Historisch Archief 1877-1940
?i ,r
No. 504
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
«a dat ik de responsabiliteit draag, voor al wat in
dit departement plaats grijpt. Ik wacht de
stukten in quaestie van middag te twee uren.
Het is deze taal, die in de Ooievaarsstad bij
de deftige gelegenheden de aangewezene is, en
al wil ik toegeven, dat ik hier pp een gebied ben,
dat niet zuiver Haagsch meer is, ik geloof toch,
dat nergens zoozeer als juist in den Haag deze
taal ook in gewone gesprekken is doorgedrongen.
Tegenover die Hagenaars, die hun glorie zoe
ken in eene noodelooze opeenstapeling van niets
beteekenende woorden*, staan anderen, die er een
«er in stelleu, alles met hetzelfde woord af 4e
doen. Een van deze bevoorrechte woorden is het
woord: maken. Men maakt muziekpartijen, op
welke men eene symphonie van Beethoven, of
een pianoquartet van Mozart maakt; men maakt
whistpart\jen, waar uw partner, nu al den geheelen
avond ruiten maakt.-" men maakt zaken zoowel
als flaters, prachtige caramboles evenzeer als
. reisjes.
En nu aan het eind, een lofspraak. Ik durf
beweren, dat den Haag eene van de weinige
steden, zoo niot de eenige stad, is, waarvan de
beschaafde inwoner, als hij niet in 't denkbeeld
verkeert, dat vreemde woorden er nu eenmaal
zoo bij hooren", Nederlandsen spreekt, dat der
zuivere Hollandsche taal het meest nabij komt.
Den Haag, Januari 1887. R. STELLWAGEN.
OVER BOEKEN.
IV.
Ook de achttiende eeuw heeft op het gebied
der boekdrukkunst tal van beroemde namen aan
te wijzen. Om slechts enkelen te vermelden noem
ik hier Breitkopf te Leipzig, von Trattner te
Weenen, de Fransche Didots te Parijs, Baskerville
in Engeland, in welk land ook do drukkerij van
Lord Ularendonj te. Oxford, de Clarendon Press
uitmuntte, AVetstein te Enschedéin Nederland,
Ook aan verschillende hoven ontstond liefhebberij
voor het drukken van boeken. Keizer Jozef II
had als kroonprins een eigen drukkerij, waar hij
zelf als boekdrukker werkzaam was. Arooral in
Frankrijk heerschte onder de koninklijke familie
groote voorliefde voor deze bezigheid. Lodewijk
XV heeft zelf een boek gedrukt; hetzelfde deden
de moeder van Lodewijk XVI en de hertog van
Bourgondië; de hertogin de Bourbon, natuurlijke
dochter van Lodewijk XV had een drukkerij in
het Palais-Bourbon. Het voorbeeld der leden van
de koninklijke familie werd door andere grooten
nagevolgd; zoo liet zich de markiezin de
Pompadour een drukkerij inrichten. Ook leden van
den hoogen adel, bv. de prins de Ligne, hadden
in hunne kasteelen eigen drukkerijen. Ook de
koninklijke drnkkerij te Parijs genoot de bescher
ming van de regeerende vorsten. De regent gaf
in 171ó bevel om voor deze drukkerij Chineesche
typen te snijden; de dood van den graveur met
dezen arbeid belast liet het werk onvoltooid, tot
eerst in onze eeuw de taak ten einde werd ge
bracht. Ook in andere landen werden menig
maal door de regeeringen bewijzen van belang
stelling en aanmoediging aan boekdrukkers gege
ven, in Oostenrijk werden er zelfs eenige in den
adelstand verheven. Maar ook in deze eeuw onder
vond deze tak van nijverheid nog tal van belem
meringen van de censuur. In de tweede helft der
eeuw, omstreeks 1770, werd in Beieren een nieuwe
catalogus van verboden boeken gedrukt.
Het is volstrekt niet onbelangrijk hier eenige
titels van de hjst af te schrijven. AVij vinden er
eenige werken van Rousseau, o. a. Emile, Bayle's
Dictionnaire historique et critique, La Mettries
Oeuwes, de werken van den mysticus Jakob
Böhme, verschillende geschriften van Voltaire, bv.
Pensees philisophiques, Sur la religion naturelle,
La Pucelle, Bocaccios Decamerone, enz.
In Pruisen onder Frederik den Groote en in
Oostenrijk onder Jozef II werd de censuijr nog
al liberaal toepast.
In Engeland bestond wel geen eigenlijk gezegde
censuur, maar maatregelen, welke de vrijheid van
drukpers beleinmerenden, waren in dat land in
de achttiende eeuw niet zeldzaam, ofschoon ook
eenige gunstige bepalingen ten opzichte van het
auteursrecht vastgesteld werden. Drukkend was
echter bv. het voorschrift in 1711 uitgevaardigd,
dat van uit het buitenland ingevoerde boeken
30 pCt, der waarde als inkomend recht betaald
moest worden. In 1718 werd het zegel voor de
nieuwsbladen ingevoerd. Ook in Frankrijk werd
de hier besproken tak van nijverheid door allerlei
lastige bepalingen gedrukt. Niet slechts, dat zui
verheid in het geloof tot eerste voorwaarde werd
gesteld en niemand het bedrijf van boekdrukker
of boekverkooper mocht uitoefenen, die niet een
getuigschrift van zijn patroon kon overleggen ten op
zichte van zijn goed gedrag en het bijwonen van
de katholieke godsdienstoefeningen, maar men
regelde ook van hoogerhand de inrichting der
drukkerijen. In 1713 bv. werd vastgesteld, dat
elke drukkerij minstens vier persen en acht soor
ten van antique letter hebben moest. Ofschoon
de revolutie ook op dit gebied een geheele om
keering ten gevolge had, zoo zijn toch ook in
de laatste jaren der vorige eeuw boekdrukkers te
Parijs wegens het drukken van boeken, welke aan
de heerschende partij niet welgevallig waren, ter
dood gebracht.
Wat de heer Bouchat ons in zijn boekje me
dedeelt over de achttiende eeuw, geldt nagenoeg
uitsluitend Frankrijk en daarbij voornamelijk de
gravures. Men weet dat in deze periode tal van
beroemde graveurs in dat land arbeidden, wier
werken thans nog zeer gezocht zijn. Talrijke
fraaie afbeeldingen door den heer Bouchat nevens
den tekst geplaatst, geven den lezer eenig denk
beeld van de keurige wijze, waarop bv. Cochin,
Eisen, Moreau's, Choffard, enz. de graveernaald
hanteerden.
Aan het einde van Bouchot's geschrift wordt
gehandeld over de letters, het drukken, papier
en inktsoorten en over het binden. Het versieren
van het uitwendige van het boek dagteekent
reeds van zeer ouden tijd. Bij de oude Romeinen
bv. werden aan het uitwendig voorkomen der boek
rollen dikwijls veel zorg besteed. Scneca hekelde
het verzamelen van boeken, niet om ze voorstudie te
gebruiken, maar enkel om er bv. de eetzaal mede te
versieren. En hij was niet de eenige. Derome
deelt dien aangaande in Le luxe des livres aar
dige bijzonderheden mede. Ook later ging hot
binden van handschriften dikwijls met veel kosten
gepaard. Het in omloop brengen van ongebon
den handschriften was vroeger g: en gewoonte.
Toch was het binden niet, vrat men tegenwoordig
daaronder verstaat. De bladen v.erden door
koorden stevig aan elkander bevc 'igd en
tusschen stevige houten planken bevcsii^d. Het hout
werd overtrokken met leder o! perkament. Daar
men gewoon was de boekmi neer iu leggen en
niet neer te zetten, zooals v. y Jiet doen, werd
veelal op het Ieder, koperen of ijzeren pennen
aangebracht om beschadiging door scheuren te
voorkomen. Die houten bedekkingen werden
sonio rijk uitgcdosclit, met kostbaar fluweel-over
trekken en rijk met goud of juweelen versierd.
In Duitschland werd vroeger veel zwijnonieer ge
bruikt, waarin allerlei voorstellingen werden afge
drukt. De kunst van smaakvol binden is uit
Italiënaar Frankrijk gebracht door Grolier. Onder
de banden der zestiende eeuw vond men reeds
ware meesterstukken, De rijke liefhebbers als
Grolier en koning Frans I, lieten hunne boeken
in marokijn binden, terwijl de banden met hun
naam en devies, fraaie arabesken of emblemen
voorzien en rijk verguld waren. .Zulk een band
te vervaardigen kostte veel tijd. Het goudblad
werd op het leder gelegd en de vergulder braildde
met een heet ijzer het goud in het leer; de band
werd als het ware gegraveerd. Beroemd zijn de
banden voor Hendrik II en Diana van Poitiers
vervaardigd, terwijl ook Catharina de Medicis
smaakvolle banden liet vervaardigen. De beroemde
boekdrukker Geoffroy Fory was ook als boekbin
der vermaard. Frankrijk is steeds bij uitnemend
heid het land geweest, waar deze kunst beoefend
werd. Onder Hendrik III, maakten de Eve's zich
naam, in de zeventiende eeuw werd iemand be
kend onder den naam van Ie Gascon en Fl. Bodier,
in de achttiende de Pasdeloup's en de Derome's.
In onze eeuw blonken uit Trautz-Bauzonnet. Cape,
M. Michel en vele anderen. Ik eindig mot hen, j
die in dit onderwerp belangstellen, te verwij/en
naar het onlangs verschenen prachtvverk La
Reliu/re moderne, fantastene et artiftique van O.
zanne. AV. P. C. K.
VARIA.
De bekende Engelsche romanschrijfster Tvlrs. II.
AVood is den elfden dezer te Londen overleden.
In haar verliest de Engelsche litteratuur eene
harer populairste en vruchtbaarste schrijfsters.
Miss Price werd in 1820 te AVorccstcr geboren,
maar begon eerst in 1860 zich aan letterkunde
te wijden. Zij won toen een prijs van 100 pond
sterling, dien een Schotsch matigheidsgenootschap
had uitgeloofd voor de beste matigheids-novclle.
Het bekroonde verhaal heette Danesbiiry House.
Van nu aan wijdde zij zich aan den roman en
haar East-Lynne vestigde haar roem: de 141ste
druk is er thans van verschenen. Deze roman is
in alle Europeesche talen vertaald en driemaal
voor het tooneel bewerkt.
Van hare andere romans, ongeveer dertig in
getal, zijn de meest bekenden: Johnny Ludloio,
2he Chauwings, Lord Oakbwn's daughter. Oswald
Cray, Pomeroy Abbey, enz. Het door haar ge
redigeerde tijdschift Argosy bevat het begin van
een nieuwen roman Lady Gray, waarvan het ma
nuscript geheel gereed is.
Ter gelegenheid van Clara Ziegler's
vijf-en-twintigjarig jubilu als tooneelspeelster, dat op 21
Februari gevierd zal worden, verschijnt te München
eene feestgave, die haren vereerders zeer welkom
zal zijn. Het is haar portret als 8app]u>, eene fraaie
ets van Johann Lindner, vol diepe conceptie
en degelijk van uitvoering; de prijs van het por
tret is 10 mark.
Te AAreenen is eene bekende persoonlijkheid,
de schilder Daniël Penther, custos aan de akademie
voor beeldende kunsten, overleden. Penther was
kunstenaar, maar vooral kunstkenner en verzame
laar. Zijn jeugd had hij in Itaüen Parijs
doorbragt, daarna vertoefde hij geruimcn tijd in Tiflis
om er eene Russische grootvorstin onderricht in
het schilderen te geven.
Als schilder was Penther meer uitstekend
copiist dan zelfstandig schepper; als kenner, vooral
van oud Spaansche en oud Italiaansche kunst, had
hij zijn gelijke niet. Zijne brochure over de ver
zameling van de Hermitage te St, Petersburg is
een werk vol scherpzinnigheid en geleerdheid.
Penther laat eene verzameling schilderijen na,
zoowel van oudere Zuidelijke, als van moderne
AVeener meesters. Eene specialiteit van zijne ver
zameling vormen de prachtige goudsmidswerken,
daaronder een rijke collectie kostbare ringen, van
de Gothiek tot het Rococo-tijdvak.
Op 11 Februari - volgens Russische telling
30 Januari herdacht al wat in Rusland op
beschaving aanspraak maakt, den dag, waarop
vijftig jaar geleden de dichter Alexander
Sergojewïtsch Puschkin het leven verloor. De geheele
Russische pers, in alle doelen van het rijk, wijdde
den dichter kleinere of grootere artikelen; de
gymnasia herdachten den doode door redevoerin
gen en de schouwburgen door voorstellingen. Te St.
Petersburg hield een leerling van de derde klasse
van het gymnasium, een kleinzoon van Puschkin,
eene voordracht over de letterkundige beteekenis
van zijn grootvader; in de stndentenvcreeniging
hield Prof. O. Muller een lange rede, waarin
hij de tegenstrijdigheid tnsschen den grooten
dichter en diens omgeving wist te verklaren,
De St. Peterburgsche Opera opende de voorstel
ling met een tooneel uit l'uschkiii's Riisnalka;
hierop volgde het eerste bedrijf van Tschaikowski's
Jeicgem Oregïn, waarvan het libretto aan liet ge
dicht van denzelfden naam van Puschkin ontleend
is. De avond werd verder gevuld mot tooneelen
uit de opera's Muzeppa cnRusslanundLitdmilla.
De Berliner Courier knoopt aan hot verslag
van dezen herinneringsdag do volgende opmer
kingen vast: Heden voor vijftig jaren verloor
Rusland zijn grootsten dichter in een duel met
een Franschen chevalier d'industrie. De zooge
naamde wetten der eer" doden het noodzakelijk
schijnen, dat een der uitstekcndste schrijvers van
alle landen en tijden zich met het wapen in de
hand plaatste tegenover iemand, die hoogstens
een nul, een waardeloos mensch was; en die later
bleek een avonturier en bedrieger te zijn. In
den bloei zijner jaren, acht-en-dertig jaar, oud,
in de volheid zyner scheppingskracht midden
uit den arbeid, die aan zijn volk en aan
de beschaafden van alle natiën gouden vruchten
beloofde, rukte hem de kogel van den tegenstander
weg. De dichter werkte, aangebeden door de bes
ten van zijn land, dat door zijn genie eerst in de
wereldlitteratuur ingevoerd werd, vereerd door eene
geheele wereld, en begunstigd met eene schoone
vrouw. Een nietswaardige vreemde maakt zijne
vrouw op onbeschaamde wijze het hof, en de echt
genoot is verplicht, zich de traditioneele genoeg
doening te verschaffen. Hij daagt den aanrander
zijner eer uit, en de genoegdoening bestaat daarin,
dat de beleediger hem, den beleedigde neerschiet."
De Parijsche concerten Lamoureux en Colonne
blijven steeds concurrenten. Lamoureux gaf den
vorigen Zondag een concert, waarmede hij niet
zooveel publiek gelokt had, als hij verdiende; het
bestond bijna geheel uit nieuwe werken van
Fransche componisten van onzen tijd. Het voor
naamste was eene symphonie van Lalo, eene sym
phonie in G-moll, die men naai»Haydn's symphonie
met den paukenslag, de symphonie met het ba
zuingeschal zou kunnen noemen. Zij maakt wel
indruk, ofschoon men aan het telkens
wederkeerende koperakkoord, plotseling in het piano neef
vallend, iets brutaals en kinderachtigs niet ont
zeggen kan. Toch was het werk zeer interessant;
de tweede afdeeling, het Vivace, was buitengewoon
melodieus en allerliefst; de uitvoering was uit
muntend, alle, van tijd tot tijd zeer grillige, nuan
ces, door den componist aangegeven, werden
nauwkeurig uitgevoerd. Ook werken van Guiraud
en van Chabrier vulden het programma.
In de salie Erard gaf Clotilde Kleeberg een
klassiek concert met medewerking van het orkest
van het Conservatoire. Zij liet zich vier jaar ge
leden op de concerten van Pasdeloup hooren,
maar is in kracht en nuanceering zeer vooruit
gegaan. Zij speelde Beethoven's G-dur-concert met
eene cadenz van Saint-Saëns, een concert van
Chopin, en een tiental kleinere compositiën.
Het Maartnummer van de Deutsche Revue zal
naar men verneemt, Mémoires van A'orst Alexan
der van Bulgarije bevatten, echter niet door hem
zelf, maar door een hofbeambte en reisgezel van
den vorst, niet de hofprediker Koch, opgesteld
Schaakspel.
No. 60.
A'an C. PLANK, te Weijbridge.
Eerste prijs in het tornooi van Toronto Week."
ZWART.
a b c d e f g h
WIT.
(Wit 5 en Zwart 10 stukken met K. e-i.)
AVit speelt voor en geeft in drie zetten mat.
Schaakwedstrijd per briefwisseling tusschen
St. Petersburg en Londen 1).
AVit St. P. Zwart L. AVit L. Zwart St. P.
e'2 c4 l e7 eó gl f3 l d7 d5
gl f3 2 b8 c.6 d2 d4 2 c8 g4
11 c4 3 f8 c5 f3 e5 3 g4 b.5
b2 b4 4 c5 X M g2 g4 4 h5 g6
c2 c3 5 b4 có ^h2 h4 5 e7 e6
o o (i d7 dfa' cl f4 6 f7 f6 ?
d2 d4 7 e5 X d4 e5 X g6 7 h7 X g6
c3 X d4 8 có X bödl d3 8 g6 g5
b l c3 9 c8 g4 f4 g3 9 b8 cC
c4 bó 10 K. 08?föd3 güf 10 K.e8 - d7
cl e3 11 g8 e7 c2 c3 11 d8?e8
a2 a4 12 . . . .
Het St. Petersburger schaakgezolschap telt ge
middeld zestig leden, welke elk per jaar 12 roebels
contributie betalen; plus 3 roebels entree voor
nieuwe leden. Zij vergaderen sedert l Januari
1887 in een nieuw lokaal Moika, bij Newsky
Prospect no. 38. Het bestuur bestaat uit de heereu
Tschigorin, A'oorzitter, Grengmuth, Michelson.
Morossow en Jasurin.
1) AArij zien hier het begin eener vredelievende
strijd waaraan geen bloed en tranen zal kleven
Het New-Yorker Belletristische Journal heeft in
zijn nommor van 9 December een schaakrubriek
geopend met het volgende fraaie probleem van
AV. A. Shinkman. AVit K. h2, D. cl, T. d2 er
1)6, R. d6 (5). Zwart K. d4, T. a7, R. do, Pd
h3, pions c4, d,"> en o4 (7 st. AVit geeft in drie,
zotten mat.
58.
OPLOSSING A7AN SCHAAKPEOBLEEM No.
Van E. H. E. van AAroeldercn.
AVit l U3 d7!, c8 dG ; 2 d7 bó f, d6 X oó; 3 e8 X f7
matl Als boven, gl X '14 ; 2 d7 y d4 f, c4 b3 : 3 d4 c4 mat.
l , d3 có; 2 08 X f7 t?có eö; 3 f7 X
l , Anders; 2 D. of R, zet mat,
No. Ó8A van G. J. Slater.
l f8- g7,g6 h7; 2 eöf8 mat.
l Als boven, go fó: 2*b7 bl mat
l , gG hó; 2 b7 f7 mat,
No. Ó8B van J. Kohtz en C. Kockelkorn.
l e4 g4, bl X c2; (a) 2 o2 eó mat.
a) l Als boven, dl X c2; b) 2 g4 a4 mat.
b) l , Anders;
tnsschen C. J. C. en H. AV. C.,
mat.
Eindstelling
Rotterdam.
1... b7 g2 a) 2 d4 06, d7 c8 1); 3
06 có, g2 ii.'ï; 4 dG d7 f, b.3 X «17 (als 4...
c8 d8: 5 b6 b7), 5 có X d7, c8 X d7, 6
có do, d7 (18, 7 do d6! (18 c8; 8 dG
cG, c8 b8; 9 bG b7 en wint.
1) Bij 2 g2 f3 (als 2... d7 cG: 3 bG
b7, cG X 1)7: 4 dG - d7).
Bij 3 eG go f, d7 c8, 4 bG b7 j- f3 X
b7. ó c5 X »7, c8 X 1)7; 6 eó?cG en wint.
a) l ... b7 a8 b) 2 d4 1)3, d7 c6, 3 oó
eG. cG X 1)'!; 4 dG d7 en wint. Of (B).. . 1)7
c8' c) 2 eó do, c,8 b7 f, ?' do có, b7 e4;
4 d4 b3, d7 c8, ó b.'ïaó, e4 fó: 6 b
b? -j-, c8 b8; 7 có bG, fó d7; 8 aó cG f.
d7 X c<>> 9 bG X cG en wint. Bij c) . . b7 aG (d
2 d4 b3, (17 -- cG; 3 b.'J có, aG c.8; 4 b6
b7 en wint. d) l ...' d7 c-8, 2 eöeö. b7 g2,
3 dG (17 f, c8 dS: 4 eG dG, g2 do; ó
bG 1)7 en den volgenden zet mat. Aangenaam
zal het ons wezen, indien inzenders
Tanditeindspel hunne oplossingen mot de bovenstaande
mochten willen vergelijken.
2 fl c3 mat,
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist is opgelost door C. T. v. H. te Amster
is
dam no. 08 met A en B, no. 09 met bis en hè;
eindspel van C. J. C. en H. AV. C. B. B. t<
Utrecht no. 57 met B en 08 met A en B.
Ilcnri te Amsterdam de eindstelling (behouden;
enkele schrijffouten) good. C. en H. te Amsterdam
58 met bis, 59 met bis.
BRIEFAVISSELING.
J. C. B. TIw briefkaart van 24/1 kwam om
dezer dagen pas in handen. Faalt bij goed tegen
spel. ~
Do o d bericht, Te Rome is op 35jarig(
leeftijd plotseling aan een hartziekte overleden
de heer C. B. van Sittart, vroeger redacteur var
de Rivista Degli Scacclii. Hij had eene groot(
schaakbibliothoek. In 1884 heeft hij het volgende
zelfmat in tweo zetten, opgedragen aan de hcej
en mevrouw Rowland te Dublin.
AVit K. f4, T. c3, R, l>2 en fö, D. e7, Pd. cE
en go, pions a.'5, g.'ïon g4 (10.
Zwart K. d4, 1). a4, Pions b3, c4 en g6 (5)
AATit begint,
DE JONGE GRIJSAARD,
door TUOJIAS BAILEY ALDBICH.
lic woon te Boston. Dagelijks, naar mijn bureau
gaande, kwam ik een heer tegen, die mijne op
merkzaamheid trok. Zijne oogen waren dof, en
zijne haren, die tot op zijne schouders vielen,
waren zilverwit. Die oogcn en die haren schenen
aan een zestig-jarige te behooren; overigens
scheen de wandelaar niet ouder dan dertig. Hij
trok niet alleen mijne opmerkzaamheid; zijn jeug
dige houding, zijn veerkrachtige stap, in volkomen
tegenstelling met zijn eerwaardig hoofd, deden
hem ook door mijne vrienden opmerken.
Eindelijk kwam een van ons zijne geschiedenis
te hooron. Ik was te Parijs, toen hij begraven
werd", zcide de persoon die hem hot verhaal
deed.
Begraven?" ., Althans iets, dat er veel op
lijkt. Maar laat ons bij het begin beginnen ....
In een salon, waarvan de hooge vensters op do
place A'endóme uitzagen, waren drie personen
vcrcenigd: do heer Dorine, die, mot den rug naar
liet venster, het Journal de* l)ébats las, en van
tijd tot tijd zijne lectuur staakte, om zijn bril af
te vegen, madcmoisello Dorine en een jeugdig Ame
rikaan. Er was op dit oogcnblik geen gelukkiger
mensch te Parijs dan Philipp AVcntworth. De
dag scheen hem zoo schoon, dat hij nauwelijki
aan den volgenden durfde denken. AArat kon de
toekomst hem nog brengen? AVat kon zij hem
ontnemen?" Dat zeide AVentworth bij zichzelven
des namiddags ten vier uur.
En toch, toen hij 's avonds te negen uur af
scheid nam, toen hij Mlle Julic Dorine de hand
gekust had, schoon hij zoo gelukkig niet meer. Ir
een al te groot geluk is een weinig melancholie.
droefheid, voorgevoel gemengd.
De heer Dorine, die 's avonds den Temp» las.
hield even op.
Als het huis inderdaad zoo mooi is," zeid«
hij, zou ik u raden, het dadelijk te huren. Ik
zou wel met u willen meegaan, Philippe, maar.
om u de waarheid te zeggen, daar ik u den vogft
geef, moet gij het kooitje kiezen. Denk er aan
dat de laatste trein van daar om vijf uur vertrekt
en kom niet te laat, want morgen avond gaan
wij naar den Schouwburg, dus tot morgen!"
En hij las weer zijn 'lemps, terwijl Julie haren
aanstaande uitliet.
Den volgenden morgen kwam Philipp mot den
eersten trein te Rambouillet aan. Een halfuurtje
wandelens door de bosschen, bracht hem bij het
buitentje, dat hij huren wilde. Ilij bezocht de
stallen, do vijvers, de bosschen, het huis zelf,
ontbeet bij den eigenaar, en na het huurcontracl