De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 26 december pagina 2

26 december 1886 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 496. Van over de Grenzen. Men kent de geschiedenis van den knaap, die de schapen zijner dorpsgenooten hoedde, en wiens angstige waarschuwingen voor de nadering van den wolf zoo dikwijls waren gebleken loos alarm te zijn, dat niemand er aan dacht hem ter hulp te snellen, toen het ondier werkelijk in aantocht was. Wat in de laatste dagen in Duitschland is gebeurd, doet onwillekeurig aan deze oude fabel denken. Zoo dikwijls eene grootere of kleinere uitbreiding van het leger aan de regeering wenscheliik scheen, zoo vaak werd ook met sombere kleuren een dreigende aan val uit het Oosten of uit het Westen afge schilderd. Geen wonder, dat dergelijke nood kreten allengs minder indruk maakten, en dat de alarmeerende voorstellingen der Duit sche regeering door velen met zeer gerechtvaardigden twijfel worden beschouwd als de gewone, overbekende methode om de volks vertegenwoordigers tot het losmaken van de koorden der beurs te bewegen. De commissie van rapporteurs uit den Duitschen Rijksdag heeft, met 10 tegen 12 stem men, geweigerd een nieuw militair septennaat en tevens eene vermeerdering van de legersterkte met 41,000 man toe te staan. Zij wil aan de regeering slechts 18,000 man meer geven, en ook dit nog ten deele voor drie jaren, ten deele voor slechts n jaar. Het zijn de yereenigde oppositie-partijen, de Duitsch-vrijzinnigen, het centrum en de sociaal-democraten, die aan de regeering dit echec hebben bereid. " De toorn der officieuse pers keert zich hoofdzakelijk tegen de Duitsch-vrijzinnigen. Want terwijl de hoop nog bestaat, om de leden van het Centrum door concessiën tot toegeef lijkheid te bewegen, is zulk eene bekeering van de linkerzijde niet te verwachten. Daar enboven heeft Eugen Richter zich verstout, met cijfers en naar het schijnt met onwederlegbare cijfers de beweringen van de regeeringsautoriteiten van hare schijnbare bewijskracht te berooven. De vrienden der regeering wreken zich, door van »den moder nen Phormio" te spreken. Phormio was een Grieksch rhetor, van wien Goethe zou hebben kunnen getuigen: »Wo Begriffe fehlen, da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich ein." Toen deze woordenheid de oer had, aan Hannibal te worden voorgesteld, hield hij, ofschoon hij nooit een slagveld in de verte had gezien, voor den beroemden veldheer eene redevoering van een paar uur over de plichten van een legerhoofd en de beste oorlogstaktiek. Hannibal keerde zonder te antwoorden, den praatvaar den rug toe. De toepassing is duidelijk. Zal PliormioRichter zich verstouten, meer van de eischen eener goede legerorganisatie te weten dan Von Moltke? Zal rneii Phormio-Windthorst toestaan neen te zeggen, als de keizerlijke Hannibal ja zegt? Er bestaat waarlijk kans op, en daar de Duitschers reeds menigmaal getoond hebben, voor hun leger tot groote opofferingen bereid te zijn, mag men dezen keer onderstellen, dat de Phormio's den spijker op den kop hebben getroffen. Men heeft om de klassieke toespeling geglimlacht, maar men is door de analogie niet bekeerd. Toch is het een feit, dat de tegen Kerstmis gebruikelijke lofliederen pp den vrede ditmaal niet worden gehoord, of althans van weinig vertrouwen op de toekomst getuigen. Van den eenen kant zoekt Rusland verdeeldheid te zaaien tusschen Duitschland en Oostenrijk; van den anderen kant tracht Engeland het reeds tamelijk overbodig geworden bewijs te leveren, dat de alliantie der drie keizerrijken nog slechts in schijn bestaat, en dat Rusland voor de beide anderen eer een vijand dan een vriend is. De openbare meening in Oosten rijk, en vooral in Hongarije, vereen i gt zich geheel met deze opvatting. En intusschen slaat de Duitsche officieuse pers tegenover Frankrijk een toon aan, die het vermoeden Eindelijk kon de jonge vrouw niet langer zwijgen. »Man, waar reist ge heen?" vroeg zij. »Naar stad. vrouw." «Wanneer komt ge weer thuis?" »Vóór den nacht of na.... »Haast u dan huiswaarts, zoodra gij de koe verkocht hebt; gij weet dat ik u noodig heb! Het paard is pas beslagen, laat hem flink tegen de steenheuvels opdraven, hij is sterk genoeg. «Vrouw, denk aan uwe eigen plichten en laat het man volk de hunne waarnemen. Als ge iets noodig hebt, ga dan naar de pastorie, langs den zeeweg kunt ge er spoedig komen, i Houd u aan den Heere God, als ge in droe fenis komt; menschen kunnen niet helpen. Overigens is er haast bij den oogst op den akker van den geestelijke. Morgen moet de rogge in de droogkamers. Zwijg en werk, dat is Gods gebod." Meer werd er niet gesproken. Hij ging de kamer uit, nam zijne pijp in den mond sloeg vuur, knikte nog eens naar binnen, zuchtte en verdween. Na een oogenblik hoorde men den hoefslag van het paard; het ging lang zaam, in stap, op den ongelijken, smallen dorpsweg. De jonge vrouw lachte, in gedachten ver diept. Het is niet de moeite waard bedroefd te wezen! Mannen zijn nu eenmaal zóó. God schiep hen om ons vrouwvolk te besturen. Zij zijn verstandig en daarom ernstig. Wat is het hier nu ledig, maar spoedig zal dat anders worden ! Wat zal ik den geheelen dag door zingen, als wij met ons tweeën vroolijk zullen wezen. En clan zullen we eens zien of' Pavoa ook niet vroolijk wordt, hij even goed! God is somtijds goed, zelfs voor ons vrouwen! Zoo praatte zij, terwijl zij de kamer weer in orde bracht. Daarop snoerde zij het enge, gewettigt, dat de heer Von Bismarck, een re vanche-oorlog voor onvermijdelijk houdend, het beter acht dien uit te lokken, dan te wachten totdat Frankrijk op een gunstig oogenblik Duitschland aanvalt. De spanning is inderdaad in de laatste dagen weder aanmerkelijk vermeerderd, zon der dat men daarvoor in een bepaald feit aanleiding kan vinden. Alleen dat staat vast, dat elk der groote mogendheden zich wapent, alsof er een reusachtige worstelstrijd in aantocht was. Hier geschiedt dit in alle stilte, elders worden de maatregelen, met dit doel genomen, aan de groote klok gehangen. In Frankrijk eischen de ministers van oorlog en narine credieten van GOO millioen francs voor de uit breiding enverbetering van leger en vloot. Hoeveel het ministerie van oorlog in En geland noodig heeft, is nog niet bekend, maar de sommen schijnen zóó hoog te zijn, dat Lord Randolph Churchill er eene aanleiding, althans een voorwendsel in vindt, om als kanselier der schatkist zijn ontslag te nemen. De eischen van het Duitsche departement van Oorlog zijn bekend. In Oostenrijk heb ben de delcgatiën, onder al te duidelijke zinspeling; op een oorlog met Rusland, getui genis afgelegd van de offervaardigheid der natie, wanneer de hoogste belangen van de monarchie op het spel stonden. Italiëheeft alle handen aan het werk gezet, om gereed te zijn, als de dagen van strijd zullen aan breken. Turkije tracht geld te leenen, om bestelde repeteer-gewereii te betalen. De door Rusland gemaakte toebereidselen schijnen des te ontzagwekkendor, naar mate het moeielijker valt den sluier der geheimzinnigheid op te lichten, waarmede men ze bedekt houdt. Denemarken zal millioenen besteden om Kopenhagen tot eene vesting van den eersten rang te maken. Belgiëberaad slaagt over algemeenen dienstplicht en denkt over het bouwen cener reeks van forten ter verdediging van de Maasoevers. Zelfs over het rustige Zwitserland is een geest van mili tarisme vaardig geworden en wenscht de regeering dadelijk te beschikken over eene som van ettelijke millioenen ten behoeve der landsverdediging, terwijl diezelfde som anders over zes jaren zou worden verdeeld. Het eenige lichtpunt is ons gezegend vaderland, waar de minister van marine noch zijn ramtorenschip noch zijn torpedo-booten krijgt. Maar ook met den besten wil zal niemand hierin eene geruststelling kunnen zien, en het blijft een feit, dat pp Kerstmis het ook in de politiek gebruikelijk geworden >Vrede op aarde" met zeer onzekeren klank wordt vernomen. De candidatuur van een Hohenzollern voor den Spaauscheu troon heeft in 1870 geleid tot de oorlogsverklaring van Frankrijk aan Duitschland. De candidatuur van den Mingreliër, den Oldenburger, den Coburger of' welke andere meer of minder interes sante persoonlijkheid men slechts noemen wil voor den weinig benijdenswaardigcn Bulgaarschen vorstentroou kan niet minder ernstige gevolgen hebben. De elementen voor een conflict zijn in ruime mate aanwezig ? naar eene aanleiding behoeft niet meer te worden gezocht. Gelukkig en dit is waar lijk het eenige lichtpunt is de winter geen gunstige tijd voor de mobilisatie van legers, die honderdduizenden, zelfs millioenen man schappen tellen. Mogelijk zal tegen het voor jaar het gezond verstand zijne eischen weer doen gelden, en zal men tot het besef komen, dat een Yernielencl onweder niet het eenige middel is om de lucht te zuiveren. E. D. PlJZEL. Uit Parijs. Wat zoowel het eigenaardige als het bekoor lijke van Parijs uitmaakt is dit. dat men ev van allerlei kan vinden en te midden van het ineost moderne loven, do meest primitieve tooneelen kan aanschouwen, loder jaar weder, om dezen tijd ot' reeds iets vroeger, wordt er in een hoekje der onmetelijke groote stad oon decoratief de bohème rande wollen jak wat vaster aan om hare sterkeheupen, deed een' donkeren rok aan, een wollen doek om en stapte neuriënd de deur uit met haar boterhamzakje in de hand. Zij ademde zoo licht in de f'rissche morgenlucht, klom vlug over het staketsel en ging den weg op naar den akker. In de verte zag zij hier en daar tusschen de boomen eenige dorpelingen doorschemeren, die met huisvrouwen en kinderen naar het zelfde doel gingen, met sikkels en boterhamzakjes. Maar Annika moest ver achter hen blijven. Zij voelde eene heftige pijn en moest even gaan zitten om te rusten. Maar het ging spoedig weer over en zij liep voort. Een oogen blik verder greep zij weder het hoofd tusschen de handen .... zij duizelde, zij moest nog eens rusten. Hoe mooi was het hier op het mos onder een' hoogen, slankstammigen treurberk; de madelicfjes bloeiden tusschen het, mos en beneden tusschen de mo.ssigo stcenen mur melde eene kleine beek, ondiep maar helder en frisch. Hier beredderde zij iets tusscheu de zoden. Er verliep een uur, mogelijk wel twee. De zon steeg al hooger op, zwoele windjes suisden door de takken. De geur van rijpende braambeziëii steeg tot haar op. Zij zuchtte, terwijl zij neerhurkte en plaste in het bronwater met hare doeken, streek haar kleederen glad en stond weer op. Zij opende haar broodzakje, nam er een geduchte boter ham uit met gezouten visch en begon teeten. De melkflesch ledigde zij half en bond toen weer alles te zameii. Den bonten, grooten doek knoopte zij om iets heen dat zij in hare armen droeg, haar eigen kleinen witten hoofd doek bovenaan. (Slot volgt) opgesteld, dat zonder twijfel allen moet bekoren, die in onzen tijd van niveleeren en gladmaken nog hartstochtelijk blijven zoeken naar hetgeen iets schilderachtigs en fantastisch heeft behouden. Het verwondert mij, dat geen enkel schilder nog dat hoekje met al zijn oorspronkelijkheid en zijn realisme op het dook heeft gebracht. Wie er een bezoek aan wil brongen, behoeft niot eens heel ver te loopen niet eens zoo ver als de Buttes-Chaumont. Hij behoeft slechts halverwege stil te honden bij een groot onbe bouwd terrein door palissaden afgesloten, dat zich uitstrekt langs de rue Secrêtan, vlak bij het begin van Belleville. Daar komen, zoodra de winter begint, de wagons van de koorddansers en andere kermisgasten zich verzamelen en blijven er zoo lang het slechte seizoen duurt. In do taal dier kermisreizigers dragen doze wagens den naam van caravanc" of roulotte". Die lompe gevaarton bevatten een ganschc wereld binnen bunno wanden. Niet alleen strekken zij tot woningen aan een gohcelo familie maar tevens tot borgplaats van al het materieel, dat tot de voorstel lingen behoort en wat voor do huishouding noodig is, van af het ledikant, waarop nooit het reusach tig donzen bed ontbreekt, tot het kookforuuis toe. Vertooners van monsters, kunstenmakers, gooche laars, loterijhouders en soninabules slaan op dit terrein hun kamp op tot het weer lente wordt; zij vormen te samen een echt phalansterium, een zeer groote stam, die de herinnering aan hot oude cour des Miracles weder in het loven roept. De caravanen" zijn zoo gerangschikt, dat zij een soort van straten, pleinen en kruispunten. vormen. Het is een stad in miniatuur, waar do huizen op wielen gebouwd zijn en een eigenaar dig soort van gemakken opleveren. Want dit kamp ademt volstrekt niet armoede of gebrek, integendeel bij bet binnentreden ruikt men torstond oen sterke etonslucht. Achterin naar den kant der Buttos loopen een menigte kippen on duiven rond to snuffelen. Do honden, die op reis onder do wagens worden vastgebonden, hebben hier ook hun apart hoekje, waar zij in broederlijk geblaf hun tijd doorbren gen. De paarden, voor zooverre zij niet in den een of' anderen naburigcn stal zijn uitbesteed. halen in welbehagelijke rust hun hart op aan het daar groeiende mager, maar steeds hardnekkig weder opschietend gras. Met open deur, als hot mooi weer is, en hermetisch gesloten, als het regent of' hard waait, vertooneu die caravanen" over een lange uitgestrektheid huu kakelbont geschil derde kasten, mot allerlei vorm van daken ge dekt, waaruit ecu dun kringelend rookwolkje op stijgt en wegvliegt naar den laaghaugcnden hemel van den gezichteinder. Hier laat een halverwege ontrold doek eon grappige voorstelling zien, welke als voor hang dienst moet doen voor hot theater, waar men Ie j\[édecin de l/i cour du roi speelt Daar een schilderij, waarop men ziet afgebeeld een reusachtige dame, omringd door wit gedaste dok toren en de traditioncele generaals, die een en al bewondering zijn over zulk eenvrouw. Helaas! ook deze schoonheid is verdwenen en liet vrij verkneukeld doek dient thans tot dekkleed voor een der wagens. Verder linnen, dat op lijnen ge^annon, hangt te droogen. l Daar de atmosfeer der roulettes" door de altijd brandende kachel spoedig ondragelijk be nauwd wordt, wordt de pot doorgaans onder de open lucht gekookt on gedurende du wintermaan den schijnt een smakelijk schoteltje zoo wat de hoofdzaak to wezen van die kermisgasten; soms slaan de vrouwtjes, terwijl zij op de ragout, die op het vuur staat te pruttelen, passen, een oud toonoelpakje om en het is een aardig gezicht, zoo'n kalme huiselijke bezigheid iu zulk een vaak zeer bont kostuum to zien verrichten. Sommigen van die kermisreizigers vinden ge durende den wintertijd elders bezigheid, omdat zij het schrijnwerken of liet timmeren verstaan. Maar do moesten rusten zalig uit eu genieten van hetgeen zij met hun zomer-campagne ver diend hebben, ronddronteleml op hot terrein met het air van welgezcten menschen, en slechts nu en dan eens een uurtje werkend aan het rcpareeren van hun materieel ot' wagon. Daar wor den door enkelen hunner in huu vrije uren, dio zonderlinge doeken on uithangborden geklad, die o]i do kermissen do aandacht der nieuwsgierigen trekken en waarvan zij bij de opgeschroefde aan kondiging der voorstelling gebruik /uilen maken om te verklaren, dat de verbazende dingen, die daarop zijn tentoongesteld, niet moer dan een flauw denkbeeld geven van al wat daarbinnen te zien is." Men buurt zeer gemakkelijk. Op hot trapje van do deur zit Mlle 1'rudonc.c, een beroemde waarzegster die de toekomst voorspelt uit koffie dik" een partijtje kaart te rpclen met den hommesf/Hcfrffc, voor het oogenblik /.ouder betrekking, terwijl een impresario van een draaimolen, over hen heen gebogen, met belangstelling de wisse lingen van het spel volgt, wcrktuigelijk het schaap met vijf pooten liefkoost dat zich buiten zijn hok gewaagd heeft. De politie van dit kamp wordt, waargenomen, en goed gehandhaafd ook, door een oudo vrouw, die zeer actief is eu er eon krachtige stom op na houdt, die steeds bromt ofschoon zij de goed heid zelve is. Zij ontvangt daarvoor maandelijks vijf francs van ieder eigenaar van een kenniswagen. Zij houdt er bij den ingang van bot ter rein, een kroeg op na, een vrij primitief van planken opgetrokken gebouwtje met een uithang bord, waarop: seeours contre la soit"' te lezen staat. Terwijl zij zich. waar dit noodig is, meer gevreesd woet te maken dan een gendarme, is zij tegelijker tijd de voorzienigheid van dat volkje. Met haar goed hart van ecu dappere vrouw uit het volk is zij de hulp van allen, die haar noodig hebben, zorgt voor alles, gaat, als het noodig is, den doktor halen, past op de kleine kinderen, als de ouders eens een dag uitgaan, geeft den een raad, verzoent de anderen met elkander, handhaaft de orde in deze wonderstad van nomaden, die zich altijd aan hare besluiten onderwerpen. Zoo verloopen er vijf' maanden van dat gemeen schappelijk leven in de open lucht; dan wordt het omheinde terrein weer ledig en verlaten en zwarte plekken, waar geen gras wil groeien, wij zen do plaatsen aan, waar gestookt werd. En de caravanes" trekken in lange rijen uit naar de kermissen in den omtrek van Parijs, nagestaard door het vriendelijk oog der goede vrouw, die haar wintergasten, tusschen hare handen door, een : tot weerziens en goede zaken !" toeroept. A. B. Uit de Bissehopstad. De loeiende stormwind, die, vergezeld van kletterende regenvlagen, ons arm vaderland ge durende eenigo dagon heeft geteisterd eu niet behulp van zou cu maan ons klimaat weer als hot wissolvalligsto van Kuropa heeft doen kennen, heeft zich neergelegd, na eerst groote verwoes tingen in den bladertooi onzer hoornen te hebben aangericht. Hij rust uit van de vermoeienissen dor laatste dagen, om, als hij zich heeft hersteld, weer door Aeolus te worden losgelaten en het spel van nieuws aan to beginnen. De liaan ziet er akelig, kaal uit en het wordt er nu zoo doodsch, want met het wegvallen der bladeren verdwijnen ook do wandelaars en zelfs dos Zondags mist men hen op de pantüficlparade. Vreemdeling, die Utrecht bezoekt,kom uu niet in onze Maliebaan, onze trots, want nu kunt ge u niet begrijpen, hoe wij er de regelen van liuygens op toe kunnen passen: Komt, laot uw' gedachten dcisen, Daor het lichaam eertijds was, Laat uw' sinnen over-reisen Al des ronden bodem plas: Xict en haeck ik meer te hooren Dan van Maliebaan den naem Komt u ergens een to vooren, Dio mijn Linde-Jij beschaem? Is het mogelijck te soeken fn liet prachtige moras, (Venetië.) Daer Autenor qwarn besoecken, Wat het balling-leven was V Neen, bedompte waterdallen! Marmor-kaden, weeldrigh slijck! 'k Vind iu allen, niet met allen, Dat mijn Linde-laeu gelijck'. Zoo schoon als het er in den zomer is, zoo akelig kil en doodsch is hot er nu, en dat vooral sedert aan het eind de schoono boomen van de i buitenplaats de Oorsprong" zijn gekapt en dit j eens zoo heerlijk oord in bouwterrein is veran derd. Straten vervangen nu do lanen, eertijds met eeuwenheugende boomen omzoomd, cu aan die straten rijzen van alle kanten uit, den grond van die stijllooze huizen op, die alleen gebouwd schij nen om ons schoonheidsgevoel te beleedigeu. Honderden plannen zijn met het oog op de verkooping van don Oorsprong genoemd. Maak er een Kaitwasseranstalt, en ;rec it wordt dra een tweedo C Leef mot zijn mooie omstreken!" riep do een. Geef er gelegenheid om minerale wa teren op don warmtegraad vau de bron, waarI aan zij oiittogen zijn, te drinken." Bouw er cen Kurhnis, en onze stad zal toenemen in welj vaart." Maal; er een zweminrichting. zooals die j op de Mauritskade in deii Haag", riep een ander. Maak er een hotel van den eersten rang van", riep een derde. ' Ciecn van die plannen is uitgevoerd, straten i worden het eu villa's zonder tuin. l'trccht is ! weer een schoonheid armer geworden. Dat geI brek aan ondernemingsgeest iu ons is oorzaak dat heel wat geld verloren gaat en dat menig j vreemdeling met de buit gaat strijken, indien hij : slim genoeg is bij tijds van een gelegenheid, die j zich aanbiedt, te protitcereu. In dit geval is nu niet veel meer te verhelpen, want de straten zijn aangelegd on al weigert de gemeente die over te nemen en er zelfs gasvertichting aan te brengen, omdat er nog niet ge noeg gebouwd is naar den zin van lieeren bestuurdemi, die zich nuluurlijk met dergelijke j dingen niet druk maken, maar eenvoudig ja en i amen zeggun op bet advies van hun opzichter ! van de gemeentewerken, ze liggen er eenmaal ! en zullen mettertijd wel volgebouwd worden, om dan eenvoudig geannexeerd te worden. Au is het ook wel te begrijpen dat de gemeente geen gasleidingen laat leggen in een straat, die zij met het oog op kosten van onderhoud niet over! neemt en dus ook nog niet als de hare kan be'. schouwen, van daar ook dat zij zich niet ver plicht kan achten er behoorlijk politietoezicht te doen houden, hoewel dat met oog op het ge' bruik dat "s avonds vooral vau die buurt gemaakt ; wordt, niet overbodig is te noemen, maar wan neer men 's avonds de singels of'plantsoenen eens i, door moet wandelen, dan bemerkt men al spoe dig, dat de politie zich ook daar niet druk maakt, niettegenstaande die toch onbetwistbaar gemeen tegronden zijn. : j'rocessen-verbaal opmaken van meiden, dio \ met kinderwagens op de kleine steunen rijden ot' van kwajongens die bellen trekken en kastau' jes uit de boomen van de gemeente plukken, is een zeer verdienstelijk werk; maar zou het ook l niet mogelijk zijn, dat er een verandering kwam iu den toestand op die singels en plantsoenen, zoodat men daar niet meer ieder oogenblik gevaar loopt van aangehouden te worden door dames ^!), ; die beleefd aanbieden mee to wandelen , die al kennen zij de woorden van Huygens niet: Menig onbesneden sloor Sal bekennen, dat den Avendt Decksel is van alle goor, Dat se met die slimme ghevel, Met die spitsene sneppe'snovel 's Avonds op haer schoonste staut, toch zeker van oordeel zijn dat zij er 's avonds nog al passabel uitzien. Mij dunkt dat het toch wel mogelijk is aan dergelijk volk den toegang tot de weinig verlichte buurten der stad te ver bieden en daarmede de wandelaars of hen, die 's avonds daar moeten passeeren van dien over last te bevrijden. Misschien dat het mot het oog i op de afschaffing van het politietoezicht hier ; ter stude uiet mogelijk, althans inconsequent is. Die afschaffing is gebaseerd op een /odebjkeu j grondslag, maar heeft alleen last en onzedelijk heid ten gevoige. II. v. 'i STICHT.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl