Historisch Archief 1877-1940
BIJVOEGSEL van de Amsterdammer, Weekblad voor Nederland, van 2 Januari 1887
?'i***
«l»
*?***«.
Eenzaam op Oude- j aarsavond/
.. i .enoegelijk uiteinde meneer!'' wenschte zijn hospita; zij h;ul warm water ge
dacht voor zijn gi'og on verliet de kamer, nu 't vuur in den haard nog eens te hebben
i <*omen. HIJ bleet alleen, de oude dichter, eenzaam zat lii], voor ziin .schnjttalel.
Kenzaam op Oude-jaarsavond !
[n de woning, boven hem, was 't rumoerig; duidelijk kon hij den tred van v
ol\vnssenen en 't ge trippel van kinder roeten onderscheiden. Soms drongen vroohik
lachende stemmen tot hem door; hij luisterde en leunde achterover in zijn stoel.
l >e gezellige ' hule-iaarsavund in zijn ouderlijk huis, kwam hem eensklaps weer
\ 'oor den geest. I lij herinnerde /,ich, hoe lui a!-; knul met < 'e anderen mocht
i ipblijven om den toren\\ ach ter het Oude" in 't Xieuwe" te h o oren blazen. Dan
-peelden /e te /amen ,-K.lok en hamer," ;.?( Ganzenbord" ut ..... d;iitr ; nichten ze \\rer
boven zijn houtd, die heldere kinderstemmen; de pen ontzonk /ijn hand. 't \Venl
-til in zijn kamer, zóó stil dat hij 't zachte tikken der pendule en 'i /innend
deuntje van tien theeketel kon hooren. Plotseling rommelde, kraakte en stommelde
liet boven, aKot de zoldering inviel; allerlei .--temmen schaterden er. i u heide n
dooielkander. I lij glimlachte, want lii] zag m den geest /ijn eigen lach'-tid kmdergelaai;
ii!) hoorde de vroohjkc- scherts van de ouderen a U .hel Hui--" werd uitgegooid "t
de I\> t" ge wonnen was. Heerlijke, verkwikkende onschuldige vreugd, ge druipt
/elf s door muren en binten en een sprank] c van uw gloed ver\\ armt mr d el lidend
liet hart van den eenzame, die alleen bleet, omdat allen die hii hrt h;id . heii'
^ntvielen in een leven vol kommer en leed.
n1
# -.?;
Hij stond on en zag uit zijn venster in den winternacht, 't Maanlicht blonk <>|>
de witbesneeuwdc daken, 't verschool zich tusschen de takken der berijptc boumen
en spiegelde m de bevroren plassen o l de gladgeloopen ^neeuwkorst d, e r M raat.
Hoog boven hem Hunkerden en tintelden de sterren, schitterend in de ^ t ra k k e,
'lonkere lucht. Hij zag op naar die milïioenen eeuwige, heerh]ke lichten en dacht
aan allen die, even als hij, op Oude-jaarsavond, met droeve, vochtige oogen, eenzaam
'unhoo^ zagen naar den Hemel.
l lij dacht aan de schepen op zee: aan t gebruinde, verweerde gelaat v.v.i den
zeeman waarop, in den Xieuwjaarsnacht, een heimelijke trann blinkt als hij verlangen
heeft naar vrouw en kind, terwijl de orkaan fluit en giert door het touwwerk en dr
/eilcn scheuren in den storm aan den scheepsjongen met den Mos der jeugd nog
op de wangen hoe hij. slingerend m zijn hangmat, droomt van moeders zachte stem
en als hi| ontwaakt zingt slechts de wim]. Hoo^ jn den vuurtoren /it eenzaam dr
lichlwachtcr en -/iet verlangend uit naar het oosten, of de dag nog niet komt.
hn van de golvende atgmnden met de schepen, die al> schadm\ en ze doorglijden,
vlogen zijn gedachten naar al de een/amen in land en stad ; ze doolden rond m
paleizen en hutten.
In de ziekenkamer, w-t a r de kranke woeit op zijn sponde, allén in den nacht
die voor hem slaap heet L noch ru^t. - in het dakkamertje van de arme, oude naaiiter,
eenzaam op de wereld ; moede en mei brandende oogen werkt ze geduldig voor
luttel loon.
Hij dacht aan de stiefkinderen van het geluk, die op de hoeken der straten,
bibberend hun hand uitstrekken naar een aalmoes - aan den huurkoetsïer die, halt
verkleumd, indommelt als hij uren lang wacht voor een hui> vol licht, muziek en
vreugd aan den schildwacht op zijn post. in weer en wind. Kn verder dwauldcn
/.i in gedachten tot m dr cel hij den ongelukkige, die op x.ijn strooleger zucht naar
vrijheid en ..tehuis." Voort, al voort! vlogen zi], met den zwarten machinist op dr
locomotief, die op oudejaarsavond langs 't besneeuwde spoor \ ourisnelt door de woelige
stad ot 't stille landschap met den eenzamen postbode, langs dorpen en gehuchten
---voort! met den wandelaar op den v/eg.
Eenzamen, eenzamen overal.
Langzaam en plechtig dreunde de eerste klokslag van middernacht.
Dr oude man aau het venster vouwde de handen en luisterde naar den galm, die
langzaam weerklonk m de lucht.
Kensklaps, als uit den grond gerezen, stond voor hein een lachend kind. 't Zag
hem aan met vriendelijk Dralende oogen en de heldere schijn, die het omgaf wen!
tot licht, 'oen het sprak :
Zie mij aan, ik ben hei jaar 1887! Ziet ge mijn glanO Die is het licht der
1 1 oo p ' Ik breng 't geluk, de vrede, de vreugd '
'tjaar wat zoo even vergaderd werd tot de eeuwen, \\as de Belofte; ik ben
i i e Vervulling.
Vraag! Verlang! Wal wilt ge?
Her, roem, genot, macht? Ik zal u alles geven \\al ge wilt wat ik heb'
Kn toen het kind had uitgesproken begon het ie zingen, langzaam,
betoo\er'-nd zacht, als wilde het alle menschenziclen in slaap zingen door .zijn lied van
ver -A ;n. liling en hoop '
IS MKUWfAAK!