De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 19 december pagina 6

19 december 1886 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.495 , Arme Clara! ... En mama mocht hem zoo gaarne, want hij kon ?zoo vroolijk babbelen en praten over alles en niets, als zg met haar dochter aan 't strand wandelde. 't Was toevallig bijna iederen morgen gebeurd, dat h\j haar tegenkwam en alsof het vanzelf sprak, ging .hij mede .... totdat 't hem op de badplaats begon te vervelen. Rozenketenen zijn niet sterk en een man ? als Mj kende geen andere. Hy zou vertrekken naar Parijs; daar leeft men -eerst, maar 't hal in 't badhuis wilde hij toch nog meemaken vóór hij scheidde. 't Kwam een heerlijke avond! Clara opende met hem het bal; zij zweefde in zgn armen door de zaal; hij danste zoo verrukkelijk. In haar eenvoudig wit kleedje met n enkele Woelende roos op de borst4 zag zij er betooverend uit. Hij vond dat ook, want zij was zijn danseuse, bijna den geheclen avond. Buiten scheen de maan, blinkend op 't zand van de duinen, zilver strooiend en spelend met haar glans, op de golven, die ruischcnd hun een tonig, indrukwekkend lied zongen. Réve, doux rêve, viens encore," speelde, bin nen, in 't Badhuis de muziek en met hooger kleur «p de wangen walsten de paren. Clara en haar danser hadden de zaal verlaten. Met haar handen saamgevouwen om zijn arm, zag zij, met hem, naar de zee. Haar roos prijkte op zijn borst; de wereld be stond voor haar niet meer, omdat zij naar hem opzag als hij haar vriendelijk toelachte en tot haar sprak, zooals hij tot vrouwen spreken kon. Den volgenden avond zat hij in den trein en bab belde met den vriend, die hem begeleide, over 't Parijs dat hem wachtte met de petits soupers in 't CaféAnglais en de Bals in Mabille of Bullier. Xu en dan rook hij eens even aan Clara's roos die treurig op zijn borst verwelkte en ontbladerde ; h\j wierp haar eindelijk 't portierraam uit en stak een cigarette op. Een jaar later zit Clara met haar moeder weer aan 't strand en kijkt naar de zee. Ze ziet een weinig bleek en houdt haar arm om do oude dame geslagen, terwijl zij haar gelaat tegen moe ders schouders verbergt. Weent zij ? Ja! maar 't zijn herinneringstranen en die drogen weer op. Mama ziet zonder bezorgdheid, maar met vriendelijk medelijden op haar dochter neer en zegt fluisterend: Kindlief, ik weet het wel, 't was je eerste roman" en daarbij glimlacht z^j even, want ze weet, dat zulk een roman ge woonlijk maar n bladzijde heeft. OÜD-AMSTERDAMSCHE VERSCHEIDEXHEDEX. Het Roode Doolhof. Van de weinige doolhoven, die in Amsterdam hebben bestaan, is geen zóó geheel onbekend geWeven als het Roode Doolhof, waarvan wij thans trachten zullen het een en ander te vertellen, nadat wij zijn bestaan reeds in eenige van de vorige artikeltjes aan den lezer hebben kenbaar gemaakt. Eerst in 1630 vonden wij dit doolhof bij name vernield, terwijl wij in het volgende jaar een ze kere Lubbert Jansz. Roodt als waard in een der doolhoven vonden genoemd. Deze twee gegevens samenvoegende kwam het ons niet onmogelijk voor, dat Lubbert de eerste waard in dat doolhof was en dat des waards naam op het doolhof overging en er ook in 't vervolg aan bleef gehecht. Deze plaats van uitspanning was even buiten de veste gelegen. Kwam men de Regulierspoort uit, toen nog een hulppoort van hout, die in den stadswal midden tusschen, twee uitspringende bolwerken gelegen was, dan trof men aan 't an dere einde van de brug, over de gracht gelegen, een vrij groote open vlakte aan iets of wat gelij kende op een gelijkbeenigen driehoek, met zijn stompen tophoek naar do brug gericht. Dit veld niet veel minder diep dan de Reguliersbreestraat lang is en anderhalf maal zoo breed, grensde aan de stadsbuitensingel en aan den sloot van 't Re gulierspad, en lag in 1625 nog geheel onbebouwd. . I)ie Buitensingel sloot zich links aan den Amsteldijk aan en rechts kronkelde hij zich langs do stadsgracht om over bruggetjes toegang te geven tot het Walenpad, het Hoerenpad, St. Jacobsen eenige andere paden. Van den Amsteldijk kreeg men zoowel toegang tot het Regulierspad als van een pad (Simon-Rijckenpad?) dwars door dit veld loopende. Vragen wij ons nu af waar wij deze geheele buurt op den tegenwoordigen plattegrond moeten zoeken, dan is het antwoord hierop gemakkelijk te geven. De houten Regulierspoort was de voor gangster van het poorthnis, dat in onzen tijd als politie-bureau op de liotermarkt werd afgebroken. Het Rembrandtsplein was toen grootendeels wa ter van de stadsvest, en op het midden van het hierbedoelde open veld is het blok tusschen het Tliorbcckcplcin en de Utrechtschestraat verrezen. De westelijkste uithoek lag in de tegenwoordige huizen van do Heerengracht bij het Thorbeckeplein. Wij zullen zoo aanstonds zien, dat wij op dien uitheek ons doolhof zullen moeten zoeken. Wie zich onze stad nog herinnert voor hare vergrooting, zal zich die toestand buiten de poort best kunnen voorstellen. Tusschen den Buitensingel en ons terrein bevond zich, precies als nog tegenwoordig achter den dijk, een poldersloot, die de punt van den driehoek afsneed, en alzoo onmiddelijk voor de brug een driehoekig wagen plein liet, door een paar bruggetjes met het over blijvende gedeelte van 't terrein verbonden. Op dit overblijvende verreweg het grootste ge deelte werd in 1(529 de beestenmarkt gevestigd. Honderden boomen werden er op geplant, links, dus het dichtst bij den Amstel werd later (1651) de varkenmarkt ingericht, en rechts worden zeven stallen gebouwd, waarvan do grootste wel een straat ge leken moet hebbon. Doch een flinkcn hoek had men vrij gelaten voor een herberg on voor een bleekveld, door een hok van elkaar gescheiden. Die herberg moet hot Roode Doolhof geweest zijn. Waar men in acten van verhuring of over dracht nauwkeurig zijn ligging vindt omschreven, daar wordt het niet gezegd te liggen aan het Regulierspad, maar buiten de Regulierspoort te genover de Ossenmarkt. Op de beste plattegron den van dien tijd kan men de huizen herkennen, maar niet den tot doolhof aangelegdon tuin. Het bestond dan uit een groot en een kleiner huis aan elkaar gebouwd, met een zeer groot vrij staand gebouw er achter, dat de aandacht moot getrokken hebben door zijn buitengemeen hoog dak, hetgeen het vermoeden wettigt, dat het diende voor stalling en voor hooizolders. Als Lubbert Jansz. Roodt niet peter van dit Doolhof mocht wezen, dan zou het wel het kolossale, gewis roode pannen dak kunnen zijn. In den eersten tijd van zijn bestaan had dit Doolhof voor den kunstlievendcn stedeling zeker weinig aantrekkelijks. Het kon in 1633 althans maar 4600 gulden opbrengen. Mogelijk zocht de waard zijn kracht in den verkoop van bier, oven als men in de deftiger doolhoven binnen de stad zijn werk maakte van hot debiet van wijn. Op marktdagen zal het daar natuurlijk vol zijn ge weest van boeren en veekoopers, die hun gading meer in gersten- dan in druivennat vonden, en dan werd er zooveel verbruikt, dat een bierbeschooier al spoedig eigenaar van het perceel werd, om het te kunnen verhuren onder voor waarde, dat hij alleen het bier zou leveren. Dat was voor den verhuurder nog zóó voordeelig, dat hij den huurder nog een handgeld van vier stuivers per ton kon toestaan en genoegen kon nemen met de zeker niet drukkende huurprijs van 300 gul den 's jaars. In 1640 was Jan Ellegoot, eigenaar en wellicht ook ondernemer van de inrichting. Of hij lang zamerhand den toeloop zag verminderen en zijn concurrenten de bezoekers trokken tot zijn niet gering nadeel, of dat hij begreep, dat zijn dool hof op n lijn moest gesteld kunnen worden met andere inrichtingen van dien aard, zeker is het, dat hij in December 1641 besloot, nieuwe aan trekkelijkheden in de huizinge ten toon te stellen. In de andere doolhoven trachtte men de menschen te lokken door kunstige waterwerken, schoonc beeldgroepen of kostelijk snarenspel. El legoot zou weer iets geheel nieuws geven. Water kan men buiten zijn hot' genoeg zien in de brccde stadsvest, gestoffeerd nog wel met de stadszwanen, die thans bezijden de brug voor de poort hun hokken hadden, en beeidgroopen of snarenspel bekoorde het gros van zijn bezoekers niet Hij moest iets hebben, dat pastte bij zijn boeren en veekoopers, en 't moest iets zoo wonderlijks zijn, dat ze er allen versteld van zouden staan. En de uitkomst bewees, dat hij een gelukkigen greep deed. Hij liet door een beeldhouwer, Wessel Harmcnsz. wel niet van den oersten rang, maar toch een beeld houwer een vijftal beesten van hout maken, een koe drie voet hoog, een hert twee on een halve voet hoog, een kalf twee voet hoog, een schaap anderhalve voet hoog en een hond tien duim hoog, die zoodanig moesten zijn samengesteld, dat zij hoofd en oogen zouden kunnen verdraaien on dat zo door middel van een kunstig mechanisme. van binnen aangebracht, geluid zonden kunnen gej ven. De boortjes van buiten zullen de vertooningen al [ even verstomd hebben staan aan te gapen als do steélui van binnen, die op den roep van de sprej kende beesten niet mochten verzuimen een kijkje in 't Roó-Doolhot te nemen. Maar Ellegoot wilde het niet alleen van de beesten hebben. Hij zou ook beelden den be[ zoekers te aanschouwen geven, twee naakte beel den in liggende houding, vier voet lang. on een naakt Cupidootje met boog en pijlkoker gewa pend, negentien duim hoog, en hij zou twee beel den aankleeden, waarvoor hij oen hoofd met schou ders en borsten en do handen bestelde op levensgrootte, zoowel als op de grootte van anderhalf voet. Die beelden waren ook beweegbaar en in staat geluiden te geven. Elloiroot bekommerde er zich niet veel om of zijn becldengallerij aan alle eischen der kunst voldeed, en zal bij het oorverdoovend geknars van de draaiende koppen en oogen, gevoegd bij het gegorgel van de kunst matige koelen in zijn vuisfje hebben gelachen, dat do hecldhouwersrekcning niet meer dan 70 gld. beliep. De groote lui mochten zijn instel ling niet bezoeken, hij nam genoegen met de stuivers van den kleinen irian aan do biorbank verteerd, en hij had de voldoening, dat de zaak bloeide. Xa acht jaren ging hij stil leven en verhuurde zijn zaak voor vijftig percent meer dan een vorige eigenaar had kunnen bedingen, be taalbaar bij de week, des zomers niet lii en des winters met 6 gulden, en bovendien kreeg hij 6 stuivers 's weeks extra voor den huur en 't slijten van het laken van den truck-tafel", die hij had aangeschaft. Dat men aan Ellegoot der oer der uitvinding van de beweegbare liedden zal moeten toekennen, in stede van aan den ouden Lingelbach, valt te betwijfelen. Wij zullen later zien. dat. de laatste in 163!) reeds mechanische beelden vertoonde. Xog in 1(5(53 wordt het Uoö-Doollint' genoemd. Het zal toon bij de gratie van do "Hoeren" be staan hebben, want de plannen voor de nieuwe vergrooting, waarbij het. zou verdwijnen, waren reeds gedeeltelijk tot uitvoering gekomen. Allerlei. ! Tn eenc leerrijke geschiedenis toont bet .lunrnul (?f.s Dïjitilfs aan zijne lezers liet nut eener nieuwe toepassing der photographio. aan. De gebeurtenis had reeds in liet afgcloopon vop-rinar, niet ver van Parijs plaats, in eeno bekoorlijke streek. waar, ongeveer drie kilometer v:i:i pen dor]) ver wijderd, op een hpiive'zich een o:!/: ka-teel verheft. ? een merkwaardig gedenktoekon uit vre>".ïor eeuwen. In het dorp woonden de beer en mevrouw II. De vrouw hield van verre wandelingen door het vrije veld ; dit was heilzaam voor bave zenuwpn en de streek was zoo mooi; daarenboven volgde zij daarmede den raad van baren dokter op. De heer II.. veel ouder dan x;jn vrouw, leed aa>.i rhumatiek, en moest goed- of kwaadschiks, zijne vrouw laten wandelen. Tot tijdverdrijf hield hij zich alleen met photographoerc!1. bezig. Waarom ook niet, buiten, als men anders niet te doen heeft? Op een schoenen morgen in de maand Mei, de zon scheen, do vogels zongen, de Meibloemen geurden langs alle paden, zeide madame K., dat zij wilde gaan wandelen. Goed, ik blijf thuis, antwoorde monsieur, die zelfs niet ongaarne met zijne proeven alleen gelaten werd. Hij had bedacht, dat het ook wol aardig zou zijn, op grooten afstand photographiën te nemen. Het objectief is toch een oog als een ander; het oog kan, met een goeden kijker ge wapend, zeer ver zien, waarom het objectief ook niet?" Hij hoopte zijne vrouw met een fraai ge zicht uit den omtrek te verrassen. Daar, ver weg, blinkt in do zon het oude kasteel, dat moet in dit licht zeer geschikt zijn voor de proef. Xa eenige moeite gelukt het, den kijker aan te schroe ven en te richten. De proef gelukt uitstekend, liet geheele kasteel, mot torens en tinnen, met den fraaicn tuin er voor. met boomen en pricelen, is voortreffelijk weergegeven. In een der priceien ziet men zelfs een of meer personen. Monsieur M. vergroot de photographie en het blijkt dat twee gezichten zoo dicht bij elkaar zijn genomen, dat zij bijna een schijnen te vormen. De eeno helft glimlacht, de andere helft zeker ook, maar die draagt een snor. Do eerste helft is, o verbazing, sprekend madame M. Sedert hooft i monsieur X. genoeg van het photografeercn op j een afstand; madame X. woont bij hare moeder, j In het proces zal do photographie als bewijsstuk tegen de arme wandelaarster moeten dienen. verneur van Canada; Prof. Ray Lankester, be kend door zijne ontmaskering van kwakzalvers; aartshertog Rudolf van Oostenrijk, maarschalk von Moltke, generaal Ignatieff, keizer Wilhelm, gene raal Goerko, de Maharadjah van Kashmir, ge leerden, schrijvers en kunstenaars van alle landen. Stuart Cumberland verzekert, dat het sujet, be wust ot onbewust, zeer vaak beproefde hem te bedriegen. Een menigte monscben, in den grond eerlijk, zijn physiologisch oneerlijk"; na beloofd te hebben, aan het voorwerp te denken, doen zij hun best, om stelselmatig aan iets anders te donkon, en aldus den gedachtenlezer te bedriegen. Onder do personen tegen wie Stuart Carnberland in dit opzicht een wrok heeft behouden, behoort generaal Ignatieff. Do gedachten lozer vindt het volkomen verdiend, dat men dezen ..den vader van den leugen" genoemd heeft. Hij weet zei i's anders te denken dan hij denkt. Hij is bijna zoo erg als markies 'Teug; alloen eenige mestiezen en wilden overtroffen hem in de kunst om den gedachtenlezer te bedriegen. De vrouwen waren, naar Cumberland zegt, tegen de meest verspreide opinie, gewoonlijk vrij slechte sujetten. Stuart Cumberjand meent, (lat zijn procédé, het raden der gedachte, of liever het afleiden der gedachte uit zeer fijn geobserveerde pliysische teekenen, door de justitie moest toegepast worden. Hij huiszoekingen en confrontatie, kon de magistraat er gebruik van maken. Eene telegraafgeschiedcnis uit vroeger tijd wordt van hertog Wilhelm van Brunswijk medegedeeld. Deze liet eene lijn tusschen Breslau en zijn kas teel Sibylleuort aanleggen, en toen hij voor do eerste maal de telegraafkamer in zijn kasteel bezocht, moest de telegrafist hem den toestel uitleggen en een depêche seinen. Mot toestem ming des hcrtogs seinde de telegrafist naar het station Breslau: Zijne Doorluclitigheid bezoekt j juist voor de eerste maal hot telegraaflmreau en , bevindt zich in den meest gewenschten gezond- j heidstoestand." Xa eenige minuten kondigde het schellotje 't antwoord aan. De telegrafist wikkelde j de papierstrook los en las luide: Beide is mij f/a-ns. . ." Toen hield hij op. XuV" zeide de her tog. Doorluchtigheid, ik .. ." Lees, ik beveel het u!" Beide is mij i/nn~ ncJtnupjie.'" stotterde de telegrafist. Tableau! ' Do reiziger Farini heeft een naar hij beweert onfeilbaar middel tegen slangenbeten naar En- , geland medegebracht. Daar intusschen de anti- j vivisectie-beweging aldaar hem in het nemen van proeven belemmert, heeft hij plan. het in Dnitschland of Frankrijk te laten beproeven. Farini beschrijft in zijn werk DurcJt die Kulalxiri- Wtisle de wij/e waarop hij in het bezit van het middel gekomen is. j Drie mijner ossen," zegt hij, werden door ' slangen gebeten. Een Bosjesman nam op zich hen te genezen, en maakte daartoe met pen mes eenige insnijdingen rondom deu beet. die aan do i zwelling licht te herkennen was. Daarna wreef hij de sneden met gedroogd gif van eene andere slang in. Xa weinige uren week de zwelling en het dier was weldra weer zoo flink als zijn half verhongerde toestand slechts toeliet. Ik veroorloofde mij, twijfel uit te spreken, of , dit middel ook bij andere giftige slangen zou i helpen, maar de Bosjesman zeide, dat er geen slang in bet land was, die hij vreesde, zoolang zijn vcrgil'taschje nog met tegengif gevuld was. ! Den volgenden dag reeds kon ik hem aan zijn woord houden. Terwijl wij vóór de wagens aan het praten waren, zag ik een volwassen Ciijicüit of spuug-slang'', (Aspis, wier gifklicren PU giftanden van de grootste soort zijn) onder eene bank liggen, en ik riep den Bosjesman toe: Vang : deze slang nu eens levend; ge zijt er immers niet bang voor?" Xcen. Baas." antwoordde hij. [ ik ben er niet bang voor: ik vang hem voor een ] rol tabak.'' (lm geen schuld aan zijn dood te hebben, weigerde ik hem iets te beloven en ik liep terug en baalde de zweep van den voerman. om de slang daarmede dood te slaan. Xauwelijks was ik terug, of hij stiet do slang met zijn blooten voet aan, waarop het afschuwe lijke munster hem beet. Koelbloedig baalde hij nu bet gifhischju te voorschijn, wreef iets van den inbond tot poeder, prikte rondom den beet ocnigo gaatjes in zijn voet, en wreef toen hut gifpoeder er in, evenals hij den os. Ik bad intnssclipn met den steel van de zweep de slang de gelegenheid benomen ooit meer te bijten; nu brak de Bosjes man de slang de giftanden uit den bek. nam zelf een druppel gif uit den gifzak in, en viel toen in een slaap, die verscheidene uren duurde. In den beginne nam de zwelling aan den voet, toe en wel zeer sterk; maar na eenigen tijd ver minderde zij en den volgenden morgen entte onze Bosjesman zich nogmaals in. 's Avonds was de zwelling geheel verdwenen en na vier dagen was hij zoo gezond als vroeger." Kun kleine hagedis, die de inbooilingen X'aubre noemen, wordt voor zeer vergiftig gehouden, maar ook' te gelijk hoog geroemd als tegengif tegen dat der slangen. Farini beeft er gedurende zijn verblijf in Xuid-Afrika geen levend exemplaar van kunnen vinden, maar beeft te Mier een stuk van bet dier gekocht, dat hij voor zijn proeven zal gebruiken. De gedachtenlezer Stuart ('umbo.rland heeft zich uit de /aken teruggetrokken met een aanlig fortuin in banden en zal nu zijn sii<'n>oir<'x schrij ven. Xijn eerste artikel is reeds in een Kngelsch blad verschenen : hij vertelt er in. boe hij al heel vroeg begonnen is zich zijn gave bewust te zijn en baar uit te oefenen. Hij lp;>;t er in uit, hup er van bovennatuurlijk karakter geen sprake is. boe zijn methode niets te maken heei't met beweerd of werkelijk spiritisme en boe al zijn kunst daarin bestond, dat hij in onmiddellijke aanraking bleef met zijn sujet en buitengewoon gevoelig was in het opvangen van iedere zemuvtrilling'. Stuart ('uinbprland beeft, in zijn tucht door Europa en Amerika \oov een aantal personen van aanzien zijne proeven ai'gelcgd : bij is ii; onmid dellijke aanraking geweest met den markies van Lornp. schoonzoon van koningin Victoria en gonReclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF J r., Kalrcrstraat 200. Handel. De Goederenhandel was in de afgeloopcn weck veel kalmer eu verschillende artikelen moesten van hun behaald avans verliezen. fiiiikcr is weer in zeer kalme stemming gekomen. het behaalde avans ging nagenoeg weer verloren; waarom de willigte geen stand kon houden, begrijpt men niet. te meer omdat de weerstoe stand zeer ongunstig bleef'. Koffie moest in do afgoloopen week ook al een terugslag ondervinden, doordien de buitcnlandïehe berichten op eens geducht flauw werden: hier hield de markt zich vrij goed staande om ten slotte zelfs weer beter te worden zoodat goed ordinair Java op 40 cent waard is aan te nemen. 'J'alnil;. Deze week werden in veiling verkocht de laatste 817 pakken Sumatra, alsook .'SiM.) pak ken Java Krossoh. Tin was doorloopend stil: niettegenstaande de afleveringen zeer voldoende bleven, werd de stem ming voor het artikel gedrukt en konden de prij zen zich niet staande houden, zoodat. er pene. kleine verlaging te constatoeren valt. Katoen was onregelmatig, eerst ging er tot verhoogde prijzen veel om, daarop volgden groote kalmte en lagere aanbiedingen op de panic-hcrichten uit Xew-York, ten slotte werd de opinie weer beter eu bestond er goede vraag voor leveringszaken. KfM'Ccriji-ii zijn zeer vast en hooger betaald, vooral is foclic zeer willig en tot hoogere prijzen sterk gevraagd. Grinten. lïoggo in loco stil gebleven, claai er slechts ccnc kleine consumtic vraag bestond welke tot vorige prijzen gemakkelijk vervuld werd. Op levering ging weinig om, de noteering werd iets verlaagd. Tarwe bleef in vaste stem ming, doch met kleinen omzet wegens gebrek aan geschikte aanbiedingen daar de prijzen hier niet in verhouding tot het buitenland monteerden. Oliën. Lijnolie was in het begin dei- week iets vaster, sluit echter traag. I'aapolie was doorloopend stil en sluit ook traag. Petroleum in loco zeer vast en tot stijgende prijzen veel verhandeld, op termijn was ruim aanbod zeiltot lagere prijzen, doch bleef do kooplust oiahrel Beu rso verzichtVan 10 tot 17 Doe. 1886. De vaste stemming en hooge Koersen dor laatste tijden maakten deze week plaats voor een geheel ander tooneel. /oowel staatsfondson als speculatiofondscn, eu niet bet minst de Amerikasir.sche spoorwegwaarden verkeerden in flauwe stemming. on er was weinig meer van de vroegere opgewekt heid te bespeuren. De steeds reageerende koersen uit Berlijn sloopton de koersen van Russische. (lostenrijksebe uit llongaarscho fondsen. Van eerstgenoemde!! d.ialder, l!e (lostcrlepniiu;' van r>H'iiïop ^.\ï\, 6de serie vau S7r',i op <sr>' i. Xicolaïvan ,s,V'i op s!7,:. Kussen 'S.'! van l'.l.V, op 11!:!, terwijl de Sierlingloeningpn betrekkelijk weinig varieerden. Russen '64 en '66 iu j£ verloren :'"i pft.. dito '~t~2?'73 eu '77 ongeveer l pft. Motallioken verleren l p('t. en Hongaren 1881 l J£ p('t. Aan de koorsbewpging van laatstgenoemd fonds wordt aan de Dr.itschu beurzen non al gewicht gehecht, en de invloed daarvan op de ai komende koersen was dan ook zeer gnod te bespeuren. lip Amstordanischo beurs werd er niet ^terk door aangedaan; speculatie in die fondsen bestaat. hier sedert geruimen tijd niet meer : wat daar van bier te lande aanwpzig is. Hut rustig in il" brandkast: en komt zu-H's door oorlogsü-eriichte': niet zoo aanstonds los. Te Londen liep do medio-liquidatic dilina;;': nipt zoo grif van stapel, daar bet geld zeoschaarsch was. en men voor specnlatioiondsoi; hoogp prijzen, voor Ainorikaansrhe fondsen zo!l'8?lis p('t.. moest bestellen. Daarbij kwinn ('<?vevboo.un'o' van lie\ discniito der KnuvlM'he i!;Vi\V. van -l op ~> p('t. De sppcuLatipfbnd-'pn. waaraan nu van die zijde niet meer de hand kun worden ge':o\:den, ondervonden daarvan de gevolge): ei.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl