Historisch Archief 1877-1940
No. 487
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Toepen. Maar Huet was op zijn post, wat som
migen voelden, heeft hij geuit, omdat hij nog
dieper gevoelde. Uit zijn studie over Jorissen's
herinneringen aan de Transvaalsche gebeurtenissen
blijkt hoe de pijn van dien moeilijken stond hem
heeft gegriefd, hoe hij zich heeft afgevraagd of
er nog een reserve van kracht in den boezem
van het volk was overgebleven, waarop bij gele
genheid te bouwen viel.
Ik wil niet overdrijven en zeggen, dat het hart
van Holland zich toen buiten Hollands grenzen
bevond, maar dit is zeker, en door geen betui
gingen te loochenen dat in het uur van verdriet
de pols van ons volksloven hoorbaarder tikte in
Huets studeerkamer te Parijs, dan in eenige
woning van Nederland. Laat het zelfs gebeurd
zijn, dat hij den band, die hem met zijn natie
vereenigde als een laatste vooroordeel van zijn
geest heeft beschouwd, bestaat hij daarom minder
werkelijk, bewijst hij niet de echtheid van don
man?
Ieder land doorloopt een tijdperk in zijn ont
wikkeling dat men de periode der ballingen kan
noemen. In de 18e eeuw bij den overgang der
oude maatschappij naar de nieuwe heeft Yoltaire
het grootste deel van zijn leven buiten Frankrijk
gesleten. Onze dagen hebben Turgeniew zijn
woonplaats zien opslaan in Parijs en Ibsen zien
zwerven in Italiëen Duitschland. I)e reden der
verwijdering tusschen een volk en zijn beste zonen
ligt toch zeker niet in de grootere of geringere
afmeting van de plek, die het beslaat. Ik geloof
in kleinsteedsheid, niet in kleinlandsheid, on ik
meen dat het een beter teeken voor hot leven
van een volk is, wanneer het de kracht bezit zijn
fierste kinderen als verstandelijke kolonisten uit
zyn midden te stooten, dan wanneer het hen als
makke schapen aan zijn boezem vertroetelt en
samen doet hokken.
BlJVANCK.
1) Cd. Busken Huet. Litterarische Fantasiën
?en kritieken. Twee en twintigste deel. Haarlem,
H. D. Tjeenk Willink.
ERNST POSSART.
'k Bewonder U, gij Vorst in 't rijk der kunst,
Die als met gulden tooverstaf gedachten,
Uit 's dichters fantasie in woord geboren,
Gestalte, bloed en leven geeft.
'k Zag U als Nathan. Zoo gaf Lessing ons,
Vermoeid van 't vruchtloos strijden tegen priesters,
Als laatst legaat de schepping van zijn' ziel,
Den jood, die niets meer wilde zijn dan mensch.
'k Zag ademloos aan oor on oog geboeid,
De menigt' luistren naar 't verhaal
Der ringen credo van den denker,
En 'k noemde U priester zonder kerk of kansel.
'k Bezing U, toovcnaar, die, waar gij komt,
Met wondrc macht U harten onderwerpt.
Wien jonglingsdweepen. maagdelijke gloed
En mannengeestdrift kransen vlecht.
'k Bewonder U, 'k benijd U, 'k heb U lief,
U die mijn knapendroom, mijn jongelingsideaal
In werklijkhcid herschiopt, en aan de kunst,
Die ik vereer, Uw alles hebt gewijd.
D. VAN DEN IJSEL.
VARIA.
Het bestuur der Verconiging van Nederlandsche
Letterkundigen zendt ons de volgende medcdeeling:
De Voorzorgskas (caisse do prévoyance) dooi
de Vereeniging van Letterkundigen gewild is thans
in beheer genomen.
Volgens de statuten moet haar Bestuur bestaan
uir vijf deelhebbers, te Amsterdam woonachtig.
Tot dusverre slaagde men niet in het vormen van
het Bestuur, aan welks samenstelling zulk een
beperkende voorwaarde, wat de woonplaats betreft,
was toegevoegd.
Men begreep echter dat, om eenmaal en mis
schien weldra, zoodanig in Amsterdam gevestigd
Bestuur te /ion optreden, een begin van uitvoe
ring noodzakelijk was, waarom de Vereeniging
van Letterkundigen het geraden achtte een Com
missie van voorbereiding te benoemen, bestaande
uit de hoeren: II. J. Schimmel, A. W. van Mogen,
Mr. Gerard W. Schimmel, II. Th. Boelen en S.
J. Bouberg AVilson, benevens Prof. Dr. P. van
Geer, te Leiden, als technisch adviseur.
De voorzorgskas heeft uitsluitend ten dool, do
schrijvers on dichters in do gelegenheid te stel
len, zich een pensioen to verwerven op den ouden
dag en hon hetzelfde voorrecht te doen genieten,
dat ook iederen beoefenaar der Zusterkunsten door
de to hunnen bate opgerichte Vcreenigingen wordt
verzekerd.
Door een vaste jaarlijkscho bijdrage, door het
afzonderen van een deel der uit literairen arbeid
verkregen inkomsten, door schenkingen, te ver
zamelen in een reservefonds, van vermogende
letterkundigen, en dat aantal is niet gering!
door een geheel kosteloos beheer, kunnen binnen
weinige jaren aanzienlijke bedragen verkregen en
bijeen gevoegd worden, waardoor in de toekomst
het wol wat vernederend schouwspel kan worden
vermeden, dat, om een onbezorgdcn ouderdom te
verschaffen zelfs aan wie in de Letteren tot de
Prinsen van don Bloede gerekend moge worden.
de algemeene liefdadigheid moet worden inge
roepen.
Daarom, letterkundigen en dichters, bemiddel
den en onbemiddeldon, die van do vruchten van
hun geest moeten leven, treedt toe tot de Voor
zorgskas en steunt het pogen van de Vereeniging
van Nederlandsche Letterkundigen.
Wie nadere inlichtingen begeert of als donateur
?of als deelnemer wenscht toe te treden gelieve
zich te wenden tot den Heer A. W. van Megen,
Vondelstraat 78 te Amsterdam, Secretaris der
Commissie.
Wilhelm Lübke, de bekende en gevierde schrij
ver over kunstgeschiedenis, heeft in de
Octoberaflevering van het tijdschrift Nord wnd Süd een
belangrijk opstel geschreven over Koning
Lodowijk 11 van Beieren on do kunst". Lübke komt
rondweg uit voor zijne meoning, dat de ontzag
lijke sommen, die Lodewijk II aan de door hem
gebouwde kasteelen hoeft besteed, aan de levende
kunst in het geheel niet bevorderlijk zijn geweest.
Hij bewijst dit door de beschouwing der op bevel
van Lodewijk II uitgevoerde werken, en door eeno
vergelijking met de zegenrijke, weloverlegde werk
zaamheid van Koning Lodewijk I. Het opstel zal
er voel toe bijdragen, om enkele dwaze en over
dreven voorstellingen over den buitengcwonen
kunstzin van don ongelukkigen monarch tot met
de werkelijkheid overeenstemmende afmetingen
terug te brengen.
Een Engclschman, de hoer Harry Quilter, heeft
een omvangrijk werk voltooid over het
l're-Raphaolitisme. Het behandelt niet slechts do geschie
denis van deze belangwekkende kunstrichting
in onze dagen, maar ook haar verband met oudere
en nieuwere kunst. In het werk worden de
bekende opstellen van den heer Holman Hunt
opgenomen, die oorspronkelijk in hot Cornhill
Magazine verschonen. De illustratiën zullen be
staan in roproductiën door middel van autotypio
van belangrijke en karakteristieke werken van
Sir John Everett Millais, de heoren Holman Hunt,
Fort Madon Brown, Sandys on van den overleden
Dante Gabriel Rossetti. Ook zullen enkele kari
katuren van de hand van dezen laatsten kunste
naar worden opgenomen.
Hot boek, in groot kwarto-formaat, zal gelijk- j
tijdig in Amerika en in Engeland worden uitge
geven, tegen twee verschillende prijzen (.£ 2 on £ ft).
Het is thans beslist, dat Franz Liszt te
Bayreuth zal worden begraven. Hot gemeentebe
stuur van dezo stad heeft de vorige week in ge
heime zitting besloten, den overledene een waar
dig gedcnkteeken te stichten. Dit besluit werd
op l G Octobor aan Mevrouw Wagner medegedeeld,
on deze nam het gaarne aan, met de verzeke
ring, dat door dit aanbod Liszt's eigen wenschen
zoudon worden vervuld. Het besluit van hot ge
meentebestuur is genomen naar aanleiding van
nieuwe aanbiedingen, door do familie van den
overledene namens den groothertog Alexander
van Weimar en hot gemeentebestuur van Pest
ontvangen.
In de jongste aflevering van Mannen van
licteekenis, Conrad Busken lluot behandelend, wordt
een interessant oeuvre post/tinne van den
gecstigon letterkundige aangekondigd. In do winters
van 18GO, (!1 on (>2 heeft Busken Huet to Haar
lem, te Amsterdam en te Utrecht eeno reeks
voordrachten gehouden, waaraan hij zelf den titel
heeft gegeven van Bijdragen tot de geschiedenis
der Nedcrlandscho letterkunde van den jongston
tijd." Deze opstellen, nog in handschrift, zullen
door Busken Huet's zoon worden uitgegeven.
De HII. Frodorik Muller .t Cie., Doelenstraat
to Amsterdam, hebben liet tweede supplement bij
hun Catalogus van Jiirisprudencc, Droit public,
Economie politiijue'' doen verschijnen, zich aan
sluitend bij de bibliotheek van wijlen Mr. A.
Roelofs. te Apeldoorn.
Tegelijk verschoon do Catalogus van boeken
over G-éographie, 'J opor/raphie, Voyngex, grooten
deels afkomstig uit do bibliotheek van wijlen den
heer N. W. Posthumus. Deze laatste Catalogus
bevat eene menigte zeldzame on oude werken.
unieke exemplaren, reisbeschrijvingen on kaarten
in manuscript, curieusc reisverhalen, stedelijke
kronieken, stadsgezichten, atlassen, alles tot de
bijgevoegde taxaticprijzen bij de firma Frcdeiïk
Muller voorhanden.
Do IIH. Gebroeders K. & M. Cohen te Arn
hem en Nijmegen, geven ecne buitengewoon
gocdkoopo on fraaie Dickcns-editie uit. Do volledige
geïllustreerde uitgave van Dickens's werken, in
100 afleveringen a :i() cents, zal versierd /ijn met
de platen der Kngelsche geïllustreerde editie,
waarvan do clichés blijkbaar zeer goed geconser
veerd zijn gebleven. De betaling in 20 termijnen
a ? 1.50 zal bet menigeen gemakkelijk maken zich
dezen vriend des huizes, gelijk Diekons reeds
sedert jaren in zoovele gezinnen is, te verwer
ven; de letter de/er uitgave is grooter on
aan] genamcr voor het ooi; dan die der andere Neder
landsche Dickens-cditiën van de laatste jaren,
Militaire Zaken.
DE VOEDING ONZKR ('AVALK1ÏIK- EN
OFFK'IKRSPAARUEN.
In het begin der maand September hebben in
den Elzas 12 regimenten cavalerie, genomen uit
de verschillende Duitscho contingenten en gefor
meerd in 2 divisiën. elk van .'! brigades a "2 regi
menten, waaraan 2 batterijen rijdende artillerie
waren toegevoegd, onder de leiding van den
luit.gencraal von Jleydnck manoeuvres gehouden.
waarvan het doel was na te gaan, of de opleiding
der cavalerie overal op de/elfde wijze geschiedt
en wel overeenkomstig de bepalingen van hot
jongste, in het voorjaar in werking gestolde,
exercitie-reglement.
Do manoeuvres zijn aangevangen met
brigadeoofcningon, gevolgd door die van elke divisie afzon
derlijk en geëindigd met eene manoeuvre tegen
con gemarkecrden vijand, in tegenwoordigheid van
don groothertog van Baden.
Bij den aanval tegen infanterie, was do divisie
geformeerd op .'! liniën. ,'! regimenten in Ie. 2
regimenten op 200 Meter als sectiën daarachter
in 2e, en l regiment op een der vleugels in ,L)o
linie, om den tegenaanval der vijandelijke cava
lerie te kunnen afweren.
Bij het uitvoeren van een aanval ep artillerie
voorgesteld door 12 stukken geschut, op eene
hoogte mot vrij groote tusschenruimten in batterij
opgesteld formeerden de ruiters der Ie divisie
zich op n gelid, met l a 2 meters ouderlingen
afstand. Evenals bij den aanval tegen infanterie,
werd op 4000 M. van den vijand de draf aange
nomen; de batterijen gingen vooruit, kwamen in
batterij en openden het vuur; op 1200 M. namen
de Ie on 2e linie den galop aan en terwijl deze
ruiters met een donderend Hoerah" in front
chargeerden, deed de 3o linie een flankaanval.
Eveneens werd beoefend het optreden van eone
divisie cavalerie gedurende het gevocht, daarbij was
elke linie geformeerd door eene brigade. Terwijl de
liniën in gevecht gewikkeld waren mot de infan
terie, en alleen do dorde linie conigszins de orde
in do gelederen had woton te handhaven, werd
de divisie door eene vijandelijke divisie cavalerie
aangevallen. Met eeno buitengewone vlugheid ver
zamelden zich de opgeloste eskadrons en regi
menten, zoodat do vijand, in plaats van afdoclingen
iu wanorde to overvallen, zich zelvon aangevallen
zag door aaneengesloten massa's. Hot doel dezer
oefening was, do ruiters spoedig uit deu chaos dor
mêléo to doen komen en zich in hunne eskadrons
te formeoren, ten einde don vijand tegemoet te gaan.
Zeer belangrijk was do manoeuvre van den 8en
September, omdat toen bij den grooten
ruiteraanval, de brigade van den linkervleugel in den
snelsten gang over oen bijna voor cavalerie on
begaanbaar terrein is gegaan, om don vijandelijken
rechtervleugel om te trokken en daarbij in beido
richtingen de steilste hellingen heelt overschreden.
Wol eon bewijs voor hetgeen goed aangevoerde
cavalerie kan verrichten. Nu, do commandanten
der beide divisiën, do generaal-majoors Von
Gottberg en Von Iloeseler, worden dan ook gezegd
do bekwaamste ruiteraanvoerders van het Duitsche
leger te zijn.
De Kölniselie Zeitung van 7 September, waaraan
hot vorenstaande is ontleend, erkennende, dat het
moeilijk is uit to maken, tot welke resultaten
deze manoeuvres geleid hebben on deze vermoe
delijk eerst zullen blijken uit het al of niet wij
zigen van enkele zaki n in het nieuwe reglement,
zegt evenwel daaromtrent hot volgende:
ne zaak was echter gemakkelijk, zelfs voor
een leek, dadelijk op te merken en zij moot tot
overdenking stemmen, namelijk: r el e paarden waren
niet zoodanig r/eëntraineerd, dat zij in slaat waren
alle dieti-slen te bewijzen, welke ran lie.n getergd
werden. Wij hebben biervoren opgemerkt, dat,
in den toekomstigcn oorlog, aan do cavalerie,
indien men van haar al datgene wil bekomen wat
zij moot kunnen doen, cisdien zal stellen verre
boven haar vroogercn werkkring. Zij zal verplicht
wezen langere marschen af te leggen en wel met
snellere gangen. In 't gevecht, zal de grootere
dracht der nieuwere vuurwapens haar noodzaken
do bewegingen in eene buitengewone mate to
versnellen.
Van do cavalerie in Europa, is op 't oogenblik
zeer zeker de Dnitschc bet best bereden.
Boven; dien worden hare paarden buitengewoon goed
bcrzorgd; van nature zorgt onze cavalcrist met
liefde voor zijn paard en wordt hij daarin door
(ie officieren geleid met het uit ondervinding
voortspruitende gezag. Do indivuducolc opleiding
te paard is uitmuntend en, bij de gezamenlijke
oefeningen, kan men bespeuren dat elke ruiter
er zich op toelegt elke nuttclooze vermoeienis,
elke niet gerechtvaardigde beweging te vermijden.
j enz.; kortom allen beijveren zich om van het
j paard niet meer dan het strikt noodigo te vergen.
Indien dus te voel paarden dit strikt noodigo niet
kunnen leveren, kan de schuld daarvan niet anders
geweten worden dan aan de onvoldoende voeding
van het paard.
liet is voornamelijk do haver, welke in niet
voldoende mate in bet ration vertegenwoordigd is;
elke hnurkoetsier. elke eigenaar van paarden, die
daarvan een tamelijken arbeid verlangt, geeft aan
zijn paarden ten minste do dubbele hoeveelheid
haver. Met het tegenwoordige ration, kan men,
wei is waar. een paard in goeden staat houden,
maar dan moet men ook het werk beperken tot
eene wandeling van niet meer dan hoogstens twee
uren per dag op een goeden kunstweg, en dit is
niet de arbeid welke door troepenpaarden geleverd
moot worden. Welk nut beeft do vermeerdering
van liet ration mot een balt' kilogram gedurende
de 11 manoenvredagon, daar in den regel de
buitengewone arbeid, en vooral de warmte, aan
de paarden evenals aan de meiischen den eetlust
beneemt? Hebben de paarden op dat oogenblik
geen van te voren verkregen krachten, dan gaan
zij te gronde, worden zij zwakker; alleen eene
steeds overvloedige voeding Kan de noodigc veer
kracht voortbrengen en onderhouden,
Voorheen was een oorlog lang van te voren te
voorzien en gingen de beide partijen naar de
grenzen elkander tegemoet. .Alen bad alzoo onder
weg den tijd om do menschen en paarden op
kracht (e brengen en zelfs de laatsten te voeden.
Thans is alles veranderd, lieeds in 1870 volgde
hot eerste kanonschot onmiddellijk op de oorlogs
verklaring; de krijgsge'oeurteirisscn zullen in het
vervolg nog sneller plaats hebben en het is de
cavalerie, die het eerst zal moeten uitrukken. Zij
zul vortreliken op het uur, waarin de oorlog zal
worden verklaard en veeltijds reeds ai'marcliooren
zonder de mobilisatie af te wachten, hetzij om
der, vijand te beletten do grens io overschrijden.
hetzij oi!) zoo diep mogelijk op zijn gebied de
voorbereidende maatregelen des vijnnds legen te
gaan. Dat is trouwens bot begin van hare taak.
i let paard moet derhalve steeds good op kracht
wezen: eenige kilonieters, den eersten dag op
den vijand gewonnen, kunnen meer invloed uit
oefenen dan een later gewonnen veldslag."
Wij hebben gemeend wel te doen met deze
woorden hier terug te geven, omdat de voeding
onzer eanilerii1- en o/y/c/<.rx-paardcn ook te
\vensclieu overlaat. Voor deze paarden bedraagt bet
ration: van l November tot l April slechts l Kg.
haver, .'i Kg. hooi en \}t Kg. stroo. en van l April
tot l November -VA Kg. haver. ?'! Kg, hooi en
? >';? Kg. stroo. waarvan liet stroo grootendeels
i als ligstroo dient, terwijl volgens do llaiiii/eidint/
lot </e /iitardeiiki'iinix voor een paard van gemid
delde grootte, dat gewonen arbeid verricht, als
dagelijksch ration gerekend wordt: f> Kg. haver,
4 Kg. hooi on 2 Kg. slroo of baksel.
Voor oorlogstijd is het ration dan ook bepaald
op 6 Kg. haver, 3 Kg. hooi en 4 Kg. stroo, ter
wijl ditzelfde ration wordt verstrekt aan de paar
den, welke in vredestijd deelnemen aan groote
manoeuvres enz., en wel niet alleen gedurende
den tijd dier manoeuvres, maar reeds gedurende
8 dagen vóór het vertrek der troepen uit hunne
standplaatsen. Deze laatste gunstige omstandigheid
zal zich bij eene mobilisatie vermoedelijk niet
kunnen voordoen, terwijl in vredestijd reeds meer
van de paarden gevergd wordt dan vroeger;
onzes inziens redenen te over. om over te gaan
tot eene verhooging van het ration en wel in de
eerste plaats van de hoeveelheid haver.
W.
EEN ROOS
naar
MAX KBETZER.
Suzo was oen arm, al vroeg blind geworden
schepseltje, dat den ganschon dag van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat voor liet eenigo
venster van haar zolderkamertje zat, om onder
hot breien van wollen kousen drie stuivers hot
paar haar somber lot te vergeten on haar
moeder wat te gcmoot te komen, Toen ze nog
heel jong was en nog zien kon, was zij bijzonder
vlug met de vingors geweest on zo had dit niet
verleerd het breien kortte baar don tijd en al
breiende spon zij den cindeloozen draad harer
gedachten.
Op een avond in den zomer stond zij zooals
gewoonlijk in een hoekje van don doorgang, een
zaam, verlaten, door niemand opgemerkt, on zich
in do zwoele lucht op straat wat te verfrisschen
na het zitten uren lang in de benauwde atmos
feer van haar kamertje. Dat had zo zoo al jaren
gedaan, dat was haar uitspanning na het werk
tusschen de schemering en don avond. De buren,
de menschen die geregeld op denzelfden tijd hier
voorbij gingen hadden haar nooit anders dan zoo
gezien: tegen den grauwen muur van het huis
geleund, mot over elkaar geslagen armen, met
glansloozen doffen blik strak voor zich uit sta
rende, alsof zo in een onafzienbaar verschiet
tuurde, dat zich slechts voor hot oog haars geestes
ontsloot. Om haar boen bruiste hot leven der
lange, straat, verdrong zich do menigte, en gonsde
bot duizendvoudig geraas der werkzame wijk;
die nu bij de laatste stralen dor ondergaande zon
geheel en al het uiterlijk vertoonde van een over
bevolkte voorstad van Berlijn 's avonds na hot
werk. Bij troepen trokken de werklui haar voor
bij, vertoonden zich gezichten van vroolijko
incnsclien, die bij den glans der zon do uren van har
den arbeid vergaten, om zich nu in hun vrijen
tijd te verlustigen. Suzo zag niets, zij hoorde
slechts : 't eenigo wat zij van liet kleurig tafereel
dat do straat bood. bespeurde, was het fijne stof,
dat dwarrelend omboog stuivend in het Itoldore
licht ook tot baar opsteeg.
Daar naderde een troepje luidruchtige studen
ten, die hoewel bet nog vroog was reeds duchtig
waren aangeschoten. Zij hadden zooeven in do
vroolijkste stemming de alom bekende .. Kneip"
van .Moeder Dulitzen verlaten. Hier werden vlijtig
[ de colleges verzuimd, hier word met groot rumoer
om ecu potje bier gedobbeld, bier in dit rookerig
zaaltje waren hechte vriendschapsbanden aange
knoopt, bier vertoefde do bloem der academische
jongelingschap bot meest, want moeder Dulitzen
had een groot tart en wist zonder morren tot
; groote tevredenheid. Jiarer ,,joiigeui" uitst'.'kcud
i niet het krijt om te gaan. lieden had men het
eind van con cursus gevierd on er was flink ge
dronken. Vooraan liep Hiigo Wendling. fils een
oudje de eenigo zoon van gegoede ouders die
; ver wog op liet land woonden en dien men nu
| naar bet station bracht, wie wist boe lang het
zon duren voor men hem weer zag. 't Was altijd
een overmoedige kerel geweest, die voortreffelijk
den degen wist te hanteeren en niet keek op ecu
potje bier. Toen ze daar zoo heen en weer zwaai
ende voortliepen, ieder mot een roos in het knoops
gat en den hoed achterover in den nek. en de
wereld met heel andere oogon aankeken dan
j nuchtere menselien. hieven de voorbijgangers staan
en keken ben na. do een hoofdschuddend, do ander
mot een lachend gezicht en een derde met de
woorden op de lippen: Och. jongelui moeten
uit[ razen: jeugd kont geen deugd".
i Aan meisjes, die voorbijkwamen, word"n ver
liefde bukken toegeworpen: was er een heel
mooi. dan boord,- zij luide vleiende wonrdjos: de
een na den ander nam de roos uit. zijn knoops
gat on gat die in dwazen overmoed aan bet meisje,
dat hij bijzonder aardiV vond. Alleen liuiro
Wendiing had de zijne nog. Zo waren nu reeds voor
het huis gekomen, waar de verlaten Suzc stond.
die zij allen zoo dikwijls hadden gezien, wanneer
zij naar de ..Kneipo" gingen. Plotseling bleet' bij,
van wien men afscheid ging nemen, staan en zei uit
een dronkomansgril: ..Vrienden, ik heb liet hetere
deel gekozen, ik geef de roos aan mijn liefje tut aan
denken aan de ure. waarin wij elkander plechtig
beloofd hebhen om elk jaar op dezen dag wér
Ie komen op de plaats waar we zoo dikwijls met
ons
mekaar hebboi
scheid bobben gevierd."
11 ij iiam de roos uit liet knoopsgat e-.i omringd
door zijn vrienden, richtte bij zich tot de arme
Su/o: Hier, schatjo, beh je een roos die je a'.s
herinnering moet bewaren. Over een jaar kern
ik weer en dan krijg je oen nieuwe: vergeet me
niet in dien tijd." De blinde wist niet wat er
met haar gebeurde, /e sloeg do doffe oogo.n op,
glimlachte en liet zich gewillig de roos in do band
drukken. .Maar de kinderen, die baar omringden,
luchtten luidkeels en riepen: lüiudo Suxo hooft
een vrijer gekregen," de studenten lachten ook
vroolijk on do gever der roos neuriede:
Wenn ich komm. wenn ich komm,
\Yonn ich wiederum komm."
Toen wandelden zo weg. verdwenen nog altijd
vroolijk lachend in de menigte on lieten do blinde
Suzo mot haar gedachten en do prachtig bloeiende