De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 20 februari pagina 5

20 februari 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

?i ,r No. 504 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. «a dat ik de responsabiliteit draag, voor al wat in dit departement plaats grijpt. Ik wacht de stukten in quaestie van middag te twee uren. Het is deze taal, die in de Ooievaarsstad bij de deftige gelegenheden de aangewezene is, en al wil ik toegeven, dat ik hier pp een gebied ben, dat niet zuiver Haagsch meer is, ik geloof toch, dat nergens zoozeer als juist in den Haag deze taal ook in gewone gesprekken is doorgedrongen. Tegenover die Hagenaars, die hun glorie zoe ken in eene noodelooze opeenstapeling van niets beteekenende woorden*, staan anderen, die er een «er in stelleu, alles met hetzelfde woord af 4e doen. Een van deze bevoorrechte woorden is het woord: maken. Men maakt muziekpartijen, op welke men eene symphonie van Beethoven, of een pianoquartet van Mozart maakt; men maakt whistpart\jen, waar uw partner, nu al den geheelen avond ruiten maakt.-" men maakt zaken zoowel als flaters, prachtige caramboles evenzeer als . reisjes. En nu aan het eind, een lofspraak. Ik durf beweren, dat den Haag eene van de weinige steden, zoo niot de eenige stad, is, waarvan de beschaafde inwoner, als hij niet in 't denkbeeld verkeert, dat vreemde woorden er nu eenmaal zoo bij hooren", Nederlandsen spreekt, dat der zuivere Hollandsche taal het meest nabij komt. Den Haag, Januari 1887. R. STELLWAGEN. OVER BOEKEN. IV. Ook de achttiende eeuw heeft op het gebied der boekdrukkunst tal van beroemde namen aan te wijzen. Om slechts enkelen te vermelden noem ik hier Breitkopf te Leipzig, von Trattner te Weenen, de Fransche Didots te Parijs, Baskerville in Engeland, in welk land ook do drukkerij van Lord Ularendonj te. Oxford, de Clarendon Press uitmuntte, AVetstein te Enschedéin Nederland, Ook aan verschillende hoven ontstond liefhebberij voor het drukken van boeken. Keizer Jozef II had als kroonprins een eigen drukkerij, waar hij zelf als boekdrukker werkzaam was. Arooral in Frankrijk heerschte onder de koninklijke familie groote voorliefde voor deze bezigheid. Lodewijk XV heeft zelf een boek gedrukt; hetzelfde deden de moeder van Lodewijk XVI en de hertog van Bourgondië; de hertogin de Bourbon, natuurlijke dochter van Lodewijk XV had een drukkerij in het Palais-Bourbon. Het voorbeeld der leden van de koninklijke familie werd door andere grooten nagevolgd; zoo liet zich de markiezin de Pompadour een drukkerij inrichten. Ook leden van den hoogen adel, bv. de prins de Ligne, hadden in hunne kasteelen eigen drukkerijen. Ook de koninklijke drnkkerij te Parijs genoot de bescher ming van de regeerende vorsten. De regent gaf in 171ó bevel om voor deze drukkerij Chineesche typen te snijden; de dood van den graveur met dezen arbeid belast liet het werk onvoltooid, tot eerst in onze eeuw de taak ten einde werd ge bracht. Ook in andere landen werden menig maal door de regeeringen bewijzen van belang stelling en aanmoediging aan boekdrukkers gege ven, in Oostenrijk werden er zelfs eenige in den adelstand verheven. Maar ook in deze eeuw onder vond deze tak van nijverheid nog tal van belem meringen van de censuur. In de tweede helft der eeuw, omstreeks 1770, werd in Beieren een nieuwe catalogus van verboden boeken gedrukt. Het is volstrekt niet onbelangrijk hier eenige titels van de hjst af te schrijven. AVij vinden er eenige werken van Rousseau, o. a. Emile, Bayle's Dictionnaire historique et critique, La Mettries Oeuwes, de werken van den mysticus Jakob Böhme, verschillende geschriften van Voltaire, bv. Pensees philisophiques, Sur la religion naturelle, La Pucelle, Bocaccios Decamerone, enz. In Pruisen onder Frederik den Groote en in Oostenrijk onder Jozef II werd de censuijr nog al liberaal toepast. In Engeland bestond wel geen eigenlijk gezegde censuur, maar maatregelen, welke de vrijheid van drukpers beleinmerenden, waren in dat land in de achttiende eeuw niet zeldzaam, ofschoon ook eenige gunstige bepalingen ten opzichte van het auteursrecht vastgesteld werden. Drukkend was echter bv. het voorschrift in 1711 uitgevaardigd, dat van uit het buitenland ingevoerde boeken 30 pCt, der waarde als inkomend recht betaald moest worden. In 1718 werd het zegel voor de nieuwsbladen ingevoerd. Ook in Frankrijk werd de hier besproken tak van nijverheid door allerlei lastige bepalingen gedrukt. Niet slechts, dat zui verheid in het geloof tot eerste voorwaarde werd gesteld en niemand het bedrijf van boekdrukker of boekverkooper mocht uitoefenen, die niet een getuigschrift van zijn patroon kon overleggen ten op zichte van zijn goed gedrag en het bijwonen van de katholieke godsdienstoefeningen, maar men regelde ook van hoogerhand de inrichting der drukkerijen. In 1713 bv. werd vastgesteld, dat elke drukkerij minstens vier persen en acht soor ten van antique letter hebben moest. Ofschoon de revolutie ook op dit gebied een geheele om keering ten gevolge had, zoo zijn toch ook in de laatste jaren der vorige eeuw boekdrukkers te Parijs wegens het drukken van boeken, welke aan de heerschende partij niet welgevallig waren, ter dood gebracht. Wat de heer Bouchat ons in zijn boekje me dedeelt over de achttiende eeuw, geldt nagenoeg uitsluitend Frankrijk en daarbij voornamelijk de gravures. Men weet dat in deze periode tal van beroemde graveurs in dat land arbeidden, wier werken thans nog zeer gezocht zijn. Talrijke fraaie afbeeldingen door den heer Bouchat nevens den tekst geplaatst, geven den lezer eenig denk beeld van de keurige wijze, waarop bv. Cochin, Eisen, Moreau's, Choffard, enz. de graveernaald hanteerden. Aan het einde van Bouchot's geschrift wordt gehandeld over de letters, het drukken, papier en inktsoorten en over het binden. Het versieren van het uitwendige van het boek dagteekent reeds van zeer ouden tijd. Bij de oude Romeinen bv. werden aan het uitwendig voorkomen der boek rollen dikwijls veel zorg besteed. Scneca hekelde het verzamelen van boeken, niet om ze voorstudie te gebruiken, maar enkel om er bv. de eetzaal mede te versieren. En hij was niet de eenige. Derome deelt dien aangaande in Le luxe des livres aar dige bijzonderheden mede. Ook later ging hot binden van handschriften dikwijls met veel kosten gepaard. Het in omloop brengen van ongebon den handschriften was vroeger g: en gewoonte. Toch was het binden niet, vrat men tegenwoordig daaronder verstaat. De bladen v.erden door koorden stevig aan elkander bevc 'igd en tusschen stevige houten planken bevcsii^d. Het hout werd overtrokken met leder o! perkament. Daar men gewoon was de boekmi neer iu leggen en niet neer te zetten, zooals v. y Jiet doen, werd veelal op het Ieder, koperen of ijzeren pennen aangebracht om beschadiging door scheuren te voorkomen. Die houten bedekkingen werden sonio rijk uitgcdosclit, met kostbaar fluweel-over trekken en rijk met goud of juweelen versierd. In Duitschland werd vroeger veel zwijnonieer ge bruikt, waarin allerlei voorstellingen werden afge drukt. De kunst van smaakvol binden is uit Italiënaar Frankrijk gebracht door Grolier. Onder de banden der zestiende eeuw vond men reeds ware meesterstukken, De rijke liefhebbers als Grolier en koning Frans I, lieten hunne boeken in marokijn binden, terwijl de banden met hun naam en devies, fraaie arabesken of emblemen voorzien en rijk verguld waren. .Zulk een band te vervaardigen kostte veel tijd. Het goudblad werd op het leder gelegd en de vergulder braildde met een heet ijzer het goud in het leer; de band werd als het ware gegraveerd. Beroemd zijn de banden voor Hendrik II en Diana van Poitiers vervaardigd, terwijl ook Catharina de Medicis smaakvolle banden liet vervaardigen. De beroemde boekdrukker Geoffroy Fory was ook als boekbin der vermaard. Frankrijk is steeds bij uitnemend heid het land geweest, waar deze kunst beoefend werd. Onder Hendrik III, maakten de Eve's zich naam, in de zeventiende eeuw werd iemand be kend onder den naam van Ie Gascon en Fl. Bodier, in de achttiende de Pasdeloup's en de Derome's. In onze eeuw blonken uit Trautz-Bauzonnet. Cape, M. Michel en vele anderen. Ik eindig mot hen, j die in dit onderwerp belangstellen, te verwij/en naar het onlangs verschenen prachtvverk La Reliu/re moderne, fantastene et artiftique van O. zanne. AV. P. C. K. VARIA. De bekende Engelsche romanschrijfster Tvlrs. II. AVood is den elfden dezer te Londen overleden. In haar verliest de Engelsche litteratuur eene harer populairste en vruchtbaarste schrijfsters. Miss Price werd in 1820 te AVorccstcr geboren, maar begon eerst in 1860 zich aan letterkunde te wijden. Zij won toen een prijs van 100 pond sterling, dien een Schotsch matigheidsgenootschap had uitgeloofd voor de beste matigheids-novclle. Het bekroonde verhaal heette Danesbiiry House. Van nu aan wijdde zij zich aan den roman en haar East-Lynne vestigde haar roem: de 141ste druk is er thans van verschenen. Deze roman is in alle Europeesche talen vertaald en driemaal voor het tooneel bewerkt. Van hare andere romans, ongeveer dertig in getal, zijn de meest bekenden: Johnny Ludloio, 2he Chauwings, Lord Oakbwn's daughter. Oswald Cray, Pomeroy Abbey, enz. Het door haar ge redigeerde tijdschift Argosy bevat het begin van een nieuwen roman Lady Gray, waarvan het ma nuscript geheel gereed is. Ter gelegenheid van Clara Ziegler's vijf-en-twintigjarig jubilu als tooneelspeelster, dat op 21 Februari gevierd zal worden, verschijnt te München eene feestgave, die haren vereerders zeer welkom zal zijn. Het is haar portret als 8app]u>, eene fraaie ets van Johann Lindner, vol diepe conceptie en degelijk van uitvoering; de prijs van het por tret is 10 mark. Te AAreenen is eene bekende persoonlijkheid, de schilder Daniël Penther, custos aan de akademie voor beeldende kunsten, overleden. Penther was kunstenaar, maar vooral kunstkenner en verzame laar. Zijn jeugd had hij in Itaüen Parijs doorbragt, daarna vertoefde hij geruimcn tijd in Tiflis om er eene Russische grootvorstin onderricht in het schilderen te geven. Als schilder was Penther meer uitstekend copiist dan zelfstandig schepper; als kenner, vooral van oud Spaansche en oud Italiaansche kunst, had hij zijn gelijke niet. Zijne brochure over de ver zameling van de Hermitage te St, Petersburg is een werk vol scherpzinnigheid en geleerdheid. Penther laat eene verzameling schilderijen na, zoowel van oudere Zuidelijke, als van moderne AVeener meesters. Eene specialiteit van zijne ver zameling vormen de prachtige goudsmidswerken, daaronder een rijke collectie kostbare ringen, van de Gothiek tot het Rococo-tijdvak. Op 11 Februari - volgens Russische telling 30 Januari herdacht al wat in Rusland op beschaving aanspraak maakt, den dag, waarop vijftig jaar geleden de dichter Alexander Sergojewïtsch Puschkin het leven verloor. De geheele Russische pers, in alle doelen van het rijk, wijdde den dichter kleinere of grootere artikelen; de gymnasia herdachten den doode door redevoerin gen en de schouwburgen door voorstellingen. Te St. Petersburg hield een leerling van de derde klasse van het gymnasium, een kleinzoon van Puschkin, eene voordracht over de letterkundige beteekenis van zijn grootvader; in de stndentenvcreeniging hield Prof. O. Muller een lange rede, waarin hij de tegenstrijdigheid tnsschen den grooten dichter en diens omgeving wist te verklaren, De St. Peterburgsche Opera opende de voorstel ling met een tooneel uit l'uschkiii's Riisnalka; hierop volgde het eerste bedrijf van Tschaikowski's Jeicgem Oregïn, waarvan het libretto aan liet ge dicht van denzelfden naam van Puschkin ontleend is. De avond werd verder gevuld mot tooneelen uit de opera's Muzeppa cnRusslanundLitdmilla. De Berliner Courier knoopt aan hot verslag van dezen herinneringsdag do volgende opmer kingen vast: Heden voor vijftig jaren verloor Rusland zijn grootsten dichter in een duel met een Franschen chevalier d'industrie. De zooge naamde wetten der eer" doden het noodzakelijk schijnen, dat een der uitstekcndste schrijvers van alle landen en tijden zich met het wapen in de hand plaatste tegenover iemand, die hoogstens een nul, een waardeloos mensch was; en die later bleek een avonturier en bedrieger te zijn. In den bloei zijner jaren, acht-en-dertig jaar, oud, in de volheid zyner scheppingskracht midden uit den arbeid, die aan zijn volk en aan de beschaafden van alle natiën gouden vruchten beloofde, rukte hem de kogel van den tegenstander weg. De dichter werkte, aangebeden door de bes ten van zijn land, dat door zijn genie eerst in de wereldlitteratuur ingevoerd werd, vereerd door eene geheele wereld, en begunstigd met eene schoone vrouw. Een nietswaardige vreemde maakt zijne vrouw op onbeschaamde wijze het hof, en de echt genoot is verplicht, zich de traditioneele genoeg doening te verschaffen. Hij daagt den aanrander zijner eer uit, en de genoegdoening bestaat daarin, dat de beleediger hem, den beleedigde neerschiet." De Parijsche concerten Lamoureux en Colonne blijven steeds concurrenten. Lamoureux gaf den vorigen Zondag een concert, waarmede hij niet zooveel publiek gelokt had, als hij verdiende; het bestond bijna geheel uit nieuwe werken van Fransche componisten van onzen tijd. Het voor naamste was eene symphonie van Lalo, eene sym phonie in G-moll, die men naai»Haydn's symphonie met den paukenslag, de symphonie met het ba zuingeschal zou kunnen noemen. Zij maakt wel indruk, ofschoon men aan het telkens wederkeerende koperakkoord, plotseling in het piano neef vallend, iets brutaals en kinderachtigs niet ont zeggen kan. Toch was het werk zeer interessant; de tweede afdeeling, het Vivace, was buitengewoon melodieus en allerliefst; de uitvoering was uit muntend, alle, van tijd tot tijd zeer grillige, nuan ces, door den componist aangegeven, werden nauwkeurig uitgevoerd. Ook werken van Guiraud en van Chabrier vulden het programma. In de salie Erard gaf Clotilde Kleeberg een klassiek concert met medewerking van het orkest van het Conservatoire. Zij liet zich vier jaar ge leden op de concerten van Pasdeloup hooren, maar is in kracht en nuanceering zeer vooruit gegaan. Zij speelde Beethoven's G-dur-concert met eene cadenz van Saint-Saëns, een concert van Chopin, en een tiental kleinere compositiën. Het Maartnummer van de Deutsche Revue zal naar men verneemt, Mémoires van A'orst Alexan der van Bulgarije bevatten, echter niet door hem zelf, maar door een hofbeambte en reisgezel van den vorst, niet de hofprediker Koch, opgesteld Schaakspel. No. 60. A'an C. PLANK, te Weijbridge. Eerste prijs in het tornooi van Toronto Week." ZWART. a b c d e f g h WIT. (Wit 5 en Zwart 10 stukken met K. e-i.) AVit speelt voor en geeft in drie zetten mat. Schaakwedstrijd per briefwisseling tusschen St. Petersburg en Londen 1). AVit St. P. Zwart L. AVit L. Zwart St. P. e'2 c4 l e7 eó gl f3 l d7 d5 gl f3 2 b8 c.6 d2 d4 2 c8 g4 11 c4 3 f8 c5 f3 e5 3 g4 b.5 b2 b4 4 c5 X M g2 g4 4 h5 g6 c2 c3 5 b4 có ^h2 h4 5 e7 e6 o o (i d7 dfa' cl f4 6 f7 f6 ? d2 d4 7 e5 X d4 e5 X g6 7 h7 X g6 c3 X d4 8 có X bödl d3 8 g6 g5 b l c3 9 c8 g4 f4 g3 9 b8 cC c4 bó 10 K. 08?föd3 güf 10 K.e8 - d7 cl e3 11 g8 e7 c2 c3 11 d8?e8 a2 a4 12 . . . . Het St. Petersburger schaakgezolschap telt ge middeld zestig leden, welke elk per jaar 12 roebels contributie betalen; plus 3 roebels entree voor nieuwe leden. Zij vergaderen sedert l Januari 1887 in een nieuw lokaal Moika, bij Newsky Prospect no. 38. Het bestuur bestaat uit de heereu Tschigorin, A'oorzitter, Grengmuth, Michelson. Morossow en Jasurin. 1) AArij zien hier het begin eener vredelievende strijd waaraan geen bloed en tranen zal kleven Het New-Yorker Belletristische Journal heeft in zijn nommor van 9 December een schaakrubriek geopend met het volgende fraaie probleem van AV. A. Shinkman. AVit K. h2, D. cl, T. d2 er 1)6, R. d6 (5). Zwart K. d4, T. a7, R. do, Pd h3, pions c4, d,"> en o4 (7 st. AVit geeft in drie, zotten mat. 58. OPLOSSING A7AN SCHAAKPEOBLEEM No. Van E. H. E. van AAroeldercn. AVit l U3 d7!, c8 dG ; 2 d7 bó f, d6 X oó; 3 e8 X f7 matl Als boven, gl X '14 ; 2 d7 y d4 f, c4 b3 : 3 d4 c4 mat. l , d3 có; 2 08 X f7 t?có eö; 3 f7 X l , Anders; 2 D. of R, zet mat, No. Ó8A van G. J. Slater. l f8- g7,g6 h7; 2 eöf8 mat. l Als boven, go fó: 2*b7 bl mat l , gG hó; 2 b7 f7 mat, No. Ó8B van J. Kohtz en C. Kockelkorn. l e4 g4, bl X c2; (a) 2 o2 eó mat. a) l Als boven, dl X c2; b) 2 g4 a4 mat. b) l , Anders; tnsschen C. J. C. en H. AV. C., mat. Eindstelling Rotterdam. 1... b7 g2 a) 2 d4 06, d7 c8 1); 3 06 có, g2 ii.'ï; 4 dG d7 f, b.3 X «17 (als 4... c8 d8: 5 b6 b7), 5 có X d7, c8 X d7, 6 có do, d7 (18, 7 do d6! (18 c8; 8 dG cG, c8 b8; 9 bG b7 en wint. 1) Bij 2 g2 f3 (als 2... d7 cG: 3 bG b7, cG X 1)7: 4 dG - d7). Bij 3 eG go f, d7 c8, 4 bG b7 j- f3 X b7. ó c5 X »7, c8 X 1)7; 6 eó?cG en wint. a) l ... b7 a8 b) 2 d4 1)3, d7 c6, 3 oó eG. cG X 1)'!; 4 dG d7 en wint. Of (B).. . 1)7 c8' c) 2 eó do, c,8 b7 f, ?' do có, b7 e4; 4 d4 b3, d7 c8, ó b.'ïaó, e4 fó: 6 b b? -j-, c8 b8; 7 có bG, fó d7; 8 aó cG f. d7 X c<>> 9 bG X cG en wint. Bij c) . . b7 aG (d 2 d4 b3, (17 -- cG; 3 b.'J có, aG c.8; 4 b6 b7 en wint. d) l ...' d7 c-8, 2 eöeö. b7 g2, 3 dG (17 f, c8 dS: 4 eG dG, g2 do; ó bG 1)7 en den volgenden zet mat. Aangenaam zal het ons wezen, indien inzenders Tanditeindspel hunne oplossingen mot de bovenstaande mochten willen vergelijken. 2 fl c3 mat, INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is opgelost door C. T. v. H. te Amster is dam no. 08 met A en B, no. 09 met bis en hè; eindspel van C. J. C. en H. AV. C. B. B. t< Utrecht no. 57 met B en 08 met A en B. Ilcnri te Amsterdam de eindstelling (behouden; enkele schrijffouten) good. C. en H. te Amsterdam 58 met bis, 59 met bis. BRIEFAVISSELING. J. C. B. TIw briefkaart van 24/1 kwam om dezer dagen pas in handen. Faalt bij goed tegen spel. ~ Do o d bericht, Te Rome is op 35jarig( leeftijd plotseling aan een hartziekte overleden de heer C. B. van Sittart, vroeger redacteur var de Rivista Degli Scacclii. Hij had eene groot( schaakbibliothoek. In 1884 heeft hij het volgende zelfmat in tweo zetten, opgedragen aan de hcej en mevrouw Rowland te Dublin. AVit K. f4, T. c3, R, l>2 en fö, D. e7, Pd. cE en go, pions a.'5, g.'ïon g4 (10. Zwart K. d4, 1). a4, Pions b3, c4 en g6 (5) AATit begint, DE JONGE GRIJSAARD, door TUOJIAS BAILEY ALDBICH. lic woon te Boston. Dagelijks, naar mijn bureau gaande, kwam ik een heer tegen, die mijne op merkzaamheid trok. Zijne oogen waren dof, en zijne haren, die tot op zijne schouders vielen, waren zilverwit. Die oogcn en die haren schenen aan een zestig-jarige te behooren; overigens scheen de wandelaar niet ouder dan dertig. Hij trok niet alleen mijne opmerkzaamheid; zijn jeug dige houding, zijn veerkrachtige stap, in volkomen tegenstelling met zijn eerwaardig hoofd, deden hem ook door mijne vrienden opmerken. Eindelijk kwam een van ons zijne geschiedenis te hooron. Ik was te Parijs, toen hij begraven werd", zcide de persoon die hem hot verhaal deed. Begraven?" ., Althans iets, dat er veel op lijkt. Maar laat ons bij het begin beginnen .... In een salon, waarvan de hooge vensters op do place A'endóme uitzagen, waren drie personen vcrcenigd: do heer Dorine, die, mot den rug naar liet venster, het Journal de* l)ébats las, en van tijd tot tijd zijne lectuur staakte, om zijn bril af te vegen, madcmoisello Dorine en een jeugdig Ame rikaan. Er was op dit oogcnblik geen gelukkiger mensch te Parijs dan Philipp AVcntworth. De dag scheen hem zoo schoon, dat hij nauwelijki aan den volgenden durfde denken. AArat kon de toekomst hem nog brengen? AVat kon zij hem ontnemen?" Dat zeide AVentworth bij zichzelven des namiddags ten vier uur. En toch, toen hij 's avonds te negen uur af scheid nam, toen hij Mlle Julic Dorine de hand gekust had, schoon hij zoo gelukkig niet meer. Ir een al te groot geluk is een weinig melancholie. droefheid, voorgevoel gemengd. De heer Dorine, die 's avonds den Temp» las. hield even op. Als het huis inderdaad zoo mooi is," zeid« hij, zou ik u raden, het dadelijk te huren. Ik zou wel met u willen meegaan, Philippe, maar. om u de waarheid te zeggen, daar ik u den vogft geef, moet gij het kooitje kiezen. Denk er aan dat de laatste trein van daar om vijf uur vertrekt en kom niet te laat, want morgen avond gaan wij naar den Schouwburg, dus tot morgen!" En hij las weer zijn 'lemps, terwijl Julie haren aanstaande uitliet. Den volgenden morgen kwam Philipp mot den eersten trein te Rambouillet aan. Een halfuurtje wandelens door de bosschen, bracht hem bij het buitentje, dat hij huren wilde. Ilij bezocht de stallen, do vijvers, de bosschen, het huis zelf, ontbeet bij den eigenaar, en na het huurcontracl

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl