Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 491.
De goudindustrie daarentegen neemt hoe
langer hoe hooger vlucht. De uitvoerrechten
van jfoud en concessiegejden bedroegen in
1885 ?1,300,000. De goudindustrie kan dus
op Aï& oogenblik voor de kolonie worden
beschouwd als de kurk, waarop zij drijft,
meent de Commissie van Rapporteurs in
Suriname.
Dit neemt niet weg, dat men toch goede
hoop voor de toekomst blijft houden. «Alge
meen hield men zich dan ook er van over
tuigd," zegt de meermalen genoemde com
missie, »dat bij goede controle en regeling
der perceptie van alle middelen, de eigen
middelen der kolonie aanzienlijk zouden stij
gen, en zij daardoor een grooten stap nader
zou worden gebracht aan het groote doel,
waarnaar allen, zonder onderscheid, ijverig
streven: financiële onafhankelijkheid
deikolonie op duurzame grondslagen, welk doel
volkomen zal worden bereikt, zoodra wel
vaart hier in de plaats van den algemeen
gedrukten toestand zal treden/'
Wij willen het met de Commissie hopen,
en zouden gaarne het bewijs voor de juist
heid dier verwachting zien in lagere tekorten
op het budget van volgende j aren. Het hoo
gere tekort op de begrooting is alleen ver
dedigbaar, ingeval men gegronde redenen heeft
om te verwachten dat het de voorlooper is
van sluitende begrootingen.
POLITIEKE ECHO'S.
Possart-Mephisto in den schouwburg on
Keuchenius-Mephisto bij de behandeling der Indische
Begrooting op het Binnenhof als der Geist der
stets verwint. Telkens wilde Mephisto-Kenchenius
zich meester maken van het debat en telkens
Meld de voorzitter hem het reglement van orde
voor en deinsde de heer Keuchenius terug. Zette
de voorzitter hem de voordeur van het verboden
terrein uit, dan trachtte do sluwe Mephisto er
langs een achterdeur weer binnen te sluipen. Zoo
zijn nu eenmaal de Mephisto's.
Faust?Sprenger van Eijk streed voor zijn
Gretchen, Indiëen zijne begrooting, met warmte
en een overvloed van woorden. Faust toonde
zich bereid om vél, zér veel in overweging te
nemen van hetgeen werd aangevoerd, en schoon
zeer veel eens" met de heeren. gelijk Mephisto
satirisch aanvoerde.
Al brak de heer van Gennep eene lans voor
den armen Valentijn, den kapitein Willink Ketjen,
die Indiëzijn ontslag verwijt, de uitslag van het
spiegolgovecbt was niettemin, dat men zich on
genegen toonde, een onderzoek in te stellen naar
de wettigheid van zijn ontslag.
De exploitatie der ombiliënveklcn, die Faust
bij uitbesteding wilde doen plaats hebben, gaf aan
leiding tot een Auerbachskelder tooneel, waar een
viertal vroede mannen ieder zijn motie voordroeg
en allerlei drukte maakte, totdat Faust einde
lijk toegaf, het viertal, de broeders Keuehenhis,
Ruys van Beerenbroek, Cremer en de Savornin
Lohman, zijne motie losliet en Faust beloofde dat
hij eene beslissing zoude uitlokken over de kwestie
of de spoorwegen op Sumatra's westkust van
staatswege of door particulieren zonden worden
aangelegd.
En 't arme Gretchen ....
zijne herkomst vragen, zooals die afschuwe
lijke Ortrud, de vrouw van elramund, haar
had aangeraden ? De Elsa die in het parket
zat, was in de grootste spanning. Zij zat te
beven op haar stoel. Zij wist, dat hare ze
nuwachtige aandoening kinderachtig was,
maar zij kon niet anders. En Elsa zij
deed de vraag de rampzalige ! Haar lot
was beslist. De zwaan verscheen met de boot.
De zwanenridder noemde zijn naam, zijne
afkomst, betrad de boot en... was verdwenen.
In een onbeschrijfelijke!!, overspannen
toestand volgde Elsa na afloop hare moeder
en den heer Gürtler. Zij was geheel onder
de betoovering van die hartstochtelijke, op
windende muziek; zij leefde, als het ware,
met de personen mede, zij had een gevoel,
alsof zij dat alles zelve had ondervonden,
alsof zij het geweest was, die daarin ootmoed
was neergezonken voor den 'Lohengrin!"
Nimmer, voor alle.s ter wereld niet, HOU zij
hare belofte hebben verbroken, den geliefden
man zou zij nimmer hebben mistrouwd !
O, in werkelijkheid, zóó lief te hebben, ecnen
man zoo te aanbidden en onbegrensd ver
trouwen te kunnen schenken! Hoe doodsch,
hoe arm moet het leven zijn, als men die
roeping niet mag vervullen! Zij verstond
hare mama maar half, toen deze haar een
verwijt maakte over hare stilzwijgendlieid en
haar tegenover mijnheer Gürtler verontschul
digde. En die goedige man zei: Juffrouw
Elsa is wat opgewonden; de opera heeft in
druk op haar gemaakt!" En voov dat. zij
naar bed gingen, sprak hare moeder nog:
»maar Elsa, ik ken u niet meer, gij zijt ver
anderd, gij zij t mijne oude Elsa niet meer."
Elsa kon dien nacht niet slapen; dat was
wel de eerste maal in haar jonge leven. Een
onbeschrijflijk verlangen naar zulk eene
machtige, ideale liefde vervulde haar geheele
hart. Zij wist het, die zwanenridder was
eene fictie, een dichterlijk beeld, maar de
kunstenaar, die leven gaf aan dat beeld, was
een mensch van vleesch en bloed. Die blik
Van over de Grenzen.
Graaf Kalnoky. de minister van
buitenlaiidsche zaken der
Opstenrijksch-Hongaarsche diplomatie, heeft in de vergadering der
delegatie van de Transleithaansche landen
het woord gevoerd over de Bulgaarsche
quaestie. Het kost eenige moeite om in zijne
zeer lange rede tusschen de diplomatische
beleefdheden, de vredelievende verzekeringen,
de complimenten aan het adres van de Rus
sische regeering in het algemeen en den czar
in het bijzonder, dadelijk de weinige besliste
en ondubbelzinnige uitdrukkingen te vinden,
die er moeten worden uitgevischt als de stuk
jes vleesch rari tuinfex in guryite mul o
in de soep van een gierigen waard. Zelfs
was de culinarische critiek van Kalnoky's
voorganger in het bereiden dezer schotels,
graaf Julius Andrassy, noodig om den
tegenwToordigen kok te bewegen, zijne soep wat
krachtiger te maken.
Doch dit staat vast: het veto der diplo
matie, waarop wij in het vorige nummer van
dit blad doelden, is uitgesproken. Ontdaan
van alle bijwerk, komen de verklaringen van
graaf Kalnoky hierop neer.
Oostenrijk zal niet dulden, dat Rusland
overgaat tot eene volledige of zelfs gedeelte
lijke bezetting van Bulgarije. Het zal even
min toestaan, dat Rusland in het vorstendom,
door de aanstelling van Russische ambtenaren
en officieren, een overwegenden invloed ver
krijgt. Het kent aan Rusland in en op het
vorstendom geen andere rechten toe, dan de
overige onderteekenaars van het traktaat van
Berlijn er bezitten. Het Hands off.' dat de
heer Gladstone indertijd Oostenrijk meende
te moeten toeroepen, is thans door den
Oostenrijkschen minister op Rusland toegepast.
Een Engelsch blad noemde de woorden
van Lord Salisbury die van een redenaar,
het door graaf Kalnoky gesprokene de taal
van een staatsman. De opmerking is in
zeker opzicht volkomen juist. Lord Salisbury
heeft de houding van Rusland in Bulgarije
afgekeurd met al den gloed van het feu sita'é,
dat door de goedkoope verontwaardiging van
zijn Engelscne hoorders aan den ruim
voorzienen Lord Mayors-disch werd aangeblazen.
De conclusie van zijn betoog was zeer ge
brekkig, maar wat hij gaf, was dan ook meer
een toast, dan een betoog. Graaf' Kalnoky
daarentegen is zeer kalm gebleven, omdat de
heethoofdige Magyaren een klein stortbad
noodig hadden. Hij heeft Rusland met
nuweelen handschoenen aangepakt, maar de
greep is er niet minder stevig om geweest.
Wil men het bewijs, dan vergelijke men slechts
hetgeen de Russische pers over Lord Salisbury
zegt, met hare beschouwingen over Kalnoky.
De aflcr ilixner s)>cecli van den eersten wordt
met een minachtend schouderophalen be
antwoord, maar de redevoeringen van den
laatsteii wekken een storm van verontwaar
diging op. Als Alexander III den raad op
volgde van de toongevers der openbare
meening (voor zoover die in zijn rijk bestaat, en
geduld wordt), clan zou de Russische gezant
reeds uit Wcenen zijn teruggeroepen.
Doch het is niet de heer deLobanofi', maar
generaal Kaulbars, die naar St. Petersburg
zal terugkeeren. Het laatste hcldenstuk van
dezen woiiderlijken diplomaat was wederom
een ultimatum, waarin de eisch werd gesteld,
dat de plaatskommandant en de bevelhebber
der troepen te Philippopel zouden worden af
gezet, omdat de burgerlijke autoriteiten van
die plaats een kawas van het Russisch con
sulaat, die zich in dronkenschap aan verzet
had schuldig gemaakt, hadden laten
arresteeren. De regenten en ministers hebben dezen
eisch wijselijk onbeantwoord gelaten en gene
raal Kaulbars heeft daarop in een
pathe
vol majesteit, die innemende lach, die heerlijke
stem, die overweldigende schoonheid . . . dat
alles was van lin». En voordat zij, lang na
middernacht, eindelijk insliep, was het haar
duidelijk waarin hare mama haar veranderd
vond. Zij beminde, beminde even als Elsa van
Brabant Lohengrin, die op dit
ondermaanschc A.dolf Beckor heette. Hij was ook h/mr
redder haar redder uil een ledige, nuch
tere wereld. Zij zou hem niet verraden, niet
wantrouwen; y/ij volgde hem vrijwillig naar
het heerlijke, zonnige rijk der idealen!
Elsa was een verstandig meisje. Zij wist
zeer goed, dat Adolf Becker in het gewone
leven geen zilveren rusting droeg, zonder
zwaan verscheen, zijn baard en /.i j n haar
j waarschijnlijk geheel anders droeg dan in
i zijne lol, maai' was Lohengrin niet bezield
door zijn kuiistenaarsnatuur. Had hij hem
niet zijne stem, zijne heerlijke gestalte gege
ven? Ja, hij was het waard door haar bemind
te worden!
Zij was niet, alleen, zij stond den volgenden
morgen op als een ander wezen ; zij beminde!
Ach, allo bezienswaardigheden in <!e resi
dentie lieten haar koud. Zij moest zich
ini spannen om uit beleefdheid jegens mijnheer
| Gürtler, die de beide dames overal heensleepte,
i eeiiigc belangstelling voor de dingen leloonen.
Mama dacht al lang niet moei1 aan Lohen
grin. Zij dweepte met Sonncnthal on mijn
heer Gürtler al sedert lang mot S weihof er.
Prozaïsche, mcnschen!
:. Zij durfde haar geheim aan geen van beide
! toevertrouwen : al hare belangstelling was
srewijd aan do affiche van de opera, waai'
zijn naam opstond, aan de dagbladen, die
hem wellicht roemden, aan de platenwinkels,
waai' wellicht zijn portret voor de ramen hing.
En werkelijk, daar ontdekte- /ij op zokcrcn
(lag oen prachtig kabinetportret van hom, als
Lohengrin, mot dien blik vol majesteit on
(lionzelfile innomondon lach. Hare moeder
stond haar toe die photogranhie te koopou.
(Slot rolijt.)
tisch schrijven den volke verkondigd, dat
het geduld van den wijzen en goeden czar
was uitgeput, dat de suoocle Regeering deed,
alsof er geen Rusland bestond, en dat hij
daarom op Zaterdag 20 November met alle
mogelijke consuls, vicc-consuls, kawassen enz.
Bulgarije zou verlaten, de archieven der con
sulaten en de belangen der Russische onder
danen gelijkelijk overdragend aan de goede
zorgen van den Duitschen zaakgelastigde
Von hielmann, dien de Montenegrijnen van
den heer Nekliudotf op den dag der verkie
zingen te Sofia bij ongeluk niet hebben dood
geschoten.
Wat zal Rusland nu doen? Na het bedan
ken van den Deenschen prins Waldemar voor
de Bulgaarsche vorstenkroon wil men te St.
Petersburg den gemediatisecrden vorst van
Mingrelie candidaat stellen, den afstammeling
van een geslacht van Aziatische
miniatuurpotcntaatjes, die hunne bezittingen bij Colchis
aan Rusland hebben overgedaan, terwille van
de roebels, welke, sedert Jason het gouden vlies
weghaalde, in hun land schaarsch schijnen te
zijn. geworden. Deze volmaakt onbeduidende
persoonlijkheid zou een uiterst gewillig werk
tuig zijn in de handen der Russische regee
ring, als de Sobranja hem verkiezen wil. Het
is echter de vraag, of' dez.e candidatuur niet
zal afstuiten op de weigering van de overige
groote mogendheden om haar te steunen.
Sedert eenige dagen loopen er weder ge
ruchten over de aanstaande bijeenkomst van
een Europcesch congres tot regeling der Bul
gaarsche quaestie. Het is te betwijfelen, of
men daarmede veel verder zou komen, maar
het is mogelijk^ dat Rusland een dergelijk
yoorstcl niet ongaarne zou aangrijpen, om
zich met goed fatsoen uit eene niet geringe
moeielijkheid te redden. Want niettegen
staande al de grootspraak der Russische chau
vinisten ziet men te St. Petersburg klaarblij
kelijk in, dat het herstel van het Russisch
prestige in Bulgarije niet opweegt tegen de
ernstige gevaren, aan een oorlog met eene of
meer der Europeesche groote mogendheden
verbonden, en dat diplomaten a la Kaulbars op
de Bulgaren geen indruk meer kunnen maken.
Daarenboven doet de thans meer dan ooit. nood
zakelijke herziening van het Oost-Roemelisch
statuut een gereed voorwendsel aan de hand,
om eene conferentie of een congres bijeen te
roepen. De Russische staatkunde is echter.
sedert de czar die, wat de buitenlandsche
verhoudingen betreft, in eigen handen heeft,
genomen, zoo volmaakt onberekenbaar, dat
men in dit geval ternauwernood van eene
waarschijnlijkheid kan spreken.
De redevoeringen van graaf Kalnoky heb
ben bij al hare uitvoerigheid, geen licht ver
spreid over no hoogst belangrijke vraag:
Welke rol zal Duitschland spelen indien het j
! conflict tusschen Oostenrijk en Rusland
scher- pere vormen mocht aannemen. >Kr is in onze
' alliantie met Duitschland geen wijziging ge- j
komen," zegt graat' Kalnoky. Maar dit is
oen ontwijkend antwoord, aangezien de
voori waarden dezer alliantie steeds geheim zijn j
gehouden. De waarschijnlijkste gissing is, dat j
de heer Von Bismarck indertijd het bondge- '
nootschap met Oostenrijk heeft gezocht, om
zich te dekken tegen oen dubbelen aanval '
van Rusland en Frankrijk. Na Skiernewicz
i en Kronisier moet echter in die verhouding
l wel eenige wijziging zijn gekomen. *
' Dat die wijziging niet ten gunste van Oos- |
tenrijk is geweest, ligt voor de hand. De
toenadering tot Rusland is, vooral voor de
Hongaren, in hooge mate onsympathiek ge
weest, en de door Duitschland opgedrongen
vriendschap met Rusland heeft de
Oosten' rijksche regeer ing tot nu toe belet aan Rus
land de waarheid te zoggen. Vandaar de
vreugde, waarmede te Weenen en vooral te
Post de tamelijk platonische betuigingen van
adhaesie van Lord Salisbury zijn ontvangen.
De heer von Bismarck heeft, thans eene dub
bele reden, om als vredestichter op te treden,
Xict slechts hoeft hij eene reputatie op dit
gebied to handhaven, maar hij moet ook
bewijzen, dat het wantrouwen der Oosten
rijkers ongerechtvaardigd is. De Duitsche
rijkskanseiier moot zich over de naaste
toekomst zeer optimistisch hebben uitgelaten
on uien mag dus aannemen, dat hij ecu mid
del zal hobboii gevonden, om vrienden eu
vijanden met oen kluitje in het riet te sturen.
i Tiet onvermijdelijke kind van do rekening",
zal bij <lo/,e combinatie wol niet ontbroken.
Laat ons hopen, dai deze rol mot is toege
dacht aan de Bulgaren, wier wijsheid en ge
matigdheid dooi' don hoor Von Bismarck nog
dezer daiz'cn zijn geprezen.
? ? - E T) pr.IZK,
| Adolph L' Ar ro n ge.
liet vierde cener eeuw. in woord on daad.
werkzaam to /ijn geweest tor verheffing van het
tooneel. is een niet. geringe verdienste, des te
urontor als lang gekoesterde illusie» aan het einde
van zulk oen tijdsverloop tot werkelijkheid zijn
geworden.
Adolph l'Arronge kan op den gedenkdag van
l zijn tooiieelarlieid. gedurende vijf on twintig jaren,
met trots on voldoening op den afgologden weg
terugzien. In Dmtschland heeft hij zich een
plaats verworven, die ('enig en van beteekenis is:
hij staat aan het hunt'd va.n hot Dt'ulxc/trs Theater.
l liet .,Deidxclir* T/«'ntcr" is do verwezenlijking
? \an don erustigen wonsch van do besten der
Duitsche natie. liet verval van hot tooneel. de
j verlaging van do tooneolschrijfkunst tot handwerk.
i de overvloed van tooueelspelers. hot gebrek aan
\ toouedkuiisteiiaars, hot to groote aantal
schouwi burgen (Duitscliland telt behalve 15 Hof-, :Vl() ge
wone theaters), al deze niet te loochenen ver
schijnselen hadden velen doen omzien naar mid
delen ter verbetering. Bij alle verschil van
mecning waren zij hot eens, dat naast het welig tie
ren van het handwerk, de kunst een veilige schuil
plaats moest hebben. Zopals Frankrijk zijn Huis
vau Molière ia stand hield, mocht Duitschland,
het Duitschland dat Frankrijk overwonnen had,
op het gebied des geestes niet langer zijn slaaf
en overwonnene blijven, maar behoorde een tem
pel op te richten, waar de echte Duitsche geest,
door dichters en denkers geopenbaard, rein en
in eere werd gehouden.
Deze denkbeelden bracht Genée door den
druk onder ieders aandacht. Hem volgde
Wahrmann, die in f878 een open brief schreef, als
aansporing tot het stichten van een modcltheater
te Berlijn. Wie tot dit doel wilden medewerken,
werden verzocht daarvan blijk te geven. Het
bleef echter bij vrome wenschcu, maar de geest
was levendig geworden. AdoJph FArronge plaatste
in A'orc/ und Siid van Octobcr 1881 oen wel
sprekend artikel over Das Ihe.ater und die
(7eu'erlicfreilieit.
Hij neemt het in warme bewoordingen op voor
de knust en veroordeelt hen, die mot ongewasschen
handen haar willen aanraken. \Yic kan onwil,
mag brood bakken of bier brouwen, en wie het
beste bier brouwt en het voedzaamste brood bakt,
zal den moesten aftrok vinden. Maar de lijd
zaamheid meines yetrerbefreihciilic/ten G-eiiiütiies"
gaat niet zoo ver, dat ik handwerkers ook het
rocht toeken, aan het hoofd van een tooneel te
kunnen of mogen staan. De gezondheidscommissie
en de rechter waken, dat meel, melk. eieren,
gerst, hop en mout niet door schadelijke
bestanddoelen vervangen worden. Maar waar is de ge
zondheidscommissie voor het tooneel?" De staat
trede tusschonbciden en zorge, dat het aantal
schouwburgen vermindere, stelle voorwaarden
waaraan een tooneeldirectie dient te beantwoor
den, opdat niet langer de kunst in het aange
zicht geslagen on het onmogelijk gemaakt worde,
dat een tooneeldirocteur aankondigingen doet,
als: Frixches Hier vom Fusz, frische
Lebcricitrst, frische dramatische Novitat tien, ijuns
ven.' n ui' met f/roszen Ojifern ist es mir gelutigen
die«e in llcrlin, Jlamburi/, lirealnu uniïuilen
deutsclten Stüdten iiber hundert Dlid init
senx'itiationdtem Ueifall aiiff/efiihrte neuesle Nvritiit
fiir mcine Jliihne zu crtvcrben-\"
,,llet beste remedie zoo besluit l'Arronge
zijn uitvoerig en zeer mcrkmaardig opstel zou
zijn een krachtige amputatie."
Stad of staat houde het toezicht of beperke de
vrijheid. Minder schouwburgen, minder
tooneelspelers. maar beter leiding en meer
tooneelkunstenaars. Dan zullen zich misschien meerderen
met talent, ontwikkeling en roeping aan het
tooneel wijden en bot heirlcger verdringen, dat
tooneelspcelkunst als handwerk beschouwt en het
voordeel najaagt om spoedig veel geld te verdienen,
weinig te doen en vroolijk en vrij te leven.
En eindelijk zullen de schouwburgen vuur het
publiek weder het veilige en geheiligde toevluchts
oord worden der veel miskende Muzen, tempels
ecner edele, reine kunst ter vorming en ontwik
keling van gemoed, hoofd en hart."
L'Arronge liet het niet bij woorden: de daad
volgde. Met A. Forster, S. Fricdmann. Fr. llaasc
en Ludwig JJarnay verbond hij zich tot het stich
ten van een modcltooneol.
De bezwaren rezen uit den grond, maar een
ij/oren wil overwon allen. Xog geen twee jaren
na zijn artikel over Dus Theater tinrl die
<rewerbt'./ïeilwit, werd het Deiilxclinx 'J'/ieiitei'" tu
Berlijn geopend. Dit geschiedde den 2i)slen Sep
tember 1SW3. L'Arronge zelf heeft de
opporleiding. Gedurende de driejaren van zijn bestaan
heeft hij, ondanks alle wisseling, hot principe, dat
tot de stichting aanleiding gaf, streng en trouw ge
handhaafd. Kr heerscht aan liet sDoutsches Theater''
zoowel op tooneel als in do zaal een zekere toon. De
werken der beste Duitsche dramaturgen van
vrocgeren en lateren tijd, de stukken van
Shakespcare en Calderon hebben den voorrang: bij uit
zondering oen Franschc comédio.
!)e keus is en blijft keurig, schoonheid van vorm
is oen voroischte; nooit zou van OSCAR
BrrMt;.\TIIAI. Die Tciifelsfclsen geduld zijn geworden,
maar Der l'robe)>l'e_d is een corcplaats toegewezen.
De voorbeeldige regie van den uitstekeiidon ac
teur Fficdniaiin zorgt voor een kunstrijk geheel
on het toekennen van allo waarde aan don auteur
en acteur, waarbij de rekwisitcur op den achter
grond blijft, zonder hom in zijn rechten to korten.
De goede verwachtingen voor L'AuRnxci-; als
directeur van een dergelijk kiinstinstituiit zijn
niet beschaamd. Hij had als het ware zijn
voorsfndion gemaakt to Breslau. waarbij van l Ooloher
1.S7-1 tot f Januari 1878 directeur van het
Lobothcator was. Zijn leiding aldaar wordt ais zoer
kui^tzinnig geprezen. Wilhelm Antouy zot zijn
uToote verdiensten uitvoerig uiteen in eouo bro
chure : Adiilji/t 1'An'Din/e -und <lnx L'iiiei!ie«ter
(l'S78). Kr zou moeilijk 0011 tweede te vindon
zijn. die allo gaven eu talonten voor directeur
van het DciitxcJH's Theater zóó in zich veroenigt
als 1'AiTonge Hij en het toonool in al zijn
onderdoden zijn een.
De kennis van het tooneel is hem als aangebo
ren, /ijn vader was een bekend eu vordioustolijk
tooiieelspolor. met het emplooi van komiek en
karakterspelor. Voor ruim twintig jaar trad hij
te Amsterdam in het Grand-Théalre van A. VAN
Li Kit als gast op. mot zijn tweede vrouw. Sury.
Velen zullen zich nog zijn vaderrol hcriunoreu
in I>ci' \'«icr lier Debutanten, vooral l-fennitnn
Jjt'i'i/ en ziui Jiijiiler in Or/>lte,nx. /ijn beide doch
ters, Adolphine on Betty haddon bij het toenma
lig Duitsch gezelschap alhier een vaste verbin
tenis. Hun broeder Adolph. aan wion dit artikel
gewijd is, was in ISiJo. na zijn opleiding aan het
('oiiNorvatorium te Leipzig to hebben genoten, op
den jeugdigen leeftijd van 2jaren, kapelmeester aan
het ' J<'rieili'i(:!i-\\'i'//i<-lmxtiidtiiclie Tliealer te
lierlijn geworden, l)en 25.ston November l.Slil onder
scheidde hij zich door zijn eersten tooneolarbeid,
J)dn (iexjieiixt. Van hot
J<'ric<lricli-Wil/t<'lin-xliidtisclic Theater ging hij in 18GU weder als ka
pelmeester naar dat van Kroll.
Voor dat tooneel schreef hij een
Weilmachts' possc'': t'urlniKi'x Aiireririiiidle ndcr diix r/roxxc
! LUIM. dat ouder groote toejuichingen word ver
toond. In 181)!» laat hij aldaar niet: zonder MICCOS
1 do vaudeville AV/i morli.nier ltuxirxi.tli>n on met
i buitengewonen bijval Kin adxwerUclie 'lh«l. klucht
met zang. over de plan kon gaan. Daarna legde hij
! den dirigeerstok neder om als redacteur op te
tre