De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 17 oktober pagina 4

17 oktober 1886 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

&"W 4 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 436 schilders, die tot dus-verre voor groot zijn gehou den, ter zijde moeten zetten; en als wij de cklektieken gehoor gaven, die in een muzeüm alleen maar meesterstukken willen ophangen, zouden, Om niet meer te zeggen, de Van Eyken, Memmelinck, Elzheimer, de fluweelen Brueghcl, Callot, Thomas de Keyser, Gerard Dou, Pieter de Hooglie, Ter Borch, Van der Werff, de Stilleven- en bloemschilders en nog honderd anderen naar de zolderverdieping verwezen moeten worden, als men, om finantieele redenen, ze niet zou willen verdelgen. Natuurlijk zijn dan Meissonier en de andere meesters van het fijne fransche penceel óók niets meer waard, zoo min als de oude uitvoerige land schapschilders. Laat men echter voorzichtig zijn, Toen de Re naissance over heel Europa haar triomfantelijke intochten deed, heeft het alleen aan geldgebrek gelegen, wijl men de mokers en sloopers niet zou hebben kunnen betalen, als men niet al de middoleeuwsche kunstwerken vernield heeft. Hier geen kans toe ziende, vergenoegde men zich met ze uit te schelden, en met het vonnis gotico, barbaro" werd aan de wonderen der XIllo Eeuw alle recht op waardeering ontzeld. Maar kom nu eens! Met de uiterste zorg worden do nietigste overblijfselen van die zelfde thands tot eeretitel geworden Gothiek verzameld, alle vindingsgeest aan de uitlegging besteed, en zelfs dingen be wonderd, die een redelijk mensch altijd Icelijk moest vinden, al was 't maar door vergelijking met kontemporcine meesterstukken. Voorzichtigheidshalve zal men dus de werken der bovengenoemde kunstenaars nog niet wechdoen. Een lievelingsstelling der jongeren is: dat het er niet op aankomt wit, maar alleen hóe men schildert, 't Is te denken, dat op den duur het groote publiek niet in dat oordeel mee zal gaan, Het dramatische is eene behoefte van de menschelijke natuur, en men kan er op den duur niet buiten. Men kan het vrij ver uitstrekken. "Wanneer ik bijv. een bloemstuk van Jufv. Roose boom zie, dunkt me dat ik het hart hoor kloppen van wie het penceel gevoerd heeft; maar er is al gaauw een kunstkenner bij de hand, die mij toe roept: Dat is onfrisch!" Ja, zoo is ook King Lear" en Hamlet", zoo zijn ook de clcgiën van de beroemdste oude en nieuwe dichters onfrisch". Wij willen, om te beginnen, ons eenigo oogenblikken bezighouden met de volgende schilderijen: No. 81, La dame aux camélias, No. 10-1, Ver dreven van /mis, Xo. 106, Martyrerin, No. 129, Holl&ndAselie Fischmarkt, No. 164. Aanral bij nacht van Watergeuzen, No. 195, Zitting der jonge Kunst-i'ereeniging, No. 1!)7, Mazarin, Lubrun en Louis XIV, No. 202, Rustend Mode!, No. 214, Le Prêche, No. 233, Hersteld, No. 253, Bef/i'tibniss, No. 261, Het gedicht, N o. 2(54, De moeder', Xo. 272, Set Oude en Nieuwe Testament, No. 311. Zant/las in een weeshuis, No. 353, Naar stad gewest, No. 371, //( Bretagne, No. 375, Voor den spie gel, enz. 13 Okt. 1G. AM, T d. PIETER CORNELISZ. HOOFT. In de onlangs door dr. G. Penon uitgegeven Beknopte Geschiedenis der Nederlandsclie Letterleunde" van Dr. W. J. A. Jonekbloet vindt men niet weinig over Hooft, Bredero en Rodenburg, dat te recht als verouderd kan worden aangeduid en door iets beters dient vervangen te worden. Zie hier het een of ander omtrent Hooft. De aanstaande schrijver der Nederhtndsche Historiën ontving eene zorgvuldige en geletterde op voeding," zegt de Beknopte Geschiedenis." Zou dit historisch (?) feit wol te bewijzen zijn ? Van Hooft's opvoeding zijn maar zeer weinig bijzonderheden bekend. Wij weten alleen, dat hij ter school werd gezonden op het Groot School" van Amstordam's Nieuwe Zijde, staande bij de Nieuwezijds Voorburgwal, aan het eind van het Zwartehand-steegje op een soort van pleintje. Hij werd, zeven jaar oud, op dit Groot School" gedaan ten einde in de vreso Godcs, in goede tucht en alle eerbaarheyt opgetogen en ia de Latyiisehe, Grieksche, Duytsche (Hollandscho) on Franc.oysche talen mitsgaders om wel te loeren schryven, cyil'eren en reeckenen," ondenvesen to worden. De bestuurder dezer school heette Rector Pieter Van Mecrhout, oen vriend der rechtzinnige Amstcrdamschc predi kanten. Dit zal don kloeken Burgemeester Hooft wel niet naar den zin geweest zijn. I lij 011 zijn oud ste zoon behoorden tot geen erkend kerkgenoot schap. De Burgemeester kon zich niet mot do Calvinistische praedestinatie-leer vcrecnigen en wilde zijne vrijheid van oordeel niet aan banden leggen. In hoever de vader van den aanstaanden Muyder Drost zijne onafhankelijkheid wist te hand haven, bleek uit het feit, dat hij weigerde tot lidmaat der Hervormde Kerk aangenomen to wor den, omdat de predikanten van hem de belofte yorderden, dat hij met niemand over de l'raedestinatie-leor zou spreken." 1) Hij was de man die als oen Amstcrdamsche C'ato, aan hot eind van menige beraadslaging der Vroedschappen als zijn advies verkondigde, dat men den Geostclyken niet te veel autoriteit moest verleenen." Het zal hem zelf niet voldaan hebben, dat hij zijn zoon aan do leiding van Rector Van? Meerhout moest vertrouwen, maar hij kon niet anders. Zijne woning stond op den Korten Nicuwendijk bij de Engelsche steeg in het zoogenaamde Fmbder hoekje." Daar hij aan Amsterdam's Nieuwe Zijde woonde, moest hij wegens do verordening der Magistraten zijn zoon op het Groot school" deiNieuwe Zijde brengen. De vrijzinnige toon in den huiselijken kring waar men als de Burge meester Hooft in «ijne Memoriën en Adviezen" zegt 2) vredelick en vrijelick bij den anderen kon blijven wonen, zonder opzicht op elkanders gevoelen of te verstand in d' eene of d' andere zaecke te nemen", gaf het noodig tegenwicht aan den rechtzinnigen toon op het Groot School. Hooft zelf heeft over zijn schoolgaan een viertal regels geschreven in een vrij zonderling gedicht van 1607 of 1608, bekennende: lek heb in school geploccht dat het mijn meester deerde, Moy geit gecost aleer ick dus veel dichten leerde. Vresende plack en gard, begrauwt een heelen dach, ,T' is zeker niet te veel dat lek er wat om lach." S) Ondanks de weinige sympathie van den vader in de kleine ingenomenheid van den zoon mot de school van den Rector Van Meerhout, heeft de aatste er toch vrij goede vorderingen gemaakt, daar Brandt in zijn Leeren van Hooft" getuigt: Pieter gaf, ten einde der kindtsheit gekoomen vroeg te kennen wat van hem te wachten stondt." Dat Hooft school ging op het Groot School bij den Rector Van Meerhout is een zeer eenvoudig verschijnsel. Ieder fatsoenlijk burgerkind ging er destijds, zelfs kindoren uit de achterbuurten kwa men er voor het gold der rijkoren. Dit getuigt Bredero in zijn Spaansehen Brabander" 4) waar eeno anno vrouw doet spreken van de wel daden, aan haar door een rijke mevrouw bewezen: Ja sulcken ien kan icker ook, ik moeter dcucht of spreken, Och! hoe dickwils het sy wel in mijn spynt on tresoor ekeken, en se het mijn kyeren gnapjes cldied en erict: En sy stuurtse se 'int groot school, 't is van sen leven niet cschiet." Daar wij verder gcene andere bijzonderheden van Hooft's ontwikkeling kennen, schijnt liet ge waagd van eene zorgvuldige en geletterde opvoe ding" te spreken. Eene zoodanige gaf hem het .even in den kring van zijns vaders vrienden, gaf lem zijne reis naar Frankrijk, Italiëen Duitschland. Voor deze reis blijft van de zorgvuldige en geetterde opvoeding" niets over dan het vriendelijk, schoon gewaagd euphcmisme, waarmee hot ons in Ue beknopte Geschiedenis'" werd opgedischt. In deze lees ik verder van Hooft: In 1601 keerde hij in zijne vaderstad terug, vatte daar de studie der ouden weer op, zonder jvenwel der poëzie vaarwel te zeggen. Dit jlijkt uit een nieuw treurspel, Theseus enAriadne T602) en verschillende gedichten, voornamelijk .ninneliederen, die hij te Amsterdam en in zijn studententijd (IGOG?ld'07) te Leiden maakte." In deze voorstelling schuilt het veronderde achter het onjuiste. Wat is er aan van de voorstelling, dat Hooft n 1601 te Amsterdam de studie der ouden weer opnam ? Toen hij uit Italiëterug kwam, was J'l'ooft twintig jaar oud. Indien hot hem waarlijk te locn geweest ware, zich aan classieke studiën te wijden, zou hij, zou zijn verstandige vader hem op dien leeftijd zeker ais student te Leiden hebjen doen inschrijven, liet tegendeel grijpt plaats. Van 1(501 tot 1GOG blijft de'jonge J loof t te Am sterdam. Wat is nu zijn plan V Wat hooit de Jurgemcester niet zijn zoon voor? Moet hij vijf aren aan de studie der ouden en, der poëzie" wijden, voordat hij stu lont in 1606 kan worden? .s dit een bewijs van den practischen blik van jestevaer Hooft? Wilde deze. dat zijn zoon eerst den leeftijd van vijf-en-twintig 20:1 bereikt hebben, oordat hij student werd? Van dit alles is niefs aan, evenmin als v;;.n 'Ie voorstelling, dat Jloo/t in IGOl de studie lier ouden weer opvatte." De reis van bijna drie jaren was in het oog van zijn vader eenvoudig de beroning van het gebouw zijner opvoeding. Hij : trad nu op in de Amsterdamsche maatschappij j als jong koopman, die eerlang de groote handels- ' ondernemingen van den Burgemeester nog zou | uitbreiden. 5) Vijfjaren lang Volhardde hij in dit ' vak, om aan don wcmch zijns vaders te voldoen, j icrzclfder tijd zijn aanleg tot dichter toonende in [ :weo tooneeldichten en ettelijke minneliederen. Maar zijn hart was niet bij de coopmanschap.'' Vijf jaren lang heeft hij gestreden, voordat hij ij n vader kon overtuigen, dat hij niet voor den iiandcl, maar voor de studie was in do wieg gelegd. Zijne reis door Frankrijk, Italiëen Duifschland. niet minder tot het aanknoopen van handelsbe trekkingen, te La Rochellc met zijn neef l'ieler Jtmsz. Hooft on to Venetiëmot Francesco Vrie-nd, lan tot zijne geestelijke en dichterlijke ontwik keling ondernomen, had in hem veel meer den kunstenaar dan den uegociant doen rijpon. Bur gemeester Jlooft zag dit mot lecdu oogen, schoon hij zelf in zijne iMemoirien en Adviezen"1 erkent, dut zijn oudsle zoon minder inclinatie lotte cuopmanschfip (tin tot het studium b^zut." De jonge Hooft was voor den handel bestemd. zijne lotgevallen en zijn aanleg brachten hem tegen den wensch zijns vaders tot de studio der rechten en der letteren. Zijne studio duurt maar twee jaren; hij brengt het niet vorder dan rot candidaat in de Rechten. Later schrijft hij (No vember IGOiS) aan zijn vroegeron hoogleeraar Cornet is l'ynncker: Vi.r citra rnliorciit Ctuiriulatus Juris appellari sustineam." G) (?Ik schaam mij bijna, nis men mij candidant in de Rechten noemt"). Maar deze graad was voldoende, om het ambt van Drossaard to Muiden te bekloeden, waarnaar hij hot volgende jaar begon to dingen, (Moi 1G<)!>). In het beoordeelen van Hoof t's toonoelwerk wordt in Ac,?Bekn.o2>teGeschie,denis" een niet minder oudcrwotsclie toon aangeslagen. Van de G'ranida" wordt gezegd : Zijne Granidd bracht rooi' een oogaiblik liet onnatuurlijke Jtidiitniischfherderspel opliet to«>iecl." In de eerste plaats dient de tijdsbepaling herzien te worden. Hot Italiaansch herderspcl werd hier niet voor een oogenblik, maar voor eene hidre. reine op het toonoel gebracht. J loof t (Kil (5), JSredi'i'o (1G18) JanHarmensz Krul (163!!) en Vondel (1648) toonen het. Wat nu het onnatuurlijke, Italiaanxehe Jierderspel" betreft, men zon niemand dit oordeel kunnen euvel duiden, wanneer de oppervlakkige mccning' gold, dat over do smaken niet te twisten valt. liet is iedereen bekend, hoe Hooft in zijne Granida" duidelijk verraadt, dat hij den Paslor Fido" en den A mint a" gelezen heeft. Van Tasso's herderspcl is maar op eene enkele plaats, (?Granida", eerste deel. tweede tooneel.) van Guarini's drama op onderscheidene de navolging aan te wijzen. Mij is geen enkel letterkundig geschiedschrijver bekend, die Tasso's of Guarini's meesterstukken onnatuurlijk" heeft genoemd. Do Aminta" is bctooverend schoon van taal. Indien het tegendeel het geval ware, zouden er in de 16, 17 en 18 eeuw geene Fransche, Latijnsche, Spaansche, Engelsche, Duitsche en Illyrische vertalingen van voltooid zijn, om te zwijgen van zes Nederlandsclie, meest uit do 18de eeuw. Het is moeilijk eene rij van getuigen te hooren. Ik wil echter hier even het oordeel vermelden van eenige bevoegde kunstrcchters, maar moet mij bepalen tot don Aminta": Tout est fïction dans TAmintas, fiction gracieuse et poetique." Saint-Mare-Girardin, Cours de liltérature dramatique", III, 241. (1855). Le Tasse a donnéIe hapte me du génie au dernier des genres poétiques enfantés pur la Renais sance?Ie drame pastoral." Einile Montégut, Du génie du Tasse". Revue des deux mondes", l Sopt. 1864. p. 240. Les bergers du Tasse sont légants, spiritucis; ils poussent la noblesse ju.srpt au ton héro'ique. Ij. Ftienne, ilistoire de la littcratureitalienne", p. 43!) (1875). Man kat den Aminta nicht nur das Meisierwerk der Gatt-ung, sonde aiich das des Dichters genannt". Rebert l'rijhs, ,,Das nettere Draw a der 'Haliener." S. 180 (1881). Genoeg om te staven, dat niet ieder het Ita iaausche herderspel vooral do twee voortreffe lijkste onnatuurlijk" zal noemen. De eisch der natuurlijkheid gaat hij hot Herderspel niet op, daar dit drama geheel conventioneel is 'Iheocritus en Vergilius zijn even grooto zondaren tegen het natuurlijke, als T<isso en Guarini. Wat gevraagd kan worden aan den romanschrijver der l!)e eeuw zuivere afspiegeling der waarheid is geen eisch voor de pastoraio dor 16de. Waar men dergelijke valsche gewichten in do schaal van het oordeel werpt, kan geen kunstenaar er ongerept afkomen. Zelfs Shakspere {Hamlei) en Lessing (Nat'/tun der Weise) zouden als onna tuurlijk" ter deur worden uitgezet. DR. JA:; TEN BRINK. 1) T). C. Meijer Jun. De jeugd en jongeHiujsjurai run- l', ('z. Hooft in de(n) Gids" van Ap'rïl 18K1. 2) C. l'z. Hooft. Memorien en Atlriezen hl. 15. 3) Hooft'a Gedichten uitgave P. Leeiulerts, V/z. I. 71 4) BI. 19!) der nieuwste uitgaaf met aantockcningen van l'rot'. Dr, H. F. Moltzer. 5) '/ie D. C. Meijer Jun. t. a. pi. hl. 21 van den bijzonderen afdruk. 6) llrieren, uitgaaf Van Vloten, I, 12. V A 11 I A. liet Theater an der Wien te Weenon gaf dezer dagen eene nieuwe operette van Milh'icker. den componist van Der Bettelstttdent. liet nieuwe werk heet dei' Vice-AdmiraL Het eerste en derde bedrijf werden met groote bijval ontvangen, liet libretto is van Genée en Zeil; de intrige is do volgende : Het stuk speelt in Spanje, in bet jaar 1804. De vcroenigde Spaansche en Fransche vloten lig gen dicht bij (,'adix, er is tegen de Engelsclien een zeeslag geleverd, en juist wapenstilstand ge sloten. De vice-admiraal hertog Ilcnri wil hiervan ge bruik maken om twee dagen verlof te nemen eu te trouwen, want over drie dagen zal hij meer derjarig zijn, en moet vóór dien tijd getrouwd zijn, wil hij niet de millioenen, hem door zijn grootvader nagelaten, verliezen. Hij hooit voor niemand in 't bijzonder nog liefde opgevat, en is bereid de eerste de beste prescntahele jonge dame te trouwen, alleen om de voorwaarden van het testament te vervullen. Dicht bij C'adix nu woont een rijke Spaansche grande met twee dochters, voor welke Ilcnri een aanbevelingsbrief heeft, on een van deze heide meisjes moet 7ijn vrouw worden. Do admiraal geeft aan zijn vice-admiraal, hertog llenri. wel bet gevraagde verlof, maar vraagt hom. den slimmen matroos l'tinto mee te nemen, en met dezen van klecderen te wisselen, opdat niet de Irouwelooze Fngelschen hem gevangen nemen. Men weet, wat er van zulk eene klcederverwisscl ing te maken is; de librettisten hebben er een reeks van komische tooneelen uit doen ontspruiten. De bekrompen, trotscbe grande Don Miroholante houdt den matroos voor een hertog en dringt hem let terlijk een zijner dochters op. terwijl hertog Ilcnri intusschen op de mooie kamenier (iilda verliefd wordt en zich met haar in den echt laat verbin den. Later blijkt echter het, huwelijk ongeldig te zijn: (wee jonkers hebben zich met de versmade dochter Seraphine uit jaloezie verbonden, om het huwelijk (c doen mislukken, zij hebben a's alcalde en notaris geinngecrd. Plotseling komen nu de Kngelschen. overrom pelen de hruiloftspartij. slepen den matroos, als hertog verkleed, mede en laten hertog llcnri on gedeerd. Deze verslaat daarop als vice-admiraal de Kngelschen in een grooten veldslag, en wordt bij zijn intocht in ('adix met gejubel ontvangen. Don Mirobohinto ziet niet verdriet, dat. hem de echte hertog, vice-admiraal on inilliounair, ont gaan is, en (roost zich. door zijne dochters aan do twee fatterige jonkers te geven. Fr komt allerliefste muziek in de operette voor, een briefcouplet, een aantal gezongen walsen, een terzett van den matroos met do hertogsdochters eu meer. schoon niet zoo overvloedig als in Milli'ïckers vroegere operetten. Onze vroegere stadgenoot, de Heer Jack T. Grein, die ook hier als novellist en medewerker aan ver schillende tijdschriften vele vrienden had, behoort, thans tot de redactie van den Kytleiiltaiii. l<'urest J/ill inxl ('ryslal l'iilnce Times, een geïllustreerd blad in groot formaat, waarin deze en de vorige week Causeriën. met zijn naam getcekend. over j de feestelijkheden in het ('rystal l'alacc voor kwamen, lu het Fng-elscbe blad. zoowel als indertijd j in Nederlandsclie bladen, doet Grein zich opmer ken door den frisschen, aangenamen toon zijner i artikelen. Der Schwarze Schleier", tooneelspel in vier bedrijven van Oscar Blumenthal, schrijver van Probopfeil" en Ein Tropfen Gift" is Zondag jl. te Frankfort a/M. in het Schauspielhaus" voor het eerst opgevoerd. Zijn lievelingsthema. de uit werking van don laster in het moderne gezelschapsleven aan de kaak te stellen, is ook in dit stuk het hoofdmoment der intrige. Zonder twijfel heeft het proces Graf te Berlijn den auteur tot model gediend, echter zonder het model" en de pikante onthullingen van achter de gordijnen der schildersateliers. In Der Schwarze Schleier" treedt als hoofd persoon een inau op, die zich in het openbaar eu politiek leven beweegt eu plotseling oen har den strijd heeft to voeren tegen de rockolooze openbaarmaking van de intiemste aangelegenhe den van zijn hart Meer nog dan Blumentlial's vroegere stukken had »I)er Schwarze Schleier'' een groot succes. De auteur werd na elk der vier bedrijven voor hot voetlicht geroepen. In de Kcole dos Bcanx-arts te Parijs zijn thans' de ciirois de Home tentoongesteld, de stukken welke de jongelieden, die op staatskosten in Itali studccrcn, verplicht zijn to zenden. De beeld houwer Labatnt, wiens driejarige reis reeds ten einde is, heeft eene kolossale groep, Roland d Roneeriiiix, twee figuren, gezonden, die zeer veel indruk .maakt. Roiand is over het lijk van een Saracoen gebogen en heeft voor do laatste maal op den horen geblazen. Do figuur is krachtig en waar, ofschoon Rolaud's naaktheid niet gemo tiveerd is. Zeer bekoorlijk is eeno stroonmimf van Pnech, la Seinc. Onder de schilderijen merkt men op van Fonrnier L e dernier cJtant de Vellcd/i: de priesteres zingt haar stervenslied in oen Romeinschen kcrker, te midden der gevangen Germanen. Baschet zond eene uitmuntend geschilderde naakte vrouw, in een modern boudoir; eene dienstmaagd brengt haar kapsel in orde. l'inta heeft eeno nieuwe Christus-pose uitgedacht; Jezus .staat naast het kruis op den grond, naakt, met doornenkroon en stigmata, liet onderschrift luidt: Welk nut is er in mijn bloed?" Men voorspelt aan Labatut en Ffurnier veel succes in den salon van hot volgend jfiar. De Duitsche beeldhouwers zullen weldra kunnen coucurrccrcu met ontwerpen voor niet minder dan drie Fritz-Roiiter-inonumenten. Deze zullen te Eisenach, Jona en New-Hrandenbnrg worden opgericht. De Plattdeutsche Verein in Dresdon schrijft de wedstrijden uit; in de jury wordt, ook aan Berlijn en Stuttgart ieder eeno stom gegeten. J. D. Van Leeuwen, Orei't:tiging, crrr:ring en. herinnering op godsdienst:/! en inaalsniin/ipelijk gebied, na eeit zvrentigjarige-it lee/'lijd. Deze uit gave van Do Breuk en Smits te Leiden bevat de ontboezemingen van een ood-kostschooihoiuler: vooral op het chapiter schoolwet" en schoolquacstie" zijn zijn ervaringen belangrijk. De uitgever N. A. llingst te Apeldoorn liet een der jongste romans van den Schotschcu schrijver Ivobert liuchanan, 'J/ie JIOP Abi'ylard, onder den titel van De it/r.allige, vertalen, l/e strijd van den predikant die uit de kerk treedt, en de moeielijkbeden die hem vrachten, zijn door Buchanan zeer belangwekkend geschilderd; ongelukkig is de aangeboden vertaling' van minder gehalte dan men ze wel uit het Engelsch ontmoet. Van ..grazende eenden", afsteigcn", iiokkig". on cssonlaan", kan men desnoods ecu deel aan den corrector wijten, maar voor rekening van den vertaler komt deze noot bij de gevleugelde pterodactylen van het krijt" : Het krijt is samengesteld uit koolzur kalkachtige omhulsels van milliardcn bij milliarden voorwereldlijke -microscopische insecten, welke den naam van pterodactyleu dragen." Had de vertaler het aan zijne lezers overge laten den pterodactylus na te slaan, zij zouden den hagedis uit de krijrperiode met twee meters vleugellireedte wellicht niet nticrocopisc/i genoemd hebben. Bij de uitgevers Schalckarnp, van de Grampel & Bakker te Amsterdam en Louis Legros te Ant werpen verscheen De Sahbri/srrciiir. tooneeispel in n bedrijf, door Bernard G. Bolle. De dialoog is levendig genoeg. Het stuk speelt te Amsterdam; do Sahbatsvrouw (christonvrouw die op den Sab bat in joodscho gezinnen het vuur komt onder houden) .spreekt Amslerdamsch, het stuk heet de zeden der Joden te Amsterdam to teokenon. Terwijl intusschen do intrige, de strijd van een vader die zijn dochter niet aan zijn neef int vrouw wil geven, wegens verschil in geloofsschakeering. wel ruimer grenzen dan die van n bedrijf scheen te vorderen, is de oplossing, bet openbaren van jengdzomlen, waarmede de Sahbatsvrouw den vader dreigt, in 't geheel geen oplossing. A!s de Sabbatsvrouw zegt : .Verkoop nou maar geen Ilaarlemmerdijkies." voorziet men niet, dat ilit de inleiding is tot het omverwer pen van eene twintigjarige gemoedsovertuiging. Militaire Zaken. DE VnORZIKMNG IX DE BEIIOEFTK AAN VEUDITRZAAMDK LEVKNSMJDDKLKN VOOR HET LEGER. (Slot.) Ten einde in de gelegenheid to zijn, zooveel mogelijk, volledige gegevens te verzamelen omtrer.t de verschillende onderwerpen, welke, in ! verband met de haar verstrekte opdracht, door haar behoorden te worden onderzocht, werd do ] commissie, gedurende den loop harer proeven, tijdelijk belast mot het aanschaffen en onder haar toezicht doen bereiden van do voor het leger, bij do te houden oefeningen en manoeuvres, henoodigdo verduurzaamde levensmiddelen. Daardoor was de commissie tevens in staat, voorstellen to doen, tot het aanschaffen van die soorten vau

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl