finantieele redenen, ze niet zou willen
verdelgen.
Natuurlijk zijn dan Meissonier en de andere
meesters van het fijne fransche penceel óók niets
meer waard, zoo min als de oude uitvoerige land
schapschilders.
Laat men echter voorzichtig zijn, Toen de Re
naissance over heel Europa haar triomfantelijke
intochten deed, heeft het alleen aan geldgebrek
gelegen, wijl men de mokers en sloopers niet zou
hebben kunnen betalen, als men niet al de
middoleeuwsche kunstwerken vernield heeft. Hier geen
kans toe ziende, vergenoegde men zich met ze
uit te schelden, en met het vonnis gotico,
barbaro" werd aan de wonderen der XIllo Eeuw
alle recht op waardeering ontzeld. Maar kom nu
eens! Met de uiterste zorg worden do nietigste
overblijfselen van die zelfde thands tot eeretitel
geworden Gothiek verzameld, alle vindingsgeest
aan de uitlegging besteed, en zelfs dingen be
wonderd, die een redelijk mensch altijd Icelijk
moest vinden, al was 't maar door vergelijking met
kontemporcine meesterstukken.
Voorzichtigheidshalve zal men dus de werken
der bovengenoemde kunstenaars nog niet wechdoen.
Een lievelingsstelling der jongeren is: dat het
er niet op aankomt wit, maar alleen hóe men
schildert, 't Is te denken, dat op den duur het
groote publiek niet in dat oordeel mee zal gaan,
Het dramatische is eene behoefte van de
menschelijke natuur, en men kan er op den duur
niet buiten. Men kan het vrij ver uitstrekken.
"Wanneer ik bijv. een bloemstuk van Jufv. Roose
boom zie, dunkt me dat ik het hart hoor kloppen
van wie het penceel gevoerd heeft; maar er is al
gaauw een kunstkenner bij de hand, die mij toe
roept: Dat is onfrisch!" Ja, zoo is ook King
Lear" en Hamlet", zoo zijn ook de clcgiën van
de beroemdste oude en nieuwe dichters onfrisch".
Wij willen, om te beginnen, ons eenigo
oogenblikken bezighouden met de volgende schilderijen:
No. 81, La dame aux camélias, No. 10-1, Ver
dreven van /mis, Xo. 106, Martyrerin, No. 129,
Holl&ndAselie Fischmarkt, No. 164. Aanral bij
nacht van Watergeuzen, No. 195, Zitting der jonge
Kunst-i'ereeniging, No. 1!)7, Mazarin, Lubrun en
Louis XIV, No. 202, Rustend Mode!, No. 214,
Le Prêche, No. 233, Hersteld, No. 253, Bef/i'tibniss,
No. 261, Het gedicht, N o. 2(54, De moeder', Xo. 272,
Set Oude en Nieuwe Testament, No. 311. Zant/las
in een weeshuis, No. 353, Naar stad gewest,
No. 371, //( Bretagne, No. 375, Voor den spie
gel, enz.
13 Okt. 1G. AM, T d.
PIETER CORNELISZ. HOOFT.
In de onlangs door dr. G. Penon uitgegeven
Beknopte Geschiedenis der Nederlandsclie
Letterleunde" van Dr. W. J. A. Jonekbloet vindt men
niet weinig over Hooft, Bredero en Rodenburg,
dat te recht als verouderd kan worden aangeduid
en door iets beters dient vervangen te worden.
Zie hier het een of ander omtrent Hooft.
De aanstaande schrijver der Nederhtndsche
Historiën ontving eene zorgvuldige en geletterde op
voeding," zegt de Beknopte Geschiedenis."
Zou dit historisch (?) feit wol te bewijzen zijn ?
Van Hooft's opvoeding zijn maar zeer weinig
bijzonderheden bekend. Wij weten alleen, dat hij
ter school werd gezonden op het Groot School"
van Amstordam's Nieuwe Zijde, staande bij de
Nieuwezijds Voorburgwal, aan het eind van het
Zwartehand-steegje op een soort van pleintje. Hij
werd, zeven jaar oud, op dit Groot School" gedaan
ten einde in de vreso Godcs, in goede tucht en alle
eerbaarheyt opgetogen en ia de Latyiisehe,
Grieksche, Duytsche (Hollandscho) on Franc.oysche talen
mitsgaders om wel te loeren schryven, cyil'eren en
reeckenen," ondenvesen to worden. De bestuurder
dezer school heette Rector Pieter Van Mecrhout,
oen vriend der rechtzinnige Amstcrdamschc predi
kanten.
Dit zal don kloeken Burgemeester Hooft wel
niet naar den zin geweest zijn. I lij 011 zijn oud
ste zoon behoorden tot geen erkend kerkgenoot
schap. De Burgemeester kon zich niet mot do
Calvinistische praedestinatie-leer vcrecnigen en
wilde zijne vrijheid van oordeel niet aan banden
leggen. In hoever de vader van den aanstaanden
Muyder Drost zijne onafhankelijkheid wist te hand
haven, bleek uit het feit, dat hij weigerde tot
lidmaat der Hervormde Kerk aangenomen to wor
den, omdat de predikanten van hem de belofte
yorderden, dat hij met niemand over de
l'raedestinatie-leor zou spreken." 1) Hij was de man
die als oen Amstcrdamsche C'ato, aan hot eind
van menige beraadslaging der Vroedschappen als
zijn advies verkondigde, dat men den
Geostclyken niet te veel autoriteit moest verleenen."
Het zal hem zelf niet voldaan hebben, dat hij
zijn zoon aan do leiding van Rector Van? Meerhout
moest vertrouwen, maar hij kon niet anders. Zijne
woning stond op den Korten Nicuwendijk bij de
Engelsche steeg in het zoogenaamde Fmbder
hoekje." Daar hij aan Amsterdam's Nieuwe Zijde
woonde, moest hij wegens do verordening der
Magistraten zijn zoon op het Groot school"
deiNieuwe Zijde brengen. De vrijzinnige toon in
den huiselijken kring waar men als de Burge
meester Hooft in «ijne Memoriën en Adviezen"
zegt 2) vredelick en vrijelick bij den anderen
kon blijven wonen, zonder opzicht op elkanders
gevoelen of te verstand in d' eene of d' andere
zaecke te nemen", gaf het noodig tegenwicht aan
den rechtzinnigen toon op het Groot School.
Hooft zelf heeft over zijn schoolgaan een viertal
regels geschreven in een vrij zonderling gedicht
van 1607 of 1608, bekennende:
lek heb in school geploccht dat het mijn meester
deerde,
Moy geit gecost aleer ick dus veel dichten leerde.
Vresende plack en gard, begrauwt een heelen dach,
,T' is zeker niet te veel dat lek er wat om lach." S)
Ondanks de weinige sympathie van den vader
in de kleine ingenomenheid van den zoon mot
de school van den Rector Van Meerhout, heeft de
aatste er toch vrij goede vorderingen gemaakt,
daar Brandt in zijn Leeren van Hooft" getuigt:
Pieter gaf, ten einde der kindtsheit gekoomen
vroeg te kennen wat van hem te wachten stondt."
Dat Hooft school ging op het Groot School bij
den Rector Van Meerhout is een zeer eenvoudig
verschijnsel. Ieder fatsoenlijk burgerkind ging er
destijds, zelfs kindoren uit de achterbuurten kwa
men er voor het gold der rijkoren. Dit getuigt
Bredero in zijn Spaansehen Brabander" 4) waar
eeno anno vrouw doet spreken van de wel
daden, aan haar door een rijke mevrouw bewezen:
Ja sulcken ien kan icker ook, ik moeter dcucht
of spreken,
Och! hoe dickwils het sy wel in mijn spynt on
tresoor ekeken,
en se het mijn kyeren gnapjes cldied en erict:
En sy stuurtse se 'int groot school, 't is van sen
leven niet cschiet."
Daar wij verder gcene andere bijzonderheden
van Hooft's ontwikkeling kennen, schijnt liet ge
waagd van eene zorgvuldige en geletterde opvoe
ding" te spreken. Eene zoodanige gaf hem het
.even in den kring van zijns vaders vrienden, gaf
lem zijne reis naar Frankrijk, Italiëen Duitschland.
Voor deze reis blijft van de zorgvuldige en
geetterde opvoeding" niets over dan het vriendelijk,
schoon gewaagd euphcmisme, waarmee hot ons in
Ue beknopte Geschiedenis'" werd opgedischt.
In deze lees ik verder van Hooft:
In 1601 keerde hij in zijne vaderstad terug,
vatte daar de studie der ouden weer op, zonder
jvenwel der poëzie vaarwel te zeggen. Dit
jlijkt uit een nieuw treurspel, Theseus enAriadne
T602) en verschillende gedichten, voornamelijk
.ninneliederen, die hij te Amsterdam en in zijn
studententijd (IGOG?ld'07) te Leiden maakte."
In deze voorstelling schuilt het veronderde
achter het onjuiste.
Wat is er aan van de voorstelling, dat Hooft
n 1601 te Amsterdam de studie der ouden weer
opnam ?
Toen hij uit Italiëterug kwam, was J'l'ooft
twintig jaar oud. Indien hot hem waarlijk te
locn geweest ware, zich aan classieke studiën te
wijden, zou hij, zou zijn verstandige vader hem
op dien leeftijd zeker ais student te Leiden
hebjen doen inschrijven, liet tegendeel grijpt plaats.
Van 1(501 tot 1GOG blijft de'jonge J loof t te Am
sterdam. Wat is nu zijn plan V Wat hooit de
Jurgemcester niet zijn zoon voor? Moet hij vijf
aren aan de studie der ouden en, der poëzie"
wijden, voordat hij stu lont in 1606 kan worden?
.s dit een bewijs van den practischen blik van
jestevaer Hooft? Wilde deze. dat zijn zoon eerst
den leeftijd van vijf-en-twintig 20:1 bereikt hebben,
oordat hij student werd?
Van dit alles is niefs aan, evenmin als v;;.n 'Ie
voorstelling, dat Jloo/t in IGOl de studie lier
ouden weer opvatte." De reis van bijna drie jaren
was in het oog van zijn vader eenvoudig de
beroning van het gebouw zijner opvoeding. Hij :
trad nu op in de Amsterdamsche maatschappij j
als jong koopman, die eerlang de groote handels- '
ondernemingen van den Burgemeester nog zou |
uitbreiden. 5) Vijfjaren lang Volhardde hij in dit '
vak, om aan don wcmch zijns vaders te voldoen, j
icrzclfder tijd zijn aanleg tot dichter toonende in [
:weo tooneeldichten en ettelijke minneliederen.
Maar zijn hart was niet bij de coopmanschap.''
Vijf jaren lang heeft hij gestreden, voordat hij
ij n vader kon overtuigen, dat hij niet voor den
iiandcl, maar voor de studie was in do wieg gelegd.
Zijne reis door Frankrijk, Italiëen Duifschland.
niet minder tot het aanknoopen van handelsbe
trekkingen, te La Rochellc met zijn neef l'ieler
Jtmsz. Hooft on to Venetiëmot Francesco Vrie-nd,
lan tot zijne geestelijke en dichterlijke ontwik
keling ondernomen, had in hem veel meer den
kunstenaar dan den uegociant doen rijpon. Bur
gemeester Jlooft zag dit mot lecdu oogen, schoon
hij zelf in zijne iMemoirien en Adviezen"1 erkent,
dut zijn oudsle zoon minder inclinatie lotte
cuopmanschfip (tin tot het studium b^zut."
De jonge Hooft was voor den handel bestemd.
zijne lotgevallen en zijn aanleg brachten hem
tegen den wensch zijns vaders tot de studio der
rechten en der letteren. Zijne studio duurt maar
twee jaren; hij brengt het niet vorder dan rot
candidaat in de Rechten. Later schrijft hij (No
vember IGOiS) aan zijn vroegeron hoogleeraar
Cornet is l'ynncker: Vi.r citra rnliorciit
Ctuiriulatus Juris appellari sustineam." G) (?Ik schaam
mij bijna, nis men mij candidant in de Rechten
noemt"). Maar deze graad was voldoende, om het
ambt van Drossaard to Muiden te bekloeden,
waarnaar hij hot volgende jaar begon to dingen,
(Moi 1G<)!>).
In het beoordeelen van Hoof t's toonoelwerk
wordt in Ac,?Bekn.o2>teGeschie,denis" een niet minder
oudcrwotsclie toon aangeslagen. Van de G'ranida"
wordt gezegd :
Zijne Granidd bracht rooi' een oogaiblik liet
onnatuurlijke Jtidiitniischfherderspel opliet to«>iecl."
In de eerste plaats dient de tijdsbepaling herzien
te worden. Hot Italiaansch herderspcl werd hier
niet voor een oogenblik, maar voor eene hidre. reine
op het toonoel gebracht. J loof t (Kil (5), JSredi'i'o
(1G18) JanHarmensz Krul (163!!) en Vondel (1648)
toonen het.
Wat nu het onnatuurlijke, Italiaanxehe
Jierderspel" betreft, men zon niemand dit oordeel
kunnen euvel duiden, wanneer de oppervlakkige
mccning' gold, dat over do smaken niet te twisten
valt. liet is iedereen bekend, hoe Hooft in zijne
Granida" duidelijk verraadt, dat hij den Paslor
Fido" en den A mint a" gelezen heeft. Van
Tasso's herderspcl is maar op eene enkele plaats,
(?Granida", eerste deel. tweede tooneel.) van
Guarini's drama op onderscheidene de navolging
aan te wijzen.
Mij is geen enkel letterkundig geschiedschrijver
bekend, die Tasso's of Guarini's meesterstukken
onnatuurlijk" heeft genoemd.
Do Aminta" is bctooverend schoon van taal.
Indien het tegendeel het geval ware, zouden er
in de 16, 17 en 18 eeuw geene Fransche,
Latijnsche, Spaansche, Engelsche, Duitsche en Illyrische
vertalingen van voltooid zijn, om te zwijgen van
zes Nederlandsclie, meest uit do 18de eeuw. Het is
moeilijk eene rij van getuigen te hooren. Ik wil
echter hier even het oordeel vermelden van eenige
bevoegde kunstrcchters, maar moet mij bepalen
tot don Aminta":
Tout est fïction dans TAmintas, fiction
gracieuse et poetique." Saint-Mare-Girardin, Cours
de liltérature dramatique", III, 241. (1855).
Le Tasse a donnéIe hapte me du génie au
dernier des genres poétiques enfantés pur la Renais
sance?Ie drame pastoral." Einile Montégut, Du
génie du Tasse". Revue des deux mondes", l Sopt.
1864. p. 240.
Les bergers du Tasse sont légants, spiritucis;
ils poussent la noblesse ju.srpt au ton héro'ique.
Ij. Ftienne, ilistoire de la littcratureitalienne",
p. 43!) (1875).
Man kat den Aminta nicht nur das
Meisierwerk der Gatt-ung, sonde aiich das des Dichters
genannt". Rebert l'rijhs, ,,Das nettere Draw a der
'Haliener." S. 180 (1881).
Genoeg om te staven, dat niet ieder het Ita
iaausche herderspel vooral do twee voortreffe
lijkste onnatuurlijk" zal noemen. De eisch
der natuurlijkheid gaat hij hot Herderspel niet
op, daar dit drama geheel conventioneel is
'Iheocritus en Vergilius zijn even grooto zondaren
tegen het natuurlijke, als T<isso en Guarini. Wat
gevraagd kan worden aan den romanschrijver der
l!)e eeuw zuivere afspiegeling der waarheid
is geen eisch voor de pastoraio dor 16de. Waar
men dergelijke valsche gewichten in do schaal
van het oordeel werpt, kan geen kunstenaar er
ongerept afkomen. Zelfs Shakspere {Hamlei) en
Lessing (Nat'/tun der Weise) zouden als onna
tuurlijk" ter deur worden uitgezet.
DR. JA:; TEN BRINK.
1) T). C. Meijer Jun. De jeugd en
jongeHiujsjurai run- l', ('z. Hooft in de(n) Gids" van
Ap'rïl 18K1.
2) C. l'z. Hooft. Memorien en Atlriezen hl. 15.
3) Hooft'a Gedichten uitgave P. Leeiulerts,
V/z. I. 71
4) BI. 19!) der nieuwste uitgaaf met
aantockcningen van l'rot'. Dr, H. F. Moltzer.
5) '/ie D. C. Meijer Jun. t. a. pi. hl. 21 van
den bijzonderen afdruk.
6) llrieren, uitgaaf Van Vloten, I, 12.
V
A 11
I A.
liet Theater an der Wien te Weenon gaf dezer
dagen eene nieuwe operette van Milh'icker. den
componist van Der Bettelstttdent. liet nieuwe werk
heet dei' Vice-AdmiraL Het eerste en derde
bedrijf werden met groote bijval ontvangen, liet
libretto is van Genée en Zeil; de intrige is do
volgende :
Het stuk speelt in Spanje, in bet jaar 1804.
De vcroenigde Spaansche en Fransche vloten lig
gen dicht bij (,'adix, er is tegen de Engelsclien
een zeeslag geleverd, en juist wapenstilstand ge
sloten.
De vice-admiraal hertog Ilcnri wil hiervan ge
bruik maken om twee dagen verlof te nemen eu
te trouwen, want over drie dagen zal hij meer
derjarig zijn, en moet vóór dien tijd getrouwd
zijn, wil hij niet de millioenen, hem door zijn
grootvader nagelaten, verliezen.
Hij hooit voor niemand in 't bijzonder nog
liefde opgevat, en is bereid de eerste de beste
prescntahele jonge dame te trouwen, alleen om
de voorwaarden van het testament te vervullen.
Dicht bij C'adix nu woont een rijke Spaansche
grande met twee dochters, voor welke Ilcnri een
aanbevelingsbrief heeft, on een van deze heide
meisjes moet 7ijn vrouw worden. Do admiraal
geeft aan zijn vice-admiraal, hertog llenri. wel
bet gevraagde verlof, maar vraagt hom. den
slimmen matroos l'tinto mee te nemen, en met dezen
van klecderen te wisselen, opdat niet de
Irouwelooze Fngelschen hem gevangen nemen.
Men weet, wat er van zulk eene klcederverwisscl ing
te maken is; de librettisten hebben er een reeks
van komische tooneelen uit doen ontspruiten. De
bekrompen, trotscbe grande Don Miroholante houdt
den matroos voor een hertog en dringt hem let
terlijk een zijner dochters op. terwijl hertog Ilcnri
intusschen op de mooie kamenier (iilda verliefd
wordt en zich met haar in den echt laat verbin
den. Later blijkt echter het, huwelijk ongeldig te
zijn: (wee jonkers hebben zich met de versmade
dochter Seraphine uit jaloezie verbonden, om het
huwelijk (c doen mislukken, zij hebben a's alcalde
en notaris geinngecrd.
Plotseling komen nu de Kngelschen. overrom
pelen de hruiloftspartij. slepen den matroos, als
hertog verkleed, mede en laten hertog llcnri on
gedeerd. Deze verslaat daarop als vice-admiraal
de Kngelschen in een grooten veldslag, en wordt
bij zijn intocht in ('adix met gejubel ontvangen.
Don Mirobohinto ziet niet verdriet, dat. hem de
echte hertog, vice-admiraal on inilliounair, ont
gaan is, en (roost zich. door zijne dochters aan do
twee fatterige jonkers te geven.
Fr komt allerliefste muziek in de operette voor,
een briefcouplet, een aantal gezongen walsen, een
terzett van den matroos met do hertogsdochters eu
meer. schoon niet zoo overvloedig als in Milli'ïckers
vroegere operetten.
Onze vroegere stadgenoot, de Heer Jack T. Grein,
die ook hier als novellist en medewerker aan ver
schillende tijdschriften vele vrienden had, behoort,
thans tot de redactie van den Kytleiiltaiii. l<'urest
J/ill inxl ('ryslal l'iilnce Times, een geïllustreerd
blad in groot formaat, waarin deze en de vorige
week Causeriën. met zijn naam getcekend. over
j de feestelijkheden in het ('rystal l'alacc voor
kwamen, lu het Fng-elscbe blad. zoowel als indertijd
j in Nederlandsclie bladen, doet Grein zich opmer
ken door den frisschen, aangenamen toon zijner
i artikelen.
Der Schwarze Schleier", tooneelspel in vier
bedrijven van Oscar Blumenthal, schrijver van
Probopfeil" en Ein Tropfen Gift" is Zondag jl.
te Frankfort a/M. in het Schauspielhaus" voor
het eerst opgevoerd. Zijn lievelingsthema. de uit
werking van don laster in het moderne
gezelschapsleven aan de kaak te stellen, is ook in dit
stuk het hoofdmoment der intrige. Zonder twijfel
heeft het proces Graf te Berlijn den auteur tot
model gediend, echter zonder het model" en de
pikante onthullingen van achter de gordijnen der
schildersateliers.
In Der Schwarze Schleier" treedt als hoofd
persoon een inau op, die zich in het openbaar
eu politiek leven beweegt eu plotseling oen har
den strijd heeft to voeren tegen de rockolooze
openbaarmaking van de intiemste aangelegenhe
den van zijn hart
Meer nog dan Blumentlial's vroegere stukken
had »I)er Schwarze Schleier'' een groot succes.
De auteur werd na elk der vier bedrijven voor
hot voetlicht geroepen.
In de Kcole dos Bcanx-arts te Parijs zijn thans'
de ciirois de Home tentoongesteld, de stukken
welke de jongelieden, die op staatskosten in Itali
studccrcn, verplicht zijn to zenden. De beeld
houwer Labatnt, wiens driejarige reis reeds ten
einde is, heeft eene kolossale groep, Roland d
Roneeriiiix, twee figuren, gezonden, die zeer veel
indruk .maakt. Roiand is over het lijk van een
Saracoen gebogen en heeft voor do laatste maal
op den horen geblazen. Do figuur is krachtig
en waar, ofschoon Rolaud's naaktheid niet gemo
tiveerd is. Zeer bekoorlijk is eeno stroonmimf
van Pnech, la Seinc.
Onder de schilderijen merkt men op van
Fonrnier L e dernier cJtant de Vellcd/i: de priesteres
zingt haar stervenslied in oen Romeinschen
kcrker, te midden der gevangen Germanen. Baschet
zond eene uitmuntend geschilderde naakte vrouw,
in een modern boudoir; eene dienstmaagd brengt
haar kapsel in orde. l'inta heeft eeno nieuwe
Christus-pose uitgedacht; Jezus .staat naast het
kruis op den grond, naakt, met doornenkroon en
stigmata, liet onderschrift luidt: Welk nut is er
in mijn bloed?"
Men voorspelt aan Labatut en Ffurnier veel
succes in den salon van hot volgend jfiar.
De Duitsche beeldhouwers zullen weldra kunnen
coucurrccrcu met ontwerpen voor niet minder dan
drie Fritz-Roiiter-inonumenten. Deze zullen te
Eisenach, Jona en New-Hrandenbnrg worden
opgericht. De Plattdeutsche Verein in Dresdon
schrijft de wedstrijden uit; in de jury wordt, ook
aan Berlijn en Stuttgart ieder eeno stom gegeten.
J. D. Van Leeuwen, Orei't:tiging, crrr:ring en.
herinnering op godsdienst:/! en inaalsniin/ipelijk
gebied, na eeit zvrentigjarige-it lee/'lijd. Deze uit
gave van Do Breuk en Smits te Leiden bevat de
ontboezemingen van een ood-kostschooihoiuler:
vooral op het chapiter schoolwet" en
schoolquacstie" zijn zijn ervaringen belangrijk.
De uitgever N. A. llingst te Apeldoorn liet een
der jongste romans van den Schotschcu schrijver
Ivobert liuchanan, 'J/ie JIOP Abi'ylard, onder den
titel van De it/r.allige, vertalen, l/e strijd van
den predikant die uit de kerk treedt, en de
moeielijkbeden die hem vrachten, zijn door
Buchanan zeer belangwekkend geschilderd; ongelukkig
is de aangeboden vertaling' van minder gehalte
dan men ze wel uit het Engelsch ontmoet. Van
..grazende eenden", afsteigcn", iiokkig". on
cssonlaan", kan men desnoods ecu deel aan den
corrector wijten, maar voor rekening van den
vertaler komt deze noot bij de gevleugelde
pterodactylen van het krijt" :
Het krijt is samengesteld uit koolzur
kalkachtige omhulsels van milliardcn bij milliarden
voorwereldlijke -microscopische insecten, welke den
naam van pterodactyleu dragen."
Had de vertaler het aan zijne lezers overge
laten den pterodactylus na te slaan, zij zouden
den hagedis uit de krijrperiode met twee meters
vleugellireedte wellicht niet nticrocopisc/i genoemd
hebben.
Bij de uitgevers Schalckarnp, van de Grampel
& Bakker te Amsterdam en Louis Legros te Ant
werpen verscheen De Sahbri/srrciiir. tooneeispel
in n bedrijf, door Bernard G. Bolle. De dialoog
is levendig genoeg. Het stuk speelt te Amsterdam;
do Sahbatsvrouw (christonvrouw die op den Sab
bat in joodscho gezinnen het vuur komt onder
houden) .spreekt Amslerdamsch, het stuk heet de
zeden der Joden te Amsterdam to teokenon.
Terwijl intusschen do intrige, de strijd van een
vader die zijn dochter niet aan zijn neef int
vrouw wil geven, wegens verschil in
geloofsschakeering. wel ruimer grenzen dan die van
n bedrijf scheen te vorderen, is de oplossing,
bet openbaren van jengdzomlen, waarmede de
Sahbatsvrouw den vader dreigt, in 't geheel geen
oplossing. A!s de Sabbatsvrouw zegt : .Verkoop
nou maar geen Ilaarlemmerdijkies." voorziet men
niet, dat ilit de inleiding is tot het omverwer
pen van eene twintigjarige gemoedsovertuiging.
Militaire Zaken.
DE VnORZIKMNG IX DE BEIIOEFTK AAN
VEUDITRZAAMDK LEVKNSMJDDKLKN
VOOR HET LEGER.
(Slot.)
Ten einde in de gelegenheid to zijn, zooveel
mogelijk, volledige gegevens te verzamelen
omtrer.t de verschillende onderwerpen, welke, in
! verband met de haar verstrekte opdracht, door
haar behoorden te worden onderzocht, werd do
] commissie, gedurende den loop harer proeven,
tijdelijk belast mot het aanschaffen en onder haar
toezicht doen bereiden van do voor het leger, bij
do te houden oefeningen en manoeuvres,
henoodigdo verduurzaamde levensmiddelen. Daardoor
was de commissie tevens in staat, voorstellen to
doen, tot het aanschaffen van die soorten vau