Historisch Archief 1877-1940
No. 492
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDEJtLAND.
J l ! Luitenants-onderwijzers .
"s * '
Kapiteins-Commandanten
Luitenants
200.
400.
300.'
ic :
:=
Gouverneur
1500.Eerste-officier .......
800.l Adjudant van den Gouverneur .
400.1 Kapitein, commandant eener
ka1 detten compagnie
600.,'Lui tenant eener kadetten compie.
400.Kapitein of ritmeester, hoofd van
onderwijs
600.Kapitein-, ritmeester of luitenant,
leeraren
400.Kapitein-kwartiermeester, officier
1 van gezondheid en paardonarts.
300.
\ Kapitein, commandant . . . .
500.j Overige drie officieren . . . .
400.
\Directeur . . .
400.i Luitenant
300.i Commandant
, ' Kapitein en kapitein-kwartiermer.
{Luitenants
P l Kapitein
i | Luitenants
j l Kapitein
j Luitenants ,
300
150.
100.
150.
100.* = l Commandant.
,
,1.1 Luitenants.
150.
100.
400.
150.i Commandant
300.1" -f, l Kapiteins en de mot dien rang
l 3 ' gelijk gestelde officieren. . .
150.S £ ) Luitenants en do mot dien rang
100gelijk gestolde officieren.
Kapitein, toegevoegd aan den
commandant
300.Commandant (hoofdofficier zijnde) ., .
g l id. (Kapitein ) 700.
&.«| Compagnies-Commandanten . . 300.
£ 1, j Luitenants (ook do
Kwartiermees| l ter 200.
Officier van gezondheid. . . . 200.
n , Ie en 2e Luitenants der
Vesting?f i ?= l artillerie, tijdelijk gedetacheerd
j; ?< = j bij de Veld- en rijdende
Artil*" ' lerio 100.
Stapel- en Comiructie-incif/azyncn.
Directeur der inrichting
(Luit.kol. of majoor zijnde) . . . f 500.
Kapitein, hoofd dor keuringscom
missie 200.
Kapitein, hoofdopziencr der werk
plaatsen 400.
Officieren, opzichters in de werk
plaatsen 200.
Magazijnmeester,waarnemendchef
de bureau, Luitenant zijnde . ,, 600.
Kapitein zijnde , 400.
Overige magazijnmeesters, met uit
zondering van den magazijn
meester, belast met het
rekenplichtig beheer 200.
Inspectie der draagbare wapenen.
Kapitein, onder-directour, chef
van den gewecrwinkel . . . f 400.
Officieren, opzichters in de werk
plaatsen 200.
Pi/rotechnische school.
Kapitein, chef der werkplaatsen 400.
Kapitein, chef der patroonfabrick 300.
Officieren, opzichters in de werk
plaatsen , 200.
Kij'ks-gietery mn bronzen geschut.
Kapitein, hoofdopziener in de
werkplaatsen f 400.
Officier, opzichter in de werk
plaatsen 300.
Miujazynmeesters lij de wapcndepóts.
Ieder f 200.
Voor het verrichten van werkzaamheden.
die een geroJg zijn ran de ititroenntj
der Vestingwet.
Voor hoofdofficieren f 25.
kapiteins 25?15
luitenants 15.
(Deze toelagen worden genoten
door id do officieren der genie,
onverschillig of zij met de uit
voering van werken belast zijn.
of wel bij het korps
Genietroepen dienen).
Jiomnlien:
Voor het houden van toezicht op
werken. . . . , 25.
Voor het wonen in eene zooge
naamde keet ,
,c
1
Kapitein
Departement van Algemeen Bestuur zeker moet
wachten.
Laat echter staan, dat er enkele verleende toe
lagen niet zijn vermeld, de vorenstaande opgave
geeft ruimschoots gelegenheid om zich te over
tuigen, dat het toelagestelsel bij het Departement
van Oorlog in de laatste jaren eeno bedenkelijke
uitbreiding heeft gekregen.
Het totale bedrag dat voor 1887 aan toelage
noodig zal zijn, wordt op grond dat daarvoor in
1883 de som van f 163.000 aan het Rijk in reke
ning is gebracht, door ons op f 175.000 geschat,
waarvan f 30.000 aan de officieren, der genie ten
goede zal komen.
Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat juist
in de laatste jaren hot toclagestclsel zulk een
grooton omvang hooft verkregen. Voor het jaar
1870 was het eene zeldzaamheid als aan eene
speciale betrekking toelage werd verhonden, ter
wijl tegenwoordig in een tijd dat men juist
de meeste omzichtigheid mot 's lands uitgaven
in het oog moot houden geen nieuwe instel
ling, hoe eenvoudig ook, in het loven geroepen
kan wordon of aan do daarbij ingedeelde offi
cieren wordt toelage geschonken.
Kortheidshalve noemen wc slechts de toelagen
bij koninklijk besluit van 2.9 Maart 1886 toege
kend aan de officieren, die dienst doen bij com
pagnieën vesting-artillerie en aangewezen zijn tot
bezetting van de pantserforton. Zou er ooit oen
minder gemotiveerde toelage zijn verleend en
grooter onrechtvaardigheid zijn begaan, ton op
zichte van andere speciale korpsen en betrek
kingen, waarvoor sedert tal van jaren te vergeefs,
mot goed recht, eeno kleine toelage wordt ge
vraagd? Voorzeker neen.
Algemeen wordt het dan ook toegejuicht, dat
de loden dor Tweede Kamer zich deze zaak heb
ben aangetrokken en wordt do hoop gekoesterd,
dat zij volledige herziening van de bedragen on
van de toekenning zelve van den Minister van
Oorlog zullen eischen. Zonder dat is er niets goeds
te verwachten.
Wc hebben toch slechts op enkele bedragen te
wijzen, om aan to toonen, dat bij het toekennen
der toelagen steeds de grootst mogelijke stelsel
loosheid hooft gehoerscht en dat het al don schijn
heeft of persoonlijke coasidcratiön aan de bedra
gen niet vreemd zijn gebleven.
Men vergelijke o. a. de toelagen, verleend aan
de kapiteins, commandanten eener cadetten-com
pagnie, aan den directeur der
artilleric-schictschool, aan don voorzitter der commissie van
5 l i. Luitenants
Tot ons leedwezen kunnen wij er niet voor in
staan, dat in voormelde opgave cd de toelagen.
die verleend worden, zijn vermeld; do roden hier
van is gelegen in de minder goede gewoonte, die
men nog steeds aan het Departement van Oorlog
volgt, om niet alle daaromtrent genomen beslui
ten aan het leger bekend to maken. Daargelaten
de moeielijkhedon, die hierdoor voor het
algeinecii ontstaan, laadt men de verdenking op zich
van publiciteit to vreezen, iets waarvoor zich een
proefneming, aan den commandant van den ar
tillerie-cursus te Delft, aan den officier van ge
zondheid bij het korps torpedisten, met andere
toegekende bedragen, en men zal moeten toe
stemmen, dat niet altijd met dezelfde maat wordt
gemeten en dat de bestaande regeling een gevoel
van. achterstelling en ontevredenheid moet op
wekken. Vooral komt dit ook sterk uit, wanneer
men ziet, dat de officieren van het korps genie
troepen eene toelage genieten voor het uitvoeren
van de vestingwet, terwijl zij daaraan al even
onschuldig blijven als de reserve-officieren van
gezondheid.
Vooral wanneer het toekennen van toelagen
zulk een uitgebreidheid erlangt als dit voor de
officieren dor artillerie en genie hot geval is, dan
verkrijgt zulks zijne bedenkelijke zijde en gaat
men onwillekeurig aan bevoorrechting donken.
Liever i-ouden wij dan ook in het algemeen AL
de toelagen afgeschaft zien, en alleen dan.
wan-neer het in bijzondere omstandigheden bepaalde
lijk noodig is, voor het waarnemen van eene be
trekking eene hoogere bezoldiging toe te kennen,
dan aan den rang van den officier, die de betrok
king waarneemt, verbonden is, het bedrag van
zijn tractement vcrr.oogen. Op deze wijze wordt
ook gehandeld met luiten wit-kolonels, die het
bevel over een korps voeren en daarvoor oen
verhoogd tractement genieten.
Ook uit een administratief oogpunt zoude de
afschaffing van toelagen en de inplaatsstelling van
tractement oen groot voordeel zijn. Xu toch
moeten voor een groot gedeelte der toelagen
afzonderlijke verautwoordingstukken opgemaakt
wordon.
Wordt hiertoe niet overgegaan, dan verdient
het in elk geval ernstige overweging om AI> de
toelagen, die op do begrooting voorkomen, onder
n artikel te brengen. Hierdoor toch zal het
mogelijk wordon een juist oordeel over de bedra
gen, die te dezer zake ten laste van 's Kijks
schatkist worden gebracht te vellen, en zal een
vergelijk tusschen de verschillende bedragen in
elk geval veel gemakkelijker worden.
(') Deze, gegevens zijn geput uit:
Van (rendt's Legerbeheer.
Jlardenlierg'x Klapper, en
Hot liecueil militair.
(") Uit deze toelage moeten eenige bureaube
hoeften bekostigd worden.
Schaakspel.
No. 48.
Van SAMUEL LOYD. Jersey-City. V.-S. (*)
ZWART.
l Wit
4
g
h
d e
WIT.
Wit speelt voor en geeft in vijf zetten mat.
(Wit 4 en Zwart H stukken met K. gl).
*) Opzettelijk vervaardigd voor The (,'hess Monthly.
Oplossi ,g van Schaakpi'oblerrn No. 46
Tan A. van Ileycop Ten Ham.
i;
7
s
i»
10
(12 il l
cl f 4
b l c:!
ai cl
c.'j b.5
1'4 nt c7
b.5 c7 T
e2 e l
fl b5 f
e-1 o5 mat.
Zw.
d7 d5
<-8 f5
f'5 n t e 2 V
c2 f5
b8 a(i
aii nt c7
cS d7
a,S c8 'i ?>
(17 dG.
Wit l f5 d6! Zw. K. ntf6, 2 h7 h6 -',-, K. onv.
l Als boven. K.?dl. 2 (18 c6 f. <H c.5
K ft of (16. 2 h7 f'5 of c7 mat.
lï. nt (16 2 h7 h5 f; K-
(mvf .. f'2 n t I', of cl. 2 h7 el t, K. onv.
l ., cl d."». 2 In h5 -j- K. onv.
l ., cl 1'7 2 h7 f'5 t K. ouv.
l ,, Anders. 2 (18 c6 t K. onv.
Van II. en W. A. S'hinkman.
l cl?c3!
.". Pd. d8 c6 mat.
3 ., (16 1)7 mat
.". D. of Pd. mat.
3 d6 e8 of (18 1)7 mat.
3 D. zet mat.
3 Pd. ifceft mat.
3 I), of Pd. mat.
e l nt (?:>,
t Als boven I{ a-2
l K. bl.
l Pd. d2.
2 (15 nt c:!. T. nt T.
2 T. nt 1)2 f- K- onv.
2 b.5 .. 1)2 t
2 T. nt T. ' (12 b3of bl.
2 (12 c-1. of (12 f3
5zet van den oud-red van .SVssi
1 h.5 fit! Zw. hl al. 2 1)1 1)2!. gl hl
4 el bl ., hl?h2. 5 bl h7 mat. (*)
(*) I!ij l h") f3 : Z-.v.b2 g l volgt 2 f:! il l zw. hl ged\v.. en 3 dl h.5 mat.
3 T. a2 of' bl mat.
.'! b.5 a5 mat.
.'! Toren el mat.
."> ., zet mat.
3 ., el of b."> mat.
rl beste!
OUD-AMSTERDAMS)'| IK
VEHSCIIEIDEX1IKDEN.
Ka//te- e/i ('kocilid.'lt'ii'-cu.
Het Koffiehuis dat in 't begin der vorige eeuw
stellig ecu der drukst bezochte was. en welks
t naam tot onzen tijd doordroni;, is het koffiehuis
Quincanpoix"' dat in de Kalverstraat tusschen
j don Dam en de Jonge Roolcustoog gelegen was.
Het ontleende zijn naam aan een straat te
Parijs, waar de actie-handelaars samenkwamen en
die naam wijst aan. dat het hier ter stede de
plaats van bijeenkomst was dergenen, die aan dit
groot tooneel der dwaasheid'' mede speelden en
hunne zuurverdiende penningen in ijdele
speculatiën staken en verloren. Die windhandel ver
vulde in 172<) binnen onze stad aller gemoederen,
en toen ten slottc de bom losbarstte moest het
koffiehuis bet bij een van de vele opstootjes, die
door het gemeen werden gemaakt, ontgelden. Ito
glazen worden ingegooid, de deur opengcloopon
| en. zeker zou het buis der plundering zijn
prijs; gegeven als niet juist bijtijds gerechtsdienaren en
'? nachtwachts waren toegoschoten en den bandoloozen
hoop hadden uiteengcjaagd.
l>at dit koffiehuis bij het nageslacht in aan
denken bleef, bad het dus niet te danken aan
den roe]) die uitging van het geurig nat, dat er
werd geschonken, maar aan iiet treurig bedrijf,
dat hoofdzakelijk daar werd uitgeoefend. Geen
ander koffiehuis kun zijn naam echter aan de
:? vergetelheid (Uitrukken. Zou men hieruit mogen
opmaken, dat de koffie- ongemerkt haren intocht
deed eu hoschi idenlijk den oorlog tegen de
inheemsche bieren en gebrande wijnen zoowel als
: tegen de rijkelijk ingevoerde wijnsoorteu begon.
', dat zij aanvankelijk althans niet zoo algemeen
werd gewaardeerd als tegenwoordig'.-' Zeker is het,
dat eerst in bet laatste kwartaal der zeventiende
? eeuw de koffiehuizen met de tapperijen op n
lijn werden gesteld, en de kofriescïionkerij. schoon
j het een vrij. dat is niet door den gildeband
gej blinden beroep bleef, van overheidswege aan eenige
Ingezonden oplossingen.
Juist is opgelost door llemïte Amsterdam
no. 46 met dat van S'Hinkman en do eindstelling
van den oud-redacteur van Sissa"; benevens 47
en probleem L. A. K. te D.
Juist opgelost no. 47 door L. F. K. Xo. 46 on
47. geestig partijtje. S'Hinkman, L. A. K en
ciudspolen red. v. S. en Kling door Mei" beiden
te Amsterdam: W. v. H. te Delft no. 47 en 47bis.
Die van no. -17 van ('h. L. te Utrecht faalt bij
beter tegenspel.
imiEFWISSELIXG.
J. W. E. 1). te Amsterdam. Gaarne zullen wij
bet toetsen.
Voorgaafpartijtje gespeeld te Posen in 1867.
" Wit J. H. Zuckertort. Zwart D.
Wit geeft do Koningin voor.
bepalingen werd onderworpen.
Eerst bij besluit van 7 October 1689 werd
vastgesteld, dat ieder koffieschenker ter secretarie
moest geadmitteerd worden, hetgeen aanvankelijk
slechts een kleinigheid kostte, maar sedert 12.
Maart 1707 met 500 gl. belas-t werd.
In zijn oorlog tegen de toenmalige volksdranken.
stond de koffie niet alleen, maar werd bijgestaan.
door de chocolade en de thee, die van den bier
brouwer evenwel niet zulke geduchte vijanden
waren. Reeds in 1665 was de chocolade hier be
kend en op oenige plaatsen van do stad vondjnen.
huizen, waaraan men een klein bordje zag uit
steken, waarop te lozen stond; Hier scbenckt
men seculato". Het bezoek dat deze
chocoladehuizen hadden kwam voornamelijk van de kleine
burgerij. Als een werkman vroeger mot zijn meisje
op een langen winteravond al wandelende oen,
rustpunt opzocht, dan. moesten zij onwillekeurig
in oen bierkelder of in oen tapperij terechtkomen,.
waar al spoedig de brandewijn met sn'kcr word
opgezet. Wie dien sterken prikkclenden drank niet
mocht lijden ging voortaan naar het
chocolade-huis wraar het kokend-boete vocht al spoedig tal
rijke liefhebbers vond. Xog heden vi'nl men bier
en daar een herberg die van ouAs het choco
lade huis" heet.
Afzonderlijke theehuizen waren hier tlaarcn-.
tegen niet bekend.
Wanneer het eerste koffiehuis Ijcr werd opge
richt is nergens vermeld. In Venetiëis het eerste
in 1645 verrezen, in Londen Hï~>2, in Jlarseille
1659, in Parijs omstreeks 1675. in Hamburg 1679,
in Weonen 1683, in Leipzig 1694. in Stuttgard.
1712, in Berlijn 1721 enz. Wij kunnen mooielijk
aannemen dat Amsterdam, met zijn uitgebreiden
handel op de Levant, van waar de koffie toen uit
sluitend werd aangevoerd, in deze zou hebben
achtergestaan bij Venetië, Londen of Marseillo.
Uit toonoelspelen van dien tijd weten wij, dat
er reeds tusschen 1660 en '70 koffiehuizen
waren, maar toch is hot niet gelukt een onder
te ontdekken, dan een van het jaar 1673, En al vindt
men misschien later de namen van koffiehuishou
ders van vroegcron tijd, dan is men wellicht
nog niet in staat een blik te worpen in de
gelagkamcr on haar inventaris to bespieden. Wij
willen het etablissement van Sinjenr Johanncs
Matthias van Erevan binnentreden, en zien hoe
het zich in Januari 1673 vertoonde. Men spanne
de verwachting echter niet hoog. Wie een zekere
weelde zou veronderstellen zon zich bedrogen vinden.
De deftige burgerij, die de verkwikking van de
koffie wilde smaken, was nog niet gewoon daar
voor naar koffiehuizen te loopen,
De deur wordt gemakkelijk geopend en we tre
den het niet ovcrgroote voorhuis binnen, waar wo
een vuren tafel zien staan met een zitbank tegen
den hoogbeschoten muur en een viertal stevige
stoelen er omheen Lustig brandt bet vuur in den
haard en houdt bet water aan den kook, dat in
een blinkend geschunrden koperen ketel steeds,
wordt gereed gehouden. In een hoekje vap. her,
vertrek staat een soort van buffet en een
schenktafeltje, waarop koperen konforen staan, die den
inhoud van drie koperen koftiekaiuien wannen,
Eenigo plankjes tegen den muur geslagen, dienen
om o. a. een zakje met 12 pond kóf'fiehoonen,
welke o]) 10 gl. geschat zijn, een paar
tabaks-komfoortjcs. een blikken chocoladekan, een paar ko
peren potjes wellicht suikcrpotten en lepels,
benevens porceleinen en glazen kopjes en schoteltjes
te bergen. Aan den wand hangen behalve een paar
onbeteekenende schilderijen en een spiegeltje, waar
naast een lantaarn is ophangen, om in het duister de
bezoekers nittelaten, een rek waarop schotels en
borden zijn tentoongesteld. Op de tafel staan
een paar koperen kandelaars met de onmisbare
snuiters, een tabakskomfoortje, een ^puwpotje.
en ten gerieve van den gaanden en komenden
man liggen er enkele nieuwsbladen en eenige spellen
kaarten bij. In een hoek staat een groote blikken lamp.
die 's avonds het vertrek zal verlichten. In een
anderen hoek trekt een groote ijzeren vijzel onze
aandacht. Ook dit voorwerp behoort bij de in
richting. In dien tijd was het malen van de
koffie nog niet bekend; men wierp do gebrande
boijnen in den vijzel en stootte ze fijn. Daarom
spreekt ook bet placcaat van do algemcene staten,"
waarbij iu 16S!i eene belastin" on de koffie- werd
ingevoerd, van personen die gestoote kollie ver^"
koopen. Hij dat placcaat werden de
koffioschcnkers voor de betaling van den impost aangeslagen
als de tappers, die 'sjaars negen okshonfden wijn
sleten. Voor hooger debiet konden zij zich even
wel met de pachters verstaan. Jiuitend'ieu moesten
z;j den stedelijken accijns betalen, zoodat de
kol'fieschenkers weldra op hooge lasten zaten. En toch
mochten zij zich nog gelukkig rekenen, dat ze
niet als in Engeland ten jare i675 onder Koning
Karcl II geheel werden verboden.
Sedert de bij de wet voorgeschreven admissie
der kollieschenkers ter secretarie, schijnt men hier
slechts een beperkt getal admissiebrievon te heb
ben uitgegeven, maar wie eenmaal zuik een ad
missie bad was er. krachtens een besluit van den
oud-raad d. d. 211 Januari 1700 zeker van, dat na
zijn dooil zijn vrouw of zijn zoon er van kon
blijven genieten. Die admissie schijnt noodiu1
»-eweest te zijn. omdat er in de koffiehuizen sterk
werd kaartgospeold. en niet alleen onschuldiire,
maar ook hazanlspelen. Hij keure van 31 Januari
1692 werden een aantal van die spelen met name
genoemd verboden.
"Wanneer de vijzel voor den koffiemolen moest
plaats maken valt moeielijk te zeggen. Zeker
niet lang vóór 1727. Toen ontstond er geschil
tuss'-lion de makers van koiiiemolens en trommels
om koffie te branden, en de overliodon van 't
smidsgilde. die meenden dat deze industrie ouder
St. Eloy ressorteerde. De koffiemolenmakers
oordeelden, ('at ze aan dat gild niets hadden te
betalen, omdat hun fabriekaat niet in de n
ldebrieven was vermeld. Maar .Mijne Hoeren van den
Gerechte oordeelden er anders over en gaven den
ovei-lieden gelijk, hetgeen blijkt uit een keur den
?'!! Januari 1727 van de puie van 't stadhuis af
gelezen.