De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 17 oktober pagina 6

17 oktober 1886 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de handelingen waren in openbaren strijd met de leer. En men bleef naïef genoeg om te gelooven, dat zoolang niet van Gods ongenoegen bleek, het even geoorloofd was, om vroegere europeesche neder zettingen te verwoesten, als om inlandsche bevol kingen uit te moorden. Met de goede trouw was 't al even zonderling gesteld. Schrijvers uit de eerste helft der zeven tiende eeuw klagen over de vele bankroeten en pyer de oneerlijke praktijken, die bij de vereifening plaats hadden. De crediteuren waren soms zóó verbolgen, dat zij den failiet gaarne in verzekerde bewaring hadden doen brengen, maar deze had wel vooruit gezorgd, om zich door het verwerven van een acte, die men suretéde corps" noemde, buiten schot te stellen. In dien tijd noemde mon dat met een teekenachtige uitdrukking zich een pampieren harnas aantrekken". Do desolate boe delkamer is om toezicht van overheidswege uit te oefenen in 1044 (reeds in 1627 was er sprake van) opgericht en heeft sedert dat oogenblik nooit Stille tyden gekend. Dat men er geen bezwaar van maakte, om in tijden van oorlog op ruime schaal kaperbrieven uit te reiken, lag in de toenmalige denkbeelden omtrent het oorlogsrecht. Maar die commissie vaart was zoo voordeelig, dat menig schipper als de kans schoon was kapertje speelde in vollen vredestijd. De amsterdamsche patriciër Schaep durfde wel te boek te stellen dat de in zijn tijd reeds machtige familie Goelvinck haar fortuin grootendeels door zeerooverij verkregen had, on > in 1615 werd er wel in de vergadering van de rederijkerskamer door een notabel persoon ver teld, dat de zoon van een der toenmalige burge meesters van Amsterdam met zijn schepen in de havens van de Levant lag, om voor oen spot prijsje van Barbaarsche en andere zeeroovers hunne buitgemaakte goederen in te koopen 'Niet minder pleit tegen den handelsstand van dien tijd de slavenhalerij. Particulieren niet alloen maakten daarmede hun fortuin, de West-Indische Compagnie dreef dien handel systematisch. Om streeks het midden der zeventiende eeuw had men te Amsterdam gezworen makelaars in slaven, (Frangois Le Bleu was er een van), die met Spaansche huizen in betrekking stonden. Er schijnt een bepaald tarief naar gelang van den leeftijd van die door Spaansche handelaars geleverde slaven te hebben bestaan. Voor leverbaar werd een slaaf gehouden die niet miserabel maar gesondt was. geen gebreck hadt noch lam ofte gebroocken was " Zulk een slaaf was 107 Y*. stukken van achten (reaal acht schellingen) waard. lïij moest dan tusschen 15 en 36 jaren oud zijn. 8- tot 15- en 36- tot 4'2-jarigen golden tweederden van dien prijs. Jongeren van 4 tot 8 jaren slechts de helft. ledere lading mocht slechts Voor een derde uit vrouwen bestaan. Bij aankomst ter bestemder plaatse moesten alle wel sehcrpelijk geïnspecteerd" worden. Wie plantages in de West-Indiëhadden, rustten zelf schepen uit. om zwarte lading in te nemen. Dat men daarin niets omncnschelijks zag bewezen o. a. Joan IJlaou, do beroemde boekdrukker, raad en schepen van Am sterdam, en do kooplieden Guiliam Bëlin de la Garde en Nicolaes Vis in 1G67. Men beschouwde de negers als handelswaar 011 bergde ze in dezelfde ruimte, waarin balen en kisten waren opgestapeld geweest. Dat zij dientengevolge vaak als muizen stierven, ligt voor de hand. In 1685 verloren in n schip op een lading van .'Ï70 stuks 140 a 150 het leven. Het juiste getal scheen men niet eens te hebben opgenomen. Dat zou dan ook wel bij de lossing blijken. Een eigenaardig licht over dien handel geeft het Journal van een in 1684 voor rekening van de West-Indische Compagnie uitgerust schip van zwaar kaliber. Den 28 November koos het zee, hetgeen de koopman in het Journaal opteekeude met de vermelding Godt sij onso leytsman", en op den 31 December gat' hij nogmaals lucht aan zijn vromen zich met de woorden: Hiermede het oude jaor cyndigcndo willen van den Almogenden in nieuwe jaer afbidden zijn zeegen., Amen". Het schip bracht een eonvooi militairen naar Delmina en was overigens geladen met aan de kust verhandelbare artikelen. Daar werden reeds enkele slaven ingekocht, of liever verruild tegen brandewijn, olie en spaansche nepten. Maar het schip ging vorder, naar 't gebied van den koning van Loango, die ter opening van don han del met ruime geschenken behoorde begiftigd te worden. Voor een waarde van ."50 gl. bood men hem, lijnwaad, scharlaken, verzilverde houwers, een paar vuurroers zeker niet van 't boste kaliber, want ze kosten maar (.^A gl. met een vaatje busl'"uit, een likeurkeldertjc, scharen, bek kens, bellen, aarden kannen en snuisterijen aan, waarmede mon zijne genegenheid won. 's Konings twee' wijven worden bedacht en zijn rijksgroolen evenzeer, alle met soortgelijke artikelen samen ter waarde van 600 gl. Het schijnt, dat er kort geleden oorlog was geweest althans er was vrij wat aanbod ean het op de kust opgerichte .,comptoir". De zaken gingen goed, maar er behoorde heel wat zeemanschap toe voor den koopman om hét met koning en onderdanen te kunnen stellen. Toch was Z. M. ten slotto met den blan ken vreemdeling zoo ingenomen, dat hij hem een zijner slavinnen ten geschenke gaf' edoch oiult" toekende de koopman in zijn journaal aan. er bij voegende, dat hij daarin slechts een gering tevkeu van vrindtschap" zag. Tegen 't einde van April was men daar aangekomen en men verwijlde er tot het midden van September, toen men een 180-tal slaven had ingeruild en eenige producten van het land, waaronder de olifantstamlen zeer gewild schijnen te zijn geweest. Aan persoonlijken moed en koelbloedigheid had het den koopman, het moet erkend worden, menigmaal niet ontbro ken. Ware dit niet het geval geweest dan zou het handje vol blanken onder de zwarte bevol king het zeker hebben moeten ontgelden. Met geschenken moesten de koning en zijn gevolg telkens worden gestild. De ecne bodelaar was niet weg of de andere deed zich weer op, noteerde do koopman, in kleinachting van de waardigheid des konings en van zijn huis. In 't midden van November, twee maanden nadat men de afrikaansche kust had vaarwel ge zegd, landde men in Suriname. Of de zwarte lading heelhuids overkwam? In 't journal wordt er met geen woord van gerept. Do slaven werden ontscheept en een honderdtal, natuurlijk do beste, voor de sociëteit" behouden. De overige werden op de voordeeligste wijze van de hand gezet. Het schip was nu gedeeltelijk ledig en men nam suiker in voor het vaderland. Met eenige andere, schepen die op dezelfde wijs handel hadden gedreven, koos men het ruime sop en kwam in Maart 1686 weder behouden don Heere hebbe daervoor lof ende danck" in Hollandsche haven binnen. Het is jammer, dat wij niet weten welke voordeelen de Compagnie uit zoo'n reisje trok. Allerlei. DIEREN ALS BADGASTEN. In het Nene Wiener TtiyeWtitt komt eene grap pige satire voor op do dierenbeschermingsmanie en de moderne badwoode. Het stuk is van don humorist Ed. Pötzl. Hij schrijft: Mot zonder aandoening las ik onlangs hot be richt, dat het edele renpaard van baron Springer indertijd de baden van Pistyan met uitstekend gevolg tegen eene heupziekte heeft gebruikt. Het verstandige dier moet zelfs, zooals tegelijkertijd bericht werd, met blijkbaar welgevallen in het geneeskrachtig slijk waden, daar het hierbij steeds vroolijk hinnikt. Zonder zelfverheffing zij hot gezegd: ik begreep de beteekenis van deze nieuwigheid in het eerste oogenblik reeds. Ik beschouwde het als van zelf sprekend, dat de verccniging tot dierenbescherming terstond met een manifest voor den dag zou komen, waarin het de woldaad, lijdende dieren door baden te genezen, niet alleen tot renpaarden beperkt zou willen zien, maar voor het geheele, aan zijn bescherming toevertrouwde dierenrijk zou eischen. Te vergeefs echter wachtte ik tot heden op zulk eene uiting van genoemd lichaam. De zaak mag echter niet sluimeren, en daarom veroorloof ik mij hierna ccnigo bescheiden voorstellen tot het ver zachten der talrijke onder dieren voorkomende kleine ongestcldheden, die allicht door baden kon den worden genezen. Wat te Pistyan mogelijk is, moet ook in andere badplaatsen mogelijk zijn, eene afdeeling, waai de dieren op doelmatige wijze gebaad worden, en verder eene plaats, waar alle tot het baden ver blijf houdende patiënten uit het dierenrijk een aangenaam onderkomen en doeltreffende verzorging in milden overvloed genieten kunnen. Moeilijker is do quacstio van het transport op te lossen. daar bv. do spoorwegen geen wagons voor onpas selijke zijdewormcn bezitten. Intusschcn zal hier voor ook wel raad geschaft worden. De hoofdzaak is, dat de kwaal behoorlijk gediagnoscord. en ieder arm gedierte een even krachtige badkunr deel achtig wordt, als het hierboven genoemde gcfertuneerde renpaard of de een of andere bemiddelde oude papegaai. Met alle achting voor de voorname afstamming van een renpaarden zijn overige voovdcelen, zal toch iedere dierenvricud moeten toe geven, dat hij dagelijks paarden tegenkomt, die een badkunr nog veel meer behoefden. Letten wij eens op het meerendeel der vigelanto paarden. De ellende waarin deze creaturen \crsmaehten, het gebrek, dat aan hen knaagt, de liefdelooze behandeling, het oponthoud in tochtige straten, het onsmakelijk eten, enz. hebben bet zoover gebracht, dat onder deze dieren niet alleen een grootc sterfte heorscht, maar dat /ij ook met allerlei lichamelijke en geestelijke aandoeningen behept zijn, die alleen bij dat beroep voorkomen. Een hunner gewone toestanden is stille stompzinnigheid. De knoi strompelt over de straat, verstrooid, on verschillig. Geen blik heeft hij voorliet grootsche der natuur, voor de heerlijkheid der gebouwen. voor de lieflijkheid van de dochforen der meiischon. Met stompe onverschilligheid en stompe tanden knabbelt hij dag aan dag zijn roggebrood en wordt ten slotto zoo dom, dat hij over zijn eigen beenen struikelt. Wanneer nu deze bekla genswaardige paarden te rechtertijd aan eene koudwaterkuiir mot inwikkeling en douche worden onderworpen, kon men er vele aan den nacht der ongeneeslijke verstomping ontrukken. Nog zeker der was het resultaat, ais oeiie grondige vcrandein hunne levenswijs plaatsvond. Ik beu overtuigd. dat een mager vigclantopaard ''ij voedzame vleesehkost uitmuntend zou tieren, juist omdat het mis schien vroeger het plantaardig voedsel tegengegeton heeft. Alleen zou een zekere voorzichtigheid voorgeschreven zijn, want ik houd een vigelantepaard in staat om, als het eenmaal bloed geproefd heeft, een der meest verscheurende dieren te worden. Is het van den andoren kant niet onmenschelijk, zekere dieren den geheelen winter door zoo vol te voeren, dat zij tut vetzucht vervallen, zon der dat in het voorjaar iemand zich er om be kommert, hoc zij dat vet weder kwijt raken 'i ledere dikke, aamechtige mops zou de hand lik ken van dengeen. die hi m moouaam naar Mai ubad. hem daar een emmertje om den hals hing en hem uitnoodigde het wonderdadige water te slurpen. Hot vette dier kwam dun (enig als ecu hazcwind en kon dan weder vroolijk er op toe eten, zonder te vrezen, dat het in zijn eigen vet zou sakken. Stelselmatig overvoederen veroorzaakt, zooals bekend is. bij de ganzen eene uiterst las tige verwijdiiig van de lever. Tegen deze kwaal \ is Karlsbad onfeilbaar gebleken en juist den gani zen moest men het al zeer gemakkelijk kunnen lecren, om de slot- ut' marktibntein in den voor geschreven ganzenpas rond te wandelen en door ! het proeven van de br«u iets tegen hun vetleycr ! te doen. l Zou het niet van economisch belang zijn, kip pen, bij welke men beklagenswaardige storingen in het cierleggen waarnam, naar het wcreldbc! roemde Eraiisonbad te zenden, vanwaar zij tot i vreugde van betrekkingen en eigenaars met moc' derlijk gekakel zouden tcrugkeeren V Het zou al te veel ophouden, het aantal badplaatsen op te noemen, waarvan het gebruik voor verschillende dieren nuttig kan zijn. Wanneer ik nog even spreek van Gleichenberg tegen de steeds moer epidemisch wordende hceschheid der kanarievo gels, St. Moriz als kliniatisch hoogbad voor suk kelende lammorgieren, Teplitz voor aan oude kogolwonden lijdende veldhazen, al do wildbadcn" voor de zoo bijzonder zenuwachtige reeën on gemzen, Bochnia tegen dreigende syptomen van gewrichtsverlamming der vlooien, dan meen ik voldoende vingerwijzingen omtrent mijne voor stelling omtrent het badlcven der dieren ver strekt te hebben. De Londensche koopman Evans bezocht onlangs Drurylane Thoatre en nam een kaartje voor de galerij. Daar gekomen zag hij, dat er geen plaats was, alles was overvol. Hij ging naar beneden en vergde zijn geld terug: do kassier zeide ech ter, dat men geen geld terug gaf', wel kon de ,' heer Evang voor zijn kaartje op een anderen dag komen. Evans stelde nu tegen den directeur van j den schouwburg een vervolging wegens bedrog j in, daar deze getracht had. eene plaats, die ver- i kocht en feitelijk bezet was, nogmaals te verkoopcn. l De rechter oordeelde, dat Evans' cisch volko- | men gerechtvaardigd was, een overvolle schouw burg mocht geen kaartjes meer afgeven. De di recteur bracht hiertegen in, dat het er van af hing, of het publiek uit dikke of uit magere per sonen bestond; de kassier had geen schuld er aan. De heer Evans was juist op een corpu- i lonten dag'' naar de komedie gegaan ; dat kou j niemand helpen. Do rechter zeid'e echter: Weeg dan in 't vervolg de bezoekers van uw schouw- ? burg, als ge dat noodig vindt, maar aan den heer Evans moet ge zijn geld teruggeven, met schade- ; vergoeding en de kosten." j Een Amerikaan had in de koffiezaal een poosje staan bluffen op verschillende verwonderlijke daden op het gebied van zwemmen die hij bedreven had j of waarvan hij, volgens zijn zeggen, ooggetuige was geweest, toen een daar aanwezige Engolschinan, wien deze opsnijderij begon te vervelen, het ! plan opvatte den bluffer tot zwijgen te brengen i en wel met zijn eigen wapenen. Jawel" zeide hij daarom plotseling, dat waren ongeloofelijkc toeren, die gij gezien hebt, dat moet ik toegeven, maar ik helt er een gezien, waarbij al de uwe in het niet verzinken. 'Twee jaren ge loden vertrok ik in een van de Cunard-salunbooten van Liverpool naar New-York. Er hcerschlo bij het vertrek der boot eenige beweging en drukte , op den steiger, en er sprong een man te water, maar wij sloegen er niet veel acht op. Maar den volgenden morgen werden wij er weer aan her innerd, want, zoo waar als ik leef. daar zwom een man voor ons uit met een snelheid van vijf tien mijlen in het uur. We riepen hem toe en wierpen een lijn uit. maar bij weigerde alle hulp. Tegen den nacht verloren wij hem natuurlijk uit het oog, maar toen de zou opkwam was hij er weer, zoo frisch en levendig als ooit. En zoo hield hij ons gedurende don geiteden overtocht gezelschap, nu eens onder onze kiel duikend en aan den andoren kant der boot weer boven water hemend, soms ais een dolfijn rond het si hip dar telend, nu eens op den rug. soms op zijn zij en anders op den buik zwemmend, soms ook- ging hij kopje duikelen in het water en geleek een rad van een raderboot. Maar ecu uur of wat voordat wij te Now-York zouden binnenloopen, begon hij kracht te zotten; hij liet ons spoedig ver achter zich en toen wij bij den steiger aanlegden, vonden we bom gekleed en wel op de kade staan om ons o]> te wachten." De Yankee had den spreker gedurende zijn verhaal scherp in het oog gehouden. Dat is zeker een ware geschiedenis, vreemdeling?" zeide hij eenigszins vragend. O jawel, vast waar, ik heb In-t zelf gezien." was het antwoord. U hebt dien man den gehoolen weg over zien zwemmen van Liverpool naar New-York?" Juist." Vreemdeling, kent u dien man?" Dat wol niet," antwoordde de Kn/';elschi:ian voorzichtig. Ik ken hem niet. maar ik heb hem toch .gezien." Vreemdeling, die ni'iit UVK ik!" Ken inspecteur van de belastingen overkwam dezer dagen iets grappigs. Nadat de gewone vragen o. a. ook: uit hoeveel personen het iniistïozin bestond, waren gestold en beantwoord, was hij op het punt van heen te gaan. toen de dame, de moeder dor huisvrouw, die hem te woord had gestaan en er eotiigs/ins verlegen en opgewonden uitzag, plotseling zeide: Ik gelooi dat liet er nu wel zoowat wezen ;;al wacht u nog even." Hij bleef nog eeiiigo minuten zitten. De dame kwam terug met den uitroep. ,la mijnheer, n kunt er nog een opschrijven 't is een meisje." Handel. De Goederenhandel was over bet algemeen in de afgeloopeu week niet levendig. Suiker bleef' nagenoeg onveranderd, slechts en kele malen was de stemming iets vaster, de be richten aangaande de bietoogsten luiden gunstig en houden iedere betere stemming tegen, zoodat de teudenz van het artikel in dalende richting blijft. Geraffineerd verheugt zich over vrij goeden afzet. Koffie was stil, wat de omzet in ceeleu betreft; goed ordinair Java is thans op 3.'iJi' cent aan te nemen. Levendig was de omzet in 1ste hand van blauwe Javas. welke tot steeds verhoogde prijzen geplaatst werden. De ophanden zijnde kleine Maatschappij-veiling vindt zonder twijfel een goed onthaal. Tuint!; van de op O October bij inschrijving niet gegunde jiartijen Java Tabak werd een deel deze week afgedaan. Van Sumatra worden op 27 dezer belangrijke inschrijvingen verwacht. Tin is vrij wel onveranderd gebleven, de stem ming is niet willig, en waren de verkoopers in hot algemeen niet zeer gerefireerd gebleven, dan zou er zeker eene daling gevolgd zijn. Katoen word zeer vast, op minder gunstige oogstborichten uit Amerika, de omzet was hier iets levendiger. Specerijen zijn kalm maar vast; op 21 dezer zullen belangrijke partijen Noten en Foelie aan de markt komen. Granen. Rogge was in het begin der week zeer flauw, later ontstond er op minder gunstige politieke geruchten, iets meer kooplust. zoodat eene kleine verhooging werd toegestaan Tarwe met weinig verandering, de koojdust bleef zeer gering, ook waren de verkoopers geretiroerd, zoo dat de weinige zaken tot onveranderde prijzen plaats vonden. OHi''ii. Lijnolie was de geheele week slap. her stelde zich op den laatsten marktdag eenigszins. en trad er meer attentie opliet voorjaar te voorschijn. lïaapofie was de geheele weck in vaste stem ming in navolging van Parijs, ton slotto werd de stemming kalmer. Petroleum bleef prijshoudend en loco goed gevraagd, op levering was weinig attentie. BeursoverziehtVan 9 tot 15 October 1886. De lustelooze stemming voor Europeosche staatsfondscn, waarvan wij reeds in onze beide jongste Beurs-ovorzichtcn te gewagen hadden, ging deze week in ecne bepaald flauwe over. De Berlijnscho beurs, die het geheele jaar door do hausse bet krachtigste gesteund heeft, begint toe-kenen van afmatting te geven ; of tengevolge van het verontrustende optreden van rïitsla.'td in de jjulgaarsehc aangelegenheden, gecompliceerd met eene minder kalme opvatting der zal;en door Kngeland. zooals die wordt afgeleid uit de geheimzinnige reis van Lord liandolph ('hurchil! : dan wel als natuurlijke reactie op den al te sterken kooplust door Herlijn aan den dag gelegd, en de te groote massa's materiaal dat die plaats heeft opgenomen, nu gevolgd door hetgeen in beurstaai oeue indi gestie" heet: genoeg, do Uerlijiische b"urs bleef afgeven in plaats van de markt te steunen. Vooral liusseu verkeerden in flauwe houding; het aanbod voor Duitsche rekening vond geen tegenwicht, noch te Londen, dat in bet geheel niet. noch fe Amsterdam dat zeer weinig' goncigdlieid betoonde om tot deze prijzen c u onder do tegenwoordige omstandigheden fondsen tot een ('enigszins beteekenend bedrag op (e m-vien. Kus sen 'iS7:i gingen van :>S>< op !)6M. dito issiivar. Xi*A op W:i'. dito 1S64 '<> van los!'<i op lO()>!f. (>n*|.erlee!iing van 57:'J op ,V>"<, Ook < 'osieurijkM'he foiiii-.cn omvingen hun deel in de daiin ^; Mei cu Juii-renli' KwiumMi re*p. van n1)-"; en iJS op 65 ?:':--: en liü7^. Geprivilcgeordo Turken moesten ?i jif.'l1. ])üv-"ii. en sluiten op (i."): series (_' en D verloren ongeveer ;- pC.'t. De houding der Londen*; ho beurs w:J.s in tegen stelling met de Uerlijusche eer vast te noemen. vooral voor de specubitii'fe.nuse.n. waarvan ('ohimbia dj) L'> dr. zelfs den prijs van !ir>!i' behaalde, om echter heden weder tot "1\ !'s te zakken. Kr wer den eenigo omvangrijke kooporders uitgevoerd. oogenschijnlijk voer Kngelsclie rekening; do be weging vond bij onze' beurs, die van de gelegen heid gebruik- maakte om eeuig fonds ter markt te iü'ci'gou, geen steun. Mexicanen vast. doch steeds verhit on; Vene zuela loom. mot geringe variatiën: alleen Peni kon de week op de h-jogste koersen, 15 en ll?ic. verlaten. Ten opzichte der iudusirieele onderiu'miugcu wo> iie markt goarcidentcerd en verdeeld. De stemming blijft voor koloniale waarden nog sleed* onbehagelijk, niettegenstaande de meerdere vaslbeid dei' suikermarkt en de weder s.iijgende prijzen der koffie eeuo meer hoopvolle op\atii:ig wel schenen (e wettigen, lief bericht, dal de jiiiail v;ui State het \ve(.*oniwerp betredende de Indische suiker-crisis aan den Minister heeft ieruggeznudon. werkte echler ontmoedigend. De beurs; scheen de zaal; aanstonds zóó op te vatten, alsof uu alle kans op Uegeoringshulp \erkeke:i is. te meel1 nu de ivanicr uiteengaat zonder dat ervorder een woord over de Indische aangelegenheden gerept is. Zeker is de/o vertraging te betreuren do; h men behoeif daarom de hoop met op te geven, dat de lïegocring spoedig mei andere yoorO'iien voor den dag zal komen, liet door den liaad van State afgekeurde ontwerp moet werkelijk de strekking hebben gehad, de suiker gedurende twee j;ire;i voor f !>. de picol aan te koopeii. Lilusschen luiden de berichten uit Indie aller(reurig-l. De crcdict-insteliingon durven, zoolang de onzekerheid omtrent de plannen dor ivgooriug voortduurt, niet verder gaan met het versirekken va:i beilrijikapitaal. Teng'ovolgc daarvan is reeds op tal van fa'orh ken en landelijke ondernemingen het werk belangrijk ingekrompen oi geheel gestaal;!, liedenen gcnoog dus voor de beurs om bezorgdheid ie tooneu en eer tot verkoopen dan tot knopen over ie bellen. liet sterk.*!1 daalden ook nu weder de gesiempelde obl. Leu* a liergsman. waarin de verkoo pen a tont prix werden voortgezet, en waarvan sommigen zó'') slechte verwachtingen hebben, dat '/.() zelfs in blanco verkochten op f maand leve! ren. tot prijzen belangrijk beneden de contante j koersen. De oorzaak der daling schijnt te liggen in moeiolijkhoden. die de Ihjuidatio ondervindt bij het innen der saldo's van de debiteuren-reke ning, vooral in Imlië. Met het oog op de toe standen aldaar is dat niet te verwonderen, maar ' het is daarom nog niet gezegd dat er vfn die ! pretentiën in het geheel niets terecht komt. Ini tusschen is hetgeen men nu ziet gebeuren in schrille tegenstelling met do nog zoo onlangs vernomen pertinente verklaringen van den rechts| geleerden consulent in den boedel, waardoor meiiigj een tot koojion is verleid die zich zijn goed ver

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl