Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de handelingen waren in openbaren strijd met de
leer. En men bleef naïef genoeg om te gelooven, dat
zoolang niet van Gods ongenoegen bleek, het even
geoorloofd was, om vroegere europeesche neder
zettingen te verwoesten, als om inlandsche bevol
kingen uit te moorden.
Met de goede trouw was 't al even zonderling
gesteld. Schrijvers uit de eerste helft der zeven
tiende eeuw klagen over de vele bankroeten en
pyer de oneerlijke praktijken, die bij de vereifening
plaats hadden. De crediteuren waren soms zóó
verbolgen, dat zij den failiet gaarne in verzekerde
bewaring hadden doen brengen, maar deze had
wel vooruit gezorgd, om zich door het verwerven
van een acte, die men suretéde corps" noemde,
buiten schot te stellen. In dien tijd noemde mon
dat met een teekenachtige uitdrukking zich een
pampieren harnas aantrekken". Do desolate boe
delkamer is om toezicht van overheidswege uit te
oefenen in 1044 (reeds in 1627 was er sprake van)
opgericht en heeft sedert dat oogenblik nooit
Stille tyden gekend.
Dat men er geen bezwaar van maakte, om in
tijden van oorlog op ruime schaal kaperbrieven
uit te reiken, lag in de toenmalige denkbeelden
omtrent het oorlogsrecht. Maar die commissie
vaart was zoo voordeelig, dat menig schipper als
de kans schoon was kapertje speelde in vollen
vredestijd. De amsterdamsche patriciër Schaep
durfde wel te boek te stellen dat de in zijn tijd
reeds machtige familie Goelvinck haar fortuin
grootendeels door zeerooverij verkregen had, on
> in 1615 werd er wel in de vergadering van de
rederijkerskamer door een notabel persoon ver
teld, dat de zoon van een der toenmalige burge
meesters van Amsterdam met zijn schepen in de
havens van de Levant lag, om voor oen spot
prijsje van Barbaarsche en andere zeeroovers hunne
buitgemaakte goederen in te koopen
'Niet minder pleit tegen den handelsstand van
dien tijd de slavenhalerij. Particulieren niet alloen
maakten daarmede hun fortuin, de West-Indische
Compagnie dreef dien handel systematisch. Om
streeks het midden der zeventiende eeuw had
men te Amsterdam gezworen makelaars in slaven,
(Frangois Le Bleu was er een van), die met
Spaansche huizen in betrekking stonden. Er schijnt een
bepaald tarief naar gelang van den leeftijd van
die door Spaansche handelaars geleverde slaven te
hebben bestaan. Voor leverbaar werd een slaaf
gehouden die niet miserabel maar gesondt was.
geen gebreck hadt noch lam ofte gebroocken was "
Zulk een slaaf was 107 Y*. stukken van achten
(reaal acht schellingen) waard. lïij moest
dan tusschen 15 en 36 jaren oud zijn. 8- tot
15- en 36- tot 4'2-jarigen golden tweederden
van dien prijs. Jongeren van 4 tot 8 jaren
slechts de helft. ledere lading mocht slechts
Voor een derde uit vrouwen bestaan. Bij aankomst
ter bestemder plaatse moesten alle wel
sehcrpelijk geïnspecteerd" worden. Wie plantages in de
West-Indiëhadden, rustten zelf schepen uit. om
zwarte lading in te nemen. Dat men daarin niets
omncnschelijks zag bewezen o. a. Joan IJlaou, do
beroemde boekdrukker, raad en schepen van Am
sterdam, en do kooplieden Guiliam Bëlin de la
Garde en Nicolaes Vis in 1G67. Men beschouwde
de negers als handelswaar 011 bergde ze in dezelfde
ruimte, waarin balen en kisten waren opgestapeld
geweest. Dat zij dientengevolge vaak als muizen
stierven, ligt voor de hand. In 1685 verloren in
n schip op een lading van .'Ï70 stuks 140 a 150
het leven. Het juiste getal scheen men niet eens
te hebben opgenomen. Dat zou dan ook wel bij
de lossing blijken.
Een eigenaardig licht over dien handel geeft
het Journal van een in 1684 voor rekening van
de West-Indische Compagnie uitgerust schip van
zwaar kaliber. Den 28 November koos het zee,
hetgeen de koopman in het Journaal opteekeude
met de vermelding Godt sij onso leytsman", en
op den 31 December gat' hij nogmaals lucht aan
zijn vromen zich met de woorden: Hiermede
het oude jaor cyndigcndo willen van den
Almogenden in nieuwe jaer afbidden zijn zeegen.,
Amen". Het schip bracht een eonvooi militairen
naar Delmina en was overigens geladen met aan
de kust verhandelbare artikelen. Daar werden
reeds enkele slaven ingekocht, of liever verruild
tegen brandewijn, olie en spaansche nepten. Maar
het schip ging vorder, naar 't gebied van den
koning van Loango, die ter opening van don han
del met ruime geschenken behoorde begiftigd te
worden. Voor een waarde van ."50 gl. bood men
hem, lijnwaad, scharlaken, verzilverde houwers,
een paar vuurroers zeker niet van 't boste
kaliber, want ze kosten maar (.^A gl. met een
vaatje busl'"uit, een likeurkeldertjc, scharen, bek
kens, bellen, aarden kannen en snuisterijen aan,
waarmede mon zijne genegenheid won. 's Konings
twee' wijven worden bedacht en zijn rijksgroolen
evenzeer, alle met soortgelijke artikelen samen
ter waarde van 600 gl. Het schijnt, dat er kort
geleden oorlog was geweest althans er was vrij
wat aanbod ean het op de kust opgerichte
.,comptoir". De zaken gingen goed, maar er behoorde
heel wat zeemanschap toe voor den koopman om
hét met koning en onderdanen te kunnen stellen.
Toch was Z. M. ten slotto met den blan
ken vreemdeling zoo ingenomen, dat hij hem een
zijner slavinnen ten geschenke gaf' edoch oiult"
toekende de koopman in zijn journaal aan. er bij
voegende, dat hij daarin slechts een gering tevkeu
van vrindtschap" zag. Tegen 't einde van April
was men daar aangekomen en men verwijlde er
tot het midden van September, toen men een
180-tal slaven had ingeruild en eenige producten
van het land, waaronder de olifantstamlen zeer
gewild schijnen te zijn geweest. Aan persoonlijken
moed en koelbloedigheid had het den koopman,
het moet erkend worden, menigmaal niet ontbro
ken. Ware dit niet het geval geweest dan zou
het handje vol blanken onder de zwarte bevol
king het zeker hebben moeten ontgelden. Met
geschenken moesten de koning en zijn gevolg
telkens worden gestild. De ecne bodelaar was niet
weg of de andere deed zich weer op, noteerde do
koopman, in kleinachting van de waardigheid des
konings en van zijn huis.
In 't midden van November, twee maanden
nadat men de afrikaansche kust had vaarwel ge
zegd, landde men in Suriname. Of de zwarte
lading heelhuids overkwam? In 't journal wordt
er met geen woord van gerept. Do slaven werden
ontscheept en een honderdtal, natuurlijk do
beste, voor de sociëteit" behouden. De overige
werden op de voordeeligste wijze van de hand
gezet. Het schip was nu gedeeltelijk ledig en men
nam suiker in voor het vaderland. Met eenige
andere, schepen die op dezelfde wijs handel hadden
gedreven, koos men het ruime sop en kwam in
Maart 1686 weder behouden don Heere hebbe
daervoor lof ende danck" in Hollandsche haven
binnen.
Het is jammer, dat wij niet weten welke
voordeelen de Compagnie uit zoo'n reisje trok.
Allerlei.
DIEREN ALS BADGASTEN.
In het Nene Wiener TtiyeWtitt komt eene grap
pige satire voor op do dierenbeschermingsmanie
en de moderne badwoode. Het stuk is van don
humorist Ed. Pötzl. Hij schrijft:
Mot zonder aandoening las ik onlangs hot be
richt, dat het edele renpaard van baron Springer
indertijd de baden van Pistyan met uitstekend
gevolg tegen eene heupziekte heeft gebruikt. Het
verstandige dier moet zelfs, zooals tegelijkertijd
bericht werd, met blijkbaar welgevallen in het
geneeskrachtig slijk waden, daar het hierbij steeds
vroolijk hinnikt.
Zonder zelfverheffing zij hot gezegd: ik begreep
de beteekenis van deze nieuwigheid in het eerste
oogenblik reeds. Ik beschouwde het als van zelf
sprekend, dat de verccniging tot dierenbescherming
terstond met een manifest voor den dag zou komen,
waarin het de woldaad, lijdende dieren door baden
te genezen, niet alleen tot renpaarden beperkt
zou willen zien, maar voor het geheele, aan zijn
bescherming toevertrouwde dierenrijk zou eischen.
Te vergeefs echter wachtte ik tot heden op zulk
eene uiting van genoemd lichaam. De zaak mag
echter niet sluimeren, en daarom veroorloof ik mij
hierna ccnigo bescheiden voorstellen tot het ver
zachten der talrijke onder dieren voorkomende
kleine ongestcldheden, die allicht door baden kon
den worden genezen.
Wat te Pistyan mogelijk is, moet ook in andere
badplaatsen mogelijk zijn, eene afdeeling, waai
de dieren op doelmatige wijze gebaad worden, en
verder eene plaats, waar alle tot het baden ver
blijf houdende patiënten uit het dierenrijk een
aangenaam onderkomen en doeltreffende verzorging
in milden overvloed genieten kunnen. Moeilijker
is do quacstio van het transport op te lossen.
daar bv. do spoorwegen geen wagons voor onpas
selijke zijdewormcn bezitten. Intusschcn zal hier
voor ook wel raad geschaft worden. De hoofdzaak
is, dat de kwaal behoorlijk gediagnoscord. en ieder
arm gedierte een even krachtige badkunr deel
achtig wordt, als het hierboven genoemde
gcfertuneerde renpaard of de een of andere bemiddelde
oude papegaai. Met alle achting voor de voorname
afstamming van een renpaarden zijn overige
voovdcelen, zal toch iedere dierenvricud moeten toe
geven, dat hij dagelijks paarden tegenkomt, die
een badkunr nog veel meer behoefden. Letten wij
eens op het meerendeel der vigelanto paarden.
De ellende waarin deze creaturen \crsmaehten,
het gebrek, dat aan hen knaagt, de liefdelooze
behandeling, het oponthoud in tochtige straten,
het onsmakelijk eten, enz. hebben bet zoover
gebracht, dat onder deze dieren niet alleen een
grootc sterfte heorscht, maar dat /ij ook met allerlei
lichamelijke en geestelijke aandoeningen behept
zijn, die alleen bij dat beroep voorkomen. Een
hunner gewone toestanden is stille stompzinnigheid.
De knoi strompelt over de straat, verstrooid, on
verschillig. Geen blik heeft hij voorliet grootsche
der natuur, voor de heerlijkheid der gebouwen.
voor de lieflijkheid van de dochforen der
meiischon. Met stompe onverschilligheid en stompe
tanden knabbelt hij dag aan dag zijn roggebrood
en wordt ten slotto zoo dom, dat hij over zijn
eigen beenen struikelt. Wanneer nu deze bekla
genswaardige paarden te rechtertijd aan eene
koudwaterkuiir mot inwikkeling en douche worden
onderworpen, kon men er vele aan den nacht der
ongeneeslijke verstomping ontrukken. Nog zeker
der was het resultaat, ais oeiie grondige
vcrandein hunne levenswijs plaatsvond. Ik beu overtuigd.
dat een mager vigclantopaard ''ij voedzame
vleesehkost uitmuntend zou tieren, juist omdat het mis
schien vroeger het plantaardig voedsel
tegengegeton heeft. Alleen zou een zekere voorzichtigheid
voorgeschreven zijn, want ik houd een
vigelantepaard in staat om, als het eenmaal bloed geproefd
heeft, een der meest verscheurende dieren te
worden.
Is het van den andoren kant niet
onmenschelijk, zekere dieren den geheelen winter door zoo
vol te voeren, dat zij tut vetzucht vervallen, zon
der dat in het voorjaar iemand zich er om be
kommert, hoc zij dat vet weder kwijt raken 'i
ledere dikke, aamechtige mops zou de hand lik
ken van dengeen. die hi m moouaam naar Mai
ubad. hem daar een emmertje om den hals hing
en hem uitnoodigde het wonderdadige water te
slurpen. Hot vette dier kwam dun (enig als ecu
hazcwind en kon dan weder vroolijk er op toe eten,
zonder te vrezen, dat het in zijn eigen vet zou
sakken. Stelselmatig overvoederen veroorzaakt,
zooals bekend is. bij de ganzen eene uiterst las
tige verwijdiiig van de lever. Tegen deze kwaal
\ is Karlsbad onfeilbaar gebleken en juist den
gani zen moest men het al zeer gemakkelijk kunnen
lecren, om de slot- ut' marktibntein in den voor
geschreven ganzenpas rond te wandelen en door
! het proeven van de br«u iets tegen hun vetleycr
! te doen.
l Zou het niet van economisch belang zijn, kip
pen, bij welke men beklagenswaardige storingen
in het cierleggen waarnam, naar het
wcreldbc! roemde Eraiisonbad te zenden, vanwaar zij tot
i vreugde van betrekkingen en eigenaars met
moc' derlijk gekakel zouden tcrugkeeren V Het zou al
te veel ophouden, het aantal badplaatsen op te
noemen, waarvan het gebruik voor verschillende
dieren nuttig kan zijn. Wanneer ik nog even
spreek van Gleichenberg tegen de steeds moer
epidemisch wordende hceschheid der kanarievo
gels, St. Moriz als kliniatisch hoogbad voor suk
kelende lammorgieren, Teplitz voor aan oude
kogolwonden lijdende veldhazen, al do wildbadcn"
voor de zoo bijzonder zenuwachtige reeën on
gemzen, Bochnia tegen dreigende syptomen van
gewrichtsverlamming der vlooien, dan meen
ik voldoende vingerwijzingen omtrent mijne voor
stelling omtrent het badlcven der dieren ver
strekt te hebben.
De Londensche koopman Evans bezocht onlangs
Drurylane Thoatre en nam een kaartje voor de
galerij. Daar gekomen zag hij, dat er geen plaats
was, alles was overvol. Hij ging naar beneden
en vergde zijn geld terug: do kassier zeide ech
ter, dat men geen geld terug gaf', wel kon de ,'
heer Evang voor zijn kaartje op een anderen dag
komen. Evans stelde nu tegen den directeur van j
den schouwburg een vervolging wegens bedrog j
in, daar deze getracht had. eene plaats, die ver- i
kocht en feitelijk bezet was, nogmaals te verkoopcn. l
De rechter oordeelde, dat Evans' cisch volko- |
men gerechtvaardigd was, een overvolle schouw
burg mocht geen kaartjes meer afgeven. De di
recteur bracht hiertegen in, dat het er van af
hing, of het publiek uit dikke of uit magere per
sonen bestond; de kassier had geen schuld er
aan. De heer Evans was juist op een corpu- i
lonten dag'' naar de komedie gegaan ; dat kou j
niemand helpen. Do rechter zeid'e echter: Weeg
dan in 't vervolg de bezoekers van uw schouw- ?
burg, als ge dat noodig vindt, maar aan den heer
Evans moet ge zijn geld teruggeven, met schade- ;
vergoeding en de kosten." j
Een Amerikaan had in de koffiezaal een poosje
staan bluffen op verschillende verwonderlijke daden
op het gebied van zwemmen die hij bedreven had j
of waarvan hij, volgens zijn zeggen, ooggetuige
was geweest, toen een daar aanwezige
Engolschinan, wien deze opsnijderij begon te vervelen, het !
plan opvatte den bluffer tot zwijgen te brengen i
en wel met zijn eigen wapenen.
Jawel" zeide hij daarom plotseling, dat waren
ongeloofelijkc toeren, die gij gezien hebt, dat moet
ik toegeven, maar ik helt er een gezien, waarbij
al de uwe in het niet verzinken. 'Twee jaren ge
loden vertrok ik in een van de Cunard-salunbooten
van Liverpool naar New-York. Er hcerschlo bij
het vertrek der boot eenige beweging en drukte ,
op den steiger, en er sprong een man te water,
maar wij sloegen er niet veel acht op. Maar den
volgenden morgen werden wij er weer aan her
innerd, want, zoo waar als ik leef. daar zwom
een man voor ons uit met een snelheid van vijf
tien mijlen in het uur. We riepen hem toe en
wierpen een lijn uit. maar bij weigerde alle hulp.
Tegen den nacht verloren wij hem natuurlijk uit
het oog, maar toen de zou opkwam was hij er
weer, zoo frisch en levendig als ooit. En zoo
hield hij ons gedurende don geiteden overtocht
gezelschap, nu eens onder onze kiel duikend en
aan den andoren kant der boot weer boven water
hemend, soms ais een dolfijn rond het si hip dar
telend, nu eens op den rug. soms op zijn zij en
anders op den buik zwemmend, soms ook- ging
hij kopje duikelen in het water en geleek een
rad van een raderboot. Maar ecu uur of wat
voordat wij te Now-York zouden binnenloopen,
begon hij kracht te zotten; hij liet ons spoedig ver
achter zich en toen wij bij den steiger aanlegden,
vonden we bom gekleed en wel op de kade staan
om ons o]> te wachten."
De Yankee had den spreker gedurende zijn
verhaal scherp in het oog gehouden. Dat is
zeker een ware geschiedenis, vreemdeling?" zeide
hij eenigszins vragend.
O jawel, vast waar, ik heb In-t zelf gezien."
was het antwoord.
U hebt dien man den gehoolen weg over zien
zwemmen van Liverpool naar New-York?"
Juist."
Vreemdeling, kent u dien man?"
Dat wol niet," antwoordde de Kn/';elschi:ian
voorzichtig. Ik ken hem niet. maar ik heb hem
toch .gezien."
Vreemdeling, die ni'iit UVK ik!"
Ken inspecteur van de belastingen overkwam
dezer dagen iets grappigs. Nadat de gewone
vragen o. a. ook: uit hoeveel personen het
iniistïozin bestond, waren gestold en beantwoord, was
hij op het punt van heen te gaan. toen de dame,
de moeder dor huisvrouw, die hem te woord had
gestaan en er eotiigs/ins verlegen en opgewonden
uitzag, plotseling zeide: Ik gelooi dat liet er nu
wel zoowat wezen ;;al wacht u nog even." Hij
bleef nog eeiiigo minuten zitten. De dame kwam
terug met den uitroep. ,la mijnheer, n kunt er
nog een opschrijven 't is een meisje."
Handel.
De Goederenhandel was over bet algemeen in
de afgeloopeu week niet levendig.
Suiker bleef' nagenoeg onveranderd, slechts en
kele malen was de stemming iets vaster, de be
richten aangaande de bietoogsten luiden gunstig
en houden iedere betere stemming tegen, zoodat
de teudenz van het artikel in dalende richting
blijft. Geraffineerd verheugt zich over vrij goeden
afzet.
Koffie was stil, wat de omzet in ceeleu betreft;
goed ordinair Java is thans op 3.'iJi' cent aan te
nemen. Levendig was de omzet in 1ste hand van
blauwe Javas. welke tot steeds verhoogde prijzen
geplaatst werden. De ophanden zijnde kleine
Maatschappij-veiling vindt zonder twijfel een goed
onthaal.
Tuint!; van de op O October bij inschrijving niet
gegunde jiartijen Java Tabak werd een deel deze
week afgedaan. Van Sumatra worden op 27 dezer
belangrijke inschrijvingen verwacht.
Tin is vrij wel onveranderd gebleven, de stem
ming is niet willig, en waren de verkoopers in
hot algemeen niet zeer gerefireerd gebleven, dan
zou er zeker eene daling gevolgd zijn.
Katoen word zeer vast, op minder gunstige
oogstborichten uit Amerika, de omzet was hier
iets levendiger.
Specerijen zijn kalm maar vast; op 21 dezer
zullen belangrijke partijen Noten en Foelie aan
de markt komen.
Granen. Rogge was in het begin der week
zeer flauw, later ontstond er op minder gunstige
politieke geruchten, iets meer kooplust. zoodat
eene kleine verhooging werd toegestaan Tarwe
met weinig verandering, de koojdust bleef zeer
gering, ook waren de verkoopers geretiroerd, zoo
dat de weinige zaken tot onveranderde prijzen
plaats vonden.
OHi''ii. Lijnolie was de geheele week slap. her
stelde zich op den laatsten marktdag eenigszins.
en trad er meer attentie opliet voorjaar te voorschijn.
lïaapofie was de geheele weck in vaste stem
ming in navolging van Parijs, ton slotto werd de
stemming kalmer. Petroleum bleef prijshoudend
en loco goed gevraagd, op levering was weinig
attentie.
BeursoverziehtVan 9 tot 15 October 1886.
De lustelooze stemming voor Europeosche
staatsfondscn, waarvan wij reeds in onze beide jongste
Beurs-ovorzichtcn te gewagen hadden, ging deze
week in ecne bepaald flauwe over. De Berlijnscho
beurs, die het geheele jaar door do hausse
bet krachtigste gesteund heeft, begint toe-kenen
van afmatting te geven ; of tengevolge van het
verontrustende optreden van rïitsla.'td in de
jjulgaarsehc aangelegenheden, gecompliceerd met eene
minder kalme opvatting der zal;en door Kngeland.
zooals die wordt afgeleid uit de geheimzinnige
reis van Lord liandolph ('hurchil! : dan wel als
natuurlijke reactie op den al te sterken kooplust
door Herlijn aan den dag gelegd, en de te groote
massa's materiaal dat die plaats heeft opgenomen,
nu gevolgd door hetgeen in beurstaai oeue indi
gestie" heet: genoeg, do Uerlijiische b"urs bleef
afgeven in plaats van de markt te steunen.
Vooral liusseu verkeerden in flauwe houding;
het aanbod voor Duitsche rekening vond geen
tegenwicht, noch te Londen, dat in bet geheel
niet. noch fe Amsterdam dat zeer weinig'
goncigdlieid betoonde om tot deze prijzen c u onder do
tegenwoordige omstandigheden fondsen tot een
('enigszins beteekenend bedrag op (e m-vien. Kus
sen 'iS7:i gingen van :>S>< op !)6M. dito issiivar.
Xi*A op W:i'. dito 1S64 '<> van los!'<i op lO()>!f.
(>n*|.erlee!iing van 57:'J op ,V>"<, Ook <
'osieurijkM'he foiiii-.cn omvingen hun deel in de daiin ^; Mei
cu Juii-renli' KwiumMi re*p. van n1)-"; en iJS op
65 ?:':--: en liü7^. Geprivilcgeordo Turken moesten
?i jif.'l1. ])üv-"ii. en sluiten op (i."): series (_' en D
verloren ongeveer ;- pC.'t.
De houding der Londen*; ho beurs w:J.s in tegen
stelling met de Uerlijusche eer vast te noemen.
vooral voor de specubitii'fe.nuse.n. waarvan ('ohimbia
dj) L'> dr. zelfs den prijs van !ir>!i' behaalde, om
echter heden weder tot "1\ !'s te zakken. Kr wer
den eenigo omvangrijke kooporders uitgevoerd.
oogenschijnlijk voer Kngelsclie rekening; do be
weging vond bij onze' beurs, die van de gelegen
heid gebruik- maakte om eeuig fonds ter markt
te iü'ci'gou, geen steun.
Mexicanen vast. doch steeds verhit on; Vene
zuela loom. mot geringe variatiën: alleen Peni
kon de week op de h-jogste koersen, 15 en ll?ic.
verlaten.
Ten opzichte der iudusirieele onderiu'miugcu
wo> iie markt goarcidentcerd en verdeeld.
De stemming blijft voor koloniale waarden nog
sleed* onbehagelijk, niettegenstaande de meerdere
vaslbeid dei' suikermarkt en de weder s.iijgende
prijzen der koffie eeuo meer hoopvolle op\atii:ig
wel schenen (e wettigen, lief bericht, dal de
jiiiail v;ui State het \ve(.*oniwerp betredende de
Indische suiker-crisis aan den Minister heeft
ieruggeznudon. werkte echler ontmoedigend. De beurs;
scheen de zaal; aanstonds zóó op te vatten, alsof
uu alle kans op Uegeoringshulp \erkeke:i is. te
meel1 nu de ivanicr uiteengaat zonder dat
ervorder een woord over de Indische aangelegenheden
gerept is. Zeker is de/o vertraging te betreuren
do; h men behoeif daarom de hoop met op te
geven, dat de lïegocring spoedig mei andere
yoorO'iien voor den dag zal komen, liet door
den liaad van State afgekeurde ontwerp moet
werkelijk de strekking hebben gehad, de suiker
gedurende twee j;ire;i voor f !>. de picol aan te
koopeii.
Lilusschen luiden de berichten uit Indie
aller(reurig-l. De crcdict-insteliingon durven, zoolang
de onzekerheid omtrent de plannen dor ivgooriug
voortduurt, niet verder gaan met het versirekken
va:i beilrijikapitaal. Teng'ovolgc daarvan is reeds
op tal van fa'orh ken en landelijke ondernemingen
het werk belangrijk ingekrompen oi geheel
gestaal;!, liedenen gcnoog dus voor de beurs om
bezorgdheid ie tooneu en eer tot verkoopen dan
tot knopen over ie bellen.
liet sterk.*!1 daalden ook nu weder de
gesiempelde obl. Leu* a liergsman. waarin de verkoo
pen a tont prix werden voortgezet, en waarvan
sommigen zó'') slechte verwachtingen hebben, dat
'/.() zelfs in blanco verkochten op f maand
leve! ren. tot prijzen belangrijk beneden de contante
j koersen. De oorzaak der daling schijnt te liggen
in moeiolijkhoden. die de Ihjuidatio ondervindt
bij het innen der saldo's van de debiteuren-reke
ning, vooral in Imlië. Met het oog op de toe
standen aldaar is dat niet te verwonderen, maar
' het is daarom nog niet gezegd dat er vfn die
! pretentiën in het geheel niets terecht komt.
Ini tusschen is hetgeen men nu ziet gebeuren in
schrille tegenstelling met do nog zoo onlangs
vernomen pertinente verklaringen van den
rechts| geleerden consulent in den boedel, waardoor
meiiigj een tot koojion is verleid die zich zijn goed
ver