De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 5 december pagina 1

5 december 1886 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 493 DE AMSTERDAMMER A'. 1886 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ieder nommer bevat een Plaat. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam, Keizersgracht 433. Zondag 5 December, Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr. p. p. f 1.15. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10. Advertenliën van l?5 regels /' 1.10, elke regel meer . . . 0.20. Reclames per regel 0.40. Nieuwe abouné's ontvangen de nomiuers tot l Januari a.s. yratis. i N H o u i>: ? ENKELVOUDIGE DISTRICTEN. Politieke l Echo's. FEUILLETON: Een mooie Herfstdag, l door Frans. VAN OVER DE GRENZEN, door E. D. Pijzel. GEMEENTEZAKEN. KUNST EN LETTEREN: Het Tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. Muziekaal Overzicht. Vijftig jarig Jubilee van den Gids'', door Alb. Th. Hollandsche dichters in den vreemde. Meerveld en Meervelder-bosch, door F. A. Buis. J. Grand-Carteret, La Franco jugée par l'Allemagne, door Scaramouche. Engclsche lette ren, door Agnes van Egmond. VARIA. SCHAAKSPEL. Oud-Amsterdamsche Verscheidenheden. ABC voor Vrouwen, door Prof. Celibatarius. De zegenende St.-Nicolaas van zijn verheven standpunt op de Prins-I lendrikkade, door H. Mohrman. ALLERLEI. HAN DEL. BEURSOVERZICHT, door E. B. TE HUUR. ADVERTENTIËN. Enkelvoudige districten. De Regeering heeft haar kiesrecht-paragraaf en haar voorloopige kiesreglemeiit bij de Kamer ingediend. Men weet, de dagbl aden hebben het me degedeeld, dat »geschiktheid en- maatschap pelijke welstand" gevorderd zullen worden om het kiesrecht te verkrijgen. Over deze grondwettige bepaling is het inderdaad de moeite niet waard breedvoerig te handelen. De liberale partij zal zich den weg tot het algemeen stemrecht, door de Grondwet, wel niet laten afsluiten. Op deze onaannemelijke formule zullen ongetwijfeld, indien het tot behandeling van deze weisvoordracht komt, de noodige amendementen worden ingediend. Niet veel beter ziet het er met Art. l der voorloopige bepalingen uit: De leden van de Tweede Kamer der StatenGeneraal worden gekozen door de mannelijke meerderjarige ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die: hetzij over het laatstverloopen dienstjaar ter zake van hunne woning in de personeele belasting zijn aangeslagen naar eene hoogere huurwaarde dan die, welke volgons art. l, litt. u en b van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten der belasting naar de drie eerste grondslagen en dien aanslag ten volle hebben betaald, hetzij over het laatst ver Feuilleton. Een mooie Herfstdag. DOOK FRANS. Dadelijk nadat wij van ons huwelijksrcisje teruggekomen waren, had mijn vrouwtje den wensch geuit, dat wij 's morgens aan het ontbijt een half uurtje zouden nemen om wat te babbelen. Zij verklaarde het onaange naam te vinden, dat ik 's morgens naar mijn bureau zou gaan na in allerijl wat gegeten en gedronken te hebben, en meende, dat het wel de moeite loonen zou, wat vroeger op te staan, wanneer wij daardoor rustig te zanien het dejeuner kouden gebruiken. Ik had toe gegeven en van mijne oude studentengewoonte om zoolang mogelijk tussclien de dekens te blijven afstand gedaan, onder voorwaarde echter, dat mijne vrouw ook dadelijk heur haar op zou maken, (want ik had eenmaal een onoverkomelijke afkeer van ochtend mutsjes, hoe coquet ook, van saamgebonden strengels en papillotteii papiertjes. Zoo was het dan gekomen, dat onze ont bijttafel de plaats was geworden, waar wij de meest belangrijke zaken behandelden, en waarlijk, ik had mij over deze regeling niet te beklagen, want er was mijns inziens geen prettiger gezicht dan mijn' jonge vrouwtje, trisch en blozend, in een keurig, schoon een voudig ochtendtoilct, tronend aan de ontbijt tafel in onze gezellige huiskamer. Ik was pok altijd zeer tevreden als ik haar zoo zag zitten. In den zomer zaten wij met de lage ramen, die op eeu balkonnetje, waar van men met een trapje in onzen kleinen tuin kon komen, toegang gaven, open, maar toen regenbuien en gure windvlagen de bladen van de paar boomen achter ons huis, deden afvallen en rondvliegen,bleven die tuindeuren, zooals wij ze noemden, al meer en meer ge sloten, totdat wij meenden, dat er wel lang zamerhand om eeu kachel gedacht moest worden. loopen dienstjaar in de grondbelasting zijn aan geslagen tot een bedrag van ten minste twaalf gulden, en dien aanslag ten volle hebben betaald; met dien verstande dat op de lijsten van kiezers niet worden geplaatst: zij, wien hot kiesrecht ontzegd is, bij eene rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan; zij die bij rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren; en zij dio in het burgerlijk jaar voorafgaande aan de vaststelling der kiezerslijsten onderstand van eene instelling van weldadigheid hebben genoten. Met deze omschrijving immers wordt bui tengesloten »de gezeten werkman." En de liberale partij heeft te kennen gegeven, dat zij den dusgenoctndon werkman reeds van stonde aan het kiesrecht wil geven. Wat er van deze voorstellen zal komen, moet de tijd leeren. Voor het gebrekkige er van zijn de oogen geopend. Niet zoo gerust op de waakzaamheid der liberale leden mag men zijn ten opzichte van de nu aangeboden kicstabel. Deze geeft het volgende: enkelvoudige districten als regel, veelvoudige districten als uitzondering. Voor de verkiezing van 100 leden der Tweede Kamer is het grondgebied des iiijks verdeeld in enkelvoudige districten, gemiddeld eene bevolking van 43.000 zielen bevattende (de bevolking op l Januari 1886 bedroeg 4.336.012 zielen) behoudens uitzonderingen voor de gemeenten die eene bevolking van meer dan 45.000 zielen hebben, voor welke meervoudige districten zijn gevormd.'' Dat enkelvoudige districten twee voordeele» boven veelvoudige districten aanbieden, word' in de memorie van beantwoording uiteen gezet. In do eerste plaats is daarbij zoer wcinij." ??(-? legcnheid voor eene partijdige indcoling der kies districten, omdat deze, tot kleinere groepen van gemeenten beperkt, zich als het ware van zelf aanwijzen, en in de tweedo plaats gooit het aan de staatkundige richtingen grooter kans op ecno aan hare krachten evenredige vertegenwoordiging, dan wanneer het grondgebied in meervoudige districten verdeeld is. Twee groote voordeden inderdaad. En waarom worden nu die beiden, en vooral het laatste prijsgegeven, zoodra de gemeente meer dan 45.000 zielen telt? Het was mij dus zeer vreemd eens op een morgen, in het midden van October, die ven sters weder open, en mijn vrouwtje niet op hare gewone plaats, maar in den tuin te vin den, waar zij de laatste roos van ons middenperk geplukt had, en nu met haar neusje in de lucht, stond op te zien naar het hemel gewelf, dat vlekkeloos blauw en helder zich boven de stad vertoonde. Ik stond op ons balkon, en zag met genoegen naar die slanke, welgevormde figuur, daar in onze kleine bloemengaarde. Zij hield met do eene hand hare rokken bijeen, en bracht in gedachte verzon ken met do andere de dpnkerroode roos aan hare lippen, als wilde /.ij de zoete geuren in ademen. Ongemerkt kwam er een onbcschrij- j f el ij k gevoel van weelde over mij. Jong en j gezond als ik was, in do volle, bloeiende j kracht van mijn leven, snoof ik gretig, de frissche koele ochtendlucht op. Als ik om mij heen zag, in de ruime huis kamer met de gedekte tafel, alles keurig in orde. met de koperen ketel, die schitterde in de zonnestralen, dampende naast den stoel waar de vrouw des huizes altijd zat, of in den kleinen tuin met de half kale boomen. waar de dorre bladen tegen de schutting opgehoopt, of op de kleine paden verspreid lagen, waar het grint helder blonk als ware elk steentje uitgezocht, afgeschiiurd en bij keuze nedergelcgd en gerangschikt, en waar de wilde win gerd met de roodo ranken, met de musseden die er tjilpend op en af sprongen, zich boven mijn hoofd aan den muur klemde, dan kreeg ik zulk j een gevoel van levenslust en opgewektheid, dat ik wel luide had willen zingen, om aan dat gevoel lucht te geven. Toen mijn vrouwtje mij in het oog kreeg, was zij spoedig bij mij, en haar arm door den j mijnen stekend, zag zij mij met schitterende oogen aan en zei: >'Wat een heerlijke hcrfstdagT' Ik knikte haar tot antwoord toe en keek peinzend voor niij uit. »Waar denk je aan?'' vroeg ze. Waar ik aan dacht? Aan duizend dingen, maar vooral dwaalden mijne gedachten eens klaps af naar de eerste jaren van mijn stu dententijd, als wij voor het gebouw, waarin de colleges werden gegeven, stonden te wachten eii het soms ook zoo'n goddelijke mooie dag was. Men geeft geen andere reden dan deze: ;; Voor de groote gemeenten echter heeft het bezwaar, de nheid van het gemeentelijk verband te verbreken, door die in kiesdis tricten te splitsen." Zeker. Het heeft bezwaar! Maar heeft het ook onoverkomelijk bezwaar? En ons dunkt, alleen als het bezwaar grooter dan het voordeel is, dat men door splitsing der groote gemeenten bereikt, zou men van zulk een verdeeling in enkelvoudige districten moeten afzien. Groningen b. v. heeft 51.000 zielen, bij deze 51.000 worden er 34.000 van buiten gemeenten gevoegd om tot het bevolkings cijfer van 85.000 te komen en een tweevoudig kiesdistrict te vormen. Bezwaar heeft het SOOO zielen van Groningen af' te zonderen om die te voegen bij de deelen van een landelijk district. Maar bestaat er geen be zwaar om 34.000 landelijke inwoners bij de 51.000 stedelingen te voegen? Billijk is dat zeker niet, en dat het eenige moeilijkheid zou baren, om van ecu stad een zeker gedeelte aan te wijzen, dat niet andere gemeenten een district zou vormen, kan niet beweerd worden. Met moet een regel stellen; maar ware het dan niet veel beter, alleen een district tot een tweevoudig district te maken, wan neer het minstens % van het daartoe vereisehte aantal (G3.000) zielen bevat; zooals b. v. met Utrecht het geval is, dat een be volking van 77.000 zielen heeft. Volkomen onverdedigbaar schijnt ons de regeling zooals zij voor de groote steden is voorgesteld: Amsterdam met Nieuwer-Amstel 394.150, Rotterdam 212.430, 's Gravcnhage 138.0<)6, respectievelijk O, 5 en 3 vertegen woordigers. Dit is de grootste onbillijkheid, die men zich denken k:m. Het is of h<:t groote voordeel : eene naar de staatkundige richtingen evenredige vertegenwoordiging, door de Regeering vol strekt niet op prijs wordt gesteld. De libe ralen willen den gezeten werkman het stem recht geven, hoe zullen deze lieden ooit iemand hunner kandidaten naar de Kamer kunnen afvaardigen, als in een groote stad, de werkmanswijken niet zooveel mogelijk tot n of' meer afzonderlijke districten wor den gevormd? En dit geldt niet alleen van de werklieden, het is ook toepasselijk op de Hoe vaak had dan niet iemand gezegd »'t Is zonde om nu daarbinnen te gaan zitten lui eren", en hoe zelden was deze bewering dan tegengesproken. Korten tijd daarna was ons clubje dan ge woonlijk zoek geraakt. Wij haalden de pa nier van de manege, of ecu giek uit liet schuitcnhuis, en wat tal van onvergetelijke uren hadden wij dan niet, doorgebracht, als de hoeven van het paard de dorre bladeren in het bosch deden kraken, of de wielen zoo gezellig knarsten over het grint, als het wa ter zoo helder opspatte tegen den boeg van ons vaartuig, of als louter diamanten van de riemen neerdruppelden. wanneer zij even boven het water in rust werden gehouden en wij ons lieten afdrijven met den stroom. Wat , werden wij dan vertrouwelijk en mededeel- ' /aam, of vroolijk en luidruchtig, wat werden er een ernstige geheimen behandeld of wat dolle plannen werden er dan niet. gemaakt, waarvan evenals van die vrije, blijde dagen niets overbleef dan de herinnering. »\Vaar denk je aan?" had mijn vrouwtje gevraagd, en ik beging du onvoorzichtigheid haar l<> vertellen van die, uren, der studie ontstolen en aan onzen jongen levenslust ge wijd. Mijn tweede ik luisterde glimlachend toe, met haar hand op mijn schouder en haar wang legen haar hand gedrukt, tot. ik zweeg, en toen zcide zij: -Wat zou ik graag eens zoo'n dagje mémaken ! ?>\Vord Kludent," lachte ik, maar zij scheen de zaak ernstig op te vatten, zij keek mij onderzoekend aan. en hernam: Je hebt mij gisteren verteld, dat hel vol strekt niet druk was op bureau?" ?Dat heb ik. ik kan het niet ontkennen;" toen ging zij voort: »Omdat wij wat lang ons reisje hebben gemaakt, konden wij van den zomer niet naar buiten gaan." Zij had weder gelijk, en met, engclachligen moed was zij in de warme stad gebleven, toen de huizen blakerden in de zon en de straatsteencn schenen te gloeien onder onze voeten. >lk heb van den zomer niet veel pleizier met je gehad, want soms was je Zondags ook met. werk bezet, en wij zijn eigenlijk alleen 's avonds uitgegaan." overige staatkundige richtingen. Daar zijn zekere doelen in elke stad, waar de ver houding tussclien de sterkte der verschillende partijen onderling veel anders is, dan die van iedere partij tot het geheel. Daar bestaat in de groote steden door het vormen van enkel voudige districten, voor de partijen, die tot dus verre zich geen meerderheid konden verschaf fen, althans de kans haar in een der districten te behalen. Waarom zou men hun die onthouden? Dat groote steden gemakkelijk in kies districten te verdeelen zijn, weet men. Het buitenland geeft daarvan voorbeelden te over. Het is daarom te hopen, dat de liberalen den schijn van al weder een partij-regeling te willen maken, zullen vermijden en het enkelvoudig districtenstelsel ook voor de groote steden tot eiscli zullen stellen. Een eisch, die eerst zou kunnen worden inge trokken, als een principieel evenredigheiclskiessfelsel zal worden ingevoerd. l'OLITIEKK ECHO'S. De clowns zijn gewoonlijk aardiger on verma kelijker dan de beroemde rijders, dio de groote en levensgevaarlijke toeren, de salto mortales ten uitvoer brengen. Zoo ook de heer Van Baar in de Tweede Kamer, die verleden Maandag vroolijkcr en onderhoudender was dan menig spreker van naam kan wezen. 'Wie had echter kunnen vermoeden, dat Van Baar met zijn praatje de et'iiige zou wezen, die bij de algumcene beschou wingen over do Staatsbcgrooting sprak ? De voca len der Kamer zwegen; de zes en tachtig wij/on keken elkaar verbaasd aan; de voorzitter draalde met den Afslag"; do aclit slachtoffers inde groene zetels hadden van vreugde wel iu do handen wil len wrijven. Zoo werden hoofdstuk l en II afgehamerd, en wie weet of do gelieelo Bcgrooting niet onder den hamer verdwenen waro indien de vergade ring liet doen door laten" steviger in praktijk had durven brengen. Onze diplomatic werd op het Binnenhof deer lijk gehavend: overal vischt zij achter het net, en ware do heer Anemaet mot zijne Fransche bro chure te Parijs niet juist bij tijds gekomen, dan zou onze koloniale suiker met ecne snrtaxe van 7 francs zijn bezwaard. Maakte onze diplomatie cenc treurige figuur, niet minder pover was die van den Minister van Bnitenlandscho Zaken. ,lhr. van Karnebeek is ecu goed spreker, maar bij is niet, evenals het hoofd Al weder eene waarheid, en als wij uitge gaan waren, hadden wij ons bepaald tot een luchtje scheppen aan de Ainstelocvers of aan den Vkant, dat vyas al ons uitgaan geweest. Zou je niet,'' hier werd de hand van mijn schouder genomen, de arm, die bij die hand hoorde om mijn hals geslagen, >zou je nu niet, n enkel dagje hc.clcmaal met mij uit kunnen gaan, en zouden wij dan niet een dagje kunnen hebben als in je studententijd ?'' liet was er uit. De groote blauwe oogea keken vorsehend en ernstig mij aan, de tweede arm kwam den eerste te hulp, en uitlokkend dicht kwam een paar frissche roode lippen bij mijn gezicht. Ik wilde mij eerst echter ferm houden en deed alsof ik mij los wilde maken, terwijl ik zei : -Maar kind, waar denk je aan? Mijn bureau dan ?" Maar ik wist vooruit, dut ik bezwijken zou en geen tien minuten later was een kruier op weg naar mijn bureau niet een briefje, waarin ik mijn collega verzocht mijn werk voor n dag zoo mogelijk bij het zijne te nemen, en sprong mijn vrouwtje zingende de traj) op om zich aan te kleeden, voor een uitvluchtje van een dag. naar de bosschen en naar de heide. I Iet is een eigenaardig genoegen 's mor gens vroeg door een groote stad te wandelen. De straten zien er dan zoo geheel anders uit. ;ils 's middags. Er zijn nog meiden bezig met. stoepen te dweilen, en do steenon voor de huizen te schrobben, er loopen slagers, melkmeisjes, bakkers en groentevrouwen, men zie! vroolijko jongens met hun boekeu in een riem, en hun pot achter op het hoofd naar school wandelen, of jonge meisjes, vijf of zes op een rij, gearmd voortstappen; er ligt een prettig, onbekommerd waas over het geheel, en ik heb het, toen ik nog student was, nooit, zonde gevonden, een aardig dienst meisje toe te knikken als zij g'irnlachend, met liet uitslaan van een vloerkleed of een gangmat, wachtte tot ik voorbij was. Als er iemand lijdt aan melancholie of treurt om een vervlogen hoop, of' om een wrecde teleurstelling, laat hij dan 's morgens vroeg bij helder, een beetje koel, weer, eene wandeling door Amsterdam maken, ik beu

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl