De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 28 november pagina 6

28 november 1886 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.492 BEKWAAM VOOR DEN HANDEL. Op een kouden Decembermorgen van het jaar li$5(., togen uit het dorpje H. eene weduwe met haar zoon Frans naar de op een uur afstands verwyderde stad. De moeder, die. reeds 74 jaren telde, had een paar stevige klompen aan de voeten, een rooden zakdoek over de muts heen om de ooren geknoopt. terwijl hoofd en bovenlijf als verborgen waren in een ouderwetschen, roodgebloeinden schoudermantel. De zoon, in gewoon buitenmans gewaad gekleed en eveneens van zware klompen voorzien, duwde een kruiwagen voort, waarop zich eene mand bevond, die netto 50 pond varkensvleesch bevatte. De dikke laag sneeuw, die don weg bedekte, maakte den tocht zoor moeilijk en onaangenaam, niet het minst voor den kruier. Nadat het tweetal nu eens een eindwegs over onverschillige zaken gesproken had, dan weer een geruimen tijd zwijgend naast elkander voortgeloopen had, vatte de mooder, toen zij do stads huizen in 't gezicht kreeg, het gesprek weder op: Wa kost ons 't vleesch nou percios, Frans ?" Krek zestien eens, Moeier, en dan hèwe de uiere, de start en 't derremvet ook nog. En vur hoeveul wildet dan verkoopen, jongen? Bêh, ik ha gedocht, as we is een en twin tig eens vroegen, Moeier, en 't vur twintig eens langden! Da's goed jongen, mêr hoeveul hewwe dan krek verdiend? Krek twee gulden, Moeier. Twee gulden! da's zat genoeg in dezen têd van 'tjaor. Dit gesprek wordt bij het binnentreden der stad afgebroken om als onze twee de markt naderen, door den zoon weer te worden opgevat. Kèh, Moeier, der is nog geen niemes op de mert: nou za'k bezien, een en twintig eens te krijgen, dan hewwo nog enen halven gulden meer; mêr nou moeto ge bij Janse in den kelder 'n bekske koffie vatten en werremen oe is goed. Da za'k doen jongen ! Mar as er soms enne komt, die wa taei trekken is, dan moetto me seffes roepo, ik kan da béter bopraoten as gij." Terwijl de verkleumde best zich behaaglijk koestert bij de gloeiende kachel in den kelder en haar bakje koffie zoo heet mogelijk naar binnen slurpt, vermaakt Frans zich op het dik besneeuwde marktplein in wijsgeerige bespiegelingen, hoe lang hij nog wel op koopers zal moeten wachten. Mis schien blijven ze om koude en sneeuw nog geruimen tijd weg on zal hij er toe moeten over gaan, zijn voorraad vleesch huis aan huis te gaan aanbieden. Zoo langs de huizen te gaon leurre, da's k doen, da zö'k niet gêrs; en dar die molden loaten oe uurst zoo lang wachten, vur dat s'opedoen! Ze 'Meen eltèwa af en dan is et de juuffrouw k nog is te voul! Ik wou dat er nou is gaauw iemes kwam, wa zö'k et em aonsmère. Frans wordt in zijne gedachtenvlucht gestoord door de komst eenor dame. Lat vleesch ziet er goed uit, manneke," aldus vangt deze aan. Ja, juuffrouw, 't is gïstere merrege geslacht en gisteren aovend goed vorsch afgehakt, 't Is krek vur rijke lui, niet to vet en niet te maoger; en ge kunt er alles afmake, wa, ne? ,,'k Moet zeggen, 't ziet er goed uit; hoeveel vraag je voor het pond?" Frans, bemerkende, dat zijne waar der dame goed aanstaat, zog driestweg: Een en dartig eens, juuffrouw. Neen, boortje, dat is te voel; maar voor hoe veel wil je 't nu precies geven, als ik de heele partij neem?" As ge 't gelijk in eens vat, kunde 't vur dartig eens krijgen en geen half' censke minder. Dan zal ik het maar nemen, ga maar met mo mee, om het thuis te brengen, dan kunnen wij het dadelijk wegen." Frans neomt terstond blijmoedig zijn kruiwagen op en volgt de koopster op den voet. Als hij voor het aanzienlijke huis, waar de dame binnengaat, zijn wagen neerzet, neemt hij de mand met haren inhoud daaraf, laat zijn klompen op do stoep achter eu volgt de dame naar binnen. De schalen worden voor don dag gehaald, na eonig getob hot gewicht aoeoord bevonden en Frans ontvangt, plus den prijs van liet vleesch ad f 15 nog een kwartje voor hot thuisbrengen en een glas bossenwijn ter verwarming." Hij be dankt de juuffrouw" herhaaldelijk on hoopt, dat ze 't in gezondheid mag gebruiko!" Geheel verkwikt door de warmte van kachel on koffie, denkt do moeder er aan, eens te gaan zien, hoe 't met de zaken staat. Na oen paar trappen te zijn opgeklommen, gluurt zij over de markt on mist koopman en kruiwagen. Kom is kijken, Jans, of ge onzen Frans nie ziet, ik kan em niet in do smieze krijge. .lans bestijgt ook de trappen en na even ge tuurd te hebben, verklaart ze niks" van den jongen te zien. Wol, heilige Meria, woar kan ie toch zcn? Frans! Frans!" roept ze uit allo macht, doch te vergeefs. Xadat zij een eindweogs do markt is opgegaan zegt zij zegevierend: Woeht mor, mennoko, 'k zal oe wel vijiie.hier hè'k 't spoor van ocwc krougc: dorzulde nic opgedacht hel)be, da oc da verraoie zó." Nauwlettend volgt zij don radindruk in de sneeuw, totdat zij, zich-zelve niet moer vertrou wend, aan oen jongen vraagt: Junkske, heelde nic enne mens gezien m'enne kreugo ?" Ja wol vrouw, die is in die straat gorojon, dor was nog een juffrouw bij". Dank oo wel jimgske, dan za'k cm wol vijne." Al spoedig, nadat zij do zijstraat is ingeslagen, ontwaart haar blik kruiwagen en klompen on tevens, dat doze zich bevinden voor een aanzien lijk (hook)huis; zij herinnerde zich nu moor dio straat to zijn doorgekomen en dat haar dat schoonc huis in zulk eono onaanzienlijke straat steeds -(hoewol ten onrechte) als verdacht was voorge komen. Dio gedachte dringt zich thans dubbel sterk aan haar op on buiten zich zelve roept zij uit: Bémondjnus! wa za mo non ovcrkomme ! Onze Frans in da hous! 'k Docht wel, da 't niet koustcr waar, anders lul ie mo wel geroepe, toen da frammes bij em kwam; en as ie er nou nog mêr lewendig uitkomt; as z'ern nog mêr betale en as z'em mêr nie zat make. Heilige Meria staot 'em toch bêh!" Verdrietig, vol angst, verontwaardigd en niet minder boos wacht zij haar zoon af Eindelijk gaat de deur open en, nog de pet in de hand, groetend, zegt Frans luid: Nou, houd'oe samen en ik hoop, da ge 't me gezondhed meugt gebruike!" Doch nauwelijks stond liij weer in de klompen, of de moeder ontrukt er een aan haar eigen voet en den jongen ermei op don rug duwende, roept zij: Vlegel, die ge zet, smcrlap, die ge bent, ondeugeniet, hè'k oe dorvur groot gebracht! Oo vog'er moes t beleven; hèsloeg oe do ribben kapot! Ge bont er eene van niks, lélikon rakkert! Bij elk verder scheldwoord zwaait zo haar klomp in de lucht, dewijl Frans na de eerste slagen, die niet onzacht waren neergekomen, zijn kruiwagen lachend in een sukkcldratje gebracht had, terwijl hij de oude stumper op een korton afstand achter zich liet. Eén glêske brandewên vur men en on met suiker vur Moeicrs!" roept Frans, als hij do eerste herborg buiten de stad binnen treedt; hij plaatst zich dicht bij de deur, haalt zijn goedgevulden goldbuudel te voorschijn en laat den inhoud daarvan in de hand rammelen, opdat zijne moeder, die reeds zoer nabij was, het bij aankomst zoude hooren. Moeier, kom is gauw er pnmfd is; 'k hègoei zake gemakt, 'k hè't gelèk in eens vorkoft, en raojd 's, wa 'k er vur gemakt hé? . . . Kom, pruut nog mêr is, 't kan lijc. Het oudje laat zich den brandewijn met suiker heerlijk smaken en daardoor gemoedelijker ge stemd, haalt zo diep adom on zegt: Frans, hobbe z'oc dor niks gedaon, jung'ke". Kek m' is recht aon; on ho'd oe conto gohad? Moeier, zo he'n mo skon betaald; 'k hè'nen borrel, twen gleuf ik, da 't waar, gehad on nou een kwartje toogokrego en .... 'k hèd a r t i g eens geraakt. Dertig eens, jonge! dartig eens! on gebeurd k?" Böjao zoker Mooier! Nou, ge zet con oorlam van 'ene jongen; God zegen d'oo on dio braof minsen k! 'k Was toch vol zoo bous on zoo bang vur oo! Mêr hocveul hedde nou krek verdiend?" Zeuvcn gulden pcrcies. Moeier; en as 'k nou dies twee borrels bctaold bob, bon ik nog vijf centen over van 't kwartje, da zo me gelangd ha. 1-rans, dan mooto ge nog 'en glêske vatte. jonge. Mêr hewwe nou de nioro en de start en 't vet k nog?" Bèli, zêkers. Moeier! Nou, dan vraog ik oo perdon vur de klappo en k, da 'k oo zoo ntgeniest heb." Moeier, lang me de vijf. dan ces 't alles ver geven on vergête; mor dan k niemeer slaon of schelde as 't iem'js zie! Vol vreugde over don goeden uitslag der zaken, gingen beiden huiswaarts. Do moeder beloofde haar zoon onderweg, dat zij hem den handel verder gorust alleen liet voortzetten, want", voegde zij er bij: ..Ge zet bekwaom vur den handel!" M. VAX BKU HULST. Allerlei. DE BEKENTENISSEN VAN KEN MKDIIM. In hot Nene Wiener Tageblalt vertelt een me dium van zijn avonturen met een godachtenlozores. Mlle Lucie de Gentry, do gedachtenlezeres. had onlangs eon klein gezelschap toeschouwers in het Hotel Imperitil genoodigd, om in een par ticuliere séauce hare kunsten te vertooiion. Hier werd ik aan de dame voorgesteld, en bood mij haar als medium aan. Wanneer het mij gelukt, dacht ik, door willekeurige bewegingen op haren arbeid invloed uitteoefeuen. dan is daarmede een empirisch bewijs geleverd, dat zij gewoon is. in 't algemeen bewegingen als aanwijzingen to ge bruiken. Mijn doekspeld werd. gedurende de afwezigheid van Mlle de Gentry, in de haren eoncr dame verborgen. De godachteiilezeivs kwam binnen en gat'mij een zakdoek in de hand. Zij greep het andere eind van den doek zoo, dat de ruggen van mijn rechter- en van haar linkerhand elkander bijna aanraakten. De dame was geblind doekt, nu moest ik volgens do regelen der em pirie cenc dubbele proef nemen, eene negatieve en eene positieve. Wanneer de schoone Lucie ' door bewegingen geleid moest worden, kon zij ' zonder bewegingen niets vinden. Ik zorgde dus. dat mijn arm, naar alle richtingen even bewoge? lijk was, naai1 geen richting ccnigo aanduiding gaf. Dat was de negatieve proef: zij gebikte, Lucie laveerde. Ik hield de naald vast in her, oog, maar mijn arm sprak niet. Zij zocht juist in den tegenovergestelde!! hoek: zij zocht en vond i niets. Nu ging' ik over tot do positieve proef. 11; voerde met den arm licht trillende bewegingen ; uit, de godachtenlezeres volgde ze terstond. Zoo kwamen wij bij de dame. die de naald in het kapsel had. de naald werd niet gevonden. Wij gingen verder. Ik kan best begrijpen, dat de dame onbeleefd werd; zij verweet mij, dar ik verstrooid was en dankte mij af. Mijne positieve proef was gelukt: de hare mislukt. j Met een minder boosaardig medium gehikte het haar ua korten tijd de naald te vinden. Denzelfdon avond speelde ik nog een-- voor l medium. Ik dacht een naam en hield het krijt i togen de lei. Mlle Gontry leidde mijne hand en schreef zoo den naam op. De naam begon met een C. Ik gevoelde daarbij duidelijk, hoe de dame eerst zacht, don geringsten weerstand zocht na | te sporen eu dan vast en zeker mijne hand leidde. ? Lucie had bij het begin der voorstelling eene j kleine aanspraak tot het publiek gebonden. Zij sprak daarin echter niet van bovennatuurlijke wonderbare invloeden van dimensionale natuur of iets dergelijks. Inderdaad was haar gedachi tenle/en nauwelijks eene gave, slechts eene han digheid die fijn spiergevoel vereischte ; al de kunst zit daarin, dat de lezer of lezeres ook den klein sten weerstand weet waar te nemen." De Kreuzseitwny geeft reeds eene bijdrage voor de necrologie van keizer Wilhelm. Na de jacht bij Letzlingen zat de heer von Stephan in eon der kamers van het kasteel kaart te spelen, toen hij plotseling twee krachtige handen op zijn schouders voelde. Hij wendde zich verbaasd om, en zag den keizer achter zich. Eerbiedig wilde hij opstaan, maar do keizer zeido vriendelijk: Blijf zitten." De keizer streek toen door Dr. von Stephan's woelderigen haardos en zeide: Ik keek alleen uw boschcultuur eens na." Sire", antwoorde gevat do staatssecretaris, als mij de zorg voor zooveel millioencn zielen bezig hield, als uwe Majesteit, dan zou ik zulk een sterke bosch- i cultuur niet kunnen vortoonen." j Weinige jaren geleden vervoegde zich bij Gra bowsky, destijds intendant van het Meininger hoftheater, een acteur genaamd Spindler. Men was juist aan het leren van Teil. Grabowsky wilde den acteur wegzenden, toon do hertog in de kamer trad. De acteurs, dio rondom cenc groote tafel zaten, stonden op. Do hertog wenkte hun vriendelijk, weer plaats to nemen, en ging aan de leestafel zitten, waar hij zich verschillende nieuw geëngageerde leden liet voorstellen. Spindler had in de drukte ook een stool geno men eu was gaan zitten. De hertog kreeg hom in hot oog. Waarde Grabowsky"; zeide hij, dio jonge mau daarginds schijnt zeer lang to zijn." l lij hield namelijk van lange menschen on engageerde zo bij voorkeur, Jawel, Hoogheid", zeide Grabowsky, eu nu zit hij nog maar, laat hij eens opstaan. Spindler, sta eens op." Spindler stond op, eene ellenlange figuur; zij scheen niet te eindigen. De hertog lachte. Grabowsky zeido: Hoogheid, hij heeft geen engagement, hij zoekt er naar een." Houd hem maar hier, en laat hem in Teil op treden." In 'ltil zijn alle rollen bezet." Zie maar hoe ge het aanlegt, beste Grabowsky. en in het ergste geval maakt ge er maar een rol bij." Grabowsky peinsde, toen keek hij Spindler aan en zeide droogjes; Nu, wat mij betreft, als Zijn Hoogheid het verlangt. Spindler. je kunt den paal j spelen, waaraan Gcszlers hoed opgehangen wordt." l Zaterdagavond had in het aquarium to Berlijn eene vei'tooning plaats van het lichten der zee, in hot bijzijn van prof. Du Bnis cymond en andere geleerden. Men liet aan de toeschouwers flesschen met zeewater en eenige roagocrbiüsjes ] met gclatino-ciiltnron zien, welke niets bijzonders | schenen. Toen de kamer echter donker gemaakt , was. ontwikkelde zich in do huisjes een phosphoriseerend licht, dat zelfs aanhield als men de ! vloeistof op de hand goot. Al het zeewater was j ; spoedig in eene blauwachtig vurige massa lier- ! schapen; de bacillus, eeuigs/ins gelijkend op den , komma-vormigen cholera-bacillus. piani zich on- ? ;elootlijk snel voort. i Do directie van het arpiarinm heeft plan, cenige bassins des avonds met die bacillen te illnmineeren en zoo voor het publiek" toegankelijk te | stellen. '" | | Aan de Tweede Kamer dor Staten Generaal is een adres gericht door de besturen der vereeniging llnntlm'rl;i'rs-\rrien<h'nkrin<i te Amster dam, waarin /ij hunne bezwaren ontwikkelen tegen hot wetsvoorstel, strekkende daartoe, dat ( het: voortaan verboden zal zijn des Zondags op j den publieken weg eenigcn arbeid te verrichten ; of handel te drijven, alsook binnenshuis des. dat men het verrichten van den arbeid of het drijven van den handel van af den pnblieken weg zal kunnen zien of hooren." Zij voeren aan. dat onder do Leden van dor ' verzoekers Vereoniging zich een groot aantal be vindt, dat des Zondags zijn brood verdient door het verrichten binnenshuis van een arbeid, dien j men noodzakelijk op den publiekon weg moet hooren of zien, zooals bijvoorbeeld diamantslijpers die op fabrieken werken, hetgeen door bei drij ven van ('en machine geschiedt, hetwelk men op eeiiigeu afstand hoort, terwijl de daarvoor benoodigde vlammen duidelijk' van al' de .straat zichtbaar zijn: schoenmakers, blikslagers en zoo voorts, die. in kelders wonende, \erplicht zijn vóór i 11 die kelder te arbeiden, daar voor hun werk het daglicht noodig is, hetgeen, zooals in Amsterdam die kelders zijn ingericht, alleen van de straat naar binnen valt: dat onder do Leden van der verzoekers Voreeuiging zich een ander groot aantal bevindt. dat des Zondags zijn brood verdient, door het drijven van handel, hetwelk men noodzakelijk van ? at' den publieken weg moet zien. daar do winkels of andere vorkooplokalon, .vaar handel gedreven wordt, direct aan de straat gelegen zijn; dat de/e Leden dien arbeid en dien handel ' niet kunnen staken, willen /ij niet vau een groot deel vau hef hoogst noodige verstoken zijn: dat verreweg het grootste deel der Leden van gemelde Veroeniging uit Israëlieten bestaat, die reeds des Zaterdags niet werken of handel drij ven, zoodat, mocht liet meergemeld Wetsvoorstel onverhoopt tot Wet verheven worden, dezen ge noodzaakt zullen zijn gedurende lif/'r dagen in de week de inkomsten van hun arbeid of handel te moeten derven''. Zij verzoeken daarom de Tweede Kamer dat het 1iaar moge behagen meergemeld Wetsvoorstel aan Zijne Excellentie den Minister terug te zen den, eu derhalve r.ict mede te werken, dat een groot deel dier arbeiders en neringdoenden ge durende den Zondag, velen met vrouw en kind. gebrek moeten leiden. Te Phiiadelphia is een huis van stroo gebouwd. bestemd voor de Amerikaansche tentoonstelling te Londen, liet is twee en een halve verdieping hoog, allersierlijkst van vorm, en geheel - bal1 ken, kozijnen, dak, zolders, vloer en versieringen van sfroo. liet inwendige is versierd met imita tie ro/enhout. noten, eiken, eschdoorn. mahonie en andere houtsoorten. Het gebouw is bestemd om in photographieëii en andere afbeeldingen een voorstelling van I'hiladelphia's handel eu industrie te geven. Boven zijn bureaux, oen secretariaat en eene leeszaal, die alle couranten van Phiiadelphia bevatten zal. De koning van Italië, die onlangs eenige dagen te Florence doorbracht, uitte toen tegenover den burgemeester den wensch het Ghetto van Florence, van welks zonderlingheid hij zooveel gehoord had, eens te zien. Alleen door oen adjudant, generaal Bari, vergezeld, werd hij aan den ingang van het donkere Ghetto, dat, voor afbreken bestemd, reeds door de meeste zijner oude bewoners verlaten is, door den burgemeester ontvangen. Laat mij nu eens het leelijksto en afzichtelijkste zien", zeido de koning, ik wil alles door eigen aan schouwing lecrcn kennen". De koning trad nu iu het netwerk van kleine, vuile steegjes eu be zichtigde allen aandachtig; nu en dan ging hij een bijzonder vuil uitziend huisje binnen ; zijn gelaat werd hoe langer hoe ernstiger. Het is ongeloofelijk", zeide hij tot den burgemeester, dat hier in deze stinkende holen en gaten eeuwenlang menschen gewoond hebben. Moge met deze ellendige gebouwen ook do herinnering aan de schande van vervlogen eeuwen vallen !" De koning bleef anderhalf uur in hot Ghetto slechts nmaal in mijn leven", zeide hij, heb ik verschrikkelijker woningen voor menschen gezien, de Fond «cl te Napels, die ik in den choleratijd bezocht." Koning Lodewijk II vau Beieren had bij den Mnnchcner zilvenverker Lottemveber oen Graalbeker" besteld, dien hij in zijn rol vau zwanenridder wilde gebruiken. liet zou oon kunststuk worden van buitengewone kunstwaarde en uitge lezen symboliek. F,eu onvoorzichtig verstrekt be richt, openbaar gemaakt, kwam de koning ter oorc; deze had bevel gegeven, dat de beker voor lederen vreemden blik zou bewaard blijven, eu weigerde nu hem aau te nemen. De prachtige beker heeft nu oen anderen be zitter gevonden. Hij is gekocht door den hertog van Torlonia, burgemeester van Homo, die eenige weken geleden München bezocht. Handel. De Goederenhandel was in de afgeloopen week nog vrij levendig, hetgeen voor dezen tijd van het jaar merkwaardig is. Hin/ivr was aanvankelijk stil doch prijshoudend, werd ten slotte levendiger, terwijl hoogere prijzor gevraagd en ook ten deele toegestaan werden. De belangrijke aanvoeren van bietsuiker drukken de markt niet. integendeel ziet men de statistiek steeds beter worden. Hieruit blijkt dat de afzet van geraffineerd bevredigend is. en bij do specu lanten goede verwachtingen voor de toekomst bestaan, want menige partij wordt opgeslagen eu dus voorloopig van de markt genomen K«liit'. beleefde weer een belangrijke week, doordien de laatste maatschappij-veiling in dit jaar /eer coulant en tot verhoogde prijzen plaats vond: eene reactie in de willige stemming op de buitonhuulsche markten bleef hier zonder invloed en het artikel hield zich op veilingswaarde staande». Goed ordinair is op .">H ets. nominaal aan te nemen. Tnliiii,'. beeft deze week weinig attentie getrok ken, alleen vonden H50 pakken Java van geringe kwaliteit, uit de Iste band koopers. Ttn. In loco Billiton ging veel om als ook op Docember-lovoriiig. de stemming werd ten slotte kalmer op llanwere buïtonlandsche berich ten, lianka bleef stil in afwachting der veiling O]) .'!') de/er. Anlni'ii. De rij/ing welke in het begin der week plaats vond verdween geheel op de llauworo berichten uit Amerika, zoodat de stemming zeer kalm werd, alleen bleef voor levering eenige at tentie bestaan. ?S'/»v i',?(?<?(( bleven vast eu met goede vraag tot laat~t betaalde prijzen, voor enkele snorren wen' iets honger betaald. Nagelen werden veel ge vraagd, de voorraad is echter zeer beperkt. (i'nnii'ii. Itoggo in loco met weinig knoplusr. op levering weinig veranderd, eerst wat vaster, later weer flauwer. Tarwe bleef in vaste stemming en met weinig aanbod, vooral van goede kwaliteit. Oliïii. Lijnolie was traag eu in dalende richting. alleen op liet voorjaar en de zomermaanden >luit de stemming iets beter. lïaapolio met zeer weinig /aken en lagere pni/en. vi>oral op December. Petroleum bleef dnorlunpeiid vast gestemd, vooral voor loco-goed, op termijn bestond weinig animo Beursoverzieht Van 20 tot 2G Nov. LS3G . D.1 h.i.ndel in K'irop:<"sr<i<' staatsbonden l>l<vl' stil: de omzet bewoog zich binnen /eer on»'o grenzen, en de prijzen varieerden kleine fr.ictiën op eu neer. al naai' mate de Parijscho eis I!erlijusche beurzen vaster of zwakker gestemd waren. De ultinfn-lii|iiidatie te Londen liep afzonder dat daarvan ocnigo invloed op de koersen was waar te nemen: blijkbaar bestaan ook daar ter plaatse in Europooscho staatsfondsen goone positiëu van eonig aanbelang. Die invloed was iiitn^sehen duidelijk merkbaar in het koersverloop dor spoenlatiofondson. met name Mexico, Peru o-u ('olmnbia. In het begin der weck /wak gestemd, werd de bonding voor deze fondsen na afloop der liquidatie dadelijk weder vaster, i! en 5 pl't. Peru liepen van l U-, en lii'x terug op 11'-' «MI 11;'1.,', met oonig aanbod te Lima, in de telegrammen met vee! ophef ge naamd: bet uitbreken eener ministerieel;' crisis. Eigenlijk doet hot, weinig ter zake. of in Peru Delgolar minister is of iemand anders: meestal is de eene hier al even weinig bekend als de andere. Maar oon paar groote woorden en eene, lager noteering doen aan onze volgzame beurs altoos dadelijk oonig aanbod ontstaan. Gisteren en heden liepen Peruanen weer op tot \-\\4 en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl