Historisch Archief 1877-1940
l
No. 487.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Amsterdam, een hooggetijde. 't Was de 25e
verjaardag sedert Ernst Possait, de 20-jarige
jonkman, debuteerde, en wel in Schillers
hyperromantische schepping Die Rauber". Het lag
nog al voor de hand, dat de voorstelling van dit
Trauerspiel" gekozen werd ter voormelde ge
dachtenisviering. Op 19-jarigen leeftijd door
Schiller ontworpen, geeft het stuk wel aanleiding
om Hertog Karl van Württembcrg in 't gelijk te
stellen, dat den dichter zu viel Feuer" in den
weg zat. Te midden der blaking van dat vuur,
is hij er werkelijk in geslaagd eene
samensehakeling van zulke buitensporige smakeloosheden ten
papiere te brengen, dat niets minder dan het
talent van Possart noodig was, om ons van tijd
tot tijd met de voorstelling vrede te doen hebben.
Maar men moet kunstwerken niet altijd zuiver
sesthetiesch willen genieten. Er komen historische
elementen in het spel, en men zal soms iets van
het schoone opofferen, om den wille van het doel
matige. Het is voor onze kunsthistorische voor
stellingen in 't geheel niet zonder belang eens te
zien, hoe men zich op Zondag den liien Jan.
1782 in den Mannheimer hofschouwbnrg vermaakt
heeft, toen daar mit grossem Erfolg" de
Riluber" voor het eerst aufgeführt" werden.
Maar den 19en Okt. 1880 was het stuk, dat
gespeeld werd, een bijzaak de hoofdzaak was
de huldiging van den grooten kunstenaar, die ons,
in dit seizoen, door zijn meer dan gewoonlijk lang
verwijl in ons midden, verblijdt en verheft.
Ondubbelzinnig was de geestdrift, waarmee
Possart begroet werd. De Heer L'Haraéheeft hem,
in naam van het geheele Duitsche
Toonoelgezelschap, een smaakvol geschikten krans aangeboden,
begeleid van een toespraak, die den woordvoerder
niet minder eer deed dan den gevierde. Ook
andere vereerders hebben door het goven van
kransen van hunne bewondering en liefde laten
blijken, en het was geen wonder, dat de indruk,
dien dit op Possart maken moest, gevoegd bij de
bovenmenschelijke vermoeyonis, dio mot het op
treden als Frans v. Moor gepaard moet gegaan
zijn, hem deed afzien van het uitspreken eener
dankbetuiging, die den gevoeligen kunstenaar zeer
zeker bezield moet hebben.
Ik kan geen tafereel geven van de toestanden,
die Franz v. Moor doorloopt, van de stonimingcu
en van het bedrijf, dio er voor Possart mee samen
gingen. Waar zuiver gevoel, woedende, maar ge
motiveerde hartstocht, waar wraakzucht, haat,
baatzucht, valschheid, voorgewende menschelijkheid
uit te drukken viel, bleef Possart nergends bene
den do intentie van den dichter: maar ook het
excessieve word zonder te-rug-houding gespeeld
en dit kon niet anders.
Men moet dan ook zeggen, dat, eenmaal deze
rollen gegeven, de overige tooncelspclers zich van
hunne taak met ijver en goed begrip gekweten
hebben. Het samenspel der 6 Libcrtiner, nachher
Banditcn" was goed ingestudeerd; bizondcr hebben
zich daarbij de Heer Nessberg, als /iieyelber;/, on
Saalborn, als Schweizer, onderscheiden. Ook de
Heer Wittnauer, als de oude Graaf con Moor.
maar boven al de Heer L'llaméals Karl, hebben
al gedaan, wat, in dio rollen, van hen gevergd
kan worden. Mev. Pi'und-Kühnau heeft maar op
te treden, om het publiek aangenaam aan te doen.
De minst geslaagde charaktertcckcning in het
stuk is wel die van Amalie en haar vervolgen van
Frans met zijn eigen degen grenst aan hot ko
mische : maar dank zij het talent en den takt van
Mevr. Pfuud is ook dit optreden zonder stoornis
afgeloopen.
Spoedig hopen wij Possart te ontmoeten in
eene voorstelling, die beter past in de moderne
begrippen van goede smaak,
* *
Het Nederlandsen Tooiieol" speelt de komedie
van Raimond Dcslandos Le Marqnis llarpagon"
met zeldzame volmaaktheid. Het stuk werd het
eerst vertoond in het Odéon in 18(52. liet staat
dus op het ovorgangspunt tusschen de oudere en
de latere school. Door zijn toon en inrichting sluit
het zich echter moer aau bij Scribc dun bij
Sardon. Het maakt den indruk van een
wuterverfteekening. Dit ncomt niet wech, dat in het :!e
"bedrijf een groot dramatiesch eft'ekt zit, en dat bet
slot hiervan, door den lieer Schulze met onge
woon meesterschap gespeeld, een ovcrwehligenden
en tevens hoogst weldadigen, indruk maakt.
's Hoeren Bouwmeesters kroatio van ileu 3htrkies
Harpagon is in allo opzichten boven mijn lof.
Zijn uiterlijk, zijn kiesche en wa rdige opvatting
van hot geheele charakter hebben hem wér nieuwe
lauweren doen behalen. Onder de andere
personaadjus heeft vooral Mej. S. van Biene, in de
vervulling der rol van Valeiiiiue, zich gunstig
onderscheiden.
20 Okt. '8(5. A. Tn.
HAMLET
aan do Comédio Fram;aioe.''
Slot.
In dien zin van Lebrun?jildlosoplieort Jules
Lcmaitre, over het kunstwerk, dat ontstaan zon
zijn, als Racine hetzelfde onderwerp (Hamlet)
had behandeld.
L'hypothèse n' est pas si absurde uu'elle en al'air.
Je suppose que i'aeinc ait veen beanconp plus
longtemps, qn'il n'ait point renonce au théatre, et que,
ayant puiséapen pres tont cc qu'ilpouvaitiinitordu
théatrogree,et s'étant mis comme (-N>rueille,afeuilleter
au hasard les vicilles chroniques. il soit tombe
lm jour sur l'lüstoirc d' Hamlet, et en ait
senti la beautédramatique. Quelle tragédie en
eut-il tiréc? . . . Cc (uu m'irrité, c'est que je me
sens prcsque absohrment incapable do répoudre.
Je crois qu'il eut re tranche beaucoup de choses,
soit par uu scrupule do noblesse et de dignit
tragique, soit pour observer Les trois nnités, soit
a cause do la disposition matéricllo du théatre
en son temps. Je crois qu'il eut .supprim
l'apparition du spoctro et 1'cut rcmplacée par un songe.
Il out sans doute suppriméanssi la scène des
comédicns. Je ne sais s'il aurait conservéla folio
d'Ophélie; en tont cas, je ne pen.se pas qu'il I'eütmise
en scène. Kiit-il garde la folie simulée d'Hamlet?
Je crois qu'il reut supprimco galement, par amonr
de la clarté. Il n'eiit pas garde davantago l'assaut
d'armes du cinquièmèacte. Alors quoi? Oui,
quoi ? Il eut eertainement developpéles róles de
la reine et de Claudins et leur eut donnéplus de
veritéet de vie. Tont en modiflant profondément
toute la partie extérieure du drame et en
maintenant Ie style sur un ton de noblesse continue,
j'imagine qu'il eut compris Ie caractère d'Hamlet,
comme Shakespeare, mais sans lui prêter d'
chappées philosophiques, et qu'il l'eftt strictement
maintenu dans les termes de la future définition
de Goethe, sans la déborder peut-être même sans
la remplir tont a fait. Il eut sans doute beau
coup rapprochéson Hamlet del'Omied'Euripido.
Son Hamlet ne serait point brutal ni féroce."
Na deze philosophie komt men weer terug tot
Yoltaire, die Shakespeare un sauvage j'rre" oor
deelde. Het is of Andries Pels, de man voor het
afgeronde en gelikte, die zich van zijn tijdgenoot
Rembrandt afwendde, omdat hij zijn schilderkunst
te wild" vond, weder aan het woord is
Shakespeare en Racine, twee tegenstanders, de
een het hoofd der Romantische, de ander der
pseudo-klassieko richting, met elkander in ver
gelijking te brengen, is onmogelijk; slechts bij
gelijksoortige grootheden zou men dat kunnen
doen.
Dezelfde Jules Lemaitre noemt de alleenspraak
van Hamlet die van een kind. Hot tooneel met
do doodgravers, oordeelt hij horriblement banal",
do scène van den waanzin van Ophelia amusante,
parce que la petite y chante des choses
imrnodistes, mie scène de koepsake et de romance;
on croit contempler un chromo".
Een ander beoordoelaar, Eduard Durrand vindt
het treurspel Hamlet over het algemeen allerzotst.
Het meest heeft hom getroffen dat allo personen
gek zijn of worden en er zoo velen om hot leven
komen. De opmerking is hizonder nuchter. Het
geheele verband rukt hij los, de achtergrond van
het treurspel somcthing rotten in the State of
Denmark" bestaat voor hem niet. Zooals de
Noorscho dichser Ibsen in al zijn werken laat
zien, dat wat op leugen en bedrog gegrondvest
is, onherroepelijk ten gronde moet gaan, zoo geeft
Shakespoaro in Hamlet te aanschouwen doch
naar het behoort op den achtergrond het verderf
in den Staat en aan het hof van Denemarken. :
Zal do toestand zuiverder worden, dan moeten j
allen ten gronde gaan, En dat gebeurt. \
Met de komst en de overwinning van den jongen
Fortiubras. voor wien do staat ontbonden en uit
den band was gesprongen, breekt een betere dag,
een gezonde toestand aan.
De Franscbe vertalers hebben gemeend dit !
tooneel weg te moeten laten, wat tot recht begrip i
niet overbodig blijkt. j
He, oude heer Sarcey, wien het tooneel op bet \
kerkhof erg somber on lang is toegeschenen en die i
zich meermalen verveeld heeft, weet niet of Ham- j
let gek is of niet. Voor ieder, die den tekst in allen i
eenvond leest, is het overigens een opengeslagen
bock. Als Hamlet de geest is verschenen, voegt
hij den ontstelden Horatio toe: j
In aarde en hemel is er meer, Iloratio,
Dan door uw schoolsche wijsheid wordt gedroomd.
Maar komt, zweert hier. zooals gij straks bereid ,
(waart.
Zoo waarlijk God u helpc, dat gij nimmer, ;
Hoe wonderlijk en, rrccmrl il: mij f/edi'antf, '
Duur 't in 't rerrolg u-cUidtt mij dienstig seliijiit,
]\Iij grillig, wonderbaarlijk aan te stellen.
Dut r/ij, alsdan mij ~icnde, nooit zult loonen,
Dat ([e -ietn, (V/V, run mij weet:?dit nooit te doen, !
Zoo waar ge op troost en heil in doodsnood hoopt,
Zij uw gelofte zweert! j
Duidelijker is toch wel niet mogelijk. Waar is j
hier het raadsel? i
Sarcey is do afgeloopen week Hamlet in de
Comédie Franoaise nog eens gaan zien en beeft
in de mise-cn-scèno, de verlichting en bet spre- '
ken vele verbeteringen opgemerkt. Maar hoc stond
hij verbaasd! De zaal vol .... vooral de min- j
dere rangen. Het was hum een wonder, hem, die i
zich bij zoo menig gedeelte verveeld bad! !
Zoo min in Frankrijk als waar ook behoeft het
een wonder te zijn. Het volk beeft behoefte aan
ware, onvervalschte poëzie en wil meiischeu zien
iu plaats van kartonnen poppen der conventie en
de uitmoting van schandalen. Uit bet oogpunt van
hoogo geldelijke ontvangsten staan hier a'.s elders
de stukken van Shakespeare, en over het algemeen
van ieder degelijk dramatisch schrijver bovenaan.
Sarcey zag dezelfde week luit melodrama:
Lfi tour de Xexle. Het bracht hem in verruk
king en nog in het rustige studeervertrek .jubelde
hij: .,Lit tour de. Nesle Ah! ij/ielle i/iice.'
qnelle, atlinirable 'jiicce ' fjiii'l c/te/'-il'oeiiri'c cl
comme il est amusant d'nn bout a l'aitlre!
Sarecy's verrukking bij het melodrama Lit lour
(Je Nesle, zijn verveling en bcgrijpclooshcid bij /oo
menig gedeelte Van Hamlet mogen de oogen
openen van velen, die blindelings bij zijn oordeel
zweren.
Hamlet is het begrip en de schoolsche wijsheid
der Fransche tooneelcritici te boven gegaan. Zo
hebben bet allen erkend, maar niemand oprechter
dan Jules Lomaitro. die zijn opstel begint met
de verzuchting: 11 me faut aiijonrd'liinjiniiei'
d'Jlamlei, c'cst liorrible.
J. II. RUSSI.VJ.
Naschrift. [n bet eerste gedeelte van dit
opstel wei'd gezegd, dat Ohnet's [ndn.tlrii-el ra n
1'ont-Aresnes /eer verrassende punten van ver
gelijking aanbiedt, met Bosboom Tonssaint's roman :
Majoor Frans. Dit is ecu misstelling, liet moet
zijn: Olmet's Grar'm Sarah."
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
In bet gebouw der Internationale
Kunst-Vereeniging, werd Dinsdag laatstleden eene
inri/a/ienititiiice gegeven, welke door een talrijk publiek
werd bijgewoond. Een Xeder/tntilsch pianist, wiens
studiën ook gedeeltelijk onder de leiding van
yederlati'/xehe meesters plaats vinden, trad met
een vrij uitvoerig en belangrijk programma op,
dat wij hier laten volgen:
Sonate in b-mol Ciioi'ix.
Fenx-follots LJS/T.
Etude : . .
Orgelfuga, g-moll BACH-LISZT.
Nachtfalter, Andante
Spianato CUOPIN.
Valse-Caprice E. POTJES.
Venezia e Napoli LISZT.
Wie niet over een goed ontwikkelde techniek
beschikt, mag gerust niet in staat gerekend wor
den de nummers ten gehoore te brengen, die
hierboven vermeld staan. De uitkomst van het
concert heeft bewezen, dat de Heer Potjes zijne
krachten niet had overschat en tegen de tech
nische moeilijkheden, die het programma ople
verde, volkomen opgewassen bleek. Zijne goede
eigenschappen traden onzes inziens het meest op
den voorgrond, waar het gold de geoefende hand
van don door ijverige studie gevormdeu klavier
speler te doen opmerken. En do samenstelling
van het programma legt van het streven om dio
technische vaardigheid in het licht te stellen, wol
getuigenis af. Vooral het Finale Presto der So
nate, eu de Liszt-iiummers speelde deze artist
met zeer veel bravoure. In de orgelfuga werden
de verschillende motieven met groote duidelijkheid
voorgedragen en do stijl liet niets te wenschcn
over. De Etude van Riibiristoin hebbeu wij wel
met minder monotone gelijkmatigheid en mot
vlugger tempo hooren voordragen; de indruk leed
er niet onder. Hot speet ons, dat bij het eetsto
gedeelte van het concert, wegens de te late aan
komst der vleugelpiano van Mand, van een ge
woon klavier moest gebruik gemaakt worden.
Nevens den Heer Potjes trad als zangeresse op
Mejuffrouw Elisabeth Heinrich uit Potsdam. Heer
lijke liederen kwamen op het programma voor,
o. a. In der Fremde, Schone Fremde, Wehmuth
en Widmung van SeJiiinuinn en Für Eincn en
Stille Sicherkeit van llobcrl Frans. De voordracht
maakte geen diepen indruk en in het timbre der
stem was het oen en ander op te merken, dat
met het karakter der gekozen liederen niet in
overeenstemming bloek. Het mezza-voco klinkt
niet onverdienstelijk. Er dient echter gezegd, dat
Matinees in bet algemeen voor chantenses'' niet
gunstig zijn. In geenerlei opzicht.
In een vorig verslag werd over den heer Griining
alsMaxin den Freischütz te Amsterdam gesproken.
Do directie der Iloogduitscbe Opera uit
Kotterdam wcnschtc gaarne wat er goeds van den door
ons aangediiiden zanger gezegd werd, de, heer
de Lange en bet Handelsblad deden hetzelfde
op het actief van den beer ICcr/Ae/nt ovcv te
brengen, dieblijkciis zijn optreden als
i'lorcstan in FidelioA&t wij te dezer plaatse slechts
als een succes d'estimc kunnen vermelden, niets
dient te missen. Wij voldoen gaarne aan dit ver
zoek ; doch meer is ons niet mogelijk. Voor de bezoe
kers van hetYW<;/.s mor Volksrlijl heelt lut debuut
van den heer Mreii!ieiin in Fide/io plaats gehad.
Op drie uitgaven van den Heer Brix vou
Wahlberg wenschen wij nog gaarne de aandacht te
vestigen. IL' Kleine Cliarakterstiïcke lui' Violine
allein, componirt vou Franz ('oenen; Meidoorn.
acht tweestemmige liederen met klavierbogeleiding
van Iteiulrika van Tussenbroek; Ma première1 idee.
Va!;e inmr Ie piano, composéo par ('harie.-,
(ire"'nger, lève uu cmiservaioire du i'aris. AVi.j voe
gen bij het laatste: (hans leerling van hof Conser
vatorium te Amsterdam, te meer. omdat de
bescheidenheid van den toekomstig? artist daar
door tegen elke opmerking beveiligd biijit.
De Charnkterstücke van den beer (.'ocnt-n ver
dienen do hoogste aanbeveling en zullen den
violisleii een welkome gave zijn. Eenvoudig zijn
de liederen van mej. van 'l'ueubroek /.i'ker, en
dit is veeltijds eene aanbeveling, wijl /.ij der ver
spreiding niet in den weg staat. De kleine valse"
van Urelinger is zonder eenige pretentie
gcx'hreven en van gemakkelijke executie. Alle uitgiiven
zijn goed verzorgd; d'c lieer ISvix von SValillxM'g
bcei't zijne reputatie op dit gebied volk-omen
gehandhaafd.
In een volgend artikel lu^preken wij ook de
Ilollandsche Opoi'a". welke dooi' bet krachtig
initiatie!' van den lieer de Groot lot stand is ge
komen en dj) XedciiuiHl.M:heii text Kunst vuil
!'OUnod heeft opgevoerd. Yoorlo(>j;ii>; wrde den Heer
de la Fueute, den liekwameu oricesldireelenr, een
woord van welverdiende hulde gebracht, dut ook
aan den Heer de Groot voor zijn Hink optreden
en de verdienstelijke mUe-eu-.s.-ène nie! mag ont
houden worden.
II. C. l'. D.
Zaterdag trad de heer Paul Haase op als gast
in Das Nachtlager in Granada; zijn edel geluid
mist zijne uitwerking nimmer, doch klonk het in
de partij van den Frinz Regent ietwat dof (gevol
leerd zou eigenlijk beter uitgedrukt zijn), hetgeen
ik echter voornamelijk toeschrijf aan de lampen
koorts, die don heer Haase oogenschijnlijk den
geheelen avond niet verliet; in het laatste bodrijf
had hij ..^verigens heerlijke oogenblikken. Mej.
Bottaque gaf ons Gabriele te zien en te hooren,
zooals dichter en componist zich haar moeten
gedacht hebben. De Gowez van den heer Griining
was meer dan verdienstelijk; zelden hoorde ik
hem beter, vooral zoolang er geen hooge tonen
forto moeten gezongen worden; do boer Griining
behaalde een welverdiend succes. De partijen van
Ambrosia, \~aaeo en Pcdro waren in goede handen.
De opvoering van Der Troubadour, op Zondag,
kon ik slechts voor een zeer klein gedeelte bijwonen;
na wat ik echter van anderen van gehooid heb,
moet ik mij fclicitccren met mijne afwezigheid;
het schijnt voor het grootste gedeelte minder dan
middelmatig geweest te zijn.
Na eene pauze van wel ongeveer tien jaren
kwam Woensdagavond Wagner's Der Fïiegende
Hol/ander weder voor het voetlicht; de laatste
baryton, dien ik mij in dio partij herinner, was
Massen, ik zou echter niet moer durven zeggen
of het mooi of leelijk is geweest. Stellig zou de
lieer Massen al heel wat gepresteerd moeten
hebben om den heer von Bongardt nabij te komen,
die den Hollander heeft gegeven op eene wijze,
welke slechts lof en waardeering verdient; zijne
edele figuur, fraaie grime en nobel spel, gevoegd
bij een weekheid van zang als men slechts zelden
van hem te genieten krijgt, on forschheid van
uitdrukking, zooals hij hot (ieder weet het) bij
uitnemendheid kan, maakten hom tot eeue ver
persoonlijking van den immer voortgezweepten,
lijdenden zwerveling, zooals men zich dien voor
stelt. De Kenia van .Mevr. Mielkc was alweder oen
prachtstuk; het duet t tusschen haar en von Bon
gardt in het tweede bedrijf moet ieder, die het
heeft bijgewoond, onvergetelijk blijven. Slechts
miste ik in haar spel het eenvoudige kinderlijke
dat iSeitta aanvankelijk nog door het waas van
dweperij been moet kenmerken ; en later bet ge
heel en al hini/ebeiitle der alles aan hare liefde
opofferende vrouw. Maar kunnen wij bier dan
tillen verlangen'! Bij .;ttlk con zang als de hare
houdt alle critiek op'. Den heer Griining een
woord van hoogeu lof voor de wcdergavc van den
J'lrik; zijn piano en »ie::sa roce is seer goed, hij
droeg met gloed en gevoel voor en gaf deze rol
in het algemeen zóó dat men er geen ander voor
wenschen zou. De heer Bchrens zong den
C«p*lain Dalaiul voortreffelijk, speelde hem daaren
tegen met dezelfde handbewegingen en buigingen
als bijv. den Kihiiij of den Lunthjraf. De heer
Bolle maakte van Slciicrm/iini, wat er van te
maken was, en zong zijn lied recht verdienste
lijk ; even zoo gedroeg mej. Bonor zich in do
kleine partij van Marij.
Van de koren werkten de mannen in hunne
afzonderlijke nummers /oer goed, er was blijkbaar
j/'ied voor gerepeteerd; het zoo fraaie S/.-inn/ied
dor vrouwen daarentegen leed onder het overma
tig uitzetten vun geluid bij de sopranen; een wei
nig meer be.scheidenheid zij de/e dames aanbe
volen. Voor eene volgende opvoering mag het
orkest nog wel eens duchtig repeleeren, het was
soms nog minder dan oiiva.sf. en du heer
Schroedcr had vaak alle moeite (niet zelden ook
lioorb"in') om ongelukken te voorkomen. Jammer dat
ook de monteering op ou> loonoel niet anders dan
hoogst gebrekkig kun zijn: ik geloof gaarne dat
het moeite gekost heeft om zelfs dat, wat er was,
no';' tot .-tand gebracht te krijgen; maar liet was
vrij naar.
Xaar mijne meeuini; zal de Hollander hier nog
menige opvoering beleven; liet tweede bedrijf
is allén een gang naar den Schouwburg over- en
overwaard on zal Mevr. Mielke- en den lieer von
Bongardi >teliig telkens en toenemend succes
be/ornen. \ .
ML'ZIKKAAL OVEUZICUT.
Kurrj;i;i>A*;, 22 October '8(1.
dp Zaterdag !> dezer had zich een dichte schare
naar het Operagebuinv begeven om den \\'illiel»t
Teil te gaan hooren. nieuwsgierig als men was
hoe de heer Ccko zich van zijne taak zon kwijlen;
'l pri ... .
schoon onvoorbereid, en mei een door du reis
j naar Amsterdam op den vorigen (big vermoeid
l personeel even liiuk vau stapel liep als de
vorige maal.
i IK' volgende Woensdag bracht oiis Fulelnt. door
meu'. .Mielke schitterend vertolkt; de heer lïehreiis
i scheen minder goed gedeponeerd dan bij de vorige
. voorstellingen. Do heer \Yerthoini trad uls
Floirxlan op, (leed zijn best. maar kou mij op verre na
'. niet voldoen; ook had hij zulk een hurtM, dat hij
' het orkest in de laatste scène een maat vóór was,
j hetgeen niet strekte om hef genot te verhoogon.
j Du hoer Mulle was een uitstekende Jaijiiino en de
heer Shukow.sky eeu goede Jfinixler. Als M<ir:.ellinc
\ trad mej. von 'ï'arnay op; ofschoon /ij blijkbaar ui
i hare attentie noodig had voor den kapelmeester
(in een Fide/h mede te werken is toch geheel
iets anders dan in eeu Frein-liiil:. hoe hoog dit
laatste werk ook staat) zong zij niet voortdurend
friscli, helder en aangenaam geluid, hetgeen voor
namelijk de ensembles ten goede kwam, ierwijl
zij door haar naïef innemend spel (voor zoover
het niet door de zorg voor het muziekah: deel
werd belemmerd) elkeen bekoorde. De heer von
Uongardt was als altijd een goede Pï.:arro, die
j vun deze ondankbare parHj nog war weet te ma
ken: de ouverture heb ik wel eens gladder hooren
uitvoeren.
KUKST-TEN-TOON-STELLING.
IV.
l Daar is. in de verslagen, diu van de
driojaarj lijksche .,'i'enfortroteiliiig" in den jare l.Sttd" door
dag- en weekbladen geleverd worden, een zekere
; luste!oo>hei(l op te merken. !k geloof, dat dit toe
te schrijven vult aau het verschijnsel, met welks
1 vermelding ik mijn :Su artikel opende. Van deze
j lu>tch'tr,heid mogen du kunstenaars intnsschen niet
! do slaehlolVei's zijn; en daar er mér kans. voor
opgewektheid is bij iets vun korten dan van langen
i duur. wil ik mij met, zorg onthouden in mijne
'; overzichten naar volledigheid te streven.
Xo. M. 7_r? o'foj.'c <{iir cuincltitx, door X. vau
den l'AHioii. te liru^el. Vier leveiisgrooto figuren:
AniKtnd Dnral, <>)> het .kerkhof staande, du
Dnotl. (fran-r. knielend bij de geopende kist, de knecht
! vun dezen op een derde' plan: en .sij. neen. haar
' stoffelijk overschot", met ontbloot gezicht tusschen
de drie liretter umi 2 lirettchen." Het deksel
ligt er naast. Op haar duudkleed, aan de voeten,
Ii'4'U'en eenige bloemen. De jongeling, in de rouw,
drukt, door zijn kostuum en door den zakdoek,
i dien hij voor zijn mond houdt, meer dan door zijn
gelaat, zijn zicf-toostand uit. De schilderij is niet
i iu de vluamsche kleur-lraditie geschilderd; en
ook daardoor wat mat niet oneigen intusschen
l aan hef onderwerp. De leerlingen van Portaels
leekenen in 't algemeen goed; dat is ook hier
j het geval.
No. l i O: een kontrast. In de breedte
gekomi poneerd. hebben wij hier met een korrekt
geteei kende en frisch geschilderde Zitting der jonge
| Knnstvereeniging Als ik kan" te Antwerpen"' te
' doen. liet .--tuk is vau 11. Lnyfen -- een goeden
' bekende en met veel talent heeft de maker
zich uit de moeyelijkhoid gered een twintigtal
jong'o-hüom een taie! te vergaderen, met de
'noodige verscheidenheid geschikt, en voorgesteld
: met de uitdrukking van gelaat en gebaar, dat
aan ieder hunner eigen schijnt.
1 In minder vrolijke stemming is No. 101
voor| gesteld: een arme jongen, die volgemls den
schil| der II. Govaerts te Maastricht, Verdreven" is
van buis"'. Het besUuleCïea zijner fyzionomie