De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 21 november pagina 2

21 november 1886 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 491. De goudindustrie daarentegen neemt hoe langer hoe hooger vlucht. De uitvoerrechten van jfoud en concessiegejden bedroegen in 1885 ?1,300,000. De goudindustrie kan dus op Aï& oogenblik voor de kolonie worden beschouwd als de kurk, waarop zij drijft, meent de Commissie van Rapporteurs in Suriname. Dit neemt niet weg, dat men toch goede hoop voor de toekomst blijft houden. «Alge meen hield men zich dan ook er van over tuigd," zegt de meermalen genoemde com missie, »dat bij goede controle en regeling der perceptie van alle middelen, de eigen middelen der kolonie aanzienlijk zouden stij gen, en zij daardoor een grooten stap nader zou worden gebracht aan het groote doel, waarnaar allen, zonder onderscheid, ijverig streven: financiële onafhankelijkheid deikolonie op duurzame grondslagen, welk doel volkomen zal worden bereikt, zoodra wel vaart hier in de plaats van den algemeen gedrukten toestand zal treden/' Wij willen het met de Commissie hopen, en zouden gaarne het bewijs voor de juist heid dier verwachting zien in lagere tekorten op het budget van volgende j aren. Het hoo gere tekort op de begrooting is alleen ver dedigbaar, ingeval men gegronde redenen heeft om te verwachten dat het de voorlooper is van sluitende begrootingen. POLITIEKE ECHO'S. Possart-Mephisto in den schouwburg on Keuchenius-Mephisto bij de behandeling der Indische Begrooting op het Binnenhof als der Geist der stets verwint. Telkens wilde Mephisto-Kenchenius zich meester maken van het debat en telkens Meld de voorzitter hem het reglement van orde voor en deinsde de heer Keuchenius terug. Zette de voorzitter hem de voordeur van het verboden terrein uit, dan trachtte do sluwe Mephisto er langs een achterdeur weer binnen te sluipen. Zoo zijn nu eenmaal de Mephisto's. Faust?Sprenger van Eijk streed voor zijn Gretchen, Indiëen zijne begrooting, met warmte en een overvloed van woorden. Faust toonde zich bereid om vél, zér veel in overweging te nemen van hetgeen werd aangevoerd, en schoon zeer veel eens" met de heeren. gelijk Mephisto satirisch aanvoerde. Al brak de heer van Gennep eene lans voor den armen Valentijn, den kapitein Willink Ketjen, die Indiëzijn ontslag verwijt, de uitslag van het spiegolgovecbt was niettemin, dat men zich on genegen toonde, een onderzoek in te stellen naar de wettigheid van zijn ontslag. De exploitatie der ombiliënveklcn, die Faust bij uitbesteding wilde doen plaats hebben, gaf aan leiding tot een Auerbachskelder tooneel, waar een viertal vroede mannen ieder zijn motie voordroeg en allerlei drukte maakte, totdat Faust einde lijk toegaf, het viertal, de broeders Keuehenhis, Ruys van Beerenbroek, Cremer en de Savornin Lohman, zijne motie losliet en Faust beloofde dat hij eene beslissing zoude uitlokken over de kwestie of de spoorwegen op Sumatra's westkust van staatswege of door particulieren zonden worden aangelegd. En 't arme Gretchen .... zijne herkomst vragen, zooals die afschuwe lijke Ortrud, de vrouw van elramund, haar had aangeraden ? De Elsa die in het parket zat, was in de grootste spanning. Zij zat te beven op haar stoel. Zij wist, dat hare ze nuwachtige aandoening kinderachtig was, maar zij kon niet anders. En Elsa zij deed de vraag de rampzalige ! Haar lot was beslist. De zwaan verscheen met de boot. De zwanenridder noemde zijn naam, zijne afkomst, betrad de boot en... was verdwenen. In een onbeschrijfelijke!!, overspannen toestand volgde Elsa na afloop hare moeder en den heer Gürtler. Zij was geheel onder de betoovering van die hartstochtelijke, op windende muziek; zij leefde, als het ware, met de personen mede, zij had een gevoel, alsof zij dat alles zelve had ondervonden, alsof zij het geweest was, die daarin ootmoed was neergezonken voor den 'Lohengrin!" Nimmer, voor alle.s ter wereld niet, HOU zij hare belofte hebben verbroken, den geliefden man zou zij nimmer hebben mistrouwd ! O, in werkelijkheid, zóó lief te hebben, ecnen man zoo te aanbidden en onbegrensd ver trouwen te kunnen schenken! Hoe doodsch, hoe arm moet het leven zijn, als men die roeping niet mag vervullen! Zij verstond hare mama maar half, toen deze haar een verwijt maakte over hare stilzwijgendlieid en haar tegenover mijnheer Gürtler verontschul digde. En die goedige man zei: Juffrouw Elsa is wat opgewonden; de opera heeft in druk op haar gemaakt!" En voov dat. zij naar bed gingen, sprak hare moeder nog: »maar Elsa, ik ken u niet meer, gij zijt ver anderd, gij zij t mijne oude Elsa niet meer." Elsa kon dien nacht niet slapen; dat was wel de eerste maal in haar jonge leven. Een onbeschrijflijk verlangen naar zulk eene machtige, ideale liefde vervulde haar geheele hart. Zij wist het, die zwanenridder was eene fictie, een dichterlijk beeld, maar de kunstenaar, die leven gaf aan dat beeld, was een mensch van vleesch en bloed. Die blik Van over de Grenzen. Graaf Kalnoky. de minister van buitenlaiidsche zaken der Opstenrijksch-Hongaarsche diplomatie, heeft in de vergadering der delegatie van de Transleithaansche landen het woord gevoerd over de Bulgaarsche quaestie. Het kost eenige moeite om in zijne zeer lange rede tusschen de diplomatische beleefdheden, de vredelievende verzekeringen, de complimenten aan het adres van de Rus sische regeering in het algemeen en den czar in het bijzonder, dadelijk de weinige besliste en ondubbelzinnige uitdrukkingen te vinden, die er moeten worden uitgevischt als de stuk jes vleesch rari tuinfex in guryite mul o in de soep van een gierigen waard. Zelfs was de culinarische critiek van Kalnoky's voorganger in het bereiden dezer schotels, graaf Julius Andrassy, noodig om den tegenwToordigen kok te bewegen, zijne soep wat krachtiger te maken. Doch dit staat vast: het veto der diplo matie, waarop wij in het vorige nummer van dit blad doelden, is uitgesproken. Ontdaan van alle bijwerk, komen de verklaringen van graaf Kalnoky hierop neer. Oostenrijk zal niet dulden, dat Rusland overgaat tot eene volledige of zelfs gedeelte lijke bezetting van Bulgarije. Het zal even min toestaan, dat Rusland in het vorstendom, door de aanstelling van Russische ambtenaren en officieren, een overwegenden invloed ver krijgt. Het kent aan Rusland in en op het vorstendom geen andere rechten toe, dan de overige onderteekenaars van het traktaat van Berlijn er bezitten. Het Hands off.' dat de heer Gladstone indertijd Oostenrijk meende te moeten toeroepen, is thans door den Oostenrijkschen minister op Rusland toegepast. Een Engelsch blad noemde de woorden van Lord Salisbury die van een redenaar, het door graaf Kalnoky gesprokene de taal van een staatsman. De opmerking is in zeker opzicht volkomen juist. Lord Salisbury heeft de houding van Rusland in Bulgarije afgekeurd met al den gloed van het feu sita'é, dat door de goedkoope verontwaardiging van zijn Engelscne hoorders aan den ruim voorzienen Lord Mayors-disch werd aangeblazen. De conclusie van zijn betoog was zeer ge brekkig, maar wat hij gaf, was dan ook meer een toast, dan een betoog. Graaf' Kalnoky daarentegen is zeer kalm gebleven, omdat de heethoofdige Magyaren een klein stortbad noodig hadden. Hij heeft Rusland met nuweelen handschoenen aangepakt, maar de greep is er niet minder stevig om geweest. Wil men het bewijs, dan vergelijke men slechts hetgeen de Russische pers over Lord Salisbury zegt, met hare beschouwingen over Kalnoky. De aflcr ilixner s)>cecli van den eersten wordt met een minachtend schouderophalen be antwoord, maar de redevoeringen van den laatsteii wekken een storm van verontwaar diging op. Als Alexander III den raad op volgde van de toongevers der openbare meening (voor zoover die in zijn rijk bestaat, en geduld wordt), clan zou de Russische gezant reeds uit Wcenen zijn teruggeroepen. Doch het is niet de heer deLobanofi', maar generaal Kaulbars, die naar St. Petersburg zal terugkeeren. Het laatste hcldenstuk van dezen woiiderlijken diplomaat was wederom een ultimatum, waarin de eisch werd gesteld, dat de plaatskommandant en de bevelhebber der troepen te Philippopel zouden worden af gezet, omdat de burgerlijke autoriteiten van die plaats een kawas van het Russisch con sulaat, die zich in dronkenschap aan verzet had schuldig gemaakt, hadden laten arresteeren. De regenten en ministers hebben dezen eisch wijselijk onbeantwoord gelaten en gene raal Kaulbars heeft daarop in een pathe vol majesteit, die innemende lach, die heerlijke stem, die overweldigende schoonheid . . . dat alles was van lin». En voordat zij, lang na middernacht, eindelijk insliep, was het haar duidelijk waarin hare mama haar veranderd vond. Zij beminde, beminde even als Elsa van Brabant Lohengrin, die op dit ondermaanschc A.dolf Beckor heette. Hij was ook h/mr redder haar redder uil een ledige, nuch tere wereld. Zij zou hem niet verraden, niet wantrouwen; y/ij volgde hem vrijwillig naar het heerlijke, zonnige rijk der idealen! Elsa was een verstandig meisje. Zij wist zeer goed, dat Adolf Becker in het gewone leven geen zilveren rusting droeg, zonder zwaan verscheen, zijn baard en /.i j n haar j waarschijnlijk geheel anders droeg dan in i zijne lol, maai' was Lohengrin niet bezield door zijn kuiistenaarsnatuur. Had hij hem niet zijne stem, zijne heerlijke gestalte gege ven? Ja, hij was het waard door haar bemind te worden! Zij was niet, alleen, zij stond den volgenden morgen op als een ander wezen ; zij beminde! Ach, allo bezienswaardigheden in <!e resi dentie lieten haar koud. Zij moest zich ini spannen om uit beleefdheid jegens mijnheer | Gürtler, die de beide dames overal heensleepte, i eeiiigc belangstelling voor de dingen leloonen. Mama dacht al lang niet moei1 aan Lohen grin. Zij dweepte met Sonncnthal on mijn heer Gürtler al sedert lang mot S weihof er. Prozaïsche, mcnschen! :. Zij durfde haar geheim aan geen van beide ! toevertrouwen : al hare belangstelling was srewijd aan do affiche van de opera, waai' zijn naam opstond, aan de dagbladen, die hem wellicht roemden, aan de platenwinkels, waai' wellicht zijn portret voor de ramen hing. En werkelijk, daar ontdekte- /ij op zokcrcn (lag oen prachtig kabinetportret van hom, als Lohengrin, mot dien blik vol majesteit on (lionzelfile innomondon lach. Hare moeder stond haar toe die photogranhie te koopou. (Slot rolijt.) tisch schrijven den volke verkondigd, dat het geduld van den wijzen en goeden czar was uitgeput, dat de suoocle Regeering deed, alsof er geen Rusland bestond, en dat hij daarom op Zaterdag 20 November met alle mogelijke consuls, vicc-consuls, kawassen enz. Bulgarije zou verlaten, de archieven der con sulaten en de belangen der Russische onder danen gelijkelijk overdragend aan de goede zorgen van den Duitschen zaakgelastigde Von hielmann, dien de Montenegrijnen van den heer Nekliudotf op den dag der verkie zingen te Sofia bij ongeluk niet hebben dood geschoten. Wat zal Rusland nu doen? Na het bedan ken van den Deenschen prins Waldemar voor de Bulgaarsche vorstenkroon wil men te St. Petersburg den gemediatisecrden vorst van Mingrelie candidaat stellen, den afstammeling van een geslacht van Aziatische miniatuurpotcntaatjes, die hunne bezittingen bij Colchis aan Rusland hebben overgedaan, terwille van de roebels, welke, sedert Jason het gouden vlies weghaalde, in hun land schaarsch schijnen te zijn. geworden. Deze volmaakt onbeduidende persoonlijkheid zou een uiterst gewillig werk tuig zijn in de handen der Russische regee ring, als de Sobranja hem verkiezen wil. Het is echter de vraag, of' dez.e candidatuur niet zal afstuiten op de weigering van de overige groote mogendheden om haar te steunen. Sedert eenige dagen loopen er weder ge ruchten over de aanstaande bijeenkomst van een Europcesch congres tot regeling der Bul gaarsche quaestie. Het is te betwijfelen, of men daarmede veel verder zou komen, maar het is mogelijk^ dat Rusland een dergelijk yoorstcl niet ongaarne zou aangrijpen, om zich met goed fatsoen uit eene niet geringe moeielijkheid te redden. Want niettegen staande al de grootspraak der Russische chau vinisten ziet men te St. Petersburg klaarblij kelijk in, dat het herstel van het Russisch prestige in Bulgarije niet opweegt tegen de ernstige gevaren, aan een oorlog met eene of meer der Europeesche groote mogendheden verbonden, en dat diplomaten a la Kaulbars op de Bulgaren geen indruk meer kunnen maken. Daarenboven doet de thans meer dan ooit. nood zakelijke herziening van het Oost-Roemelisch statuut een gereed voorwendsel aan de hand, om eene conferentie of een congres bijeen te roepen. De Russische staatkunde is echter. sedert de czar die, wat de buitenlandsche verhoudingen betreft, in eigen handen heeft, genomen, zoo volmaakt onberekenbaar, dat men in dit geval ternauwernood van eene waarschijnlijkheid kan spreken. De redevoeringen van graaf Kalnoky heb ben bij al hare uitvoerigheid, geen licht ver spreid over no hoogst belangrijke vraag: Welke rol zal Duitschland spelen indien het j ! conflict tusschen Oostenrijk en Rusland scher- pere vormen mocht aannemen. >Kr is in onze ' alliantie met Duitschland geen wijziging ge- j komen," zegt graat' Kalnoky. Maar dit is oen ontwijkend antwoord, aangezien de voori waarden dezer alliantie steeds geheim zijn j gehouden. De waarschijnlijkste gissing is, dat j de heer Von Bismarck indertijd het bondge- ' nootschap met Oostenrijk heeft gezocht, om zich te dekken tegen oen dubbelen aanval ' van Rusland en Frankrijk. Na Skiernewicz i en Kronisier moet echter in die verhouding l wel eenige wijziging zijn gekomen. * ' Dat die wijziging niet ten gunste van Oos- | tenrijk is geweest, ligt voor de hand. De toenadering tot Rusland is, vooral voor de Hongaren, in hooge mate onsympathiek ge weest, en de door Duitschland opgedrongen vriendschap met Rusland heeft de Oosten' rijksche regeer ing tot nu toe belet aan Rus land de waarheid te zoggen. Vandaar de vreugde, waarmede te Weenen en vooral te Post de tamelijk platonische betuigingen van adhaesie van Lord Salisbury zijn ontvangen. De heer von Bismarck heeft, thans eene dub bele reden, om als vredestichter op te treden, Xict slechts hoeft hij eene reputatie op dit gebied to handhaven, maar hij moet ook bewijzen, dat het wantrouwen der Oosten rijkers ongerechtvaardigd is. De Duitsche rijkskanseiier moot zich over de naaste toekomst zeer optimistisch hebben uitgelaten on uien mag dus aannemen, dat hij ecu mid del zal hobboii gevonden, om vrienden eu vijanden met oen kluitje in het riet te sturen. i Tiet onvermijdelijke kind van do rekening", zal bij <lo/,e combinatie wol niet ontbroken. Laat ons hopen, dai deze rol mot is toege dacht aan de Bulgaren, wier wijsheid en ge matigdheid dooi' don hoor Von Bismarck nog dezer daiz'cn zijn geprezen. ? ? - E T) pr.IZK, | Adolph L' Ar ro n ge. liet vierde cener eeuw. in woord on daad. werkzaam to /ijn geweest tor verheffing van het tooneel. is een niet. geringe verdienste, des te urontor als lang gekoesterde illusie» aan het einde van zulk oen tijdsverloop tot werkelijkheid zijn geworden. Adolph l'Arronge kan op den gedenkdag van l zijn tooiieelarlieid. gedurende vijf on twintig jaren, met trots on voldoening op den afgologden weg terugzien. In Dmtschland heeft hij zich een plaats verworven, die ('enig en van beteekenis is: hij staat aan het hunt'd va.n hot Dt'ulxc/trs Theater. l liet .,Deidxclir* T/«'ntcr" is do verwezenlijking ? \an don erustigen wonsch van do besten der Duitsche natie. liet verval van hot tooneel. de j verlaging van do tooneolschrijfkunst tot handwerk. i de overvloed van tooueelspelers. hot gebrek aan \ toouedkuiisteiiaars, hot to groote aantal schouwi burgen (Duitscliland telt behalve 15 Hof-, :Vl() ge wone theaters), al deze niet te loochenen ver schijnselen hadden velen doen omzien naar mid delen ter verbetering. Bij alle verschil van mecning waren zij hot eens, dat naast het welig tie ren van het handwerk, de kunst een veilige schuil plaats moest hebben. Zopals Frankrijk zijn Huis vau Molière ia stand hield, mocht Duitschland, het Duitschland dat Frankrijk overwonnen had, op het gebied des geestes niet langer zijn slaaf en overwonnene blijven, maar behoorde een tem pel op te richten, waar de echte Duitsche geest, door dichters en denkers geopenbaard, rein en in eere werd gehouden. Deze denkbeelden bracht Genée door den druk onder ieders aandacht. Hem volgde Wahrmann, die in f878 een open brief schreef, als aansporing tot het stichten van een modcltheater te Berlijn. Wie tot dit doel wilden medewerken, werden verzocht daarvan blijk te geven. Het bleef echter bij vrome wenschcu, maar de geest was levendig geworden. AdoJph FArronge plaatste in A'orc/ und Siid van Octobcr 1881 oen wel sprekend artikel over Das Ihe.ater und die (7eu'erlicfreilieit. Hij neemt het in warme bewoordingen op voor de knust en veroordeelt hen, die mot ongewasschen handen haar willen aanraken. \Yic kan onwil, mag brood bakken of bier brouwen, en wie het beste bier brouwt en het voedzaamste brood bakt, zal den moesten aftrok vinden. Maar de lijd zaamheid meines yetrerbefreihciilic/ten G-eiiiütiies" gaat niet zoo ver, dat ik handwerkers ook het rocht toeken, aan het hoofd van een tooneel te kunnen of mogen staan. De gezondheidscommissie en de rechter waken, dat meel, melk. eieren, gerst, hop en mout niet door schadelijke bestanddoelen vervangen worden. Maar waar is de ge zondheidscommissie voor het tooneel?" De staat trede tusschonbciden en zorge, dat het aantal schouwburgen vermindere, stelle voorwaarden waaraan een tooneeldirectie dient te beantwoor den, opdat niet langer de kunst in het aange zicht geslagen on het onmogelijk gemaakt worde, dat een tooneeldirocteur aankondigingen doet, als: Frixches Hier vom Fusz, frische Lebcricitrst, frische dramatische Novitat tien, ijuns ven.' n ui' met f/roszen Ojifern ist es mir gelutigen die«e in llcrlin, Jlamburi/, lirealnu uniïuilen deutsclten Stüdten iiber hundert Dlid init senx'itiationdtem Ueifall aiiff/efiihrte neuesle Nvritiit fiir mcine Jliihne zu crtvcrben-\" ,,llet beste remedie zoo besluit l'Arronge zijn uitvoerig en zeer mcrkmaardig opstel zou zijn een krachtige amputatie." Stad of staat houde het toezicht of beperke de vrijheid. Minder schouwburgen, minder tooneelspelers. maar beter leiding en meer tooneelkunstenaars. Dan zullen zich misschien meerderen met talent, ontwikkeling en roeping aan het tooneel wijden en bot heirlcger verdringen, dat tooneelspcelkunst als handwerk beschouwt en het voordeel najaagt om spoedig veel geld te verdienen, weinig te doen en vroolijk en vrij te leven. En eindelijk zullen de schouwburgen vuur het publiek weder het veilige en geheiligde toevluchts oord worden der veel miskende Muzen, tempels ecner edele, reine kunst ter vorming en ontwik keling van gemoed, hoofd en hart." L'Arronge liet het niet bij woorden: de daad volgde. Met A. Forster, S. Fricdmann. Fr. llaasc en Ludwig JJarnay verbond hij zich tot het stich ten van een modcltooneol. De bezwaren rezen uit den grond, maar een ij/oren wil overwon allen. Xog geen twee jaren na zijn artikel over Dus Theater tinrl die <rewerbt'./ïeilwit, werd het Deiilxclinx 'J'/ieiitei'" tu Berlijn geopend. Dit geschiedde den 2i)slen Sep tember 1SW3. L'Arronge zelf heeft de opporleiding. Gedurende de driejaren van zijn bestaan heeft hij, ondanks alle wisseling, hot principe, dat tot de stichting aanleiding gaf, streng en trouw ge handhaafd. Kr heerscht aan liet sDoutsches Theater'' zoowel op tooneel als in do zaal een zekere toon. De werken der beste Duitsche dramaturgen van vrocgeren en lateren tijd, de stukken van Shakespcare en Calderon hebben den voorrang: bij uit zondering oen Franschc comédio. !)e keus is en blijft keurig, schoonheid van vorm is oen voroischte; nooit zou van OSCAR BrrMt;.\TIIAI. Die Tciifelsfclsen geduld zijn geworden, maar Der l'robe)>l'e_d is een corcplaats toegewezen. De voorbeeldige regie van den uitstekeiidon ac teur Fficdniaiin zorgt voor een kunstrijk geheel on het toekennen van allo waarde aan don auteur en acteur, waarbij de rekwisitcur op den achter grond blijft, zonder hom in zijn rechten to korten. De goede verwachtingen voor L'AuRnxci-; als directeur van een dergelijk kiinstinstituiit zijn niet beschaamd. Hij had als het ware zijn voorsfndion gemaakt to Breslau. waarbij van l Ooloher 1.S7-1 tot f Januari 1878 directeur van het Lobothcator was. Zijn leiding aldaar wordt ais zoer kui^tzinnig geprezen. Wilhelm Antouy zot zijn uToote verdiensten uitvoerig uiteen in eouo bro chure : Adiilji/t 1'An'Din/e -und <lnx L'iiiei!ie«ter (l'S78). Kr zou moeilijk 0011 tweede te vindon zijn. die allo gaven eu talonten voor directeur van het DciitxcJH's Theater zóó in zich veroenigt als 1'AiTonge Hij en het toonool in al zijn onderdoden zijn een. De kennis van het tooneel is hem als aangebo ren, /ijn vader was een bekend eu vordioustolijk tooiieelspolor. met het emplooi van komiek en karakterspelor. Voor ruim twintig jaar trad hij te Amsterdam in het Grand-Théalre van A. VAN Li Kit als gast op. mot zijn tweede vrouw. Sury. Velen zullen zich nog zijn vaderrol hcriunoreu in I>ci' \'«icr lier Debutanten, vooral l-fennitnn Jjt'i'i/ en ziui Jiijiiler in Or/>lte,nx. /ijn beide doch ters, Adolphine on Betty haddon bij het toenma lig Duitsch gezelschap alhier een vaste verbin tenis. Hun broeder Adolph. aan wion dit artikel gewijd is, was in ISiJo. na zijn opleiding aan het ('oiiNorvatorium te Leipzig to hebben genoten, op den jeugdigen leeftijd van 2jaren, kapelmeester aan het ' J<'rieili'i(:!i-\\'i'//i<-lmxtiidtiiclie Tliealer te lierlijn geworden, l)en 25.ston November l.Slil onder scheidde hij zich door zijn eersten tooneolarbeid, J)dn (iexjieiixt. Van hot J<'ric<lricli-Wil/t<'lin-xliidtisclic Theater ging hij in 18GU weder als ka pelmeester naar dat van Kroll. Voor dat tooneel schreef hij een Weilmachts' possc'': t'urlniKi'x Aiireririiiidle ndcr diix r/roxxc ! LUIM. dat ouder groote toejuichingen word ver toond. In 181)!» laat hij aldaar niet: zonder MICCOS 1 do vaudeville AV/i morli.nier ltuxirxi.tli>n on met i buitengewonen bijval Kin adxwerUclie 'lh«l. klucht met zang. over de plan kon gaan. Daarna legde hij ! den dirigeerstok neder om als redacteur op te tre

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl