De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 9 januari pagina 6

9 januari 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. t i i_ v' ('in diens vacanöetjjd reeds 10,000 voorgezongen, maar zjjn voorraad was wet uitgeput, vandaar il a t men hem heeft genoodigd, om er zijn reciet a. HJKzit daar in een der lokalen van At tézjngen, steeds zwarte koffie en cigaretten rookend, en men schrijft ) dictee. Beeds 18,000 verzen zijn te hem opgeschreven. iche académicien Octave Feuillet heeft drama geschreven, bestemd voor de Francaise, Le divorce de, fvKette. Het ?vier bedrijven groot, schildert de verhoutussrhen een jong gehuwd paar, dat er niet kan slagen, het eens te worden. De jonge w. die eene sympathieke figuur is, wil liever i scheiding vragen, dan zich tot eene valsche en een modus vivendi te vernederen. stuk eischt niet de minste mine en scène, FeuiHet, na Sarrtou's Orocodile zal deze ring een gunstigen indruk maken, maar : uitmuntende acteurs, en op deze kan hij in de die Franc,aise wel rekenen. B6 firma in sigaren te Hamburg zond onaan het Beiersche Kantongerecht te Rihom verzoekschrift om een mandaat tot nitbetaK, «n onderteekende met hoogachting". Dit coekschrift kwam terug in een enveloppe van (friffier; de woorden met hoogachting" wa nt doorgehaald, met blauw potlood stond er 'r k: gehoorzaam". De firma te Hamburg refle bühet Kantongerecht, en kreec toen ie» rechter antwoord, dat de roode en blauwe kingen niet van den griffier, maar van den klqken Opper- en Ambtsrechter en presivan het gerecht" en wel tot rectificatie Ifl» onderrichting van partijen" er bijgevoegd ? fSerden. Aan de ninisterien en het hooarste geW'hithof moest men schrijven eerbiedigst gekoorzaamst", aan de districhtsrechtbanken, geboorzaatnst". aan de overige autoriteiten gehoor? wam". Afwijkingen van dien vorm werden steeds iet rood en blaauw potlood gecorrigeerd. Op de Concerts-Colonne die thans in het TheAtre du Chatelet gehouden worden, is een nieuw ,werk ten gehoore gebracht, waarover in de Parijsche pers met veel ingenomenheid gesproken wordt, «éne gymphonie légendaire" van Benjamin Godard. Er. is een tekst bij, bestaande uit verschillende 'uedichten van Souvestre, Blanchemain, Leconte de Lisle, Grandmougin, waarvan de aaneenschakeling eene soort van intrige vormt, en die ieder af zonderlijk als programma voor de gedeelten gel den, op de wijze van Berlioz' Romeo et Juliette. Jfi de geheele symphonie is veel dat aan Berlioz doet denken. Het werk is geschreven voor orkest, koren en soli, die door Faure en Mad. DurandTÏbach gezongen werden. ? De uitgever van Voor 't jonge Volkje, Joh. Ykema te 's Hage, geeft voor de kleinere broertjes en zusjes zijner lezers ook een kleiner tijdschrift uit, Voor de Kinderkamer ;de redactie daarvan wordt door denzelfden bekenden kinder schrijver, den heer P. Louwerse, bezorgd, en het kleine tijdschrift begint reeds aan zijn vijfden jaargang. Het bevat eenvoudige, maar sierlijke platen en eenvoudige, begrijpelijke, amusante versjes va. verhalen; het is ongetwijfeld, evenals zijn oudere broeder Voor 't Jonge Volkje, een welkome gast Op eene door den heer F. B. van Ditmar uit geschreven prijsvraag voor het ontwerp van een Wandkalender, waaraan eene bekroning van / 75.?verbonden was, zijn 48 antwoorden inge komen. Onder de 48 ontwerpen was er meer dan n dat van veel smaak en zorgvuldige behandeling getuigde. De Commissie wijst met genoegen op het feit dat er deze keer is ingezonden door kunstenaars, door personen met de noodige be kwaamheid toegerust om een dergelyk, zeer moeienjk vraagstuk op telossen. Na ernstige over weging, werd het ontwerp met het motto Zodiak", dat door bijzondere hoedanigheden in compositie en ornamentiek uitmunt, voor den prijs aange wezen. De inzender bleek bij opening van den naambrief te zijn, de heer A. F. Gips, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Bergenop-Zoom. Nog prees de Commissie het ontwerp Dit maar", waarvan vooral het aangename, smaakvolle aspect haar trof, en dat het daarin en in de verdeeling der rubrieken zelfs van het bekroonde won, maar om de straks bij Zodiak" genoemde hoedanig heden hiervoor moest onderdoen. Ook de ontwerpen Odin" en 1722" geven blijk van veel technische bekwaamheid; in Hora Ruit" (met figuren) en Utrecht" trof een zeker ?eigenaardig karakter; vooral het laatste heeft veel goeds. De gedachte in de compositie in Amstel" was niet onverdienstelijk. De Commissie bestond uit de H.H. P. J. Hout zagers, Directeur van het Kunstmuseum, M. J. Lens, Leeraar in het Handteekenen, A. G. A. van Rappard, Kunstschilder en L. W. R. Wenckebach, Kunstschilder. De kalender zal eerst dienen als premie voor het Utrechtsch Nieuws- en Advertentieblad en daarna in den handel worden gebracht. De uitgeversfinna Gebr Paetel to Berlijn heeit een uitmuntend ingerichten en zeer fraai uitgevoerden catalogus harer uitgaven, van 1837 tot 1887, doen verschijnen. Het is een boekwerk van 160 bladzijden; de firma Paetel heeft namelijk behalve de firma Alexander Duncker, waaruit zij voort gekomen is, nog een aantal andere firma's lang zamerhand in zich opgenomen, en van andere firma's de uitgave van enkele werken gekocht. Omtrent de uitgegeven werken zijn zoo volledig mogelyk alle bijzonderheden vermeld, zelfs om trent de schrijvers zijn eênige biographische mededeelingen gedaan. In den catalogus komt ook een opgave voor van de medewerkers aan de tot heden verschonen jaargangen der Deutsche Rundschau. Schaakspel. No. 54. Van J. W. LE COMTE te Kanigoro, N.-Indië. ZWART. Oudejaars ui! van Philip Klett. Zwart heeft abusief z'n K. van c8 op d8 ge plaatst. Moet een strafzet doen door pion e6 weer op e7 te plaatsen, waarna d5 -f- d7 of g8 mat. Eindspel van H. Otten. l b8 d6 f, cöd6;2c2 c3ü,Adlibitum; 3 wit wint de Koningin en het spel. Partij tusschen D (wit) en V. W. (zwart). l gl t g7 f, g8 t g7; 2 d2 fh6f,h7 g8!; 3 b.6 f g7 mat. Partij Andersen. l gl f g7 f, g8-h8; 2 g7 g8 f, h8fg8!; 3 al gl f, d8 g5; 4 gl f g» mat. Juist opgelost door C. T. v. H. en Mei" te Am sterdam en W. v. H. te Delft. Vierzettig Probleem van Paul Hasse te Berlijn, iets gewijzigd. (* 54bis. Wit K. cl, T. a2, R. al en f l, P. c2 (5 Zwart K. b4, P. b5 en c5 (3 (*) Dit probleem is ook door een Beijer ge wijzigd, maar die wijziging schijnt ons toe ge brekkig te wezen, terwijl wij onze kleine wijziging voor goed houden. g Driezettig-probleem van Mei" te Amsterdam. Wit K, el, D. b8. T. c3, Pd. f3 en h7, R. g6, P. c5. d6. e2 en f5 (10. Zwart K. e4, R. b6 en c6, Pd. d7 en h6, P. b7, e5; f6 en f4 (9 stuks. Wit begint. a b c d e WIT. Wit speelt voor en geeft in twee zetten mat. (Wit 9 en Zwart 7 stukken met K. d5). OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 52. Van Le Comte. De heer A. v. H. t. H., heeft te recht opgemerkt dat in No. 52 nog een zwarte pion op a5 bijgevoegd moet worden, wat de auteur vroeger reeds aangegeven heeft. l c5 e4!, K. t e4; (a 2 g5?f4 -j-, K. onv.; 3 T. h4 of f4 d4 mat. (a) l Als boven, Pd. f g5 of d6 (b); 2 h6 AG f K. onv.; 3» d6 d4 mat. ~ 2 g5 d8 t, K. onv. 3 d8 d4, of 13?d4 of e4 g5 mat. 2 g5 f fó t, f7 e5; 3 f5 f e5 mat. 2 e4 c3 f, d5?c5; 3 g5 e3 mat. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is no. 52 opgelost door R. en W. te W. A. v. H. t. H. te H.; Flenügafed te Kaatsheuvel no. 53 met bis, insgelijks C. T. v. H. met de schaakzuil en S. do kerstmis-varia (zonder 't eigen probleem) beiden te Amsterdam. ;b) l , f7 f h6, (c (c) L , g3fe4, (d (d) l , Anders; Voorgaaf-Partij tusschen de heeren Kolisch van Pesth en Fraser van Dundee. (Wit geeft Pd. bl voor). K. (wit) Muzio-Gambiet. F. (zwart). e2 e4 f2 f4 gl-f fl c4 o o d2 d4 cl f f4 dl f f f4 g5 f3?h.5 f fl f f6 g5 f f6 f al?fl f l 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 e7 e e5 f f4 g? gf' gS g4 g4 f f3 b8 c6 cöa5 a5 f c4 f7 f6 e8 e7 g8 f f6 e7 f f6 f6 e6 Wit geeft in 3 zetten mat. BRIEFWISSELING. S. Het ia zuiver en goed, maar een drukfoutje is mogelijk. Henri. Wéha" woont elders. C. T. v. H. te A. Onbekend met u en veler adres kan de beleefdheid bij den aanvang van 1887 bewezen aan den schaakred. slechts langs deze weg met een warme dankbetuiging beant woorden: omnia fausta! DE PLOERT naar Arthur Heulhard. 'tIs vinnig!" zeide de Ploert, toen hij zijn plaats nam in den tram die langs de Seinekade naar de brug van Surennes gaat. En hij kroop in een hoekjeNaast hem kwam een jongmensch zitten, met een doos die lekker rook; het was een commisvoyageur in parfumerieën, die naar de voorsteden ging. Toen kwam er een dametje in, mager en droefgeestig; toen een mijnheer met een hond, waarvoor de conducteur een oog toekneep, want honden zijn door het reglement uitgesloten. De Ploert had gelijk, het was vinnig. Het was alsof met de populieren aan den oever, zelfs do steenen van de brug van de koude ineenkrom pen. Men hoorde de deuren van de kroegen haastig toeslaan, door wie er uit- of intrad; men hoorde vloeken door de lieden die plotseling in de koude kwamen en de stormvlagen voelden. De tram schokte en rammelde; het paard scheen in storm en regen eer een ruw afgewerkt beest uit een speeïgoeddoos dan een levend dier. 't Is vinnig" mompelde nogmaals de Ploert. * * * Er begon een tramgesprek. De heer met den hond en die met de doos begonnen over de politiek. Geen van beiden wist er iets van, beiden waren dan ook onwrikbaar in hun overtuigingen. Zij waren zoo vervuld met 's lands belangen, dat zij niet eens van Sarah Bernhardt praatten. Men kwam toen op den wijnbouw; de heer met den hond had van een oom uit Cher slechte berichten gekregen, de mijnheer met de doos van eene tante uit 1'HérauIt heel goede. Zij vonden liet jammer, dat men rozijnenwijn maakt, en vorderden strenge maatregelen tegen de vervalschcrs. Een hunner zeide het woord Tonkin, en er was eene poos stilte, Men praatte toen over de duurte der kolen, over de armoede en do werkeloosheid : de magere dame schudde meewarig het hootd. De Ploert zeide niets, alleen hoorde men nogcens: 't Is vinnig!" De heer met de doos klom weer in den tram. Hij droop van het hoofd tot de voeten. Zijn haren waren tegen de slapen geplakt. Zijn snor hing slap, hij stond te druipen midden in het rijtuig, zeer bleek, klappertandond en bevend. Do magere dame stond hem toerhartig het voorhoofd af te sponzen. De heer met den hond keek hem be wonderend aan. Ge hadt toch niet eegeten? Ja. ik kom van tafel. 't Is om het met den dood te bekoopen, zeide do magere dame. Intusschen kree.ET men de witte huizen van Suresnos in het aezicht. Men naderde het dool. De hom- mot de doos word haast verlegen met zijn heldendaad. Van de redding, die hij volbracht had, za<j hij nu n govols; in: zijn bedorven daa, het missen der bestol'.insen, zijn pondre de riz en flacons. waarmede hij voornict op reis was. Op een oosenblik kreeg hij eon gevoel van spijt over het toegeven aan de stem van zijn geweten, van berouw, dat hi.i naar zijn hart ten koste van zijn handel had geluisterd daar zooeven toen die man biina verdronk. En hij zonk. zwaar van de natte Meeren, op de bank neer, op de plaats waar lui eerst, dicht bij den Ploert. bad gezeten. Do Ploert had cedurende het geheele tooneel zijn plaats kalm behouden. Voor bom was het alleen vinnis" gebleven Nu! zeide do hoer met den hond,bii wijze van bfisluit. voor zoo iets moot men moed in het lijf hebben!" Dat is zeker!" voegde de magere dame erbii. En toen de beer met do doos, met een afwerend | gebaar van bescheidenheid, een paar druppels spatto, mat de Ploort met kalmen blik don afstand, die hom van do bank aan de overzijde scheidde en zeido: Pardon, mijnheer, zoudt u van bank willen wisselen? U maakt me nat." Allerlei. De Ploert was do eenigo die zich beklaagde, j ofschoon hij gekleed was alsof hij den Oeral moest overtrekken. Onderaan liep hij uit in schoenen j mot bont, bovenaan in oen muts van ottervel, rechts en links in gebreide polsmoffcn en gevoerde handschoenen. Daarenboven beschermde een dikke speklaag hem tegen de koude. Hij scheen zeer diepzinnig te denken, toch sperde hij plotseling de oogen open: hij had in de richting dor Soine iets gezien. Op hetzelfde oogenblik doorkliefde een anestkreot, een gil, den stormwind*de tram hield stil; de heer met den hond stond op, do magere dame kroeg een schok, de heer met de doos. blijkbaar onder den indruk van een hevige ontroering, sprong uit den wagen. * * * De gil was uit het water gekomen, en werd nu gevolgd door een hulpgeroep, telkens als door een domper afgebroken. Een werkman, die kolen af laadde, was in de Seine gevallen. Hij sloeg wan hopig met de armen in het rond on maakte grooto kringen in het water; hij was op hot punt te be zwijken, toen de heer mot de doos hcni te hulp sprong. Het was als een geplas van bruinvissehen. een pijnlijk hijgen scheen uit beider borst te komen... eindelijk was do werkman -gered! WAT DE FRANSCHE AFGEVAARDIGDEN DRINKEN. Er is in de Franscho Kamer een eenvoudig man, wiens naam het publiek niet kent, maar wiens diensten zeer gewaardeerd worden door de afgevaardigden die do tribune der sprekers beklimmen. Men noemt hem Célestin, zijn naam is Célestin Nicole. Hij is do voorzienigheid voor de sprekers in het Palais-Bourbon. Zondor hem zouden velen do speeches niet bobben kunnen ten einde brengen waarvan 's lands wei zijn heette af te hangen; zonder hom zouden de leden zich somtijds eindelooze verveling hebben zien besparen. Célestin echter ma.g dat niet beoordeelen, hij is do slaaf van zijn plicht, en die plicht is, het slas van den spreker te vullen. Nauwelijks heeft een spreker de tribune beste gen, of Célestin nadert met hot zilveren blad waarop een glas staat, met helder of gekleurd vocht gevuld, Ie rerre d'cau. Er is echter slechts n spreker, die zuiver water drinkt, zegt do France; het is Raynal, vroeger minister van openbare werken, de man van de spoorwegconventiën. De meeste sprekers drinken suikerwater, de Freycinet, de gewezen premier, drinkt nooit iets anders. Suikerwater is ook de geliefkoosde drank voor de meeste krjjgslustige en voortvarendetemperamenten; generaal Boulanger drinkt het, en Douville Maillefeu, wiens heftige interruptiën bekend zijn, en Amagat, de reus uit Cantal, engraaf de Mun, de clericale soldaat en Clovis Hugues, de kokende poëet, en Camille Pelletan, de roode journalist, en Laguerre en Millerand, helden der intransigenten, en Keiler en Jolibois, herauten van royalisme en imperialisme. Paul de Cassagnac, heftiger dan zij allen, doet wat eau de melisse des Carmes in zijn suikerwater. Koffie met water wordt ook veel gedronken; men ziet het den president der Kamer, Floquet, brengen en ook aan Goblet, thans eerste minister, en aan Sarrien en Jules Ferry. Brisson de onomkoopbare", drinkt in zijn water wat bran dewijn, Pierre Blanc, het oudste lid der Kamer, drinkt onvermengde Marsala. De roode Madier de Monjau en Ballue drinken roode Bordeaux, Yves Guyot houdt zich aan Engelschen porter^ waarover hij reeds menig spottend woord aan het adres zijner anglomanie heeft moeten hooren. Anderen drinken verschillende mengsels. AllainTargéneemt Bordeaux met spuitwater; George Périn spuitwater met Marsala; Sabatier kokende thee met rhum; Dreyfus een mengsel van Mar sala, limonade en spuitwater, Clémenceau begint met spuitwater en neemt later, als de speech lang zal duren, wat Marsala. Men ziet dat de goede Célestin Nicole een goed geheugen moet hebben om ieder der afge vaardigden naar wensch te kunnen bedienen. Te Liverpool bestaat e&ie vrijwillige vrouwe lijke brandweer ; de kommandante ervan is een jong meisje uit Dresden, die er gouvernante is. Onlangs ontstond er brand in eene sigarenfabriek; bijna nog eer de arbeiders tot bezinning kwamen was de brandweer voor de deur, en wel het eerst do wagen der dames. Nauwelijks was de eerste ladder vastgemaakt of de kommandante ijlde de sporten op, en deelde kalm en moedig haar be velen viit; hare gezellinnen werkten in de vol maaktste orde, en slaagden er in, den brand te blusschen vóór de mannen-brandweer verscheen. De menigte begeleidde met luide hoera's den da meswagen, die zegevierend wegreed. De dames hebben een smaakvol costuum ge kozen, gekleurde kousen, hooge laarzen, wijde blauw laken broeken, blauwe blouse en helm; in den gordel dragon zij al wat zij noodig hebben. Iets geheel ongewoons is bedreven door deMadridsche danseres Giovanna Limido; zij heeft tegen Kerstmis en Nieuwjaar een circulaire laten drukken, van den volgenden inhoud: Daar mijn inkomen mij veroorlooft, niet alleen een fraaie woning, toiletten en een behoorlijke keuken te betalen, maar ook zelfs, wanneer dit mij behaagt, brillanton te koopen, wensch ik niets uit den juwelierswinkel te ontvangen, en zal het zenden van kostbaarheden als een beloediging beschouwen. Mijne serre zorgt voor bloemen, over mijn suikerbakker ben ik zeer tevreden; ook bouquetten en bonbons zullen dus overbodig zijn." ledien dit alles geen reclame van de gevierde schoone is, zooals wel te voorzien is, dan kaa men het iets zeer verwonderlijks noemen. Rusland zet de Russificeoring in Midden-Azi met harde en zachte middelen door. Onder de laatste behoort zeker de rondreis van zeventien mooie Russische danseressen en acht dansers, onder leiding van den Moskouschen impresario Alexandroff. De aanleiding tot deze tournee gaf het jongste gezantschap uit Bokhara; deze heeren hadden zooveel genoegen in de voorstellingen van Alexandroffs corps de ballet ? gevonden, dat zij hem een eeretitel verleenden en hem tot een bezoek te Bokhara uitnoodigden. Behalve Bok hara zal de Russische troep ook Khiva. Kokand en wellicht ook Afghanistan bezoeken. Ook in het Transkaspisch gebied heeft de Russische bescha ving reeds op het openbaar leven invloed uitge oefend in den vorm van het oprichten van ver scheidene café's-chantats. Askhabad, eono stad die eigenlijk eerst sedert een paar jaar door het Westen ontdekt en plotseHng belangrijk geworden is, weet daarvan veel te vertellen. Een dor twee directeuren dor grooto Opera te Parijs, Gailhard, hoorde onlangs, terwijl hij nog te bed lag, in de kamer naast de zijne eene frisscho stem een Napolitaansch lied zingen. Hy luisterde, schelde, en vroeg zijn kamerdienaar, wie daar zong. De waschvrouw, die monsieurs manchetten komt halen." Geef mij mijn kamerjapon en laat het meisje eens binnen komen." Benige minuten later kwam een mooi meisje de kamer binnen. Beste kind, je hebt een buitengewoon mooie stem; wat zoudt ge er van zeggen, eens een paar jaar te studecren en dan op veel ge makkelijker manier dan door de waschtobbo geld te verdienen ?" Hot meisie lachte en zeide toen in keurig Fransch: Wel bedankt, mijnheer de directeur, ik studeer al drie jaar aan het consorvatoire. Daar ik or mij een beetje bezwaard over maakte, of mijn ouders niet te vergeefs al het geld voor mijne studie uitgeven, heb ik wel eens willen weten, wat een onpartijdig deskundige er van dacht. Ik bon nu tevreden on zal vlijtig doorstudeeren". Te Pekin heeft in het paleis des Keizers een hevige spanning gcheerscht, tengevolge van de jaloezie tusschen den Opper-eunuch Li-Lin-Ting en den Mandarijn-schatmeester. Eindelijk heeft de Keizerin ten gunste van deu seraihvachter uit spraak gedaan, en do schatmeester is in onge nade gevallen. De vijfduizend andere sorailwachters des Keizers zijn over deze gebeurtenis zeer te vreden; zij vormen een machtige partij in het paleis, alle huiselijke bezigheden zijn hun toever trouwd, voornamelijk natuurlijk het oppassen van 's Keizers vrouwen. Het aantal wettige vrouwen des Keizers is, naar ritueele bepalingen, zeven; het aantal onwettige onbeperkt, vandaar het aantal bedienden. De Keizerin-moeder heeft het opzicht over den harem en vult dezen steeds met schoone jonge manderijnendochters aan. Moest zijn deze jonge meisjes de dochters van officieren van Mandschoe-ras, die het voorrecht, hun schoonste dochter als dame in den harem te zien opgeno

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl