De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 6 februari pagina 1

6 februari 1887 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER 1887 WEEKBLAD VOOR NEDERLANI Ieder nommer bevat een Plaat. Onder Redactie van J. DE KOO m JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. lr Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HO L KEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 6 Februari, Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr. p. p, Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20. Reclames per regel .?0.40. f 1.15. 0.10. ORANJENOMMER. 10 Februari «-8. *»1 van dit iTeekblad ett IbGtttfcWad verschjjmen en geheel gew|jd z|jn aan het HITIS ORANJE NASSAU. 8ChromoUtk0grftfiën,in9kleuren gedrukt, «a jaeg 8 groote platen. ontworpen en getökend door, de Kunstschilder»: Bake, Van Es sen, SteeUfcVlirJJ8millller en B r a a k e aff e k, zuUen dit Oranje nommer véffteren. De teks^; werdt geschreven door onze eerste Letterkundigen. Ondanks dézeer kostbare uitvoe ring is de fcrfls, ookvodrabonné's, op /'t bepaald. Alle Boekhandelaren en Postdi recteuren nemen nu reeds bestel lingen aan. Een spoedige opgave is noodzakelijk omdat van een eventneelen herdruk geen sprake kan zijn. Tj. VAN HOLKEMA, Uitgever. I N H O V D: TELEURSTELLINGEN, door B. FEUILLETO.N: I>£j«»t*tft Wl, paar bet duitsch van SacherMaroch. VAN OVER I>I GHENZEN, door E. D. Pjjzel. GEMEENTEZAKEN, door H. UIT PARIJS, door A. B. KUNST EN LET TEREN: Het Tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. Een Perzisch Blijspel. Het Natura lisme is dood", door Dr. Jan ten Brink. Een l\jdensgeschiedenis, door V. H. VARIA. SCHAAKSPEL. Oud-Amsterdamsehe Verscheidenheden. De wisselwachter, door Jack T. Grein. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAME. HANDEL. BEURSOVER ZICHT, door E. B. TE HUUR. ADVER TENTIËN. Feuilleton. De laatste man. Naar het Duitsch van SACHER-MASOCH. Jakob Dubno had eindelijk het besluit fenomen, zijn huis op de groote markt te egatin te laten herstellen. Waarom zou hij dat besluit ook niet genomen hebben? Voor eerst was hij een rijk man, de rijkste korenkooper in de stad, vervolgens begon het huis werkelijk op sommige plaatsen reeds bouw vallig te worden en ten slotte had hij her haaldelijk boete moeten betalen, voor den toestand waarin dat huis verkeerde en die in strijd was met de politie-verordening. En zoo besloot hij dan met zijne familie in het ach terhuis zijn intrek te nemen en liet het voorste gedeelte over aan metselaars, timmerlui en leidekkers. Het bedrijvige werk dier lieden was eene heerlijkheid voor de kleintjes in huis en niet alleen voor dezen. Ook de groote huwbare dochter van Dubno, de mooie, verstandige ruïne keek graag uit het raam naar het werk: ze vond het aardig, om te zien hoe de timmerlui de balken in orde brachten, de metselaars de kalk bluschten, tegels aanvoegen en daar hoog boven op de stelling hun gevaarlijk werk verrichtten. Het was nog pas m het begin van den herfst en men kon de vensters nog open laten staan. Met een bizonder genoegen, waarvan zij zich geen rekenschap kon geven, keek de mooie Tulpe Dubno altijd naar een armen Joodschen met selaar, Levi Grosch. Was het een stil genoegen, een onbewuste trots, een Ghetto-kind zoo krachtig en moedig aan het werk te zien, was het een reine inge nomenheid met de forsche gestalte, het man nelijke, door een blonden baard omzoomde gelaat des j'ongelingg of waren het de schoone, zwaarmoedige, deels hebreeuwsche, deels slaYische liederen, welke hij zong, die diepen Teleurstellingen. De kans, dat ia den loop van dit jaar eene herziening der Nederlandsche Grond wet tot stand zal komen, is, naar men zegt, in den laatsten tijd veel verbeterd. Vooreerst, omdat hoe langer *zoo meer bij invloedrijke leden der liberale partij de over* tuiging is levendig geworden, dat ook in zake Oaderwijs de vrijzinnige beginselen tot de uiterste consequentie moeten worden toege past, Die overtuiging zal er toe leiden, dat aan billijke grieven der kerkelijke partijen tégen het thans bestaande art. 194 der Grond wet worde tegemoet gekomen. Op grond van die overtuiging zal de meerderheid bereid bevonden worden, in een nieuw art. 194 po sitieve waarborgen te verleenen tegen elke zijdelingsche belemmering of tegenwerking van het particulier initiatief. De kans be staat dus, dat een voornaam deel van de Rech terzijde der Tweede Kamer aan het groote werk niet langer zijn steun zal ontzeggen. Een tweede reden, waarom de vrienden der Grondwetsherziening beter verwachtin gen durven koesteren dan ten vorigen j are, ligt in het gebeurde met Hoofdstuk III der Regeeringsontwerpen en het Voorloopig Kies reglement. De Regeering, die de door haar voorgestelde wijziging van art. 76 der Grond wet bij niemand bijval zag verwerven, heeft toegegeven aan den in Juli gebezigden aan drang van de meerderheid der Kamer, heeft een nieuw voorstel gedaan omtrent de Grond wettelijke regeling der kiesbevoegdheicl; en een Voorloopig Kiesreglement daaraan toe gevoegd. Daarmede schijnt de Linkerzijde gewonnen te zijn. Reeds gaf in December ?de -taer Van Houten tft.yerstaan, datiiüde Regeeringsvoorstellen een zeer aannemelijken grondslag achtte tot verder overleg. Het Afdeelings-verslag van 5 Januari spreekt even welwillend. De voorstellen nu van mr. Heemskerk luiden in hunne jongste lezing als volgt: lo. de nieuwe Grondwetsbepaling: »De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeksch gekozen door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders, die de door de kieswet te bepalen kenteekenen nan geschikt heid en maatschappelijken welstand bezitten, en den door die wet te bepalen leeftijd, welke het indruk maakten op het hart van het meisje, dat als het ware in een harem was opgevoed ? Zij vroeg daarnaar niet en ze zou dan ook ter nauwernood in staat zijn geweest die vraag te beantwoorden. Genoeg, weldra bestond er een heimelijke onuitgesproken verstandhouding tusschen de rijke dochter van Dubno en den armen metselaar. Wanneer zij aan het venster verscheen, groette hij haar met een klein knikjen en wanneer zij zich verwijderde, nam zij met een bijna onmerkbaren glimlach afscheid. Als ze op de plaats hem voorbij liep, dan hield hij even op met werken en zag haar aan, terwijl zij haar blik neersloeg, en stond hij daar duizelingwekkend hoog op de stelling, dan sloot ze bevreesd de opgen en luisterde met gebogen hoofd naar zijne zachte, smel tende stem. Dit duurde eenigen tijd. Men was met het bouwen klaar en op een goeden dag ging Levi Grosch met de anderen heen, zonder afscheid te nemen van Tulpe. Hoe natuurlijk dit ook was, ergerde het haar toch, en toen ze hem eens ontmoette, keek ze trotsch den anderen kant uit. Maar toen zij hem den volgenden keer in de straat tegenkwam, droeg ze het lieve kopje zoo fier niet, maar stond sidderend in een donkeren hoek, terwijl ze met beide armen de oude Sarah, die haar begeleidde, omklemd hield en hare groote levendige oogen als om liulp smeekend in het rond blikten in het chemerdonker van den winteravond. Een iroepje overmoedige jonge Polen, die den Hongaarschen wijn van het logement »Zum Weiszen Adler" wat al te goed hadden aan gesproken, bestormde het mooie on beschermde 'odinnetje met vurige betuigingen hunner hulde. Plotseling stond Levi Grosch bij hen en duwde den meest brutalen der levenmakers op zijde. ?Ik verzoek u vriendelijk," zei hij beleefd, maar _ beslist, »dit meisje, dat van goede fa milie is, rustig naar huis te laten gaan." »Marsch!" riep een der jongelui, mit den weg!" «Geef dien onbeschaamden Jood een pak '?ansel!" schreeuwde een ander. Op hetzelfde oogenblik dat ze hem beet vatten, wierp de metselaar den eenen op den >esneeuwden grond, greep den stok van een n|et beneden drie en twintig jaren mag zijn b«bhen bereikt." de voornaamste bepaling van het voorkiesreglement: leden van de Tweede Kamer der Generaal worden gekozen door de lelijke meerderjarige ingezetenen des tevens Nederlanders, die : hetxij ovei 'stverloopen dienstjaar ter xake van woning in de personeele belasting xijn ?lagen naar eene hoogere huurwaarde welke volgens art. l, UU. a en b 'de wet van 24 April 1843 (Staatsblad 15) aanspraak geeft op vermindering tot derde of twee derde gedeelten der belastiijg naar de drie eerste grondslagen, en dien ten volle hebben betaald; hetzij over laatstverloopen dienstjaar in de grondbe?ijn aangeslagen tot een bedrag van t&n minste tien gulden, en dien aanslag ten votte hebben betaald." Het was ons niet mogelijk, in deze voor stellen iets bijzonders te ontdekken, waardoor ze aannemelijker zouden wezen dan een van de vroegere voorstellen van den Heemskerk. Met bijzondere belangstelling zagen we daarom uit naar eene gelegenheid, om te ?fernemen, op welken grond toch de liberale partij in de Tweede Kamer kon vermeenen, dat door de indiening van die voorstellen het gemeen overleg zou zijn bevorderd. Als lid van Amsterdam's »Burgerpligt", gingen wij Maandag den heer De Beaufort hooren. Als inteekenaar op de Vragen des Tjjds lazen wij Dinsdag het jongste opstel van den heer Van Houten. Telkens ver wachtten wij belangrijke onthullingen, die ons de taktiek der thans hereenigde liberale jÉBrtij zouden doen begrijpen. Telkens werden -?r^j schromelijk teleurgesteld. Het meest door den heer Van Houten. Uit zijn mond vernemen wij het fiere woord! »De leiding der geheele hervorming moet uitgaan van de liberale partij." En dan krij gen we omtrent de grootste, de gewichtigste, de alles beheerschende vraag van het kies recht voor de Tweede Kamer niets anders te hooren, dan deze algemeenheid: »Voor de vestiging van een regelmatig en vast bestuur bevat onze Grondwet dus voldoende bepalingen, indien slechts de samenstelling der Tweede Kamer waarborgen oplevert voor overeenstemming van wil tusschen dat lichaam ander en brak dien door midden. De ande reu sloegen pp de vlucht en ruimden zoo het veld_eii Levi Grosch kon veilig het bevende meisje naar huis brengen. Eerst bij de deur vond Tulpe woorden, om hem haar dank te betuigen. ? ??' Waarvan spreekt ge toch." antwoorde Levi Grosch, »'twas niet de moeite waard om er van te spreken." »Ge zijt zoo moedig", zei het meisje, en met van bewondering schitterende oogen staarde ze hem aan. »Och, ik heb slechts gedaan wat ik doen moest, gaf de metselaar ten antwoord en ver wijderde zich spoediger dan Tulpe lief was. Op den avond van het Purim-feest drong een vroolijk troepje jonge lieden in het huis van Jacpb Dubno binnen, de meesten waren als Kleinrussische boeren verkleed. Som migen gaven een voorstelling van den uittocht uit Egypte, waarbij eene in een lamshuid ingenaaide en als een schaap bla tende Jodenjongen de hoofdrol vervulde, anderen hadden zich als vrouwen verkleed en vergezelden een allerdwaast getooiden ko ning Salomo. Jakob Dubno onthaalde hen zoo goed hij kon en alle huisgenooten ver maakten zich met hunne grappen en liederen. De vrouwen hadden het druk met allen van koeken en wijn te voorzien. Tulpe liep juist de gang weer door naar de keuken, toen twee krachtige armen om haar slank lichaam geslagen werden, 't Waren de armen van Levi Grosch, wiens gezicht onder den breedgeranden boerenhoed nauwelijks te her kennen was en die ten overvloede zich haar en baard nog zwart had geverfd. »Tulpe," begon hij, »ik ken een man die naar u dorst, als het hert op de bergen naar de koele waterstrpomen van het woud." »Daii krijgt hij zijn verdiende loon," ant woordde het meisje lachend, »als hij den moed niet heeft, iets te vragen." «Wat zal hij vragen?" »Hij moet vragen om mijne hand." »Maav als hij nu arm is en jij bent zoo'n rijk meisje?" »Vraag ik of hij rijk is?" sprak Tulpe, »als ik hem wil hebben, dan is het voldoende." En met die woorden maakte ze zich los. Levi Grosch wilde niet zijne toevlucht nemen en het volk. Die waarborgen ontbreken bij de tegenwoordige regeling van het kiesrecht, en de Tweede Kamer mist daardoor niet zelden de noodige veerkracht. Hare meer derheid durft zich niet overal krachtig te doen gelden, omdat het bewustzijn, de meer derheid des volks achter zich te hebben, haar ontbreekt. Daar ligt, ook ten opzichte van de leiding van het Dagelijksch Bestuur, de fout van onze Staatsinrichting, die de Grondwetsherziening noodzakelijk heeft ge maakt." Dat wisten we immers sedert jaren! De heer De Beaufort stond langer stil bij de vraag, die ons belang inboezemt. Ook zijns inziens behooren de voorstellen van. mr. Heemskerk als de grondslag voor het gemeen overleg beschouwd te worden. Zijne redevoering, waarin meer dan eens de nood zakelijkheid eener Grondwetsherziening in democratischen zin wordt vooropgesteld, is in hoofdzaak een pleidooi tegen de invoe ring van het algemeen stemrecht. Niet is de heer De Beaufort in allen deele ingeno men met de voorstellen van den heer Heems kerk; zelfs de vernietigende kritiek der heeren Jolles, Levy en Asser op het Voor loopig Kiesreglement werd Maandag door hem in allen deele beaamd. Toch schijnt hij niet te wanhopen, om eene formule te vinden, die, eenigszins op de wijze der door mr. Heems kerk voorgestelde, met uitsluiting van het algemeen stemrecht, aan de Grondwetsher ziening haar democratisch cachet zal geven! Bij die zeer in 't algemeen opgewekte ver wachting blijft het echter. Ook de heer De Beaufort bewaart omtrent het »hoe?'' een diplomatiek stilzwijgen. Het is den scherpzinnigeii redenaar te vergeven: de man, die een vierkanten cirkel vermag te teekenen, moet nog geboren worden! ,Zoo wreekt zich dan de beginsellooze po litiek van het Kamer-liberalisme op de besten zijner vertegenwoordigers. Zij dwong den heer De Beaufort, om aan de voorstanders van algemeen stemrecht eene onhoudbare theoretische beschouwing van natuurrechtelijken aard toe te dichten, en om voor zich en de zijnen het eenig juiste beginsel in beslag te nemen: dat kiesrecht niet van nature aan elk burger toekomt, maar door den wetgever in het algemeen belang wordt toegekend. Alsof niet juist de voorstanders van algemeen tot hulp van anderen; alles, wat hij deed, deed hij graag zelf. Op een naar het hem scheen gescliikten dag trok hij zijn besten kaftan aan, zette den »streiye],"desabbathsmuts, be vallig pp zijn sierlijk gefriseerde haren en begaf zich naar Jacob Dubno. Hij sprak, gelijk liet hem betaamde, op bescheiden toon doch zonder zich zelf te vernederen, en droeg zijn verzoek voor. De rijke Dubno begon te lachen. »En je wilt dus niets meer dan dat?" riep hij, »ik geloof dat je je verstand kwijt bent! of meen je soms, dat ik gek ben geworden en mijne dochter niet zeventigduizend dukaten bovendien aan een bedelaar zal geven, die me het mooie geldje er door zal brengen!" «Als ge me niet geven wilt uwe dochter," viel Levi Grosch hem in de reden, »geef haar dan niet, maar ge mogt niet zeggen, dat ik een bedelaar ben. Ik ben een handwerks man en dat nog wel niet een van de slecht ste. Ik ben ook niet gewoon, mijn geld er door te brengen, maar wél om het op een :erlijke wijze door mijn arbeid en met leveiisjevaar te verdienen; verstaat ge dat, meneer Dubno ?" 'Waarom zou ik het niet begrijpen, als ge schreeuwt, alsof gij overste waart en ik een leel regiment soldaten ?" Levi haalde de schouders op, en ging zijns weegs. «Daarenboven is mijne Tulpe al lang bepofd aan den rijken Atlas van Tarnopol," iep Dubno hem nog na. De laatste woorden klonken Levi Grosch als een donderslag in de ooren, als een besetene rende hij de trap af en holde daarop de Jodenstraat door. In de volgende dagen zag men hem niet, ij kwam niet thuis, hij kwam niet op zijn verk, en was ook in geen enkele herberg te ien. Daarop verspreidde zich plotseling het jerucht, dat Levi Grosch naar Kolomea ge?eden en soldaat geworden was. Indien men Jakob Dubno gezegd had, dat Ie aarde voor zijn huis zich ontsloten had, om hem te verslinden, 't zou hem even aanjenaam zijn geweest, als dit bericht. In dien aartsvaderlijken tijd, toen nog de tok zijn brutale welsprekendheid in prakijk bracht, was ook de dukaat eene macht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl