De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 26 december pagina 5

26 december 1886 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 496 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOE NEDERLAND. stadje in het zuiden van Zweden. De rol van Oswald, een soort Hamlet, zou door hemzelven, die van Mevrouw Alving, Oswald's moeder, door -eene groote Zweedsche tooneelspeelster, Mevrouw Winter-Hjelm vervuld worden. Uit Kopenhagen kwamen booten vol schrijvers, critici, bewon deraars vau allerlei aard, naar het nabijgele gen Helsingborg, de geestdrift was algemeen. Men noodigde den acteur met zijn gezelschap naar Kopenhagen, en eene reeks van avonden werd het stuk met schitterend succes gespeeld. Het was een echt Skandinavisch feest; een Noorsch ? drama, door Zweedsche acteurs in de Deensche hoofdstad gespeeld. De studenten organiseerden eene demonstratie, daarna ging het stuk naar Christiania met hetzelfde succes ; naar Stockholm, waar de Koninklijke Schouwburg zijn verbod introk en 'het stuk monteerde, met minder succes .echter, daar Lindberg er niet bij was. Deze maakte met het stuk een triomftocht door Noorwegen ; men riep hem nu als eerste acteur en eerste regisseur aan het hoftheater te Stockholm. In deze positie kon hij zich echter niet staande houden; zijne veerkracht is, ofschoon hij eerst veertig jaar oud is, door ontberingen, zwerftochten ?en inspanning gebroken. Alleen rollen van hopelooze smart, als Oswald en Hamlet, speelt hij nog onovertroffen. Een Engelsch componist van naam, A. C. Mackenzie, hield dezer dagen in de stadezaal te Man chester voor de kweekelingen der nationale toonkunstenaarsvereenigingen eene voordracht over de vooruitzichten der muziek in Engeland. Er was, naar hij meende, nog heel wat te doen. Vooreerst is er nog in geen enkele stad van Engeland, zelfs niet in Londen, en permanent Engelsch opera gezelschap. Ten tweede konden nog maar enkele der groote steden zich op een vast orkest beroe men of waren in staat ook maar tijdelijk en redelijk orkest bijeen te brengen. Ten derde werd in het rijkste land der wereld ter bevordering der muziek noch van staats-, noch van gemeente wege iets gedaan, terwijl in Duitschland bijna ieder klein stadje zijn muziekdirecteur en zijn orkest, door de gemeente bezoldigd, bezit. ])e kunst is hier enkel iets waarmede men goede of slechte zaken maakt", zoide Mackenzie. Uit Pompeji wordt gemeld, dat men geheel klaar is met het uitgraven van de Casa Giuseppe II, No. 39 in isola 2a der achtste afdeeling. Het huis is opmerkelijk door zijne im'ichting; het ligt tegen den berg, is drie verdiepingen hoog en in terrassen gebouwd. De bovenste verdieping is inge richt als alle Romeinsche huizen; een zeer goede «teenen trap van 28 treden met drie portalen voert naar de lager gelegen verdieping; do twee bovenste portalen hebben houten leuningen; hot benedenste portaal is overwelfd en voert in een overwelfde gang. Aan deze gang liggen twee kamers, met tonnengewelf en ruw versierde muren; in een van ?de twee kamers is een haard. Aan den voet deitrap strekt zich dan ~nog een lange verdieping uit, aan de achterzijde door houten achtertrappen met de bovenste kamers verbonden; naar voren vindt men een fraai binnenplein, op de wijze van een peristylium, aan drie zijden omgeven door vijf kamers, waarvan de grootste een triclinium, «ene eetzaal, schijnt. De vierde zijde voert op een ruim terras, waarvan het binnenplein en de kamers door een groote breede deur en vier ramen licht ontvingen. Onder dit terras is de benedenste verdieping, huishoudkamers, keukens, molen, bakkerij en ook de badkamers. Deze laatste bestaan uit het tepidarium met witten mozaïekgrond en geel ge schilderde muren; het caldarium, ook gewelfd, met mozaïek bevloerd en met schilderwerk op rooden grond versierd, en het frigidarium, als ge woonlijk cirkelvormig met koepeldak, uit welks midden een luchtkoker van terra cotta naar boven, naar het terras voert. Bij den uitgever A. Rössing zijn weder twee aardige tooneelstukjes verschenen, beide vertaald door Dr. J. de Jong, te 's-Hage. Het eene is Een Gewetenszaak, oen dor beroemde kleine drama's van Octave Feuillet, waarin het merkwaardig probleem is opgelost, oen stukje gevoel en een stukje levenswijsheid In den tijd van n kwartier tot ontwikkeling te brengen, het te omgeven met geest en elegantie, on bijna een traan te lokken te midden der glimlachjes. Het stukje wordt ge speeld door twee heeren, eene dame en een bediesde. Het andere, Eén kritiek geval, door Labiche en Choler, is grappig, dwaas en nog al ondeugend, ofschoon ongetwijfeld van zedelijke strekking". De ondeugd wordt er eerst vertoond en dan ge straft. Het stukje biedt het voordeel, dat het door vier heeren kan gespeeld worden, terwijl de twee overige rollen, de gesluierde dames, door twee of desnoods door n heer kunnen vervuld wor den. De vertaling van dit stukje schijnt wel al te Hollandsch, een voile heet toch bij ons geen sluier," cabinets particuliers geen afzonderlijke vertrek ken." De Tiigliche Rundschau maakt melding van twee nieuwe verbeteringen in den bouw van vleu gels of piano's. Dr. A. Hiller te Breslau hoeft een klavier gebouwd, dat voorzien is van glazen klok ken, nauwkeurig gestemd volgons de halve tonen der pianoschaal (schaal met gelijkzwevende tem peratuur) van G tot c'". Deze klokken zijn aangebracht op den zangbodem en klin ken bij het spelen mede. Een instrumentmaker te Londen, R, A. Kemp, heeft het klavier verbon den mot het kamer-orgel. Do versmelting der door pijpen en snaren voortgebrachte tonen heeft niet plaats door gelijktijdigen aanslag, maar het zijn de door het tongwerk der orgelpijpen voortgebrachte luchttrillingen, die de snaren in beweging brengen. Volgens den uitvinder is de versmelting zoo volkomen, dat het oor de beide hoofdbestanddeelen van den toon niet onderschei den kan. Behalve een eigenaardig timbre wordt door deze inrichting het voordeel verkregen, dat de snaar zoo lang blijft trillen, als dit met do lucht in de pijpen het geval is, en dus zoolang als de toets van het klavier neergedrukt wordt. Op eene boekverkooping te Londen is de eerste uitgave van Caxtons Iranslation of the Game and Playe of Chesse voor ? 8740 verkocht. Dit boek is het eerste door Gaston gedrukte werk, dat van een datum is voerzien; er bestaan, voor zoover men weet, slechts vier- exemplaren van. Schaakspel. No. 52. Van LECOMTE te Kanigoro, Ned.-Indië. ZWART. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost No. 50 en 50bis met Bristow, door Henri te Amsterdam; J. E. J. te Venlo No. 39. Die van L. S. te Gilse faalt bij goed tegenspel; Mei" No. 50 en 50bis, insgelijks. C. T. v. H.; B. E Z. oplossing faalt bij goed. tegenspel; allen te Amsterdam. Mei" te A.. steunt op den rorigen zet van Zwart. BRIEFWISSELING. S. te A. In dank ontvangen. Later volgt ant woord. g a b c d e WIT. Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat. (Wit 7 en Zwart 7 stukken met K. (15). Oplossing van Schaakprobleem No. 50 van F.Healy. l T. e5 e7, b3 c4 2 a8 g8 mat (a (a) Dit probleem bevat een zelden voorkomende gedachte, die met veel zorg bewerkt is. liet is daarom zoo aardig, omdat men als 't ware het mat dadelijk ziet, maar niet dat de Toren op e 7 geplaatst, de ecnige juiste zet is. Probleem van Ilcnri Bristow. l h4 h7 ! D. g7 speelt (l 2 T. of Di zet mat, (1) l Als boven. T. hl speelt (2 2 el n t gl mat. (2) l Als boven. I'd. g5 speelt (3 2 Dame zet mat. (?'!) l Als boven. R. gl speelt (4 2 Dame zet mat. W l Als boven. Pd. a4 spoelt (o 2 cl nt c3 mat. l Als boven. 2 el d-2 mat. c3 speelt ((i l Als boven. Anders. 2 Dame of I'd. a7 geeft mat. Een oudejaars ui ! van Philip Klett, (Ausgew. Probl. Wit K. a7, I). (15, R, h4 en e8, P. g.'). Zwart K. d8, P. d7 en oG. Zwart begint. Wit geelt in n zet mat, (Zwarts Koning staat schaak) EES MOOIE MAAR DROEVIGE FIGUCR, Het is winter, sneeuw bedekt de straten, en het ijs vult de goten waarover do kleuinerige schooljeugd bibberend heen schuifelt. Tusschen die kleinen vertoont zich eensklaps weer dezelfde figuur, die mijne vensters al zoovele ochtenden gelijk met do schoolkinderen passeeremle, mij altijd pijnlijk aandoet, on altijd min of moor tot somberheid en schaamte stemt. Hij gaat naar zijn werk. De door ouderdom on 's levens lasten reeds gebogeno gestalte kromde zich ten overvloede nog naar don lessenaar, waarachter hij dag uit dag in zit te werken om een schraal, een uiterst schraal on geheel ontoereikend stuk brood te verdienen. Hij telt thans ruim acht-on-ze vont i g jaren en strompelt meer dan hij gaat. Wat prachtige kop, do studie eens meesters waardig! Een sneeuwwitte breede baard, steeds zorgvuldig gekamd en onderhouden, valt hem tot midden op do borst, on iedere lijn rond den gebogen neus teekent kloekheid en vastberaden heid. Waarlijk, hij is het beeld van den wintervorst! De oude werkt nog, schoon hij moor dan n onzer op rusto aanspraak hooft! Hij werkt zelfs nog zeer veel, al verraadt de ingezonken borst en droge kuch, dat hij aan zijne allerlaatste schoft" sinds lang begonnen is, en dra eindigen zal. Hij werkt nog met uiterste nauwgezetheid en stiptheid, al verdient hij er juist honderd guldon modo in een gansch jaar. Voor dat geld koopt hij zich een onderkomen in een hoogst armelijk gezin, waar de droge broodkorst, on do in schraal nat gedoopte aard appel door geene enkele versnapering wordt afge wisseld. Hij komt nog te kort ook, en behelpt zich mot een ouden versleten doken dos nachts, en een grooton wijden difo mantel dos daags, die hem niet beveiligen voor verkleumen, nu do win tervorst door do roten zijner armoedige slaapstede blaast. Wat droevige figuur, die arme, mooie oude, zooals hij daar, tusschen do kinderen door, voor zichtig over de gladde keien strompelt. Weet go wie hij is? Hij is oen der weinig overgebleven dapperen, die vier-en-vijftig jaar geleden pal stonden voor de rechten des Konings en do ocrc dos Vader lands op de puinhoopcn dor citadel van Antwerpen. liet ontbreekt hom niet, don ouden sergeant bij de tiende afdeeling, aan eervolle attesten van vroegere chefs, noch aan herinneringsmcdailles en het metalen ecrekruis, nocli ook aan bewijzen van trouwe plichtsbetrachting onder verschillende meesters, bij wïo hij na het verlaten van don militairen dienst werkzaam was, van hot jaar 1840 tot op heden. Maar het ontbreekt hem wol op zijn ouden dag aan lederen steun en de minste bezoldiging van staatswege, omdat hij don dienst verliet, ton einde in hot huwelijk to treden, vóór hij aanspraak had op pensioen. Nu hooft hij kinderen, in ocre groot gebracht, maar waarvan niet n bij machte is don ouden vader van ocnigc bcteekenis to holpen. Allo pogingen aangewend om zijne laatste levensdagen uit oen of ander fonds voor oudmilitairou on oud-strijders te verhelderen, .stuitten ai' op dit ne bezwaar: De man hooft geen pensioen! Hot moge dwaas klinken, toch is hot zoo. Voor oud-strijders, zoo als hij. die zonder pen sioen gopasportcord werden, bestaat in ons lieve vaderland geene enkele corporatie, kent do staat geen enkel wetsartikel, hun ten goede. En daarom moot dio oude man, die eenmaal zuchtte in Fransche krijgsgevangenschap, dio geheel zijn langdurig loven door geen enkelen smet of blaam ontsierd word, nu nog do schamele bete zelfverdienen, 011 als do schoolkinderen luisteren naai den klokslag, 't zij hij koude on honger he'obc, of niet! Daaraan is eenvoudig niets to doen. liet is de nuchtere waarheid, (lic het hoofd dezer gemeente in allo détails wil constateeren. Ik waag do veronderstelling zoo hot Nederlandsche volk wist hoo hier n (lor nog levende holden door do .straten strompelt, on den kouden somberen winter, hoo menig, die liet zich eene cere rekenen zou, iets ten zijnen beste to offeren op het altaar der liefdadigheid. En daarom wordt dit opstel der Redactie van De Amati-rddinmer vriendelijk tor plaatsing aan geboden. Wie wcot. of niet bladen het willen overnemen. Wio weet, of hot naderende Kerst feest niet ook dit kind dos volks hot oude trouwe hart verheugen zal door eenigo bijdragen, hom gezonden, om zoo zijn laatste levensdagen to ver helderen. Wat ook val, trouw staat pal!" Ook do trouw van hot dankbaar nageslacht aan de weinig overgeblevenen, die leden en streden voor do rechten dor natie! Gaarne geeft ondergcteekende allo inlichtingen, die men betreffende dien veteraan mocht wenschen, on zal dankbaar iedere gave, hoc gering ook, in do bladen verantwoorden. Ook de Kdel Achtbare Hoor Mr. Grcgory, IJurgemccsfer dezer gemeente, verklaart zich 'hiertoe gaarne bereid, n voor het verstrekken van inlichtingen, dos vcreischt, n voor hot ontvangen dor giften. Komen dio spoedig! Spoedig kan hot niet meer noodig zijn, en is eene sciioone gelegenheid tot weldoen voorbijgegaan. Elburg. December 188(5. II. ZI:<,EÜDE BKI.JI.Eindspel van H. Otten. Uit Internationaal Chess Magazine. Wit K. a8, R, b8 en d7, Pd. (12, P. c2 en g.-3. Zwart K. cf>, D. b4, P. aG. Wit begint en beslist hot spel in z'n voordoe! in drie zetten. Evans-Gambiet, aanval Andersscn, gespoeld in het Leeskabinet to Rotterdam, den 4deu December 188G. D. (wit). v. W. (zwart). o2 el l c7 o5 c4 _ d3 11 (l O g l ft! 2 b8 cG b l c3 12 c8 g4 il _ C4 3 i'8 c5 c.'! e2 13 c7 gG b2 -r- b4 4 c5 f b4 al cl 14 c7 c5 c2 c« 5 b l c5 dl -?(12 15 a8 c.S O D G (17 d (J o2 g/i 1G h7?hG (12 d4 7 e5 f dl g.3 't'5 17 gl f *> c3 r dl 8 c5 bG g2 ti';>> 18gG?e5(a dl (15 <) cG a5 <rl hl (b 11) g8 h'7 cl b2 10 g« e7 il gl 20f,S?»-8 Wit zet iu 3 zotten mat. (a) Door 18 ... (18 g5 t, zooals later oen der toeschouwers opmerkte, had Zwart do afruiling dor I), kunnen dwingen; maar don gewichtigcn d-pion verloren on Wit een vrij-pion be zorgd hebben. (b) Om op 10 ... c>5 f f3 te laten volgen 20 fl gl! wat Andcrsen in Rotterdam zijnde, eens leverde. Daar was de stelling do volgende: Wit K. hl, D. (12, T. al, fl, R. I>2, «13, I'd. e2, pionnon a2, (15, o4, t/5, f'2 en h2 (13 stuks). Zwart K. g8, D. do, T. c8, f8, R, bG, Pd. a5, c5, pionnen a7, b7, c5, dG, 17. g7 onh7 (i4 stuks). Zwart spccldo c5 f f3 on maakte, ha f l gl, (ie Koninginne buit, waarop oen bliksemschicht door liet zwerk schoot on de ratelende donder Matt in vier Zügou" aankondigde! Dat mat ligt niet zoo klaar voor do hand, zoodat zwart, oen zeer goode speler, wol doorzag dat Wit do I), kon terugwinnen, maar niet (Ion lijnen zot, die tot mat leidde. Aan onze lozers om op te lossen. ABC VOOR VROUWEN door- Prof. Celibatarius. S. S C 11 a d U W. fBij de plaat.) Wanneer men schrijven MOET is 't somtijds alsof de fantasie er lust in Leeft om den auteur tot wanhoop te brengen. Er is geen wispelturiger, óntrouwer en vluch tiger wezen dan des dichters muze. Dikwijls Laat ze hem schandelijk in dea. steek, juist dan wanneer zij het meest noodig is en even dikwijls inspireert ze den sch-rij.yer op een oogenblik dut de omstandigheden het hem onmogelijk maken, te luisteren naar't ge luid liarer stem. 't Is geen wonder dat zulke oogenblikken, vooral die, waarin de inspiratie niet komt, moeilijk zijn en den auteur allerellendigst ontstemmen. Zoo ging het onlangs op een Zaterdagavond' ook mij, geachte lezeressen! Ik zat op mijn--. studeerkamer aan mijn schrijftafel voor eeiv vel wit papier, met mijn pen in de hand en...,. geen geschikt woord of onderwerp wilde mij invallen, toen ik met mijn ABC voor vrou-. wen aan de letter K gekomen was. Voor de li had ik -Roman" genomen, dat stukje was, mij gemakkelijk uit de pen gevloeid,, mijn muze scheen mij op dat oogenblik goedgezind. en nu met de S liet 3 ij mij onbarmhartig zitten, voor een blank papier met een ledig hoofd. Ik nam ten einde raad mijn do Vries en te Winkel: Woordenlijst der Nederlandsche, taal en sloeg pagina 328 op, waar de S be gint: ik dacht wanneer ik al de woorden die met S aanvangen naga, zal er wellicht n onder zijn dat mij bijzonder aantrekt en stof levert om te schrijven. Ik las; 't Eerste woord wat ik zag was »&w/". Hm, te saai om te behandelen. Ecu paar bladzijden sloeg ik om, als eerste woord bovenaan die kolom stond ??'.yaj>]icnr!', eok minder geschikt voor dames; bij keukenmeiden zou ik er misschien furore mee maken, dus nog ecnige bladen omgesla gen: ~nclu>oiilicifl;', niet kwaad! waarom zou ik niet eens over de schoonheid der vrouw schrijven? De aesthetiek van 't lichaam der vrouw? Neen! dat durf ik niet als celibatair. Wat zou men wel van mij denken. Maar hoo dan? Over de zeven schoonheden der vrouw? Allcdaagsch! Over de ware schoonheid, namelijk die der ziel neen! dat riekt weer te veel naar den kansel. Geloof' me dames! uw dienaar Celibatarius zat er danig mee in de klem. Over schoonheid te schrijven is nog lang niet zoo gemakkelijk begreep ik, stak een sigaar op en wandelde door mijn kamer heen en weer, 't. sloeg half' acht buiten van den toren; onwillekeurig zag ik eens door het venster, dat op een kleine bin nenplaats en de huisgevels van mijn achter buren uitziet, 't \Vasdonker, regenachtig weer, de lucht zwart als inkt, geen enkele ster te zien en nieuwe maan. De daken en schoorsteenen der huizen waren nauwelijks van de lucht te onderschei den, alles was pikdonker. Niets hoegenaamd dus dat mij inspireereu kon om over de schoonheid te gaan schrijven. Met ecu zucht wilde ik weer gaan zitten en verder in het woordenboek bladeren om een andere £' te vinden; reeds wendde ik mij half van 't venster af, toen plotseling eeu plek tegenover mij in een der huizen helder verlicht werd. 't Was zeker 't licht van een goede peti'oleumlamp, die tegen het neerge laten raamgordijn scheen, want de schaduwen van een paar rnenschen gleden zwart ondui delijk, scherp als silhouetten, er overheen. ? Zoo midden in 't diepe duister maakte dat helder verlichte vak een aardig effekt.'t Deed mij eensklaps denken aan de chineesehe schim, die vader, in mijn jeugd, voor mij ver toonde. Ik bleef staan kijken, want tegen het witte gordijn zag ik de schaduw van een huiselijk tafereel. 't Was bepaald alsof mijne buren mij, den eenzamen ongehuwden man.eens wilden toonen, hoe gezellig een Zaterdagavond en familie" kan zijn. De vertooning beviel mij en was rijk aan afwisseling, want de mensciien wier silhouet ten ik zag, zijn gezegend met een talrijk kroost. Den man had ik wol eens gezien; hij is be diende in een kleeremnaga/.ijn, een burgerman, die geloof ik goed zijn brood heeft. De vrouw zag ik vroeger nooit; nu maakte ik kennis met haar silhouet. Het licht van de lamp, die op mijn schrijf bureau brandde, hinderde rnij, omdat het zijdelingsch in de ruiten van mijn venster glinsterde; 'k draaide dus de pit wat neer en toen ik weer op mijn obscrvatiepost stond, was het tafereel veranderd; 't sloeg buiten juist acht uur. Een minuut, of tien bleef ik staan kijken. Ik zag door de schaduw, dat 't zonnetje niet bij mijn buren binnen was ; die schaduw leerde mij iets, ik kon zoo duidelijk iii'ii wat mijn buren "d/lri/, 'r was alsof ik die schim der vrouvy hoorde vragen: --ga je nog uit mau?" Tot half negen amuseerden mij de schimmen, maar toen scheen de voor stelling afgeloopen, de kinderen werden naar bod gejaagd; 't licht verdween. 'k Begon weer te schrijven. Met schoon heid" wilde 't niet vlotten; zou 't misschien met schaduw" boter gaan? Groote hemel! wat was ik stomp en bot, ik schreef let terlijk wartaal over de schaduwen op ons pad, de schaduw eu 't Jicht in <K> liefde, eindelijk over de schaduwen des doods. Weg met de pen! Ik greep een potlood en trachtte de chi neesehe schimmen terug te geven op een stuk papier. Curieus.' ik die anders gebrekkig en zelfs leelijk teeken zag nu met verwondering dat mijn liguur'.jcs er niet onaardig uitzagen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl