De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 28 november pagina 5

28 november 1886 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 492 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDEJtLAND. J l ! Luitenants-onderwijzers . "s * ' Kapiteins-Commandanten Luitenants 200. 400. 300.' ic : := Gouverneur 1500.Eerste-officier ....... 800.l Adjudant van den Gouverneur . 400.1 Kapitein, commandant eener ka1 detten compagnie 600.,'Lui tenant eener kadetten compie. 400.Kapitein of ritmeester, hoofd van onderwijs 600.Kapitein-, ritmeester of luitenant, leeraren 400.Kapitein-kwartiermeester, officier 1 van gezondheid en paardonarts. 300. \ Kapitein, commandant . . . . 500.j Overige drie officieren . . . . 400. \Directeur . . . 400.i Luitenant 300.i Commandant , ' Kapitein en kapitein-kwartiermer. {Luitenants P l Kapitein i | Luitenants j l Kapitein j Luitenants , 300 150. 100. 150. 100.* = l Commandant. , ,1.1 Luitenants. 150. 100. 400. 150.i Commandant 300.1" -f, l Kapiteins en de mot dien rang l 3 ' gelijk gestelde officieren. . . 150.S £ ) Luitenants en do mot dien rang 100gelijk gestolde officieren. Kapitein, toegevoegd aan den commandant 300.Commandant (hoofdofficier zijnde) ., . g l id. (Kapitein ) 700. &.«| Compagnies-Commandanten . . 300. £ 1, j Luitenants (ook do Kwartiermees| l ter 200. Officier van gezondheid. . . . 200. n , Ie en 2e Luitenants der Vesting?f i ?= l artillerie, tijdelijk gedetacheerd j; ?< = j bij de Veld- en rijdende Artil*" ' lerio 100. Stapel- en Comiructie-incif/azyncn. Directeur der inrichting (Luit.kol. of majoor zijnde) . . . f 500. Kapitein, hoofd dor keuringscom missie 200. Kapitein, hoofdopziencr der werk plaatsen 400. Officieren, opzichters in de werk plaatsen 200. Magazijnmeester,waarnemendchef de bureau, Luitenant zijnde . ,, 600. Kapitein zijnde , 400. Overige magazijnmeesters, met uit zondering van den magazijn meester, belast met het rekenplichtig beheer 200. Inspectie der draagbare wapenen. Kapitein, onder-directour, chef van den gewecrwinkel . . . f 400. Officieren, opzichters in de werk plaatsen 200. Pi/rotechnische school. Kapitein, chef der werkplaatsen 400. Kapitein, chef der patroonfabrick 300. Officieren, opzichters in de werk plaatsen , 200. Kij'ks-gietery mn bronzen geschut. Kapitein, hoofdopziener in de werkplaatsen f 400. Officier, opzichter in de werk plaatsen 300. Miujazynmeesters lij de wapcndepóts. Ieder f 200. Voor het verrichten van werkzaamheden. die een geroJg zijn ran de ititroenntj der Vestingwet. Voor hoofdofficieren f 25. kapiteins 25?15 luitenants 15. (Deze toelagen worden genoten door id do officieren der genie, onverschillig of zij met de uit voering van werken belast zijn. of wel bij het korps Genietroepen dienen). Jiomnlien: Voor het houden van toezicht op werken. . . . , 25. Voor het wonen in eene zooge naamde keet , ,c 1 Kapitein Departement van Algemeen Bestuur zeker moet wachten. Laat echter staan, dat er enkele verleende toe lagen niet zijn vermeld, de vorenstaande opgave geeft ruimschoots gelegenheid om zich te over tuigen, dat het toelagestelsel bij het Departement van Oorlog in de laatste jaren eeno bedenkelijke uitbreiding heeft gekregen. Het totale bedrag dat voor 1887 aan toelage noodig zal zijn, wordt op grond dat daarvoor in 1883 de som van f 163.000 aan het Rijk in reke ning is gebracht, door ons op f 175.000 geschat, waarvan f 30.000 aan de officieren, der genie ten goede zal komen. Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat juist in de laatste jaren hot toclagestclsel zulk een grooton omvang hooft verkregen. Voor het jaar 1870 was het eene zeldzaamheid als aan eene speciale betrekking toelage werd verhonden, ter wijl tegenwoordig in een tijd dat men juist de meeste omzichtigheid mot 's lands uitgaven in het oog moot houden geen nieuwe instel ling, hoe eenvoudig ook, in het loven geroepen kan wordon of aan do daarbij ingedeelde offi cieren wordt toelage geschonken. Kortheidshalve noemen wc slechts de toelagen bij koninklijk besluit van 2.9 Maart 1886 toege kend aan de officieren, die dienst doen bij com pagnieën vesting-artillerie en aangewezen zijn tot bezetting van de pantserforton. Zou er ooit oen minder gemotiveerde toelage zijn verleend en grooter onrechtvaardigheid zijn begaan, ton op zichte van andere speciale korpsen en betrek kingen, waarvoor sedert tal van jaren te vergeefs, mot goed recht, eeno kleine toelage wordt ge vraagd? Voorzeker neen. Algemeen wordt het dan ook toegejuicht, dat de loden dor Tweede Kamer zich deze zaak heb ben aangetrokken en wordt do hoop gekoesterd, dat zij volledige herziening van de bedragen on van de toekenning zelve van den Minister van Oorlog zullen eischen. Zonder dat is er niets goeds te verwachten. Wc hebben toch slechts op enkele bedragen te wijzen, om aan to toonen, dat bij het toekennen der toelagen steeds de grootst mogelijke stelsel loosheid hooft gehoerscht en dat het al don schijn heeft of persoonlijke coasidcratiön aan de bedra gen niet vreemd zijn gebleven. Men vergelijke o. a. de toelagen, verleend aan de kapiteins, commandanten eener cadetten-com pagnie, aan den directeur der artilleric-schictschool, aan don voorzitter der commissie van 5 l i. Luitenants Tot ons leedwezen kunnen wij er niet voor in staan, dat in voormelde opgave cd de toelagen. die verleend worden, zijn vermeld; do roden hier van is gelegen in de minder goede gewoonte, die men nog steeds aan het Departement van Oorlog volgt, om niet alle daaromtrent genomen beslui ten aan het leger bekend to maken. Daargelaten de moeielijkhedon, die hierdoor voor het algeinecii ontstaan, laadt men de verdenking op zich van publiciteit to vreezen, iets waarvoor zich een proefneming, aan den commandant van den ar tillerie-cursus te Delft, aan den officier van ge zondheid bij het korps torpedisten, met andere toegekende bedragen, en men zal moeten toe stemmen, dat niet altijd met dezelfde maat wordt gemeten en dat de bestaande regeling een gevoel van. achterstelling en ontevredenheid moet op wekken. Vooral komt dit ook sterk uit, wanneer men ziet, dat de officieren van het korps genie troepen eene toelage genieten voor het uitvoeren van de vestingwet, terwijl zij daaraan al even onschuldig blijven als de reserve-officieren van gezondheid. Vooral wanneer het toekennen van toelagen zulk een uitgebreidheid erlangt als dit voor de officieren dor artillerie en genie hot geval is, dan verkrijgt zulks zijne bedenkelijke zijde en gaat men onwillekeurig aan bevoorrechting donken. Liever i-ouden wij dan ook in het algemeen AL de toelagen afgeschaft zien, en alleen dan. wan-neer het in bijzondere omstandigheden bepaalde lijk noodig is, voor het waarnemen van eene be trekking eene hoogere bezoldiging toe te kennen, dan aan den rang van den officier, die de betrok king waarneemt, verbonden is, het bedrag van zijn tractement vcrr.oogen. Op deze wijze wordt ook gehandeld met luiten wit-kolonels, die het bevel over een korps voeren en daarvoor oen verhoogd tractement genieten. Ook uit een administratief oogpunt zoude de afschaffing van toelagen en de inplaatsstelling van tractement oen groot voordeel zijn. Xu toch moeten voor een groot gedeelte der toelagen afzonderlijke verautwoordingstukken opgemaakt wordon. Wordt hiertoe niet overgegaan, dan verdient het in elk geval ernstige overweging om AI> de toelagen, die op do begrooting voorkomen, onder n artikel te brengen. Hierdoor toch zal het mogelijk wordon een juist oordeel over de bedra gen, die te dezer zake ten laste van 's Kijks schatkist worden gebracht te vellen, en zal een vergelijk tusschen de verschillende bedragen in elk geval veel gemakkelijker worden. (') Deze, gegevens zijn geput uit: Van (rendt's Legerbeheer. Jlardenlierg'x Klapper, en Hot liecueil militair. (") Uit deze toelage moeten eenige bureaube hoeften bekostigd worden. Schaakspel. No. 48. Van SAMUEL LOYD. Jersey-City. V.-S. (*) ZWART. l Wit 4 g h d e WIT. Wit speelt voor en geeft in vijf zetten mat. (Wit 4 en Zwart H stukken met K. gl). *) Opzettelijk vervaardigd voor The (,'hess Monthly. Oplossi ,g van Schaakpi'oblerrn No. 46 Tan A. van Ileycop Ten Ham. i; 7 s i» 10 (12 il l cl f 4 b l c:! ai cl c.'j b.5 1'4 nt c7 b.5 c7 T e2 e l fl b5 f e-1 o5 mat. Zw. d7 d5 <-8 f5 f'5 n t e 2 V c2 f5 b8 a(i aii nt c7 cS d7 a,S c8 'i ?> (17 dG. Wit l f5 d6! Zw. K. ntf6, 2 h7 h6 -',-, K. onv. l Als boven. K.?dl. 2 (18 c6 f. <H c.5 K ft of (16. 2 h7 f'5 of c7 mat. lï. nt (16 2 h7 h5 f; K- (mvf .. f'2 n t I', of cl. 2 h7 el t, K. onv. l ., cl d."». 2 In h5 -j- K. onv. l ., cl 1'7 2 h7 f'5 t K. ouv. l ,, Anders. 2 (18 c6 t K. onv. Van II. en W. A. S'hinkman. l cl?c3! .". Pd. d8 c6 mat. 3 ., (16 1)7 mat .". D. of Pd. mat. 3 d6 e8 of (18 1)7 mat. 3 D. zet mat. 3 Pd. ifceft mat. 3 I), of Pd. mat. e l nt (?:>, t Als boven I{ a-2 l K. bl. l Pd. d2. 2 (15 nt c:!. T. nt T. 2 T. nt 1)2 f- K- onv. 2 b.5 .. 1)2 t 2 T. nt T. ' (12 b3of bl. 2 (12 c-1. of (12 f3 5zet van den oud-red van .SVssi 1 h.5 fit! Zw. hl al. 2 1)1 1)2!. gl hl 4 el bl ., hl?h2. 5 bl h7 mat. (*) (*) I!ij l h") f3 : Z-.v.b2 g l volgt 2 f:! il l zw. hl ged\v.. en 3 dl h.5 mat. 3 T. a2 of' bl mat. .'! b.5 a5 mat. .'! Toren el mat. ."> ., zet mat. 3 ., el of b."> mat. rl beste! OUD-AMSTERDAMS)'| IK VEHSCIIEIDEX1IKDEN. Ka//te- e/i ('kocilid.'lt'ii'-cu. Het Koffiehuis dat in 't begin der vorige eeuw stellig ecu der drukst bezochte was. en welks t naam tot onzen tijd doordroni;, is het koffiehuis Quincanpoix"' dat in de Kalverstraat tusschen j don Dam en de Jonge Roolcustoog gelegen was. Het ontleende zijn naam aan een straat te Parijs, waar de actie-handelaars samenkwamen en die naam wijst aan. dat het hier ter stede de plaats van bijeenkomst was dergenen, die aan dit groot tooneel der dwaasheid'' mede speelden en hunne zuurverdiende penningen in ijdele speculatiën staken en verloren. Die windhandel ver vulde in 172<) binnen onze stad aller gemoederen, en toen ten slottc de bom losbarstte moest het koffiehuis bet bij een van de vele opstootjes, die door het gemeen werden gemaakt, ontgelden. Ito glazen worden ingegooid, de deur opengcloopon | en. zeker zou het buis der plundering zijn prijs; gegeven als niet juist bijtijds gerechtsdienaren en '? nachtwachts waren toegoschoten en den bandoloozen hoop hadden uiteengcjaagd. l>at dit koffiehuis bij het nageslacht in aan denken bleef, bad het dus niet te danken aan den roe]) die uitging van het geurig nat, dat er werd geschonken, maar aan iiet treurig bedrijf, dat hoofdzakelijk daar werd uitgeoefend. Geen ander koffiehuis kun zijn naam echter aan de :? vergetelheid (Uitrukken. Zou men hieruit mogen opmaken, dat de koffie- ongemerkt haren intocht deed eu hoschi idenlijk den oorlog tegen de inheemsche bieren en gebrande wijnen zoowel als : tegen de rijkelijk ingevoerde wijnsoorteu begon. ', dat zij aanvankelijk althans niet zoo algemeen werd gewaardeerd als tegenwoordig'.-' Zeker is het, dat eerst in bet laatste kwartaal der zeventiende ? eeuw de koffiehuizen met de tapperijen op n lijn werden gesteld, en de kofriescïionkerij. schoon j het een vrij. dat is niet door den gildeband gej blinden beroep bleef, van overheidswege aan eenige Ingezonden oplossingen. Juist is opgelost door llemïte Amsterdam no. 46 met dat van S'Hinkman en do eindstelling van den oud-redacteur van Sissa"; benevens 47 en probleem L. A. K. te D. Juist opgelost no. 47 door L. F. K. Xo. 46 on 47. geestig partijtje. S'Hinkman, L. A. K en ciudspolen red. v. S. en Kling door Mei" beiden te Amsterdam: W. v. H. te Delft no. 47 en 47bis. Die van no. -17 van ('h. L. te Utrecht faalt bij beter tegenspel. imiEFWISSELIXG. J. W. E. 1). te Amsterdam. Gaarne zullen wij bet toetsen. Voorgaafpartijtje gespeeld te Posen in 1867. " Wit J. H. Zuckertort. Zwart D. Wit geeft do Koningin voor. bepalingen werd onderworpen. Eerst bij besluit van 7 October 1689 werd vastgesteld, dat ieder koffieschenker ter secretarie moest geadmitteerd worden, hetgeen aanvankelijk slechts een kleinigheid kostte, maar sedert 12. Maart 1707 met 500 gl. belas-t werd. In zijn oorlog tegen de toenmalige volksdranken. stond de koffie niet alleen, maar werd bijgestaan. door de chocolade en de thee, die van den bier brouwer evenwel niet zulke geduchte vijanden waren. Reeds in 1665 was de chocolade hier be kend en op oenige plaatsen van do stad vondjnen. huizen, waaraan men een klein bordje zag uit steken, waarop te lozen stond; Hier scbenckt men seculato". Het bezoek dat deze chocoladehuizen hadden kwam voornamelijk van de kleine burgerij. Als een werkman vroeger mot zijn meisje op een langen winteravond al wandelende oen, rustpunt opzocht, dan. moesten zij onwillekeurig in oen bierkelder of in oen tapperij terechtkomen,. waar al spoedig de brandewijn met sn'kcr word opgezet. Wie dien sterken prikkclenden drank niet mocht lijden ging voortaan naar het chocolade-huis wraar het kokend-boete vocht al spoedig tal rijke liefhebbers vond. Xog heden vi'nl men bier en daar een herberg die van ouAs het choco lade huis" heet. Afzonderlijke theehuizen waren hier tlaarcn-. tegen niet bekend. Wanneer het eerste koffiehuis Ijcr werd opge richt is nergens vermeld. In Venetiëis het eerste in 1645 verrezen, in Londen Hï~>2, in Jlarseille 1659, in Parijs omstreeks 1675. in Hamburg 1679, in Weonen 1683, in Leipzig 1694. in Stuttgard. 1712, in Berlijn 1721 enz. Wij kunnen mooielijk aannemen dat Amsterdam, met zijn uitgebreiden handel op de Levant, van waar de koffie toen uit sluitend werd aangevoerd, in deze zou hebben achtergestaan bij Venetië, Londen of Marseillo. Uit toonoelspelen van dien tijd weten wij, dat er reeds tusschen 1660 en '70 koffiehuizen waren, maar toch is hot niet gelukt een onder te ontdekken, dan een van het jaar 1673, En al vindt men misschien later de namen van koffiehuishou ders van vroegcron tijd, dan is men wellicht nog niet in staat een blik te worpen in de gelagkamcr on haar inventaris to bespieden. Wij willen het etablissement van Sinjenr Johanncs Matthias van Erevan binnentreden, en zien hoe het zich in Januari 1673 vertoonde. Men spanne de verwachting echter niet hoog. Wie een zekere weelde zou veronderstellen zon zich bedrogen vinden. De deftige burgerij, die de verkwikking van de koffie wilde smaken, was nog niet gewoon daar voor naar koffiehuizen te loopen, De deur wordt gemakkelijk geopend en we tre den het niet ovcrgroote voorhuis binnen, waar wo een vuren tafel zien staan met een zitbank tegen den hoogbeschoten muur en een viertal stevige stoelen er omheen Lustig brandt bet vuur in den haard en houdt bet water aan den kook, dat in een blinkend geschunrden koperen ketel steeds, wordt gereed gehouden. In een hoekje vap. her, vertrek staat een soort van buffet en een schenktafeltje, waarop koperen konforen staan, die den inhoud van drie koperen koftiekaiuien wannen, Eenigo plankjes tegen den muur geslagen, dienen om o. a. een zakje met 12 pond kóf'fiehoonen, welke o]) 10 gl. geschat zijn, een paar tabaks-komfoortjcs. een blikken chocoladekan, een paar ko peren potjes wellicht suikcrpotten en lepels, benevens porceleinen en glazen kopjes en schoteltjes te bergen. Aan den wand hangen behalve een paar onbeteekenende schilderijen en een spiegeltje, waar naast een lantaarn is ophangen, om in het duister de bezoekers nittelaten, een rek waarop schotels en borden zijn tentoongesteld. Op de tafel staan een paar koperen kandelaars met de onmisbare snuiters, een tabakskomfoortje, een ^puwpotje. en ten gerieve van den gaanden en komenden man liggen er enkele nieuwsbladen en eenige spellen kaarten bij. In een hoek staat een groote blikken lamp. die 's avonds het vertrek zal verlichten. In een anderen hoek trekt een groote ijzeren vijzel onze aandacht. Ook dit voorwerp behoort bij de in richting. In dien tijd was het malen van de koffie nog niet bekend; men wierp do gebrande boijnen in den vijzel en stootte ze fijn. Daarom spreekt ook bet placcaat van do algemcene staten," waarbij iu 16S!i eene belastin" on de koffie- werd ingevoerd, van personen die gestoote kollie ver^" koopen. Hij dat placcaat werden de koffioschcnkers voor de betaling van den impost aangeslagen als de tappers, die 'sjaars negen okshonfden wijn sleten. Voor hooger debiet konden zij zich even wel met de pachters verstaan. Jiuitend'ieu moesten z;j den stedelijken accijns betalen, zoodat de kol'fieschenkers weldra op hooge lasten zaten. En toch mochten zij zich nog gelukkig rekenen, dat ze niet als in Engeland ten jare i675 onder Koning Karcl II geheel werden verboden. Sedert de bij de wet voorgeschreven admissie der kollieschenkers ter secretarie, schijnt men hier slechts een beperkt getal admissiebrievon te heb ben uitgegeven, maar wie eenmaal zuik een ad missie bad was er. krachtens een besluit van den oud-raad d. d. 211 Januari 1700 zeker van, dat na zijn dooil zijn vrouw of zijn zoon er van kon blijven genieten. Die admissie schijnt noodiu1 »-eweest te zijn. omdat er in de koffiehuizen sterk werd kaartgospeold. en niet alleen onschuldiire, maar ook hazanlspelen. Hij keure van 31 Januari 1692 werden een aantal van die spelen met name genoemd verboden. "Wanneer de vijzel voor den koffiemolen moest plaats maken valt moeielijk te zeggen. Zeker niet lang vóór 1727. Toen ontstond er geschil tuss'-lion de makers van koiiiemolens en trommels om koffie te branden, en de overliodon van 't smidsgilde. die meenden dat deze industrie ouder St. Eloy ressorteerde. De koffiemolenmakers oordeelden, ('at ze aan dat gild niets hadden te betalen, omdat hun fabriekaat niet in de n ldebrieven was vermeld. Maar .Mijne Hoeren van den Gerechte oordeelden er anders over en gaven den ovei-lieden gelijk, hetgeen blijkt uit een keur den ?'!! Januari 1727 van de puie van 't stadhuis af gelezen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl