De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 20 februari pagina 6

20 februari 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.504 te hebfeen, kon hij den trein van vijf , ,ist halen. " Biji van verre Parijs wederzag, met zijn .die in de schemering flikkerden, zijn en koepels, was het hem, alsof hij h»d. Hij sprong uit den trein, vóóreel «til stond, nam een flacre en liet _ «ijn hotel brengen. Op de tafel lagen hij gunde zich zelfs den tijd niet om de B te bekijken; hij verkleedde zich snel ireder in een flacre. De trein had naar stapvoets gereden, het vigelantescbeen een slakkengang te gaan. . schelde; de bediende deed de deur open, : hem mét de kalme waardigheid van alle ! «ija stok en hoed af. Menheer," zeide de bediende, kan u op «ogenblik niet ontvangen. Ik moet u in den : laten!" fe mejufvrouw Julie " ? J*, mijnheer." Alleen?" Alleen, mijnheer," zeide de bediende en verbaasden blik den bruidegom aan, die , «oord alleen" een beweging van verras' niet kon onderdrukken, want het was zijn .tête-a-tête met zijn aanstaande, naar de i Parijsche gewoonte. pp Uep haastig de trappen op, de voorkai daar, waar Julie's liefste bloemen, die hij haar «na had doen zenden, in stilte geurden, en zachtkens de deur van den salon. salen was in 't duister. Aan den voet van _ _ candelaber stond, op een estrade, een |p tósts van zwart hout. Daar naast, op een een waskaars, eenige witte rozen. Julie was dood! gil, door Philipp geslaakt, deed den heer oeschteten; de twee mannen hadden elkan'feeo woord te zeggen; zij omhelsden elkan' «likkend, en eerst een uur later vernam Krorth wat er voorgevallen was. i yorigen avond was Julie, als naar gewoonte, hare kamer gegaan; zij had hare kamenier gegeven, haar vroeg te wekken. om zeven uur, de kamenier binnentrad, oag zy hare meesteres, geheel gekleed,'in een Itoel gezonken; zij scheen te slapen, Een boek naast haar neergegleden; het bed was ongede vetkaars was geheel verteerd. De kame riep den heer Dorine; geneeskundige hulp t'gehaald; de doode was reeds verstijfd; reeds SuTorigen avond was zij gestorven. Men had Philippe een telegram gezonden, aan Ijet station te Rambouillet, het was hem niet Overhandigd. Een brief, in het hotel op zijne tafel om hem op het vreeselijk bericht voor te aden, was blijven liggen; hij had verzuimd de brieven te zien. De bediende, die hem UK deur opende, meende dat Philippe alles wist; «p deze wijze had hij zoo ruw en onvoorbereid bet nieuws vernomen. H. De rijkdom en schoonheid van Mlle Dorine hadden veel over haar plotseling sterven doen spreken. Er was dus veel toeloop bij den lijkdienst in de kerk der Rue d'Aguesseau, en bij het einde gingen niet velen heen. Men wilde den stoet »rgezellen naar het kerkhof Montmartre, waar de begrafenis moest plaats hebben in den eigen grafkelder der familie Dorine. - Eene korte omschrijving is hier noodzakelijk. grafkelder was omringd door een traliehek voorafgegaan door een zeer kleine vestibule. De kelder, van vijftien a twintig vierkante voelea, was zeer donker, en bevatte twee granieten sarkophagen, waarvan de een de letters J. D. droeg, omgeven met een krans van witte leliën. ea dikke ijzeren deur scheidde den grafkelder ?nn de vestibule: en, om niets te vergeten, zal |k 'er bijvoegen, dat er een kleine ventilatiekoker fn den muur was. De Ijjkkoets hield stil voor het monument; de Naaste bloedverwanten alleen traden in den grafItelder. De kist werd afgelaten, men plaatste hem *itt de sarkophaag, die daartoe in gereedheid geiracht -was, en de deur werd weder gesloten en knarste op haar verroeste hengels. ^ De heer Dorine stapte weer in het rijtuig, zoo -Verdiept in zijne smart, dat hij niet bemerkte, ?dat hij er alleen was. De andere personen gingen ian den ingang van het kerkhof uiteen. De rijtuigen rolden in alle richtingen weg, de koetsiers deden zelfs de vigelantepaarden draven. Men zou jWggen, dat zij haast maakten om de dooden te ^Öitvlieden. m. Alles was zwijgend, toen Philipp de oogen Opende Hij zag niets. Hij hief zich op, op een «fleboog leunend. Waar was hij ? In ne seconde had h\j zijn toestand begrepen. Hij was in den grafkelder. Hij was in zwijm gevallen op het ?«ogenblik dat de deur gesloten werd. Niemand liad in de verwarring van het einde der plech tigheid zijn afwezigheid opgemerkt. Hij was be graven, levend begraven! ,;, Eerst was hij verschrikt, doodelijk verschrikt. _M»ar weldra werd hij bedaard. Het leven was liets meer voor hem. Had hij niet honderdmalen iedert Julie's dood, gewenscht te sterven, naast haar begraven te worden? ? 'Een weinig vroeger, een weinig later, daar hij toch het leven verlaten moest, waarom dan niet ifeflrtond ? Maar de liefde die aan zijne wieg had 'gewaakt, zyne moeder, mocht hij die vergeten ? ?KM het niet lafhartig, een leven, dat hij haar jjferschuldigd was, zonder strijd te verlaten? was t^i niet evenveel, of meer, aan den levenden dan 'Éritti' de dooden verplicht ? Ja, hij moest dus trach tten er uit te komen. - Philipp Wentworth vereenigde bijna vrouwelijke .gevoeligheid en een zekere traagheid, met eene {geestkracht, die hem op het gegeven oogenblik ?tegen alle moeielijkheden kon doen worstelen. ?De afschuw des doods en van het graf zou andeen misschien met machteloosheid geslagen hebIben; zijn wilskracht daarentegen ontwaakte er door. Hij zeide eenvoudig by zich zelf, dat hij %*a opgesloten in een ruimte, waaruit hij binnen :«en zeker tijdsverloop ontsnappen moest. Dat hij met het lijk zijner bruid was opgesloten, was slechts een bijkomende omstandigheid. Zij was een schoon, marmerwit beeld, hare ziel was ten hemel gestegen. Indien hare ziel, thans in reiner sfeer, hem kon zien zoo als hij daar was, zij zou hem willen helpen; hij kon er niet aan twijfelen, Dergelijke gedachten moeten op zulk eene plaats van zelf opkomen, Maar Philipp was te practisch en te verstandig om zich er thans aan over te geven. Als rooker had hij steeds lucifers in zijn zak. Waren zij slecht van qualiteit en dat was te Parijs zeer goed mogelijk of had de vochtigheid nu reeds gewerkt? Zeker is het, dat hij er drie moest afstrijken eer het hem gelukte, de waskaars die in den grafkelder gebleven was, aan te steken. Indien hij er in kon slagen, de deur te verbrijze len, was hij gered. Maar daaraan was geen den ken; zij was sterk en van buiten gegrendeld. Toen hij hiervan verzekerd was, ging hij in een hoek zitten; de vlam der waskaars flikkerde. Er is dus ten minste lucht", zeide hij bij zich zelven. Plotseling sprong hij op, en doofde het vlammetje uit. Zijn leven hing van deze waskaars af. Hij had ergens, in een verhaal van schipbreu kelingen gelezen, dat deze verscheidene dagen geleefd hadden van een pakje waskaarsen, dat een passagier, zouder te weten wat hij deed, in zijn radeloosheid, had meegenomen. Deze waskaars was zijn leven. Hij stak nog een lucifer aan, en keek op zijn horloge. Het stond stil op elf uur: maar was dat nu elf uur 's avonds of elf uur 's morgens ? was het den vorigen avond blijven stilstaan, of dien ochtend? Hij herinnerde zich, dat de stoet de kerk te tien uur verlaten had. Hoevele uren waren er sedert dat oogenblik verloopen? Hoelang was hij buiten kennis gebleven? Hij gevoelde zich geheel verslagen, nu hij de uren niet tellen kon, de uren, die voor de gelukkigen sneller vliegen dan zwa luwen, en voor de anderen doodelijk langzaam voort kruipen. Hij dacht weder na. Zijn moed begon hem te begeven. En toch hadden zijn vrienden wel iets van zijne verdwijnen moeten bemerken: zij waren toch zeker aan het zoeken: maar bij wien zou het denk beeld opkomen, een levende te midden der dooden van Montmartre te gaan zoeken? De prefect van politie brengt alles op de been, de Scine wordt met dreggen onderzocht, al de ongelukkige lijken, die in de Morgue te recht komen, worden scherp opgenomen. Alle politieagenten, met een volledig signalement van zijn persoon voorzien, zoeken hem, en hij ligt in het familiegraf der Dorines'. Maar heeft men hem daar niet voor de laatste maal gezien? Zou de politie, als zij werkelijk scherpzinnig was, niet terstond dit spoor gevon den hebben? Heeft men niets meer te doen in dien grafkelder? Zal de heer Dorine zijn ge- j storven kind geen bloemen komen brengen? Dit alles was mogelijk; maar wanneer zal dit alles gebeuren? Als het te laat is! Als hy van honger gestorven is!" IV Philipp nam zijn mes en sneed de waskaars in vier stukken. Dezen avond zal ik het eerste stuk nuttigen. morgen ochtend hot tweede, morgen avond hot derde, overmorgenochtend het vierde, en.. . daarna zooals het God behaagt!" Hij had gewoonlijk geen honger, en nu... plot seling overviel hem een werkelijke geeuwhonger. Lang bood hij weerstand. Het moest, naar zijne berekening, middernacht zijn. toen hij besloot, den eersten van zijn vier maaltijden te houden. Het stukje was, dat hij in den mond stak, smaakte afschuwelijk; maar het stilde zijn honger. Weldra werd hij koud. Hij begon, om zich te warmen. heen en weer te loopen in den grafkelder, Daar na kreeg hij slaap. Hij wist dat de slaap de dootl voor hem zou zijn. En hij wilde leven ! De zonderlingste denkbeelden kwamen in zijn geest op. Stemmen, uit een ver verleden, reeds lang voor altijd verstomd, zeiden hem lang ver geten woorden. Hij vond gezichten weer, die hij sinds zijn jeugd niet gezien had. Zijn geheelo leven, met de kleinste bijzonderheden, gleed als een panorama voor zijn geest voorbij. Al!e vreug den, alle smarten van een jaar trokken in n seconde langs zijn oog. Hij was niet slaperig meer. maar weer kwelde hem de honger. Het moet nu vijf uur in den morgen zijn" zeide hij bij zich zelvon. Thans verguldt de morgonzon de torens van Notre-Dame. Misschien ook hult de regen Parijs in een grauwen sluier. Pa rijs ! Een droom. . . ! De boulevards, waar ik zoo vaak flaneerde, wat zijn ze ver'. O leven, zijt gij enkel smart?" Philipp gevoelde, dat koude, honger en stilte hem langzaam sloopten. Zijn hersenen werkten niet meer. Hij viel op den grond en kon niet meer opstaan! Toen hij uit die gevoelloosheid ontwaakte hoelang had zij geduurd? at hij het tweede stukje waskaars. Wat zonderling." zeide hij, ik heb geen dorst! Het moot nu toch twee dagen zijn, dat ik niets gedronken heb ! En slaap heb ik ook niet meer! Wachten, wachten!" De minuten werden uren. Hij stond op, wan delde heen en weer, ging weder zitten. Meer malen bedwong hem do lust, zich tegen het mar meren graf het hoofd te pletter te loopen. Hij had nog slechts n atukje waskaars. Hij had het derde reeds opgegeten, om niet al te krach teloos te worden. Het oogenblik, waarop de hon gerdood hem zou aangrijnzen. naderde. Zijn leven hing nu af van dat kleine witte stukje, dat hij in de hand hield. Dit denkkeeld zelf maakte hem hongerig. Hij was op hot punt, het laatste stukje te nuttigen, toen de deur geopend werd en het hooge gestalte van den heer Dorine zich tegen den helderen hemet afteekende. Toen Philipp, bewusteloos, uit den grafkelder gedragen werd, waren zijne haren wit geworden. Toen hij de oogon opende, twee uren later,waren zij dof geworden, zooals zij het nog zijn. En hoe lang was hij in den grafkelder ge bleven?" vroeg ik mijn vriend. Een uur en twintig minuten, niet meer. niet minder," antwoorde hij glimlachend. Allerlei. Joris Komijn, de goedhartige Koomenijsbaas, die zijn zoon Klaas (de schrijver van de brie ven over de Amsterdamsche Beurs, in dit blad vroeger opgenomen) tijdens de tentoonstelling van 1883 alhier bezocht, zond ter Fancy fair. . . . waar maar het is beter dat wij den briel mededeelen, door den eenvoudigen, goedhartigen man aan de commissie geschreven: MBDEMBUK, 14 Febr. 1887. Eedéle Heeren en Vrienden! Aangezien alsdat ik vernoemen heeft met ver heuging alsdat deezer dage in het Palijs voor Volksvleit door UEd een Vensieveer of Jaarmarkt zal worde gehoude voor de vikansie koloonies en alsdat ik zijnde als vader, van een talrijk en wel geschapen kroost, gezond goddank en goed van inborst en welgemanierd wegens de opvoeding zowel van moederszijde als vaders kant zonder overdreiving, dankbaar voor dien zegen zo heb gemeent aan dit werk van liefdaadighijd te moeten deelneme. Aangezien egter ik, door de gedruktheid der prijzen van booter worst, ham en varkesvleesch, zowel inlandsch fabrikaat als buitenlans of Ameri kaander, ook wegens de stilte in de kaas en de slapte van Reuzel en alles wat tot het vak be hoort, in klijnigheid zelfs niet voorzien ben van comptant geid ter weggeving maar als willende toch een beweis geven van simpatie voor de beweldaadiging van onnoozele kinderen die wegens zwakte van lichaams vermogens moeten verpleegt, so heb ik de beleeftheid genoome UEd. aangezien u toch ook comestiebels en natuur voortbrengsels neemt mijn portret te zenden indertijd door de Heer Justus van Maurik Juunior met natuurlijk heid van mij afgenome op het oogenblik dat ik mijzelf op de tentoonstelling van koloniaalen, landbouw en uitvoervoortbrengsels in het jaar 1883 verlustigde bij musiek en dans in het cafésjantang. De heer van Maurik heeft mijn hoofd afgebeiteld; toen ik met vaderlijke liefde mijn zoon Klaas die met mij en zijn vriend Nadaniel dewelke nu zijn vriend niet meer is, onder het oog bragt dat de dans van den kan-kan die door mejuffrouw Vroovroe en den komiekoling welks naam ik mij niet meer rappeleer, werd verrigt, geen fatsoenlijk vermaak was voor jongelingen die hun beleidenis noch niet hebben gedaan, maar als dat ik zelf lachen moest van wegens de zonderlingheid der slingering van het gebeente der juffrouw, zo heeft mijn gelaat niet den plooij der vaderlijkheid en ernst. Ka deze uitlegging biet ik UEd. mijn potographie in kleigebak met wellevende vriendschap aan. hoopende dat UED. de vrijheid zult nemen mij voor een behoorlijke prijs te verkoopen ten voordeelo van do kinderen die lugt noodig hebben en volledighijd van voedsels. Zo nocme ik mij na groete en minzaame aan beveling in afwachting van te vernemen voor hoe veel ik ben omgezet U vriend JOHIS KOMIJN. N.B. Pose. Als ik niets opbreng zend liet ding dan niet terug, want mijn geliefde vrouw en overige bloed verwanten willen mij liever missen omdat ze buiten dien genoeg af te stoffen hebben als altijd u vrient JOEIS. Adeline Patti heeft van Amerika na den dynamiet-aanslag vooreerst genoeg gekregen. Toen de tijding van hare redding in haar kasteel Craig-yNos in Wales aankwam, werd terstond door den huiskapelaan in de slotkapel een huiselijke gods dienstoefening georganiseerd, die door het geheele personeel en door velen uit het dorp werd bijge woond. Men telegrafeerde dit alles aan Adeline Patti, die antwoordde dat zij terstond na haar terug keer oen weeshuis zou doen bouwen; zij besloot haar telegram met de woorden: voor de laatste maal in Amerika geweest." Het doorzien van oude couranten geeft soms curieuse feiten en datums aan. Aurélien Scholl vond in een courant van 4 Februari 1663 het eerste verschijnen van den chignon, ??hij vergeet de pruiken der Eomeinsche dames. De adver tentie luidde; Jacquos Lombart Desboudois, bar bier en pruikenmaker, tegenover de herberg Le Léi'-rier, personen van hoogen stand te bedienen hebbend, doet te weten aan al degenen, die hunne haren willen verkoopen, dat hij drie kronen per ons wil geven voor blonde haren van behoorlijke lengte, en twee kronen voor haar van iedere andere kleur." Uit dionzelfden tijd dateert: Bij Saint-Leu kan het publiek eene verzame ling zeer zeldzame en zeer bewonderenswaardige voorwerpen bezichtigen, zooals: ceno Egyptische mummie, eerste qualiteit, met tooverteekens op de borst en de schouders: een mierenhoop uit Brazilië, met hooi gevuld, sprekend gelijkend; een sidder-aal, een visch uit de maan, enz." Een weinig later komt de chantage reeds in de bladen voor: Dames. die. zonder bekend te zijn, publiciteit zouden willen geven aan bijzondere avonturen van dames haror kennis, waarop zij zich willen wreken, kunnen zich wenden tot Isaiic Roboam, onder het adres . .." Er is niet vermeld of Isaiic Roboam van deze zaak veel te doen had, maar de advertentie komt gernimen tijd achtereen in don Mercure Francais voor. De heer Z. is, in plaats van zijn partijtje domino op de sociëteit te gaan maken, dezen avond naar het gemaskerd bal gegaan. Hij is er, in oen zwarten domino gehuld, al spoedig voor de dames gevaarlijk gebleken. Laat in den nacht keert hij naar huis terug. Zijne trouwe gade ontvangt hem slaapdronken en vraagt plicht matig: Goed geamuseerd in de sociëteit, Karel?" Heerlijk", antwoordt Karel oprecht, nog nooit met zoo veel pleizicr domino gespeeld! En zooveel geluk gehad!" T>e vrouw keert zich om en slaapt rustig weer in. Haar Karel had nog nooit gelogen. In een zijner laatste Weener Brieven schrijft Ludwig Hevese: De piano, het hakkebord voor iedereen, is dan ook zoo afgerammeld, dat niemand meer naar een piano-concert zou willen luisteren, wanneer de virtuosen er niet allerlei nieuws op verzonnen. De mise-en-scène is dan ook alles behalve bij zaak geworden. Maar zij heeft hare geheimen, en in haar steekt wat het groote publiek geniali teit noemt. Men moet amusant piano spelen, men moet een klavier-acteur zijn. Ik was er eens bij, hoe een beroemd Weener virtuoos in een caf aan zijne vrienden al de nuances" uitlegde, die hij den volgenden dag op zijn concert ten beste zou geven. Er waren onovertrefbare uit vindsels bij. Bij voorbeeld: bij deze passage zal ik het hoofd op zijde wenden en volle vijf minuten strak naar den muur kijken, op die andere plaats sta ik op, en speel, als in de stijg beugels staand, als over den hals van het ren paard gebogen, tot daar en daar, bij dit for tissimo zal ik niezen, dat verhoogt de werking, daar het iets realistisch er in brengt, bij deze passage zal het programma wegfladderen onder het publiek, en ik zal een ander vragen, dat ik voor de veiligheid in mijn open vest zal steken of in het geheel niet inzien, bij dit cantabile zing ik zichtbaar mede, maar niet hoorbaar, bij dit pianissimo blaas ik de kaars rechts plot seling uit, omdat ik dan meer als donkere sil. houette voorkom en als zoodanig voor den lichten" muur stimmungsvoller effekt maak. En inderdaad, den volgenden avond, toen hij het concert gaf, ontbrak geen der nuancen; alle kwamen op het bepaalde oogenblik, ze schenen geïmproviseerd en misten hunne werking niet. De kanselwelsprokendheid veroorloofde zich vroeger veel grooter vrijheden dan tegenwoordig. Toen eene prinses van Brunswijk met den koning van Spanje, later keizer Karel VI, eene tweede naar Rusland trouwde, hield de generaal-superintendent in Brunswijk, 's Zondags eene preek hierover, en zeido: Mijne dierbaren, een van onze prinsessen is aan het pausdom, eene andere aan het heidendom overgeleverd, en als morgen de duivel kwam om de derde te halen, zou men hem zeker niet afwijzen !" Aan het hertogelijk hof amuseerde men zich zeer met deze uitvallen, de hertog lachte het hardst om den belschen" ijver van den patriottischen predikant. In het Apollo-theater te Rome bewoog zich eene menigte gemaskerden. De markies Domenico werd geboeid door eene elegante, slanke figuur, die het costuum van een bloemenmeisjo droeg. De markies haalde haar over met hem een vigelante in te stappen en naar ecu restau rant te rijden. Toen men aan het restaurant J aankwam, stapten de passagiers niet uit, de koet sier klom dus van den bok, om hen uit te laten. Hij vond alleen den markies, bewusteloos. Weer bijgebracht, vertelde de markies, dat het masker hem omarmd eu gewurgd had. Hij miste 1500 francs. Bij eene familie te Charlottenburg werd men Woensdagavond door eene ontploffing in de keuken opgeschrikt. Het gchocle fornuis, met potten en pannen, was uit elkaar geslagen. De keukenmeid viel van schrik achterover. Men ontdekte later een stuk van een dynamietpatroon, dat in een der kolen gezeten had. Tooneelsneeuw werd vroeger steeds gemaakt van snippers van wit papier; de requisiteur liet dit door zijn dochtertjes fijn knippen. De tooneelen die nu nog wit papier voor sneeew gebruiken, bestellen het bij den papierfabrikant,, die hun een twintig riem levert, zoo fijn mogelijk versnipperd; de sneeuw is dan echter zoo dicht opeen gepakt, dat men haar nog met de vingers moet losmaken. In de schouwburgen die met electrieiteit ver licht worden, heeft men het eerst het papier laten varen; het bleef er niet wit, de sneeuw was te grauw, daarenboven is het gevaarlijk, het wordt al zwevend door de vlam aangetrokken. De beste sneeuw nu wordt gemaakt van -witte handschoenen, aan stukjes geknipt, en afval van handschoenfabrieken; zij valt langzaam en blijft aan de kleederen zitten. Zij kost tien francs de zak. Ook gebruikt men afschraapsel van balein, dit kost drie francs, maar is niet zoo mooi. Te Hannover worden voordrachten en proeven over hypnotisme gehouden door een zekeren Th. Böllert. Eene zeer sterke proef, door de Hannoversche bladen medegedeeld, bestond daarin, dat Böllert eene voor magnetisme zeer ontvankelijke persoon zelfs per telophoon deed inslapen. De persoon in quaestie, de heer Pabst, was met eenige andere hoeren aan het bureau van den General Anzeiger, toen hij aan de telephoon geroepen werd. De heer Böllert bevond zich ten huize var. een consul in een ver afgelegen straat, hij riep door de telephoon: slaap!" en omniddelijk wer den bij den heer Pabst de gewone symptomen j merkbaar, zijne oogleden sloten zich, hij viel in slaap. Toen oenige hoeren zich naar het huis van den consul begaven, vonden zij daar den heer Böllert, die op een door hen aan te wijzen oogen blik wachtte om het woord: Ontwaak!" te roeI pen. De personen, die bij Pabst gebleven waren. l constateerden, dat hij op hetzelfde oogenblik ont waakte, toen het bevel in de woning des consuls gegeven werd. Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijnliike, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF Jr., Kalrerstraat 200. Handel. Onze goederenhandel was deze week over bet algemeen vast gestemd, niettegenstaande de handel belemmerd werd door het gesloten water.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl