De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 24 oktober pagina 5

24 oktober 1886 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 487 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Toepen. Maar Huet was op zijn post, wat som migen voelden, heeft hij geuit, omdat hij nog dieper gevoelde. Uit zijn studie over Jorissen's herinneringen aan de Transvaalsche gebeurtenissen blijkt hoe de pijn van dien moeilijken stond hem heeft gegriefd, hoe hij zich heeft afgevraagd of er nog een reserve van kracht in den boezem van het volk was overgebleven, waarop bij gele genheid te bouwen viel. Ik wil niet overdrijven en zeggen, dat het hart van Holland zich toen buiten Hollands grenzen bevond, maar dit is zeker, en door geen betui gingen te loochenen dat in het uur van verdriet de pols van ons volksloven hoorbaarder tikte in Huets studeerkamer te Parijs, dan in eenige woning van Nederland. Laat het zelfs gebeurd zijn, dat hij den band, die hem met zijn natie vereenigde als een laatste vooroordeel van zijn geest heeft beschouwd, bestaat hij daarom minder werkelijk, bewijst hij niet de echtheid van don man? Ieder land doorloopt een tijdperk in zijn ont wikkeling dat men de periode der ballingen kan noemen. In de 18e eeuw bij den overgang der oude maatschappij naar de nieuwe heeft Yoltaire het grootste deel van zijn leven buiten Frankrijk gesleten. Onze dagen hebben Turgeniew zijn woonplaats zien opslaan in Parijs en Ibsen zien zwerven in Italiëen Duitschland. I)e reden der verwijdering tusschen een volk en zijn beste zonen ligt toch zeker niet in de grootere of geringere afmeting van de plek, die het beslaat. Ik geloof in kleinsteedsheid, niet in kleinlandsheid, on ik meen dat het een beter teeken voor hot leven van een volk is, wanneer het de kracht bezit zijn fierste kinderen als verstandelijke kolonisten uit zyn midden te stooten, dan wanneer het hen als makke schapen aan zijn boezem vertroetelt en samen doet hokken. BlJVANCK. 1) Cd. Busken Huet. Litterarische Fantasiën ?en kritieken. Twee en twintigste deel. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink. ERNST POSSART. 'k Bewonder U, gij Vorst in 't rijk der kunst, Die als met gulden tooverstaf gedachten, Uit 's dichters fantasie in woord geboren, Gestalte, bloed en leven geeft. 'k Zag U als Nathan. Zoo gaf Lessing ons, Vermoeid van 't vruchtloos strijden tegen priesters, Als laatst legaat de schepping van zijn' ziel, Den jood, die niets meer wilde zijn dan mensch. 'k Zag ademloos aan oor on oog geboeid, De menigt' luistren naar 't verhaal Der ringen credo van den denker, En 'k noemde U priester zonder kerk of kansel. 'k Bezing U, toovcnaar, die, waar gij komt, Met wondrc macht U harten onderwerpt. Wien jonglingsdweepen. maagdelijke gloed En mannengeestdrift kransen vlecht. 'k Bewonder U, 'k benijd U, 'k heb U lief, U die mijn knapendroom, mijn jongelingsideaal In werklijkhcid herschiopt, en aan de kunst, Die ik vereer, Uw alles hebt gewijd. D. VAN DEN IJSEL. VARIA. Het bestuur der Verconiging van Nederlandsche Letterkundigen zendt ons de volgende medcdeeling: De Voorzorgskas (caisse do prévoyance) dooi de Vereeniging van Letterkundigen gewild is thans in beheer genomen. Volgens de statuten moet haar Bestuur bestaan uir vijf deelhebbers, te Amsterdam woonachtig. Tot dusverre slaagde men niet in het vormen van het Bestuur, aan welks samenstelling zulk een beperkende voorwaarde, wat de woonplaats betreft, was toegevoegd. Men begreep echter dat, om eenmaal en mis schien weldra, zoodanig in Amsterdam gevestigd Bestuur te /ion optreden, een begin van uitvoe ring noodzakelijk was, waarom de Vereeniging van Letterkundigen het geraden achtte een Com missie van voorbereiding te benoemen, bestaande uit de hoeren: II. J. Schimmel, A. W. van Mogen, Mr. Gerard W. Schimmel, II. Th. Boelen en S. J. Bouberg AVilson, benevens Prof. Dr. P. van Geer, te Leiden, als technisch adviseur. De voorzorgskas heeft uitsluitend ten dool, do schrijvers on dichters in do gelegenheid te stel len, zich een pensioen to verwerven op den ouden dag en hon hetzelfde voorrecht te doen genieten, dat ook iederen beoefenaar der Zusterkunsten door de to hunnen bate opgerichte Vcreenigingen wordt verzekerd. Door een vaste jaarlijkscho bijdrage, door het afzonderen van een deel der uit literairen arbeid verkregen inkomsten, door schenkingen, te ver zamelen in een reservefonds, van vermogende letterkundigen, en dat aantal is niet gering! door een geheel kosteloos beheer, kunnen binnen weinige jaren aanzienlijke bedragen verkregen en bijeen gevoegd worden, waardoor in de toekomst het wol wat vernederend schouwspel kan worden vermeden, dat, om een onbezorgdcn ouderdom te verschaffen zelfs aan wie in de Letteren tot de Prinsen van don Bloede gerekend moge worden. de algemeene liefdadigheid moet worden inge roepen. Daarom, letterkundigen en dichters, bemiddel den en onbemiddeldon, die van do vruchten van hun geest moeten leven, treedt toe tot de Voor zorgskas en steunt het pogen van de Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen. Wie nadere inlichtingen begeert of als donateur ?of als deelnemer wenscht toe te treden gelieve zich te wenden tot den Heer A. W. van Megen, Vondelstraat 78 te Amsterdam, Secretaris der Commissie. Wilhelm Lübke, de bekende en gevierde schrij ver over kunstgeschiedenis, heeft in de Octoberaflevering van het tijdschrift Nord wnd Süd een belangrijk opstel geschreven over Koning Lodowijk 11 van Beieren on do kunst". Lübke komt rondweg uit voor zijne meoning, dat de ontzag lijke sommen, die Lodewijk II aan de door hem gebouwde kasteelen hoeft besteed, aan de levende kunst in het geheel niet bevorderlijk zijn geweest. Hij bewijst dit door de beschouwing der op bevel van Lodewijk II uitgevoerde werken, en door eeno vergelijking met de zegenrijke, weloverlegde werk zaamheid van Koning Lodewijk I. Het opstel zal er voel toe bijdragen, om enkele dwaze en over dreven voorstellingen over den buitengcwonen kunstzin van don ongelukkigen monarch tot met de werkelijkheid overeenstemmende afmetingen terug te brengen. Een Engclschman, de hoer Harry Quilter, heeft een omvangrijk werk voltooid over het l're-Raphaolitisme. Het behandelt niet slechts do geschie denis van deze belangwekkende kunstrichting in onze dagen, maar ook haar verband met oudere en nieuwere kunst. In het werk worden de bekende opstellen van den heer Holman Hunt opgenomen, die oorspronkelijk in hot Cornhill Magazine verschonen. De illustratiën zullen be staan in roproductiën door middel van autotypio van belangrijke en karakteristieke werken van Sir John Everett Millais, de heoren Holman Hunt, Fort Madon Brown, Sandys on van den overleden Dante Gabriel Rossetti. Ook zullen enkele kari katuren van de hand van dezen laatsten kunste naar worden opgenomen. Hot boek, in groot kwarto-formaat, zal gelijk- j tijdig in Amerika en in Engeland worden uitge geven, tegen twee verschillende prijzen (.£ 2 on £ ft). Het is thans beslist, dat Franz Liszt te Bayreuth zal worden begraven. Hot gemeentebe stuur van dezo stad heeft de vorige week in ge heime zitting besloten, den overledene een waar dig gedcnkteeken te stichten. Dit besluit werd op l G Octobor aan Mevrouw Wagner medegedeeld, on deze nam het gaarne aan, met de verzeke ring, dat door dit aanbod Liszt's eigen wenschen zoudon worden vervuld. Het besluit van hot ge meentebestuur is genomen naar aanleiding van nieuwe aanbiedingen, door do familie van den overledene namens den groothertog Alexander van Weimar en hot gemeentebestuur van Pest ontvangen. In de jongste aflevering van Mannen van licteekenis, Conrad Busken lluot behandelend, wordt een interessant oeuvre post/tinne van den gecstigon letterkundige aangekondigd. In do winters van 18GO, (!1 on (>2 heeft Busken Huet to Haar lem, te Amsterdam en te Utrecht eeno reeks voordrachten gehouden, waaraan hij zelf den titel heeft gegeven van Bijdragen tot de geschiedenis der Nedcrlandscho letterkunde van den jongston tijd." Deze opstellen, nog in handschrift, zullen door Busken Huet's zoon worden uitgegeven. De HII. Frodorik Muller .t Cie., Doelenstraat to Amsterdam, hebben liet tweede supplement bij hun Catalogus van Jiirisprudencc, Droit public, Economie politiijue'' doen verschijnen, zich aan sluitend bij de bibliotheek van wijlen Mr. A. Roelofs. te Apeldoorn. Tegelijk verschoon do Catalogus van boeken over G-éographie, 'J opor/raphie, Voyngex, grooten deels afkomstig uit do bibliotheek van wijlen den heer N. W. Posthumus. Deze laatste Catalogus bevat eene menigte zeldzame on oude werken. unieke exemplaren, reisbeschrijvingen on kaarten in manuscript, curieusc reisverhalen, stedelijke kronieken, stadsgezichten, atlassen, alles tot de bijgevoegde taxaticprijzen bij de firma Frcdeiïk Muller voorhanden. Do IIH. Gebroeders K. & M. Cohen te Arn hem en Nijmegen, geven ecne buitengewoon gocdkoopo on fraaie Dickcns-editie uit. Do volledige geïllustreerde uitgave van Dickens's werken, in 100 afleveringen a :i() cents, zal versierd /ijn met de platen der Kngelsche geïllustreerde editie, waarvan do clichés blijkbaar zeer goed geconser veerd zijn gebleven. De betaling in 20 termijnen a ? 1.50 zal bet menigeen gemakkelijk maken zich dezen vriend des huizes, gelijk Diekons reeds sedert jaren in zoovele gezinnen is, te verwer ven; de letter de/er uitgave is grooter on aan] genamcr voor het ooi; dan die der andere Neder landsche Dickens-cditiën van de laatste jaren, Militaire Zaken. DE VOEDING ONZKR ('AVALK1ÏIK- EN OFFK'IKRSPAARUEN. In het begin der maand September hebben in den Elzas 12 regimenten cavalerie, genomen uit de verschillende Duitscho contingenten en gefor meerd in 2 divisiën. elk van .'! brigades a "2 regi menten, waaraan 2 batterijen rijdende artillerie waren toegevoegd, onder de leiding van den luit.gencraal von Jleydnck manoeuvres gehouden. waarvan het doel was na te gaan, of de opleiding der cavalerie overal op de/elfde wijze geschiedt en wel overeenkomstig de bepalingen van hot jongste, in het voorjaar in werking gestolde, exercitie-reglement. Do manoeuvres zijn aangevangen met brigadeoofcningon, gevolgd door die van elke divisie afzon derlijk en geëindigd met eene manoeuvre tegen con gemarkecrden vijand, in tegenwoordigheid van don groothertog van Baden. Bij den aanval tegen infanterie, was do divisie geformeerd op .'! liniën. ,'! regimenten in Ie. 2 regimenten op 200 Meter als sectiën daarachter in 2e, en l regiment op een der vleugels in ,L)o linie, om den tegenaanval der vijandelijke cava lerie te kunnen afweren. Bij het uitvoeren van een aanval ep artillerie voorgesteld door 12 stukken geschut, op eene hoogte mot vrij groote tusschenruimten in batterij opgesteld formeerden de ruiters der Ie divisie zich op n gelid, met l a 2 meters ouderlingen afstand. Evenals bij den aanval tegen infanterie, werd op 4000 M. van den vijand de draf aange nomen; de batterijen gingen vooruit, kwamen in batterij en openden het vuur; op 1200 M. namen de Ie on 2e linie den galop aan en terwijl deze ruiters met een donderend Hoerah" in front chargeerden, deed de 3o linie een flankaanval. Eveneens werd beoefend het optreden van eone divisie cavalerie gedurende het gevocht, daarbij was elke linie geformeerd door eene brigade. Terwijl de liniën in gevecht gewikkeld waren mot de infan terie, en alleen do dorde linie conigszins de orde in do gelederen had woton te handhaven, werd de divisie door eene vijandelijke divisie cavalerie aangevallen. Met eeno buitengewone vlugheid ver zamelden zich de opgeloste eskadrons en regi menten, zoodat do vijand, in plaats van afdoclingen iu wanorde to overvallen, zich zelvon aangevallen zag door aaneengesloten massa's. Hot doel dezer oefening was, do ruiters spoedig uit deu chaos dor mêléo to doen komen en zich in hunne eskadrons te formeoren, ten einde don vijand tegemoet te gaan. Zeer belangrijk was do manoeuvre van den 8en September, omdat toen bij den grooten ruiteraanval, de brigade van den linkervleugel in den snelsten gang over oen bijna voor cavalerie on begaanbaar terrein is gegaan, om don vijandelijken rechtervleugel om te trokken en daarbij in beido richtingen de steilste hellingen heelt overschreden. Wol eon bewijs voor hetgeen goed aangevoerde cavalerie kan verrichten. Nu, do commandanten der beide divisiën, do generaal-majoors Von Gottberg en Von Iloeseler, worden dan ook gezegd do bekwaamste ruiteraanvoerders van het Duitsche leger te zijn. De Kölniselie Zeitung van 7 September, waaraan hot vorenstaande is ontleend, erkennende, dat het moeilijk is uit to maken, tot welke resultaten deze manoeuvres geleid hebben on deze vermoe delijk eerst zullen blijken uit het al of niet wij zigen van enkele zaki n in het nieuwe reglement, zegt evenwel daaromtrent hot volgende: ne zaak was echter gemakkelijk, zelfs voor een leek, dadelijk op te merken en zij moot tot overdenking stemmen, namelijk: r el e paarden waren niet zoodanig r/eëntraineerd, dat zij in slaat waren alle dieti-slen te bewijzen, welke ran lie.n getergd werden. Wij hebben biervoren opgemerkt, dat, in den toekomstigcn oorlog, aan do cavalerie, indien men van haar al datgene wil bekomen wat zij moot kunnen doen, cisdien zal stellen verre boven haar vroogercn werkkring. Zij zal verplicht wezen langere marschen af te leggen en wel met snellere gangen. In 't gevecht, zal de grootere dracht der nieuwere vuurwapens haar noodzaken do bewegingen in eene buitengewone mate to versnellen. Van do cavalerie in Europa, is op 't oogenblik zeer zeker de Dnitschc bet best bereden. Boven; dien worden hare paarden buitengewoon goed bcrzorgd; van nature zorgt onze cavalcrist met liefde voor zijn paard en wordt hij daarin door (ie officieren geleid met het uit ondervinding voortspruitende gezag. Do indivuducolc opleiding te paard is uitmuntend en, bij de gezamenlijke oefeningen, kan men bespeuren dat elke ruiter er zich op toelegt elke nuttclooze vermoeienis, elke niet gerechtvaardigde beweging te vermijden. j enz.; kortom allen beijveren zich om van het j paard niet meer dan het strikt noodigo te vergen. Indien dus te voel paarden dit strikt noodigo niet kunnen leveren, kan de schuld daarvan niet anders geweten worden dan aan de onvoldoende voeding van het paard. liet is voornamelijk do haver, welke in niet voldoende mate in bet ration vertegenwoordigd is; elke hnurkoetsier. elke eigenaar van paarden, die daarvan een tamelijken arbeid verlangt, geeft aan zijn paarden ten minste do dubbele hoeveelheid haver. Met het tegenwoordige ration, kan men, wei is waar. een paard in goeden staat houden, maar dan moet men ook het werk beperken tot eene wandeling van niet meer dan hoogstens twee uren per dag op een goeden kunstweg, en dit is niet de arbeid welke door troepenpaarden geleverd moot worden. Welk nut beeft do vermeerdering van liet ration mot een balt' kilogram gedurende de 11 manoenvredagon, daar in den regel de buitengewone arbeid, en vooral de warmte, aan de paarden evenals aan de meiischen den eetlust beneemt? Hebben de paarden op dat oogenblik geen van te voren verkregen krachten, dan gaan zij te gronde, worden zij zwakker; alleen eene steeds overvloedige voeding Kan de noodigc veer kracht voortbrengen en onderhouden, Voorheen was een oorlog lang van te voren te voorzien en gingen de beide partijen naar de grenzen elkander tegemoet. .Alen bad alzoo onder weg den tijd om do menschen en paarden op kracht (e brengen en zelfs de laatsten te voeden. Thans is alles veranderd, lieeds in 1870 volgde hot eerste kanonschot onmiddellijk op de oorlogs verklaring; de krijgsge'oeurteirisscn zullen in het vervolg nog sneller plaats hebben en het is de cavalerie, die het eerst zal moeten uitrukken. Zij zul vortreliken op het uur, waarin de oorlog zal worden verklaard en veeltijds reeds ai'marcliooren zonder de mobilisatie af te wachten, hetzij om der, vijand te beletten do grens io overschrijden. hetzij oi!) zoo diep mogelijk op zijn gebied de voorbereidende maatregelen des vijnnds legen te gaan. Dat is trouwens bot begin van hare taak. i let paard moet derhalve steeds good op kracht wezen: eenige kilonieters, den eersten dag op den vijand gewonnen, kunnen meer invloed uit oefenen dan een later gewonnen veldslag." Wij hebben gemeend wel te doen met deze woorden hier terug te geven, omdat de voeding onzer eanilerii1- en o/y/c/<.rx-paardcn ook te \vensclieu overlaat. Voor deze paarden bedraagt bet ration: van l November tot l April slechts l Kg. haver, .'i Kg. hooi en \}t Kg. stroo. en van l April tot l November -VA Kg. haver. ?'! Kg, hooi en ? >';? Kg. stroo. waarvan liet stroo grootendeels i als ligstroo dient, terwijl volgens do llaiiii/eidint/ lot </e /iitardeiiki'iinix voor een paard van gemid delde grootte, dat gewonen arbeid verricht, als dagelijksch ration gerekend wordt: f> Kg. haver, 4 Kg. hooi on 2 Kg. slroo of baksel. Voor oorlogstijd is het ration dan ook bepaald op 6 Kg. haver, 3 Kg. hooi en 4 Kg. stroo, ter wijl ditzelfde ration wordt verstrekt aan de paar den, welke in vredestijd deelnemen aan groote manoeuvres enz., en wel niet alleen gedurende den tijd dier manoeuvres, maar reeds gedurende 8 dagen vóór het vertrek der troepen uit hunne standplaatsen. Deze laatste gunstige omstandigheid zal zich bij eene mobilisatie vermoedelijk niet kunnen voordoen, terwijl in vredestijd reeds meer van de paarden gevergd wordt dan vroeger; onzes inziens redenen te over. om over te gaan tot eene verhooging van het ration en wel in de eerste plaats van de hoeveelheid haver. W. EEN ROOS naar MAX KBETZER. Suzo was oen arm, al vroeg blind geworden schepseltje, dat den ganschon dag van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat voor liet eenigo venster van haar zolderkamertje zat, om onder hot breien van wollen kousen drie stuivers hot paar haar somber lot te vergeten on haar moeder wat te gcmoot te komen, Toen ze nog heel jong was en nog zien kon, was zij bijzonder vlug met de vingors geweest on zo had dit niet verleerd het breien kortte baar don tijd en al breiende spon zij den cindeloozen draad harer gedachten. Op een avond in den zomer stond zij zooals gewoonlijk in een hoekje van don doorgang, een zaam, verlaten, door niemand opgemerkt, on zich in do zwoele lucht op straat wat te verfrisschen na het zitten uren lang in de benauwde atmos feer van haar kamertje. Dat had zo zoo al jaren gedaan, dat was haar uitspanning na het werk tusschen de schemering en don avond. De buren, de menschen die geregeld op denzelfden tijd hier voorbij gingen hadden haar nooit anders dan zoo gezien: tegen den grauwen muur van het huis geleund, mot over elkaar geslagen armen, met glansloozen doffen blik strak voor zich uit sta rende, alsof zo in een onafzienbaar verschiet tuurde, dat zich slechts voor hot oog haars geestes ontsloot. Om haar boen bruiste hot leven der lange, straat, verdrong zich do menigte, en gonsde bot duizendvoudig geraas der werkzame wijk; die nu bij de laatste stralen dor ondergaande zon geheel en al het uiterlijk vertoonde van een over bevolkte voorstad van Berlijn 's avonds na hot werk. Bij troepen trokken de werklui haar voor bij, vertoonden zich gezichten van vroolijko incnsclien, die bij den glans der zon do uren van har den arbeid vergaten, om zich nu in hun vrijen tijd te verlustigen. Suzo zag niets, zij hoorde slechts : 't eenigo wat zij van liet kleurig tafereel dat do straat bood. bespeurde, was het fijne stof, dat dwarrelend omboog stuivend in het Itoldore licht ook tot baar opsteeg. Daar naderde een troepje luidruchtige studen ten, die hoewel bet nog vroog was reeds duchtig waren aangeschoten. Zij hadden zooeven in do vroolijkste stemming de alom bekende .. Kneip" van .Moeder Dulitzen verlaten. Hier werden vlijtig [ de colleges verzuimd, hier word met groot rumoer om ecu potje bier gedobbeld, bier in dit rookerig zaaltje waren hechte vriendschapsbanden aange knoopt, bier vertoefde do bloem der academische jongelingschap bot meest, want moeder Dulitzen had een groot tart en wist zonder morren tot ; groote tevredenheid. Jiarer ,,joiigeui" uitst'.'kcud i niet het krijt om te gaan. lieden had men het eind van con cursus gevierd on er was flink ge dronken. Vooraan liep Hiigo Wendling. fils een oudje de eenigo zoon van gegoede ouders die ; ver wog op liet land woonden en dien men nu | naar bet station bracht, wie wist boe lang het zon duren voor men hem weer zag. 't Was altijd een overmoedige kerel geweest, die voortreffelijk den degen wist te hanteeren en niet keek op ecu potje bier. Toen ze daar zoo heen en weer zwaai ende voortliepen, ieder mot een roos in het knoops gat en den hoed achterover in den nek. en de wereld met heel andere oogon aankeken dan j nuchtere menselien. hieven de voorbijgangers staan en keken ben na. do een hoofdschuddend, do ander mot een lachend gezicht en een derde met de woorden op de lippen: Och. jongelui moeten uit[ razen: jeugd kont geen deugd". i Aan meisjes, die voorbijkwamen, word"n ver liefde bukken toegeworpen: was er een heel mooi. dan boord,- zij luide vleiende wonrdjos: de een na den ander nam de roos uit. zijn knoops gat on gat die in dwazen overmoed aan bet meisje, dat hij bijzonder aardiV vond. Alleen liuiro Wendiing had de zijne nog. Zo waren nu reeds voor het huis gekomen, waar de verlaten Suzc stond. die zij allen zoo dikwijls hadden gezien, wanneer zij naar de ..Kneipo" gingen. Plotseling bleet' bij, van wien men afscheid ging nemen, staan en zei uit een dronkomansgril: ..Vrienden, ik heb liet hetere deel gekozen, ik geef de roos aan mijn liefje tut aan denken aan de ure. waarin wij elkander plechtig beloofd hebhen om elk jaar op dezen dag wér Ie komen op de plaats waar we zoo dikwijls met ons mekaar hebboi scheid bobben gevierd." 11 ij iiam de roos uit liet knoopsgat e-.i omringd door zijn vrienden, richtte bij zich tot de arme Su/o: Hier, schatjo, beh je een roos die je a'.s herinnering moet bewaren. Over een jaar kern ik weer en dan krijg je oen nieuwe: vergeet me niet in dien tijd." De blinde wist niet wat er met haar gebeurde, /e sloeg do doffe oogo.n op, glimlachte en liet zich gewillig de roos in do band drukken. .Maar de kinderen, die baar omringden, luchtten luidkeels en riepen: lüiudo Suxo hooft een vrijer gekregen," de studenten lachten ook vroolijk on do gever der roos neuriede: Wenn ich komm. wenn ich komm, \Yonn ich wiederum komm." Toen wandelden zo weg. verdwenen nog altijd vroolijk lachend in de menigte on lieten do blinde Suzo mot haar gedachten en do prachtig bloeiende

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl