De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 21 november pagina 3

21 november 1886 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 491. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. den van Die Gerichtsseitung, en schreef achtereen volgens in samenwerking met Hugo ; Muller of Moser de kluchten: Papa hat's erlauht (Papa gaf Permissie) en Der Registrator auf Reisen. In 1873 beweegt hij zich alleen op hreeder terrein en doet Mijn Leopold ten tooneele brengen. Dit voorbeeldig volksstuk, waar ernst en humor elkander afwisselen, vestigde voor goed zijn naam. Het tooneel waar de oude Wiegelt zoo ver ge daald is, dat hij als schoenlapper bij zijn eigen welgestelden zoon de maat komt nemen, won aller harten. De kring zijner werkzaamheden breidde zich na dien tijd aanmerkelijk uit, de leiding van het Lpbe-theater te Breslau was van 1874?1878 in zijn handen. Het eerste jaar van zijn directeur schap verleende hij glans door het scheppen van een nieuw blijspel: Hasemaris Töchter. Vier jaren later heersehte hij onbepaald op alle Duitsche en vele buitenlandsche Tooneelen met zijn Dokter Klaus. Dit blijspel heeft hem een populariteit bezorgd, die nog tegen vele jaren bestand is. Sints volgden de blijspelen elkander op: Wohlthatige Frauen 1879, Ham Lomi 1880, Der Compagnon 1881, D ie Sorgelosen 1882. Het goede verstand en het gezonde oordeel hielden toen zijn pen in, want de laatste werken stonden beneden de eerste; het verval van het Duitsche tooneel hield zijn ge dachten bezig en hij voelde zich verplicht, waar hy de passie preekte, zelf te moeten voorgaan of zich te onthouden. De zelfkritiek, die hij zich oplegde, werkte weldadig, want het tweede werk. dat hij na 1882 schreef, gaf blijk van een streven naar het hoogste. Die Lorelei is een degelijk in ver zen geschreven tooneelwerk, door het Deutsche» Theater gespeeld, en dat ondanks leemten en ge breken, hem een plaats heeft verzekerd onder de ernstige tooneelschrijvers. Wat l'Arronge nog geven kan en nog geven zal, moet de tijd leeren; de ware tijd tot scheppen is voor hem eerst aangebroken. De onbekrompen omstandigheden, waarin hij leeft, de schoone en lieflijke natuur te Babelsberg, waar hij even als Blumenthal en de acteur Friedmann een fraaie villa bewoont, verzekeren hem de weelde en wel lust, die tot scheppen dringt. Bovendien gaat hij thans eerst zijn tweede jeugd, de jeugd zonder dwaasheden te gemoet. Zijn leeftijd wordt nauw door een halve eeuw bepaald. Hij is niet ouder dan 48 jaar. Zijn vaderstad Hamburg, waar hij den 8sten Maart 1838 het levenslicht zag, zal in den persoon van Maurice, den bekwamen Directeur van het Thaliatheater, waar zoovele beginners tot talenten zijn gerijpt, niet achterblijven om hem deze week, bij de herdenking zijner 25jarige Bühncnthatigkeit", den lof toe te zwaaien, die hem toekomt. En deze is niet gering. Daaraan zal het den 25sten November a.s.,den dag waarop hij herdenkt dat zijn eersteling: Das Gespenst ten tooneele kwam. niet ontbreken. Vele tooneeldirecties zullen aan den bescheiden wonsch, om op dien datum eenig tooneelwerk van hem op te voeren, zeker voldoen, te meer daar hij het goede doel heeft, het geheele bedrag der schrij versrechten, waarop hij aanspraak heeft, en dat eenige duizenden kan boloopen, te bestemmen ten bate van eon fonds voor hulpbehoevende tooiieelspelers. Zijn tooneelwerken zijn allen uit het leven gegrepen, uit het leven der gegoede burgerij, met al haar lief, met al haar leed. Zorgehjke verschijnselen in het familieleven. uit huizigheid, overdrijving van gewoonten, zucht naar uiterlijk vertoon, overdreven liefde of te groote strengheid van ouders voor hun kinderen en de gevolgen van dien, verkeerd opgevatte liefdadigheid en averechts aangebrachte geleerdheid, (Lubowski! Lubowski!) vooroordeelen tegen beroepen, als tooneelspeler, enz. Tegenover al die ongezonde verschijnselen, staan gezonde en verkwikkelijke; uit de botsing dezer beiden ontstaat de verwikke ling en handeling, die nu eens komisch, dan hoogst ernstig is en aanleiding geeft tot tooneeltjes, die even keurig als diep gevoeld zijn, of tot oen gullen lach stemmen. Zoo in het ernstige : het verhaal van Dokter Klaus aan zijn dochter Ernma, in het stuk van dien naam; de scène tusschon Vosz en vrouw Vink, zittende op een verhuiskist, het verkoopen aan familieleden van een borduurwerkje, als de nood dringt, beiden in Der Compagnon; het insluimeren van vader en kind, wanneer de moeder als altijd afwezig is om op vergaderingen te schitteren; Körner en zijn vrouw met het kind in de aan grenzende kamer, in Hasemann's Töchter, enz., enz. ... en in het komische: de beroemde Lubowski tegenover den boer Colmar, zijn dansen met Emma (Doctor Klaus), de schilder van: Simson de Filistijnen met een ezelskop en niet met een ezelskakebeen verslaande, tegenover zijn Mckeltjc, die nooit genoeg heeft van zijn ezelskop, zijn zwager achtereenvolgende met zijn eeuwig Henki, (Der Compagnon) \ Hazcman, die alle spoor boekjes uit zijn hoofd kent en ondanks allo kennis van treinen een nacht doorbrengt in con trein, die gerangeerd is, enz. L'Arronge heeft in al deze werken zich getoond een schilder van hot huislijk leven en wol met groot talent. Sommige gedeelten zijner werken bewegen zich tusschen een lach en een traan, do humor fonkelt. Ondanks het huiselijke zijner scheppingen is hij zelden de grens overschreden en in het huisbakkcno vervallen. De personen uit zijn stukken hebben allen een goedmoedige natuur. Het doet pleizier hen te ontmoeten, zo hebben fouten on gebreken, maar ze zijn niet zoo vervelend als men ze in do wer kelijkheid aantreft. Hun kleine onaangenaamheden worden met het grootste genoegen bijgelegd. Als gelukkige menschen neemt men afscheid van hen. En dan die lieve meisjes, allen even onschuldig en trouwlustig, de grappige knechts en meiden ! Een Pauopticum kan er zijn zalen mee vullen. L'Arrongo weet te vermaken en den zwartgalligste in een aangename stemming te brengen. Op den bouw, de verdeeling der stof. do een heid en de spaarzaamheid zijner tooneelwerken valt af te dingen; de laatste bedrijven dienen om het stuk af te maken, terwijl een logische oplossing verwacht werd. Ondanks deze en meerdere gebreken mag l'Arrongc op den dag zijner 25 jarige tooneelwerkzaamheid met trots op zijn leven en streven terugzien. Hij is niet alleen sedert tal van jaren de lust en liefde geweest van het D uitsche volk, maar ook van het Nederlandsche. 1) Nederland zal den 25sten November L'Arronge met waardeering gedenken en gelukwenschen, als de schepper van zoovele gezonde en frissche too neelwerken, die het hebben doen lachen en schreien. Als niet te versmaden lof kan hem nagegeven worden, dat hij zich over niet n werk behoeft te schamen en die lof is niet gering. J. H. RÖSSING. 1) De stukken van l'Arronge in Nederland go- i speeld zijn in hoofdzaak do volgende: l Directies van den Stadsschouwburg te A m- i sterdam Directie: ALIÏJÏEUT en VAN OLLEFEN. Mijn l Leopold (vert. W. N. Peypers). De dochters nai j Huzemait, 9 maal. Eerste opv. 7 Mei 1881. ! KON. VEKEEN. HET NEDEHL. TOONEEL". Mij H, j Leopold. 8 maal. (Vort. W. X. Peypers.) Eerste voorstelling 23 Januari 1878. Dokter Klaus 84 maal. (Vort. J. 11. Rossing). Eerste voorstelling (i Augustus 187!). Liefdadige .Dames 25 maal. (Vert. J. H. Rössing). Eerste voorstelling 2."> Juli 1880. i De familie Lonei 7 maal. (Vert. J. II. Rossing). Eerste voorstelling 27 Juni 1881. | De Compagnon 15 maal. (Vert. Jacq. de Vos). Eerste voorstelling 11 Juli 1885. i In het Grand-Théatre A. van Lier werden door j Duitsche gezelschappen gespeeld: Hasemann's Töchter, Docter Klaus; Wohlt/tat/ge Frauen. j De directie Bamberg, De la Mar en Charlier Dolcter Klaus. l De Nieuwe Schouwburg, directie Do la Mar, j vertoonde van 15?10 November 1886 Dokter Klaus. j Dokter Klaus is en wordt door tal van Rede- i rijkcrskamers gespeeld. Van de Hollandsche ver- 'i taling, die bij de Erven Van Munster het licht j zag, was spoedig na de eerste uitgave een tweede druk noodzakelijk. Rotterdam. Directie LE GKAS, VAN ZUYLEN en HASPELS. Gebroeders Uock (Vertaler R. Faassen) 1ste opv. ' 11 Juli 1875. 20 maal. i Dokter Klaus (Vertaler Soranus), 1ste opv. 10 ; Sept. 1879. 42 maal. Liefdadige Dames (Vertaler J. H. Rossing), 1ste opv. 14 Sept. 1880. 2;i maal. j Mijn Leopold (Vertaler Jacq. do Vos), Istc opv. 8 Maart 1881. 12 maal. De Compagnon (Vertaler Jacq. de Vos) Istc opv. 30 April'1881. 4 maal. Der Registrator au f Reine (Vert. W. N. Peypers) 1ste opv. 17 Aug. 1881. 30 maal. De dochters run llazcman (Vort. J. II. Rossing) i 1ste opv. 8 Juli 1882. 14 maal. j Druideqom en twee bniidjes (Vert. W. N. Pey pers), 1ste opv. 13 Aug, 1882. 1<> maal. Directie WILLKM VAX ZVYI.EN. Dokter Klaus. Mijn Leopold. De O una- \ denkenden. j Directie ALEX. FAASSEN. : Hoe soms de liefde hecrscht (Der Weg zum ! Horzen). (Vert. D. v. der Linde), lu opvoering : 7 Doe. 1885. 12 maal. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Kleine Jacf[ues. In twee schouwburgen speelt men het drama van William Busnach on, naar do getuigenis van den lieer van Lier, maakt het stuk in Frankrijk en Belgiën grooten opgang. Nochtans moet men er niet aan donken bij dit (melo)?drama" den maatstaf der ivsthetika aan te leggen. Op den thermometer der zedelijkheid zal het een veel hoogcr graad aanduiden dan op dien der schoon heid. Het stuk zit bizonder slecht in elkaar. De makelij vergoedt dus ook niet, wat het aan frissche oorspronkelijkheid ontbeert. Zekere de la Roseraie heeft den moord op zijn geweten van de Lurerduc. liet bewijs, dat hij hieraan schuldig is, draagt Geurges, een der zonen van den ter dood gebrachte, steeds bij zich. De la Rosernie heeft besloten zich van dat papier meester te maken, en vermoordt daarom Georges. Pierre Girard, een werktuigkundige, en Polybc Lonclton, een leêgloopcr, zijn getuige geweest van de wandaad. De la Roseraie belooft aan Girard eene groote geldsom, mi ds hij, dio door oen mis verstand voor don schuldige word aangezien, be kent, dat door hem de moord gedaan is. Girard heeft een zoontjon Jacquet, dat hij graêg rijk wil maken en, met dit kind de ergste nooddruft gekend hebbende, gaat hij den zotten koop aan, bekent de misdaad en wordt naar de valbijl gej bracht.Intusschen had ook7>j/rc7(0»zijnconthouding j aan de la Roseraie. zoo als hij't noemt verhuurd". Dezo namelijk stelt hem tot zijn Intendant aan: j niids hij zwijgc. Zoo verzekert, zoo lang hij j zwijgt, onze loègloopcr zich pen mooi inkomen. | Maar toevallig waakt LOIIC/IOH, bij kleinen Jiicqucs. i als doze ziek is. Hot kind droomt, staat op on j beschrijft, in zijn slaap, do tocbereidselcn voor | 's vaders schavotteering. Dat roert Lonchoii on in j 't laatste oogcnblik maakt hij den waren schul dige bekend; zijne betichting stavende niet een brief van zekeren Dr. Kdxards, die, inon weet niet door wolk belang gedreven, zich de mede plichtige van de In 7{oseraie gemaakt heeft. Pierre Girard, die met zijn vrouw gebrouilleerd was, om eon betrekkelijk nietige roden, komt vrij, verzoent ! zich met zijn vroinv en do kleine .fncques is op nieuw ' beider geluk. Daar komen enkele aardige trokken in het stuk voor: hot tooneel, waarin hot jongentjen dat l vizioen hoeft,is bepaald treffend, en, zooals men ziet. j op de moraal is niets aan te merken. De leemten in het stuk zoudon nog meer in liet oog vallen, zoo j wij de personen noemden, dio maar in eon /eer [ verwijderd verband met do gebeurtenissen staan. l Welke vatbaarheden men bij do toeschouwers heeft willen prikkelen, blijkt wel uit do bena ming der il tateieclcn: I. \'crl«le>i; II, De \'ul| strik: III. De C!i/ni>ps-J''hjscs (!).? IV. De moor denaar; V. De Kratikniiniycn: VI. Hel Cal/iiict van den Rechter van Instructie; VII, De cel van den ter dood veroordeelde; VIII, De droomver schijning; IX, Het schavot. Voor Pierre Girard heeft de Heer Bigot ge speeld (hij is een man van gevoel, maar hier niet in zijn kracht); voor zijne vrouw, Mevr. Ellen berger (die maar jong blijft,); voor De la Roseraie de Heer Veltman (die weer een uitnemende grime, zonder eenige overdrijving, heeft geleverd); voor Laverdac de Heer Farber (wij zwijgen en van de rol, on van den uitvoerder). De Heer Potharst was zijn broer, een tamelijk overtollig personaadje; even als Dr. Edwards (Hessclink) on zekere Graaf Maximieux (Ruys). Mevr. Albregt trad voor een oude burger vrouw op. Kon Jufvr. Grader (de vrouw van De la Roseraie) van onze doyenne hollandsch leeren spreken! Zij, zoowel als de zeer goede Louchon (Jurgens) ver warren altijd de klankverwante medeklinkers. Jufvr. Kapper, die de overtollige rol ecner Gravin ver vulde, speelde met opgewektheid; Jut'vr. Grader met groote rusteloosheid. Kleine Jacques, voor wien 0011 jongentjen van den Hoer de la Mar optrad, verdient oen bonnetjen. Aan do trouw, waarmee hij zijn rol geleerd had, kunnen de Hoeren on Dames over 't geheel nog een voorbeeld ne men ; en het tooneeltjon in het 8e tafereel hoeft het knaapjen waarlijk heel aardig gespeeld. 't Is vreemd, dat er niet eenigo zorg besteed wordt aan de keus der muziekstukken, welke in de eittr'uctes worden uitgevoerd. Tusschen twee taferoelen, die de bestemming hadden zeer tref fend te zijn, speelde men een vrolijk trantolend stuk. En zulke dingen zijn geen uitzondering, Laatst werd, in den Stadsschouwburg, een der bedrijven van Judith" ingeleid door een fantaizie uit do Huguonots". 17 Nov. '8G. A. Th. LES FEMMES COLLANTES. Labiche, Meilhac, Halévy en Ilenncquin heb ben een opvolger gekregen in hot vermaken van het Parijsche public. Léon Gandillot heet de gelukkige, reeds door eenige kleine comediën be kend, wiens Femmes Collantes al de ohroiiirjtieurn der bladen heeft doen uitroepen: La vieille gaitéFranchise u'est pas morte''. Het stuk wordt in het théatre Déjazet gegeven en is allergrappigst geschreven, maar tevens uitmuntend in elkander gezet, zoodat de belangstelling mot ieder bedrijf gaande gehouden wordt en de ont wikkeling van den schijnbaar onontwarbaren bun del knoopen als van zelf gaat. Sarcey wijdt er het geheele feuilleton van den Tcmps aan. Jules Lemaitre citeert in de Déutds lange stukken dia loog: de zaal is nu reeds iodcren avond vol. Het eerste bedrijf vertoont twee kantoorlokalen naast elkaar: in het eene zitten do klerken van den notaris Badinois, in het andere zal deze hoer zelf verschijnen. Hij is er echter nog niet; eeno menigte monschon, dio hom willen spreken, maken beweging in hot klerkenlokaal en worden afgosnauwd, een teekoniiig naar hot leven. Badinois, verschijnt eindelijk, eon man van veertig jaar, vermoeid on oulekkcr. Hij heeft don nacht vroolijk doorgebracht en leest zich zelt do les: o, die vrouwi-n, die vrouwen; dat kan zoo niet doorgaan !" Hij wil on moet trouwen. F^n toch, zo zijn zoo lief en hij is zoo zwak! De eerste die straks in het kantoor treedt, gaat allicht weder met zijn hart op do loop! Op deze wijze heeft hij ook met eene zekere Irma keunis gemaakt, eene collante, die hem niet loslaat. Hij wil juist de papieren gaan inkijken, daar is Irma. Hij heeft geen tijd; zij komt over zaken" spreken. Zij komt dus bin nen; de actrice Mme Lunevüle, heeft in voorkomen on toilet al het overdrcvene on provocanto van Irma's modellen. Irma heeft 2000 francs te beleggen. Hoc kom je daaraan?" Van een rente." Van een rente," bromt hij knorrig en over handigt haar hot bewijs. Zal ik jo eens wat zoggen, boste," besluit Irma, ik heb geen sou op zak. leen me 500 francs!" Badinois buigt het hoofd, leent haar het verlangde en ontvangt daar voor verlof, Irma 's avonds naar het bal de l'opéra te mogen geleiden. Als zij weg is, roept hij wanhopig: waarom trouw ik toch niet!" Daar komt do gelegenheid. Mijnheer Mourillon komt, om hot huwclijkscontraet tusschen zijn dochter en haar aanstaande to laten opmaken. Eigenlijk zijn zij het nog niet eens over do som; Mourillon wil 50,000 francs geven, de jonge man hoeft de belofte dat liet 150,ooo francs zou zijn on wil deze ook hebben. Nu volgt een uiterst grappige scène. De behendige notaris ziet hierin een goede gelegenheid voor zich zelf; hij weet de partijen tegen elkaar in 't harnas te jagen, zoodat de toekomstige schoonzoon woedend liet kantoor verlaat; hij biedt nu zich zelf als schoonzoon aan, saus dot. i:c;gt hij. Mourillon is hierdoor aange lokt, en nu onderhandelt hij verder, en met waar lijk meesterlijke overredingsknnst weot hij de hnwciijksgift op 20O.OOO francs te brengen, 's Avonds zal de plechtige verloving plaats hebben: aan Irma denkt hij niet meer. Maar naanwelijks is de schoonvader weg, of er komt eene interessante jonge weduwe, ook voor zaken", dio met een liefdesavontuur eindigen, on dan oen jonge; huis houdster, die een betrokking zoekt, en ailcrvcrleidelijkst is. C'esl trop lièle, is zijn uitroei», on als de gordijn valt is hij verloofd en heeft drieerlei amouretten bovendien. Do vier andere bedrijven ontwikkelen langzaam en goregeld al wat er van deze dolk- gegevens te maken is. Vooreerst ziet men bet einde nog niet, want noch Irma. noch de interessante we duwe, noch de huishoudster zijn er do menschen naar om zich met een kluitje in 't riet te laten sturen, co/liin/cs allo drie, en zoodra hij een van drieën ziet, wordt liet hart van den huwolijkscandidaat weer zwak. Gandillot hoeft nu voor oen uitmuntenden 'lens tv //i^;'/<; f'gezorgd, een zekeren ('ampluchard. een arm. half uitgedroogd pennelikker uit de provincie, dio van den notaris een brief beeft ontvangen over eene erfenis wier be drag hij niet kent. Hij kan den notaris echter niet te spreken krijgen, Badinois hooft wol wat anders to doen! Maar ('ampluchard laat bom niet los : hij volgt hom overal, bij de verloving. bij Irma. bemoeit zich met alles en brengt alles nog meer in de war. Do tweede acte speelt bij Mourillon. men viert er de verlo ving ; Madame Mourillon moet den nieuwen schoonzoon aan hare dochter voorstellen en trekt haar man bij de mouw: Hoe heet hij dan toch? Ik heb zijn naam niet goed verstaan V" Madame Mourillon houdt Campluchard voor den bediende, die voor de partij gehuurd is, laat hem de livrei aantrekken, kommandeert en beknort hem. De notaris intusschen heeft, door den nood gedron gen, zijn toekomstigen schoonvader in het geheim genomen, en deze zal hem er uit helpen, met de stille hoop, dat hij aan zulk een avontuurtje zelf eenig pleizier beleven zal. Madame Mourillon ruikt lont, en zorgt ook op het psychologisch oogenblik bij Inna te komen. De notaris merkt dan eerst, uit een verloren papier, dat Canipluchards erfenis drie millioen bedraagt; hij zorgt, dat Irma dit te weten komt, die nu zonder gew etenswroeging den notaris laat trekken. Het vierde bedrijf speelt bij de weduwe. De notaris is er op den morgen na de verloving voor zaken" geweest; on wat ontspint zich daaruit '! De weduwe is een geroutineerde coquette. Een zonderling iets toch, de liefde!" zegt zij; ..ik heb je toch een beetje op goed geluk genomen! Je bent niet jong!"?Ja wel, dat noemt men: nog jong."?Je bent niet mooi!" Maar gedistin geerd!" Geestig? hm hm!" Ik weet toch niet dat ik als een imltécile bekend sta ... ." Juist, dat alles heeft mij doen besluiten." Zij heeft na den dood van haar man van alle aardsche vreugde afstand gedaan, maar zij gevoelt, dat zij toch oenige vertroosting noodig heeft. Zij zal dus een notaris trouwen, ttn notaire, c'est deuil." De notaris is echter tegen haar opgewassen: hij houdt haar een tijdlang voor don gek en eindigt: Wij beiden moeten trouwen .. . .," zij ziet hem dankbaar in het brave gelaat.... maar niet samen!" Hij doet haar ook over aan Campluchard, dio ten slotte nog do huishoudster op den koop toe krijgt. " Met verbazend veel talent is de laatste acte geschreven, die zeer moest tegenvallen, omdat men alles reeds vooruit weet en voorziet; zij is een meesterstuk van tooneelschrijf kunst, men lacht tot het ciude. Hot stuk is een succes dat zich staande zal houden; of Mlle Mourillon reden heeft om zich over den notaris, dio zij dan eindelijk tot man krijgt, te verheugen, is eon andere vraag, want het. laat zich aanzien dat de hoer Badinois niet zoo collant zal zijn als zijne dames-kennissen. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Wij hebben nog het een en ander te vermelden omtrent eene uitvoering, dio in den laatsten tijd onze aandacht trok en die wij tot op heden on besproken lieten, wijl hot Nilsson-concert de be schikbare ruimte innam. Amstels Mannenkoor gaf onder de leiding van den lieer Jiernard Zweers, met medewerking van de Orkcstvereemgiiig on de hoeren Spoel uit 's Hago, Rogiiiniin uit Am sterdam en moj. liertha Post uit Purmerond een weigeslaagd Concert, dat door een talrijk leden tal eu een groot aantal genoodigden werd bijge woond, liet programma was zoodanig samenge steld dat do leuze onzer Zuidelijke stamgenooten In Vlaanderen Vluwnsch" met een kleine vari ant van toepassing werd. Ons Jlollandsch. eene compositie van don lieer Zweers en wij voegen er bij een Hink gebouwd on ook in den goeden zin populair koor op woorden van mr. Cosman, zou gorustclijk met enkele regelen op het titelblad van een album kunnen prijken, dat het streven dezer veroeniging vermeldt, welke eene goode plaats inneemt onder do liedertafels in de hoofdstad. Dr. Agldna- uit Hoorn heeft den Duitschen tekst van do Scènen uit do Frithjofssago dio hot hoofdnummer van het programma uit maakten, op verdienstelijke wijze in het Noderlandsch overgezet en in het algemeen met. de wetten der accentuatie goede rekening gehouden. Hem worde daarvoor een woord van lof toegebracht, dat zich mag aansluiten bij do waardeering waarvan de toejuiching op den avond van het concert hem blijk heeft gegeven. De zangvcrceniging kon dan ook het belangrijke werk van Max Jirnclt, dat onzon lezers voldoende bekend is, op yedcrlandschen tekst ten gehooro brengen en ook weder het be wijs leveren dat onze moedertaal bij haar rijkdom van vokalen voor don zang uitnemend geschikt is meer geschikt zelfs, dan menig idioom, dat in zoo hoogo oere wordt gehouden. Wij hebben in de eerste plaats den heer Xireern voor zijne rustige leiding der verschillende nummers van bet programma een woord van waar deering te brengen. Van buiten ijs, van binnen gloed" mag wel eene aanbeveling voor Orkest- en Koordirccteurcn heeten, indien althans door hot eerste substantief niet de koelheid wordt bedoeld. die de geestdrift bij de uitvoerende!) doet ver stijven, maar do rust. dio zekerheid en vertrouwen wekt. En in dien zin dient het althans hier op gevat. Dat liet klankvolume der verschillende stommen in vrij goede evenredigheid was, komt ook op hot actief van den dirigent, wiens taak het is do zangers in te deeleii". Met schakeci'iug werd er meestal gezongen: niet opgewekt heid in elk koornummor. Knkele malen zouden wij den wensch hebben geuit om eens de vaste overtuiging te krijgen, dal do koorletlen in de teere passages even verdienstelijk op traden als in die gedeelten, waar het alleen op Hinkbeid in do attaques, goede intonaties, ge paste kleur dor vokalen. juiste ademhaling en phrasoering om dit oude woord te bezigen aankwam, doch het programma gat er niet zoo veel aanleiding (oe als wij gewcnsclit hadden. Met de Milisten was do vereeniging zeer gelukkig geweest, wanneer men althans rekening houdt niet de moeilijkheid om de solopartijen in vereenigingen als Amstels Mannenkoor op voldoende wijze te doen vervullen. Mej. JSerihn l'nst beeft in den laatsten tijil groote vorderingen gemaakt. Hare persoonlijkheid begint zich langzamerhand in do voordracht te doen gelden. Hare stemmiddeleu ontwikkelen zich op gelukkige wijze: baar zang begint moor zekerheid en overtuiging te krijgen. Voor groote zalen is het orgaan nog bezwaarlijk geschikt: voor de uitdrukking van heftige passie heeft do stem nog te weinig volume en mist de dictie ook de gewensclite warmte. Maar waar het geldt gevoelens uit te drukken, die deze irrens niet naderen, is deze coiiccrtzaiigoress'j vol

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl