De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 12 december pagina 3

12 december 1886 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 494. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de autocratie in het czarenland en het radicalisme der Republiek. Hoe welwillend, hoe voorkomend, hoe onderdanig zelfs men zich te Weenen en te Berlijn tegenover de luinftn van den czar moge betoonen, hoe angstvallig men iedere aanleiding moge vermijden_, om den hoogst prikkelbaren autocraat ergernis te geven, die schiinhare vriend schap zal niet beletten, dat Rusland gretig de eerste gelegenheid aangrijpt, om zich met Frankrijk tegen de beide keizerrijken van Centraal-Europa te vereenigen. De heer Von Moltke schijnt het, evenals alle Duitsche staatslieden, uit deferentie voor de denkbeel den en zwakken van den keizer, noodig te achten alleen Frankrijk als een rustvorstoorder bij uitnemendheid'voor te stellen. Wilden zij werkelijk den vrede bewaren, dan zou het verstandiger zijn, de hand der verzoening aan Frankrijk toe te steken, in plaats van warme vriendschap voor Rusland te huichelen. Daarom behoeft Elzas en Lotharingen nog niet te worden teruggegeven. Een flinke steun voor Frankrijk's zeker niet on rechtmatige aanspraken 'in de Egyptische quaestie zou reeds voldoende zijn, om aan Duitschland de sympathie van den ouden vijand te verzekeren. Maar die steun wordt niet gegeven, integendeel, het coquetteeren met Engeland wordt steeds voortgezet. Is het onder die omstandigheden niet verklaar baar, dat men van vele zijden het ver moeden uitspreekt: Duitschland zoekt naar eene aanleiding om Frankrijk aan te vallen, omdat het wanhoopt aan eene volledige verzoening, zijn eigen tijd wil kiezen, en eene Fransch-Russische coalitie niet tot stand wil laten komen, voordat het zelf den eersten, zoo mogelijk den beslissenden slag geslagen heeft? In acht dagen tijds is in Frankrijk eene ministeriëele crisis ontstaan en naar het schijnt _?geëindigd. De heer de Freycinet nam zijn ontslag naar aanleiding van het votum der Kamer, dat den post voor de trak tementen der 273 onder-prefecten uit de be grooting schrapte. Als gewoonlijk, waren de radicalen en de anti-republikeinen, de Rochefort's en de Cassagnac's samengogaan om het ministerie deze nederlaag te bereiden. Was het eene reden om heen te gaan? Als geïsoleerd feit zeker niet. Een goed deel van het _ ministerie had zich reeds vroeger tegen de instelling der sous-préfds verklaard, zoodat het hier geen quaestie gold van beginsel, maar alleen den tijd van uitvoering. Daaren boven was het besluit der Kamer ophef fing van alle onder-prefecturen met l o,Janu ari 1887 onmogelijk uit te voeren, daar het in strijd was met bestaande wetten. De Kamer zou dus, haars ondanks, genoodzaakt zijn er op terug te komen. Maar aan den anderen kant had de oppositie bij de behan deling der begrooting aan het Ministerie zoo menig echec bereid, dat n druppel vol doende was om den emmer te doen oveiioopen. Wat men den heer de Freycinet ook moge ten laste leggen, het verwijt van overgroote prikkelbaarheid dient hem bespaard te blijven. Hij heeft geschipperd en gelaveerd zoolang het ging, langer misschien, dan het voor een man van minder toewijding aan 's lands belang en meer karakter en zelfbe wustzijn mogelijk zou zijn geweest. En dat hij zich eindelijk met weerzin afwendde van eene taak, bij welker vervulling hij steeds met ondank was beloond, kan niemand verbazen. Een oogenblik scheen het, dat Frankrijk met een ministerie-Floquet werd bedreigd. Bedreigd want al is de lieer Floquet op den presidentieelen zetel van de Kamer heel wat kalmer geworden, zijne antecedenten als luidruchtig politicus en vooral als prefect van de Reine zijn niet van dien aard, dat zij veel vertrouwen kunnen inboezemen. Na' veel moeite heeft de president der Republiek een ander kabinets-formccrder gevonden in den heer_ Goblet. Wat tot nu toe van de samen stelling van het nieuwe kabinet is bekend geworden, wettigt de onderstelling, dat het een reiil<ïtraf/f zal zijn, eene voortzetting van het ministerie-de Freycinet, zonder het er varen hoofd daarvan. De tijd voor deheeren van het ccnire f/mwlie, die Jules Ferry weer aan het roer willen hebben, schijnt nog niet gekomen te zijn. * * * Lord Salisbury heeft, den _dag na eene vergadering van de liberale unionisten, eene redevoering gehouden, waar uit in de eerste plaats blijkt, dat het tusschon hem en de vol gelingen van Lord Hartington koek en ei is, en dat Tories en dissidente liberalen in de praktische politiek d. i. in het lersehc vraagstuk n van ziel en n van zin zullen blijven, als willen zij geen van beiden hunne palitieke individualiteit prijsgeven. In dachtig aan de spreuk: ('linritïlic» orilonw'? r-ommeitre par ftoi-mfiuc, wil Lord Salisbury, in plaats van aan Ierland Tlinnf J tul r te geven, beginnen met Engeland on Schot land de weldaden van een plaatselijk zelfbestuur deelachtig te laten worden, Ierland krijgt de roede, anders niet. Want al wordt het in de rede van den minister president niet uitdrukkelijk gezegd, de be dreiging met pene nieuwe dwangv.'et, moge lijk gemaakt door een nieuw reglement van orde voor het Lagerhuis, is gemakkelijk fnsschen de regels door te lozen. Dat do liberale dissidenten ook hiertoe zullen medewerken, is meer dan waarschijnlijk. Ton opzichte van Ierland poc-on zij een zeer eigeuaardigen maat staf van billijkheid aan te loggen, on /ij zullen daarin des te minder bezwaar zien, nu zij de verantwoordelijkheid niet rechtstreeks /.elven behoeven te aanvaarden. E. D. PuzT.i.. Uit het Haagje. Ge ziet het, geachte heer en mevrouw, hij wordt begraven, of liever, hij is al begraven, want de afbeelding is, in 't begin dezer weck reeds, naar 't leren genomen. Misschien druk ik me minder juist vut en zou 't moeten zijn naar" of naden dood" genomen Enfin, neem 't zelf naar goed vinden; maar zooveel is zeker, dat hij niet zonder reden begraven wordt of werd, want hij is zalig gestorven, voor zoover dit mogelijk is voor ecu heiden, zooals mijn vriend de kullunnel bij zijn leven was. Helaas, een plotseling toeval._ ik zal maar zog-gen een beroerte, maakte een einde aan zijn zoo nuttig leven. Óf was 't niet nuttig? 't Is waar, in zijn gepensioimeenten tijd was hij niet veel meer dan een steunpilaar der sociëteit, en als actief krijgsman was hij dat ook, hoewel minder volkomen; doch sociëteiten zijn nu eenmaal in ons land niet alleen nuttige, maar ook noodzakelijke instellingen, zonder welke fatsoenlijke, gedistingeerde lui als gij en ik, zich voor 't vreoselijk alternatief zouden zien geplaatst van thuis te blijven, als 's middags of 's avonds het uurtje heeft geslagen voor het gezellig bit tertje, of dito grogje, of wel, o gruwel! zijn toe vlucht te moeten nemen tot een... koffiehuis, waar iedereen zich de vrijheid veroorlooven mag, naast n te komen zitten, zelfs al kent hij u en gij hem niet. Steunpilaren van sociëteiten zijn dus even nuttig en noodig als do sociëteiten zelf, en nu zult ge mij wol willen toestommen, dat do maatschappij in 't algemeen en don Haag in 't bijzonder den dood van een harer nuttigste leden te betreuren heeft. Ja, zoo is 't leven, waarde vrienden! De eene week viert men bruiloft, de volgende wordt er een doodkist toogeschroefd in 't zelfde vertrok waar do bruiloftsdisch was aangerecht... Maar, ik mag u niet in een treurige stemming brengen; daarom ook ga ik hier met stilzwijgen voorbij do droefenis, die er in des kullunnels woning tot op den dag dor begrafenis en zelfs nog den volgenden dag als ik good ben ingelicht hoeft geheorscht. 't Is waar, de kullunnel noemt zijn pensioen modo in het graf?een ellendige beschikking, want hij kan er daar niets mee uitvoeren maar aangezien hij er in 't laatste jaar van zijn leven ter vol doening aan eigen behoeften een vrij grootc bres in sloeg-, en mevrouw onlangs heel aardig hoeft geërfd, wat ik tot mijn verwondering nu eerst mocht vernemen, geloof ik met oenigcn grond te mogen onderstellen, dat het grootste verdriet van mevrouw do douairièrc en haar ongetrouwde dochter wel daarin zal bestaan, dat ze vooreerst geen gebruik zal kunnen maken van haar opera loge en andere vermakelijkheden. Ik heb het stoffelijk overschot van mijn krijgshaftigen vriend naar zijn laatste rustplaats'ge volgd, zooals ge uit de teekening wellicht... niet zult zien, omdat de teekenaar mij vermoedelijk oven weinig heeft opgemerkt als ik hom. Do referendaris heeft zich laten verontschuldigen. Hij was zeker to aangedaan en bang om bij 't geopend graf geheel van strook te geraken. Als men zoo vele jaren in de rcgeeringslmreelcn hoeft doorgebracht, wordt men hoe langer zoo wcekhartigcr. Treffende redevoeringen worden er bij de ge opende groeve uitgesproken. Eén ding is jammer. namelijk, dat de man in de kist zo zelf niet kon hoeren. Wat zon 't hom een genoegen hebben gedaan, zooveel schoons en goeds over zichzclvon te kunnen vernomen. .Ia, hij ware in staat geweest er verlegen onder to worden en te zegden: Xcen, dat is nu wol wat hooi kras. Ik wist wel. dat ik in mijn leven een uitstekend man was, maat1 nu overdrijft go een beetje." Do nederigheid behoorde onder zijne vele deugden. Enfin, do Kulhmnel is dood onbegraven. Wij verliezen in hom een onvermoeid prater on oen fijn whister. Zijn asch ruste in vrede! l'-\scjrm>. Kunst en Letteren. G O T T E. liet Palais Royal te Parijs hooft ditmaal oen blijspel opgevoerd van Moilhae zonder Halévy. liet stuk heeft vier bedrijven, heet Goltc on moet allervermakclijkst zijn, ofschoon men vreesde er het sierlijke, artistieke en dartele oen weinig in to missen', dat het cachot van Halévy aan de dolzinnighedcn van Mcilhac weet te geven, Gotte is dienstmeisje bij den hoer on mevrouw Courdeboc. bedaagde echtelieden, dio hand aan hand hot levenspad zijn afgewanddd. Het meisje is verliefd geworden op mijnheor ('ourdebec en laat het hem bemerken ; maar do brave man is standvastig en daarenboven zoo kioscli, dat zijn bravo vrouw er niet het minste denkbeeld van hoeft, van welke vcreering hij liet voorwerp is. Naast dit' model-huishouden treedt als contrast j een ander op, waarin man en vrouw steeds op vont van oorlog leven on do man Laliircl steeds zijne vrouw verdenkt en baar verwijten doet, of schoon zij trouw on fatsoenlijk en alleen wat hans; voor zijn ruwe manieren is. De I.aln'rels eu de Courdebocs gaan samen naar een badplaats. I-Tior brengt do postbode twee brieven, beidon afkomstig van den notaris Vnnlnron, dien Gulle aan baar moestor beo ft aanbevolen. Lahird, steeds galant, breekt den brief aan zijn vrouw geadres seerd, open en loost: ddicionso coquine !" Ter wijl bij daarover mijmert, verzoekt (uitte bare mevrouw, haar den voor haar bestemden , brief voor te lozen, omdat zij niet lozen kan. Mevrouw Courdebec leest met de oogon: Gij bobt daar juist 18 millioen geërfd..." /ij wacht zich wol, dit voor to lozen, on disrht het meisje oen verzinsel op, om tijd te hebben over doze j ontdekking na to donken'. Haar man komt f'hnh on zij meldt hom het feit : hot echtpaar besluit. het ineisjc zoo in te pakken, dat althans oen deel der erfenis hun niet ontgaat. De meid wordt aan tafel verzocht, men maakt haar hot hof, en men vraagt haar, wat zij wel met een groot ver mogen zou aanvangen: ik zou het den man ge ven, dien ik liefhad", zegt zij, en trapt Courdebec onder tafel op den voet. Courdebec vat nu de onzinnigste plannen op, de divoree ia er: hij kan van zijne vrouw scheiden on met Gottc trouwen. Man en vrouw krijgen twist en gaan voor de eerste maal onvcrzocnd naar bed. Don volgen den morgen vertelt men aan Gottc haar fortuin, en zij verlaat de Courdebccs on koopt te Trucsur-mer alles wat er te krijgen is. Later komt het bericht, dat niet zij, maar mevrouw Lahirel do gelukkige erfgenaam is; deze heeft ondanks hare erfenis nog moeite om haar jaloerschen man tot rust te brengen en van schoidingsplanncn te doen af/ion. Hij belooft beterschap. Hot stuk had, ondanks het spel van Daubray als Courdebec en van Mllc Lavigno als Gotte, niet zooveel succes als Moilhac's geestigheid verdiende; het schijnt technisch aan onovenredigheid te lijden, on dit ontstemde hot publiek. Een van de fraaiste toonoelen is dat, als do Conrdobccs, na hot lezen van den brief, overleggen wat te doon, en dan Gotto gaan aanhalen. Als wij haar een contract voorstelden, waar bij wij elkaar woderkeorig tot erfgenaam maken. /ij weet niet dat zij rijk is; zij zal onderteekcncn, en dan .... couic! Neen, zegt do man, wij moeten, om haar achttien millioen te krijgen, alleen do middelen to baat nemen, dio fatsoenlijke lieden gebruiken. Ja, antwoordt do vrouw, wij moeten fatsoen lijk blijven.... goen couic! Als wo Gotto eens adopteerden.... De geadopteerde moot het leven gered heb ben van dengene die hom adopteert, of omgekeerd. Xu, Courdobec, val in 't water, on doe als of je verdrinkt. Gotte zal je er uithalen, el t'oilïi.'... Ja.... ziet go, als zo mo eens liet ver drinken .... ? 't Is zoo, hoe jammer dat wo geen zoon hebben! Dio kon dan mot Gotte trouwen. Ja, maar wij hebben er geen! Hadden we er maar ecu! Ja. en tijd om zoolang te wachten hebben wo ook niet .... Op dit oogenblik gaat de deur open, Gottc komt mot do soep; do plotselinge, schijnbaar on willekeurige beweging waarmede beiden dan op staan on mot eerbied en eenigc aandoening bet dienstmeisje, dat achttien millioen vertegenwoor digt, aanzien, dood de zaal iu schaterlachen uit barsten. Het geheele volgende tooneel. waar do beide ('ourdebocs elkander in beloefdhcdon over treffen on telkens elkaar waarschuwen: ge gaat te ver . . . ." behoorde ook tot de grappigste van hot stuk. l MU/1FK IX DE HOOFDSTAD. i Ofschoon wij niet alles kunnen onderschrijven wat ., Lo Mëuostrd" in een correspondentie uit Ai'1-fcrdam over het zoogenaamde festival Widor" aan zijne lozers weet mede te doelen, zoo mogen i wij ion woord van waardooring niet achterwege i laten bij iln vermelding van hut concert iu het l Paleis voor Volksvlijt, waarbij de heer Widor uit Parijs als componist, orkestdirecteur eu organist j optrad. liet programma bevatte drie orkostwerI 'keu: S;/ni}iJioiiic en In, oen 8uite uit Maitre Ambros, het bekende lyrische drama iu vier bedrijven. waarvoor Francois ('oppen en A. Dorchain het libretto leverden, en ccue fï/'i'i'i/drfi'. De Scri'mttle j viel het meest in den smaak van lint publiek, ? ofschoon de uitvoering niet zoodanig was als men l bad kunnen wonschen. Cello, viool, fluit en hobo j treden beurtelings of tegelijker!ijd ais soloinsfrui meuten op. en het spel, hoe verdienstelijk overi gens, lijdt er onder, wanneer de eigenlijke ' s'o?i'sfc)i van bet Paidsorkost gedeeltelijk afwezig zijn. Ku dit was bij bot ('oncnrt-\\"idor het, geval. Intusscheu werd ook bij bet klassieke concert op ! Donderdag daaraanvolgende ouder de leiding van den heer Juli, J/, t'iii'iirii de Xh'émi'le van Widor en thans met gnwciischtn bezetting dor solopartijen uitgevoerd eu door lint talrijke publiek weder zeer toegejuicht. Het valt niet te betwis- : (eu. dat dn Fransche componist zijn voordeel ! heeft gedaan met de studie van Wagner en dat i mot name de orchfstratio in de Simfonie en de Suite daarvan de sporen draagt, doch zijn per soonlijk karakter beeft hij er niet bij opgeofferd. j Als ofi/niiixt behaalde hij vooral in hot eerste ' l (led vau bet concert een onbetwistbaar succes. ! De klassieke avonden in het Paleis voor Volks vlijt en in den laai sten tijd dn orgolkoneerten in i dn Lutherschc K'erk hebhen iu de hoofdstad heel wat schoons te hooren gegeven eu de eischen aan het orgelspel gesteld zijn er vooral niet lager door geworden. Voor den hoer ('//. j M'iilor moge het pleiten, dat de uitvoering ' in het Paleis de overtuiging gevestigd heeft. dat men met een ..moester" kennis maakte, voor wien het koninklijke instrument geen geheimen bezit en die door techniek, stiji en ook door de kunst der registratie eene hooge plaats inneemt. Wij sluiten ons daarom gaarne aan bij de hulde ook door de orkestleden aan dezen kun stenaar gebracht, wiens optreden (e Amsterdam den besten indruk heeft gemaakt. De < hauteuse, die enkele liederen van Widor voordroe:/, word bij herhaling toegejuicht. I lare dictie onderscheidde ; zich door bokoorlijken eenvoud,, zonder intu.-scbeu de gewensehlo warmte te missen. Als coloratnurzangom-so geloovn wij niet dat zij vod lauwe ren zal behalen: het eigenlijke lied schijnt ons voor haar talent bet best' gesihikt. Hare .-tem is van welluidend timbre, in het bniu'dnnrngister zeer l'ra:ii. de hoogere ionen zijn wat onva-!. IV uitspraak was recht verdienstelijk. De karakte ristieke ballade uit Maitre Auibrus werd goh;-snerd. Aan de directie van hef PaleN voor Volksvlijt mag we! een afzonderlijk woord van dank betuigd worden voor het kunstgenot aan de leden bezorgd. Met de opvoering van ('i'riinii was lief Fran sche, Operage/.dsrhïip uit 's liajgn niet gelukkig. De titelrol werd door mlle. Clarv in vele opzich- ; ten beneden den eisch vervuld. Spel en zang waren van dien aard. dat men er niet recht de Carnion van tekstdiehter en componist in kon herkennen. Bij de samenstelling van het gezel schap is men met de bezetting van enkele em plooien niet streng genoeg goweest. Wij behoeven zo niet telkens aan te duiden; onze lezers weten intusschen dat mlle Eender evenmin geschikt is om als Carmon op to treden, ten minste met succes. Toon de heer Tricot do rol van Figaro in Le Barbier de Sécillc vervulde, hebben wij niet hooi veel goeds van hem kunnen schrijven; met de rol van Escamillo hoeft hij in geoncn dode vol daan, /olfs do dankbaarste nummers zijner partij worden mot zoo weinig accentuatie gezongen, dat hot talrijke publiek er volkomen onverschillig voor bleef. De chanteuso légere maakte het niets boter : succes d'ostime is do beloofde term. waar mede men oen resultaat ploegt aan to duiden, als dat door mlle Wilhcm bij do opvoering van ('armen verkregen. Van de passie, die Selrack als Don Joséwist te tooneu, was bij den heer Loraut, die als tenor zijn debuut aflegde, niets te bespeuren. Hij moot trouwens diplomatisch te werk gaan met wat hem aan stemmiddelen is overgebleven Hot medium klinkt nog goed, doch do omvang van hot orgaan niet bijster groot: en hot falset moot al spoedig te hulp worden geroepen, wanneer men nog do volle borststem zou ver wachten. Het orkest bracht verscheidene gedeel ten van het fraai geïnstrumenteerde werk mot de noodigc schakeen'ng ten geboore. Slechts zelden komt hot voor, (lat de orkestleden applaus ver werven; ook dan, wanneer zij er het volste recht op zouden kunnen doen golden, kan hot publiek er moeilijk toe besluiten door toejuiching zijne tevredenheid te kennen te geven. Er is iets 011billijks in dat verzuim. Moge dan te dezer plaatse non woord van waardeering vooral niet ontbreken. Over de opvoering van du Jiidin door het Hoogduitscho Oporagezdschap uit Kotterdam durven we haast niet reppen. Voor Frau Antonia Mielkc was het in werkelijkheid oen zware taak naast een fort-tenor op de planken te verschijnen, dio krachtens zijn opvatting van do rol van El azar er toe gebracht werd, door mimiek, gebaar en beweging zelfs een type af te bedden, iu wiens woning de prinses Endoxie bezwaarlijk een bezoek zal kunnen afleggen! En was er dan in den zang althans eenige compensatie? Integendeel. Enkele tonen in het hooge registor werden nu en dan mot volle kracht uitgesteoten en natuurlijk door sommigen fledjijilijtKliwerfl in het me dium was haast geen klank, liet grootste gedeelte der rol werd meer gesproken dan gezongen. Do Heer Grüning, die als Leopold optrad, hooft alloen ijverig (c studeeren, om van zijn fraaie stemmiddeleii voldoende partij te trekken. Doen groote vorderingen bespeuren wij niet. De lieer ISehrens vau wien bericht wordt dat bij do rol van den koning iu Lolicni/rist te Parijs zal vervullen en Frau Miclko redd'eu wat er te redden viel. In de partituur zelve was het suoeinies op deerlijke v: ij zo te werk gegaan ; de orkest leden, die vooral bij de operavoorsstcllingon aan heel wat verwij/.iugsteokou, coupures etc. gewoon raken, vinden eindelijk in hun eigen partijen den weg niet meer. Is hot hun kwalijk te duiden V Wij geiooven het niet. De fout iigl in bet be ginsel zelf. De Parksehoüwbnrg heeft Lortzing's bekende opera (':.'ir /ti/d Xii/niicr»i<tii in het Nederlandsen voor het voetlicht gebracht. Ofschoon de toeloop van bef publiek in den eersten tijd niet aan de billijke verwachtingen der directie beantwoordt, zoo golooven wij toch dat geen slechte greep werd gedaan. De handeling geschiedt te /aandam. de mise en scène on de costnmes verhoogen de aantrekkelijkheid voor een Nedorlandsch pu bliek ten zeerste en de muziek onderscheidt zich door eenvoud en natuurlijkheid. Verschillende nummers in de partituur worden door bet Nedorlandsohe operagezolsehap op recht verdienste lijke wiize uit gevoerd, liet orkest speelt onderdo leiding van deu Heer de ia Fuento met nauw gezetheid: de koren klinken frisch eu worden eon autore gezongen. De lieer Ordio draagt do partij van Czaar Peter op muzikale wijze en met goede stemmiddeh'üvoor doch heeft absoluut nou ..professour de uiaintien" noodig. want zijn spel is erg onbeholpen. De Heer Alliers aks burgomee-ier van liet beweegt zich gemakkelijk op de planken en heofc er alleen voor te waken. dat hij met de Duitsche acteurs, dio hij wd eens in het oiiereltengenre heeft zien optreden, geen wedstrijd in koddigiioid aanga. Dit is oen gevaar voor hem. waarop wij (e meer zijne opinitniuldeid vestigen, wijl vau hem veel te verwachten valt. Dat Mevr. Kidil, die bet /aamlaiissdi kapje o]i recht bevallige wijze draagt, tot den goeden uitslag der opvoering het bare zou bijdragen, was wd te voorzien. Met de .. Fiulage" kunnen wc ons niet vorocnigon. liet doet ons leed voor Mevr. Ophoinerf-Scbwonho. die er succes me.Ie behaalt. doch de gang der handeling wordt er door ver traagd. Fn uit een dramatisch oogpunt is dat te laken. II. C. P. DMr/HWAAL OVKK/ICHT. lloTlT.lir/AM, 11 l)ül'. i.^Só. O]) bet eerste Concert der vnronniging Euridiilr, ;/j"x/c'/op "^ doznr genoot IJenthoven's .Se Sunpliouin zoowol als het verrukkelijk Are I'ITHHI cor/'iin van Mo/iu't slechts gededldijk aandacht. (Vaar aller verwachting ten hoogste gokpannen was op de tweede aldeding. waarin Sobumann's ,»/*'?.//rfV/muziok m<'! veroïndoidon ieksi tot ui(\oorM)n zou kom"!), met Po.--;'ri als M<;;>/i't't!. .KeoiN op dn repetitie bleek hot. hoe diep deze kunstenaar in het v.'( :~k v us (;oer^o:;i'<:!!g;')i; kent. govi;elf 00 begrijpt hij iedere !ot iergrneii \ au het u.'dicht, ook' dke maat eer muziek, ja eiko roon der partituur heeft hij zich in 't geheugen gegrift, en tot wolk een ge heel deze kennis voert zij. die dien onvergotdijknu avond in den Dode waivn, weten het en zullen het ).immer uit bui'ne herinnering kunnen verliezen. Ik moet hier dadelijk bijvoegen dat do werkelijk geniale wij/n, waarop de heer (ienisheim Pos-art's wenken en aanwijzingen begreep en op volgde, tot dit irehcnl niet weinig hooft bijgedra gen. De uitvoering was dan ook voortreffelijk;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl