Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.504
te hebfeen, kon hij den trein van vijf
, ,ist halen. "
Biji van verre Parijs wederzag, met zijn
.die in de schemering flikkerden, zijn
en koepels, was het hem, alsof hij
h»d. Hij sprong uit den trein,
vóóreel «til stond, nam een flacre en liet
_ «ijn hotel brengen. Op de tafel lagen
hij gunde zich zelfs den tijd niet om de
B te bekijken; hij verkleedde zich snel
ireder in een flacre. De trein had naar
stapvoets gereden, het
vigelantescbeen een slakkengang te gaan.
. schelde; de bediende deed de deur open,
: hem mét de kalme waardigheid van alle
! «ija stok en hoed af.
Menheer," zeide de bediende, kan u op
«ogenblik niet ontvangen. Ik moet u in den
: laten!"
fe mejufvrouw Julie "
? J*, mijnheer."
Alleen?"
Alleen, mijnheer," zeide de bediende en
verbaasden blik den bruidegom aan, die
, «oord alleen" een beweging van
verras' niet kon onderdrukken, want het was zijn
.tête-a-tête met zijn aanstaande, naar de
i Parijsche gewoonte.
pp Uep haastig de trappen op, de
voorkai daar, waar Julie's liefste bloemen, die hij haar
«na had doen zenden, in stilte geurden, en
zachtkens de deur van den salon.
salen was in 't duister. Aan den voet van
_ _ candelaber stond, op een estrade, een
|p tósts van zwart hout. Daar naast, op een
een waskaars, eenige witte rozen. Julie
was dood!
gil, door Philipp geslaakt, deed den heer
oeschteten; de twee mannen hadden
elkan'feeo woord te zeggen; zij omhelsden
elkan' «likkend, en eerst een uur later vernam
Krorth wat er voorgevallen was.
i yorigen avond was Julie, als naar gewoonte,
hare kamer gegaan; zij had hare kamenier
gegeven, haar vroeg te wekken.
om zeven uur, de kamenier binnentrad,
oag zy hare meesteres, geheel gekleed,'in een
Itoel gezonken; zij scheen te slapen, Een boek
naast haar neergegleden; het bed was
ongede vetkaars was geheel verteerd. De kame
riep den heer Dorine; geneeskundige hulp
t'gehaald; de doode was reeds verstijfd; reeds
SuTorigen avond was zij gestorven.
Men had Philippe een telegram gezonden, aan
Ijet station te Rambouillet, het was hem niet
Overhandigd. Een brief, in het hotel op zijne tafel
om hem op het vreeselijk bericht voor te
aden, was blijven liggen; hij had verzuimd
de brieven te zien. De bediende, die hem
UK deur opende, meende dat Philippe alles wist;
«p deze wijze had hij zoo ruw en onvoorbereid
bet nieuws vernomen.
H.
De rijkdom en schoonheid van Mlle Dorine
hadden veel over haar plotseling sterven doen
spreken. Er was dus veel toeloop bij den lijkdienst
in de kerk der Rue d'Aguesseau, en bij het einde
gingen niet velen heen. Men wilde den stoet
»rgezellen naar het kerkhof Montmartre, waar
de begrafenis moest plaats hebben in den eigen
grafkelder der familie Dorine.
- Eene korte omschrijving is hier noodzakelijk.
grafkelder was omringd door een traliehek
voorafgegaan door een zeer kleine vestibule.
De kelder, van vijftien a twintig vierkante
voelea, was zeer donker, en bevatte twee granieten
sarkophagen, waarvan de een de letters J. D.
droeg, omgeven met een krans van witte leliën.
ea dikke ijzeren deur scheidde den grafkelder
?nn de vestibule: en, om niets te vergeten, zal
|k 'er bijvoegen, dat er een kleine ventilatiekoker
fn den muur was.
De Ijjkkoets hield stil voor het monument; de
Naaste bloedverwanten alleen traden in den
grafItelder. De kist werd afgelaten, men plaatste hem
*itt de sarkophaag, die daartoe in gereedheid
geiracht -was, en de deur werd weder gesloten en
knarste op haar verroeste hengels.
^ De heer Dorine stapte weer in het rijtuig, zoo
-Verdiept in zijne smart, dat hij niet bemerkte,
?dat hij er alleen was. De andere personen gingen
ian den ingang van het kerkhof uiteen. De
rijtuigen rolden in alle richtingen weg, de koetsiers
deden zelfs de vigelantepaarden draven. Men zou
jWggen, dat zij haast maakten om de dooden te
^Öitvlieden.
m.
Alles was zwijgend, toen Philipp de oogen
Opende Hij zag niets. Hij hief zich op, op een
«fleboog leunend. Waar was hij ? In ne seconde
had h\j zijn toestand begrepen. Hij was in den
grafkelder. Hij was in zwijm gevallen op het
?«ogenblik dat de deur gesloten werd. Niemand
liad in de verwarring van het einde der plech
tigheid zijn afwezigheid opgemerkt. Hij was be
graven, levend begraven!
,;, Eerst was hij verschrikt, doodelijk verschrikt.
_M»ar weldra werd hij bedaard. Het leven was
liets meer voor hem. Had hij niet honderdmalen
iedert Julie's dood, gewenscht te sterven, naast
haar begraven te worden?
? 'Een weinig vroeger, een weinig later, daar hij
toch het leven verlaten moest, waarom dan niet
ifeflrtond ? Maar de liefde die aan zijne wieg had
'gewaakt, zyne moeder, mocht hij die vergeten ?
?KM het niet lafhartig, een leven, dat hij haar
jjferschuldigd was, zonder strijd te verlaten? was
t^i niet evenveel, of meer, aan den levenden dan
'Éritti' de dooden verplicht ? Ja, hij moest dus trach
tten er uit te komen.
- Philipp Wentworth vereenigde bijna vrouwelijke
.gevoeligheid en een zekere traagheid, met eene
{geestkracht, die hem op het gegeven oogenblik
?tegen alle moeielijkheden kon doen worstelen.
?De afschuw des doods en van het graf zou
andeen misschien met machteloosheid geslagen
hebIben; zijn wilskracht daarentegen ontwaakte er
door. Hij zeide eenvoudig by zich zelf, dat hij
%*a opgesloten in een ruimte, waaruit hij binnen
:«en zeker tijdsverloop ontsnappen moest. Dat hij
met het lijk zijner bruid was opgesloten, was
slechts een bijkomende omstandigheid. Zij was
een schoon, marmerwit beeld, hare ziel was ten
hemel gestegen. Indien hare ziel, thans in reiner
sfeer, hem kon zien zoo als hij daar was, zij zou
hem willen helpen; hij kon er niet aan twijfelen,
Dergelijke gedachten moeten op zulk eene plaats
van zelf opkomen, Maar Philipp was te practisch
en te verstandig om zich er thans aan over te
geven.
Als rooker had hij steeds lucifers in zijn zak.
Waren zij slecht van qualiteit en dat was te
Parijs zeer goed mogelijk of had de vochtigheid
nu reeds gewerkt? Zeker is het, dat hij er drie
moest afstrijken eer het hem gelukte, de waskaars
die in den grafkelder gebleven was, aan te steken.
Indien hij er in kon slagen, de deur te verbrijze
len, was hij gered. Maar daaraan was geen den
ken; zij was sterk en van buiten gegrendeld.
Toen hij hiervan verzekerd was, ging hij in een
hoek zitten; de vlam der waskaars flikkerde.
Er is dus ten minste lucht", zeide hij bij zich
zelven. Plotseling sprong hij op, en doofde het
vlammetje uit. Zijn leven hing van deze waskaars af.
Hij had ergens, in een verhaal van schipbreu
kelingen gelezen, dat deze verscheidene dagen
geleefd hadden van een pakje waskaarsen, dat
een passagier, zouder te weten wat hij deed, in
zijn radeloosheid, had meegenomen. Deze waskaars
was zijn leven.
Hij stak nog een lucifer aan, en keek op zijn
horloge. Het stond stil op elf uur: maar was dat
nu elf uur 's avonds of elf uur 's morgens ? was
het den vorigen avond blijven stilstaan, of dien
ochtend?
Hij herinnerde zich, dat de stoet de kerk
te tien uur verlaten had. Hoevele uren waren er
sedert dat oogenblik verloopen? Hoelang was hij
buiten kennis gebleven? Hij gevoelde zich geheel
verslagen, nu hij de uren niet tellen kon, de uren,
die voor de gelukkigen sneller vliegen dan zwa
luwen, en voor de anderen doodelijk langzaam
voort kruipen.
Hij dacht weder na. Zijn moed begon hem te
begeven.
En toch hadden zijn vrienden wel iets van
zijne verdwijnen moeten bemerken: zij waren toch
zeker aan het zoeken: maar bij wien zou het denk
beeld opkomen, een levende te midden der dooden
van Montmartre te gaan zoeken? De prefect van
politie brengt alles op de been, de Scine wordt
met dreggen onderzocht, al de ongelukkige lijken,
die in de Morgue te recht komen, worden scherp
opgenomen. Alle politieagenten, met een volledig
signalement van zijn persoon voorzien, zoeken
hem, en hij ligt in het familiegraf der Dorines'.
Maar heeft men hem daar niet voor de laatste
maal gezien? Zou de politie, als zij werkelijk
scherpzinnig was, niet terstond dit spoor gevon
den hebben? Heeft men niets meer te doen in
dien grafkelder? Zal de heer Dorine zijn ge- j
storven kind geen bloemen komen brengen? Dit
alles was mogelijk; maar wanneer zal dit alles
gebeuren? Als het te laat is! Als hy van honger
gestorven is!"
IV
Philipp nam zijn mes en sneed de waskaars
in vier stukken.
Dezen avond zal ik het eerste stuk nuttigen.
morgen ochtend hot tweede, morgen avond hot
derde, overmorgenochtend het vierde, en.. . daarna
zooals het God behaagt!"
Hij had gewoonlijk geen honger, en nu... plot
seling overviel hem een werkelijke geeuwhonger.
Lang bood hij weerstand. Het moest, naar zijne
berekening, middernacht zijn. toen hij besloot,
den eersten van zijn vier maaltijden te houden.
Het stukje was, dat hij in den mond stak, smaakte
afschuwelijk; maar het stilde zijn honger. Weldra
werd hij koud. Hij begon, om zich te warmen.
heen en weer te loopen in den grafkelder, Daar
na kreeg hij slaap. Hij wist dat de slaap de dootl
voor hem zou zijn. En hij wilde leven !
De zonderlingste denkbeelden kwamen in zijn
geest op. Stemmen, uit een ver verleden, reeds
lang voor altijd verstomd, zeiden hem lang ver
geten woorden. Hij vond gezichten weer, die hij
sinds zijn jeugd niet gezien had. Zijn geheelo
leven, met de kleinste bijzonderheden, gleed als
een panorama voor zijn geest voorbij. Al!e vreug
den, alle smarten van een jaar trokken in n
seconde langs zijn oog. Hij was niet slaperig meer.
maar weer kwelde hem de honger.
Het moet nu vijf uur in den morgen zijn"
zeide hij bij zich zelvon. Thans verguldt de
morgonzon de torens van Notre-Dame. Misschien ook
hult de regen Parijs in een grauwen sluier. Pa
rijs ! Een droom. . . ! De boulevards, waar ik zoo
vaak flaneerde, wat zijn ze ver'. O leven, zijt gij
enkel smart?"
Philipp gevoelde, dat koude, honger en stilte
hem langzaam sloopten. Zijn hersenen werkten
niet meer. Hij viel op den grond en kon niet
meer opstaan! Toen hij uit die gevoelloosheid
ontwaakte hoelang had zij geduurd? at hij
het tweede stukje waskaars. Wat zonderling."
zeide hij, ik heb geen dorst! Het moot nu toch
twee dagen zijn, dat ik niets gedronken heb ! En
slaap heb ik ook niet meer! Wachten, wachten!"
De minuten werden uren. Hij stond op, wan
delde heen en weer, ging weder zitten. Meer
malen bedwong hem do lust, zich tegen het mar
meren graf het hoofd te pletter te loopen.
Hij had nog slechts n atukje waskaars. Hij had
het derde reeds opgegeten, om niet al te krach
teloos te worden. Het oogenblik, waarop de hon
gerdood hem zou aangrijnzen. naderde. Zijn leven
hing nu af van dat kleine witte stukje, dat hij
in de hand hield. Dit denkkeeld zelf maakte hem
hongerig. Hij was op hot punt, het laatste stukje
te nuttigen, toen de deur geopend werd en
het hooge gestalte van den heer Dorine zich tegen
den helderen hemet afteekende.
Toen Philipp, bewusteloos, uit den grafkelder
gedragen werd, waren zijne haren wit geworden.
Toen hij de oogon opende, twee uren later,waren
zij dof geworden, zooals zij het nog zijn.
En hoe lang was hij in den grafkelder ge
bleven?" vroeg ik mijn vriend.
Een uur en twintig minuten, niet meer.
niet minder," antwoorde hij glimlachend.
Allerlei.
Joris Komijn, de goedhartige Koomenijsbaas,
die zijn zoon Klaas (de schrijver van de brie
ven over de Amsterdamsche Beurs, in dit blad
vroeger opgenomen) tijdens de tentoonstelling
van 1883 alhier bezocht, zond ter Fancy fair. . . .
waar maar het is beter dat wij den briel
mededeelen, door den eenvoudigen, goedhartigen man
aan de commissie geschreven:
MBDEMBUK, 14 Febr. 1887.
Eedéle Heeren en Vrienden!
Aangezien alsdat ik vernoemen heeft met ver
heuging alsdat deezer dage in het Palijs voor
Volksvleit door UEd een Vensieveer of Jaarmarkt
zal worde gehoude voor de vikansie koloonies en
alsdat ik zijnde als vader, van een talrijk en wel
geschapen kroost, gezond goddank en goed van
inborst en welgemanierd wegens de opvoeding
zowel van moederszijde als vaders kant zonder
overdreiving, dankbaar voor dien zegen zo heb
gemeent aan dit werk van liefdaadighijd te moeten
deelneme.
Aangezien egter ik, door de gedruktheid der
prijzen van booter worst, ham en varkesvleesch,
zowel inlandsch fabrikaat als buitenlans of Ameri
kaander, ook wegens de stilte in de kaas en de
slapte van Reuzel en alles wat tot het vak be
hoort, in klijnigheid zelfs niet voorzien ben van
comptant geid ter weggeving maar als willende
toch een beweis geven van simpatie voor de
beweldaadiging van onnoozele kinderen die wegens
zwakte van lichaams vermogens moeten verpleegt,
so heb ik de beleeftheid genoome UEd. aangezien
u toch ook comestiebels en natuur voortbrengsels
neemt mijn portret te zenden indertijd door de
Heer Justus van Maurik Juunior met natuurlijk
heid van mij afgenome op het oogenblik dat ik
mijzelf op de tentoonstelling van koloniaalen,
landbouw en uitvoervoortbrengsels in het jaar 1883
verlustigde bij musiek en dans in het cafésjantang.
De heer van Maurik heeft mijn hoofd
afgebeiteld; toen ik met vaderlijke liefde mijn zoon
Klaas die met mij en zijn vriend Nadaniel dewelke
nu zijn vriend niet meer is, onder het oog bragt
dat de dans van den kan-kan die door mejuffrouw
Vroovroe en den komiekoling welks naam ik mij
niet meer rappeleer, werd verrigt, geen fatsoenlijk
vermaak was voor jongelingen die hun beleidenis
noch niet hebben gedaan, maar als dat ik zelf
lachen moest van wegens de zonderlingheid der
slingering van het gebeente der juffrouw, zo heeft
mijn gelaat niet den plooij der vaderlijkheid en ernst.
Ka deze uitlegging biet ik UEd. mijn
potographie in kleigebak met wellevende vriendschap aan.
hoopende dat UED. de vrijheid zult nemen mij
voor een behoorlijke prijs te verkoopen ten
voordeelo van do kinderen die lugt noodig hebben en
volledighijd van voedsels.
Zo nocme ik mij na groete en minzaame aan
beveling in afwachting van te vernemen voor hoe
veel ik ben omgezet
U vriend
JOHIS KOMIJN.
N.B. Pose.
Als ik niets opbreng zend liet ding dan niet
terug, want mijn geliefde vrouw en overige bloed
verwanten willen mij liever missen omdat ze
buiten dien genoeg af te stoffen hebben als altijd
u vrient JOEIS.
Adeline Patti heeft van Amerika na den
dynamiet-aanslag vooreerst genoeg gekregen. Toen de
tijding van hare redding in haar kasteel
Craig-yNos in Wales aankwam, werd terstond door den
huiskapelaan in de slotkapel een huiselijke gods
dienstoefening georganiseerd, die door het geheele
personeel en door velen uit het dorp werd bijge
woond.
Men telegrafeerde dit alles aan Adeline Patti,
die antwoordde dat zij terstond na haar terug
keer oen weeshuis zou doen bouwen; zij besloot
haar telegram met de woorden: voor de laatste
maal in Amerika geweest."
Het doorzien van oude couranten geeft soms
curieuse feiten en datums aan. Aurélien Scholl
vond in een courant van 4 Februari 1663 het
eerste verschijnen van den chignon, ??hij vergeet
de pruiken der Eomeinsche dames. De adver
tentie luidde; Jacquos Lombart Desboudois, bar
bier en pruikenmaker, tegenover de herberg Le
Léi'-rier, personen van hoogen stand te bedienen
hebbend, doet te weten aan al degenen, die hunne
haren willen verkoopen, dat hij drie kronen per
ons wil geven voor blonde haren van behoorlijke
lengte, en twee kronen voor haar van iedere andere
kleur."
Uit dionzelfden tijd dateert:
Bij Saint-Leu kan het publiek eene verzame
ling zeer zeldzame en zeer bewonderenswaardige
voorwerpen bezichtigen, zooals: ceno Egyptische
mummie, eerste qualiteit, met tooverteekens op
de borst en de schouders: een mierenhoop uit
Brazilië, met hooi gevuld, sprekend gelijkend;
een sidder-aal, een visch uit de maan, enz."
Een weinig later komt de chantage reeds in
de bladen voor:
Dames. die. zonder bekend te zijn, publiciteit
zouden willen geven aan bijzondere avonturen
van dames haror kennis, waarop zij zich willen
wreken, kunnen zich wenden tot Isaiic Roboam,
onder het adres . .."
Er is niet vermeld of Isaiic Roboam van deze
zaak veel te doen had, maar de advertentie komt
gernimen tijd achtereen in don Mercure Francais
voor.
De heer Z. is, in plaats van zijn partijtje
domino op de sociëteit te gaan maken, dezen
avond naar het gemaskerd bal gegaan. Hij is er,
in oen zwarten domino gehuld, al spoedig voor de
dames gevaarlijk gebleken. Laat in den nacht
keert hij naar huis terug. Zijne trouwe gade
ontvangt hem slaapdronken en vraagt plicht
matig: Goed geamuseerd in de sociëteit, Karel?"
Heerlijk", antwoordt Karel oprecht, nog nooit
met zoo veel pleizicr domino gespeeld! En zooveel
geluk gehad!"
T>e vrouw keert zich om en slaapt rustig weer
in. Haar Karel had nog nooit gelogen.
In een zijner laatste Weener Brieven schrijft
Ludwig Hevese:
De piano, het hakkebord voor iedereen, is dan
ook zoo afgerammeld, dat niemand meer naar een
piano-concert zou willen luisteren, wanneer de
virtuosen er niet allerlei nieuws op verzonnen.
De mise-en-scène is dan ook alles behalve bij
zaak geworden. Maar zij heeft hare geheimen,
en in haar steekt wat het groote publiek geniali
teit noemt. Men moet amusant piano spelen, men
moet een klavier-acteur zijn. Ik was er eens bij,
hoe een beroemd Weener virtuoos in een caf
aan zijne vrienden al de nuances" uitlegde,
die hij den volgenden dag op zijn concert ten
beste zou geven. Er waren onovertrefbare uit
vindsels bij. Bij voorbeeld: bij deze passage
zal ik het hoofd op zijde wenden en volle vijf
minuten strak naar den muur kijken, op die
andere plaats sta ik op, en speel, als in de stijg
beugels staand, als over den hals van het ren
paard gebogen, tot daar en daar, bij dit for
tissimo zal ik niezen, dat verhoogt de werking,
daar het iets realistisch er in brengt, bij deze
passage zal het programma wegfladderen onder
het publiek, en ik zal een ander vragen, dat ik
voor de veiligheid in mijn open vest zal steken
of in het geheel niet inzien, bij dit cantabile
zing ik zichtbaar mede, maar niet hoorbaar,
bij dit pianissimo blaas ik de kaars rechts plot
seling uit, omdat ik dan meer als donkere sil.
houette voorkom en als zoodanig voor den lichten"
muur stimmungsvoller effekt maak.
En inderdaad, den volgenden avond, toen hij
het concert gaf, ontbrak geen der nuancen; alle
kwamen op het bepaalde oogenblik, ze schenen
geïmproviseerd en misten hunne werking niet.
De kanselwelsprokendheid veroorloofde zich
vroeger veel grooter vrijheden dan tegenwoordig.
Toen eene prinses van Brunswijk met den koning
van Spanje, later keizer Karel VI, eene tweede
naar Rusland trouwde, hield de
generaal-superintendent in Brunswijk, 's Zondags eene preek
hierover, en zeido: Mijne dierbaren, een van
onze prinsessen is aan het pausdom, eene andere
aan het heidendom overgeleverd, en als morgen
de duivel kwam om de derde te halen, zou men
hem zeker niet afwijzen !"
Aan het hertogelijk hof amuseerde men zich
zeer met deze uitvallen, de hertog lachte het
hardst om den belschen" ijver van den
patriottischen predikant.
In het Apollo-theater te Rome bewoog zich
eene menigte gemaskerden. De markies
Domenico werd geboeid door eene elegante, slanke
figuur, die het costuum van een bloemenmeisjo
droeg. De markies haalde haar over met hem
een vigelante in te stappen en naar ecu restau
rant te rijden. Toen men aan het restaurant
J aankwam, stapten de passagiers niet uit, de koet
sier klom dus van den bok, om hen uit te laten.
Hij vond alleen den markies, bewusteloos.
Weer bijgebracht, vertelde de markies, dat het
masker hem omarmd eu gewurgd had. Hij miste
1500 francs.
Bij eene familie te Charlottenburg werd men
Woensdagavond door eene ontploffing in de keuken
opgeschrikt. Het gchocle fornuis, met potten en
pannen, was uit elkaar geslagen. De keukenmeid
viel van schrik achterover. Men ontdekte later
een stuk van een dynamietpatroon, dat in een
der kolen gezeten had.
Tooneelsneeuw werd vroeger steeds gemaakt
van snippers van wit papier; de requisiteur liet
dit door zijn dochtertjes fijn knippen. De
tooneelen die nu nog wit papier voor sneeew gebruiken,
bestellen het bij den papierfabrikant,, die hun een
twintig riem levert, zoo fijn mogelijk versnipperd;
de sneeuw is dan echter zoo dicht opeen gepakt,
dat men haar nog met de vingers moet losmaken.
In de schouwburgen die met electrieiteit ver
licht worden, heeft men het eerst het papier laten
varen; het bleef er niet wit, de sneeuw was te
grauw, daarenboven is het gevaarlijk, het wordt
al zwevend door de vlam aangetrokken.
De beste sneeuw nu wordt gemaakt van -witte
handschoenen, aan stukjes geknipt, en afval van
handschoenfabrieken; zij valt langzaam en blijft
aan de kleederen zitten. Zij kost tien francs de
zak.
Ook gebruikt men afschraapsel van balein, dit
kost drie francs, maar is niet zoo mooi.
Te Hannover worden voordrachten en proeven
over hypnotisme gehouden door een zekeren Th.
Böllert. Eene zeer sterke proef, door de
Hannoversche bladen medegedeeld, bestond daarin, dat
Böllert eene voor magnetisme zeer ontvankelijke
persoon zelfs per telophoon deed inslapen. De
persoon in quaestie, de heer Pabst, was met eenige
andere hoeren aan het bureau van den General
Anzeiger, toen hij aan de telephoon geroepen
werd. De heer Böllert bevond zich ten huize var.
een consul in een ver afgelegen straat, hij riep
door de telephoon: slaap!" en omniddelijk wer
den bij den heer Pabst de gewone symptomen
j merkbaar, zijne oogleden sloten zich, hij viel in
slaap. Toen oenige hoeren zich naar het huis
van den consul begaven, vonden zij daar den heer
Böllert, die op een door hen aan te wijzen oogen
blik wachtte om het woord: Ontwaak!" te
roeI pen. De personen, die bij Pabst gebleven waren.
l constateerden, dat hij op hetzelfde oogenblik ont
waakte, toen het bevel in de woning des consuls
gegeven werd.
Reclames
40 cents per regel.
Speciale inrichting voor Schoenen naar
maat, in gips afdruksel voor gevoelige,
pijnliike, gebrekkige voeten, knobbels,
etc. etc. ANTON HUF Jr.,
Kalrerstraat 200.
Handel.
Onze goederenhandel was deze week over bet
algemeen vast gestemd, niettegenstaande de handel
belemmerd werd door het gesloten water.