Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 538
achtte". herneemt het meisje: Hem
het geen plicht toe, ziet gij, omdat hij
geheel andere begrippen omtrent recht
t dan de uwe was opgegroeid. Hij scheen
anders dan een tegen de wet in opstand
nd roover, die in bezit nam wat hem
toebehoorde; maar in zijn eigen ziel leefde
vast, blind geloof ? aan rechten, die door
ren heen van zg'ne voorvaderen op hem waren
en dit geloot was te innig met zyn
samengegroeid, dan dat hij het op eenig
van u had kunnen afleggen. Hij zou zijn
aan u, noch aan iemand anders hebben
a verklaren, maar de overtuiging, dat niet
de roover, de beleediger was, maar dat #$ het
was overmachtig in hem, en deed hem
verhouding, waarin hij tot u stond, in een
licht zien."
v^ Wat hier van den onontwikkelden Malachy
geiegd wordt, geldt voor een goed deel ook van
onnor en d'Arcy, die in de Engelschen evenmin
jett anders zien dan de onderdrukkers van hun
'land, de uitzuigers van hun volk, en daarom
? 'let afwerping van het gehate juk aansporen en
'??ar de wapens grijpen.
j c . Wanneer zal in dezen toestand verandering en
. varbetering komen ? Dan, als door goed beheer
:? ,:Wn de eigendommen, en door betere ontginning
=«an _ den yauchtbaren bodem, die, door
verwaar-loozing, niet ter helfte geeft wat hij geven kan,
<£_door landverhuizing, het peil der algemeene
"vaart wordt verhoogd, en de armoede afgeweerd,
orde en regel het tegenwoordige wanbeheer
«ervangen; dan. . . .
. __, 't water der Shannon landwaarts vloeit,
~ Be roos op de ziltige baren bloeit,
* , Be naakte rotsen vol vruchten zijn,
't' 8f?rechtvaardig en zacht onze heerschers zijn."
f »Bgt Connor, die in Amerika zich een eigen
huis?^?ad geschapen heeft, tot Ellen, die inmiddels met
.""" Thornley gehuwd, op het goed van Anna
flTlaherty woont. Dat zal niet zijn in de
dasM» van Home rule" meent Thornley. die het
m deze met Polharn Daly, Lesbia's echtgenoot,
«iet eena is.
Zoo eindigt dit hoogst belangrüke werk, waarin
jeachtige natuurschilderingeu en schetsen uit het
wriksleven wedijveren met eene juiste teekening
van de nationaliteiten, die er in optreden. En
ie intrige ? Zij is uit het bovenstaande te gissen.
,^fw>r het overige bhjve zij eene verrassing voor
?den lezer of de lezeres, die zich, hiervan ben ik
?dier, over de lectuur van Een kasteel in
lerhad" niet zullen beklagen. Want in eene keurige
?vertaling wordt hier veel goeds en schoons
geftaden. Annie Kearies boek toch geeft veel te
feeren en te genieten, wat van menige vertaalde
mnan niet zoo grifweg kan worden verzekerd.
Zaandam, 21 Febr. 87. W. J. MANSSEN.
V A R I A.
Mimkaczy, de schilder van Christus voor
PilaAH, heeft van prins Hohenlohe, te Weenen, de
feestelling ontvangen voor de plafonds van het
?ieuwe museum voor schilderijen aldaar. Hij zal
?«flor het reusachtige werk 100,000 francs
ontWgen en het in zijn atelier te Parijs mogen
uitvoeren.
De Belgische pers maakt zich gereed om een
?jreinig voorkomend feest te vieren, het Ojarig
jobiléeener hoofdredactrice. Aan het hoofd van
»et Kberale Jowimal de Bruges staat sedert 4
Jtaril 1837 als redactrice Mad. Caroline Kopp;
4$ heeft in dat tijdperk, behalve aan haar blad,
aan vele Belgische tijdschriften
wetenschappee bijdragen geleverd. Ook werden van hare
ad Nathaüe en andere novellen een tijdlang
rijparne gelezen, en in het Engelsch en Duitsch
j* vertaald; men heeft ook van haar eene
verzame'» Ing van Vlaamsche sagen en sprookjes.
e Te Ziïrich zal een standbeeld worden
opge* richt voor Escher, den bouwmeester van den St
fethardtunnel; het monument, eene fontein, met
Allegorische figuren om het voetstuk, wordt door
den beeldhouwer Kiszling gemodeleerd en te Ber
lijn in brons gegoten.
In de nabijheid van Santillana, in het noorden
wn Spanje, zijn onlangs in de grot van Armillo,
teekeningen aangetroffen, die in de geleerde
we^ icid in en buiten Spanje groot opzien gebaard
" ** obben. Voor een deel stellen zij uitgestorven dier
soorten voor; voor een deel menschen in verschil
lende houdingen, nog eenige schijnen slechts
iëroglyphen van symbolische beteekenis.
Eenige leden van de Spaansche Academie, welke
dé- grot met hare teekeningen bekeken hebben,
ionden hunne rechtmatige verwondering niet
onderdrukken, dat reeds in het steentijdperk een
EUnstenaar de omtrekken en zelfs schaduwen op
degelfde wijze zou behandeld hebben, als het
tegfnwoordig aan de teeken-academies onderwezen
v ?watd*. Zij brachten daarbij in herinnering, dat
gedurende eenige zomers, een kunstenaar in het
- naaste dorp vertoefd had. De ontdekkers evenwel
wilden niets daarvan hooren: de Bosjesmannen
in. Zuid-Afrika teekenen immers ook wel, en
SalTftfbr Rosa was een geitenhoeder. Een verbitter
de strijd is alzoo ontstaan, en de Spaansche Aca
demie heeft eene commissie ingesteld, die met het
voorjaar de grot zal onderzoeken en omtrent de
echtheid der teekeningen uitspraak doen.
' Onder de steden die kunstschatten bezitten, is
'Nnrnberg een der rijkst voorziene. De stad zelt
liezit voor anderhalf millioen. De meeste zijn in
' het Germaansch Museum, andere op het Raadhuis,
in.het Albert-Dürer-Huis, enz. Tot nog toe waren
deze schatten bijna niet verzekerd; men redeneerde
EO»:, deze schatten zijn meest unica en dus toch
nooit voor geld terug te koopen. Men heeft
ech» ter thans bedacht, dat de eer van Ntirnberg er mee
' gemoeid zou zyn, voor zulke schatten, bij verlies,
«enigzins waardige vergoeding aanteschaffen, en
die nu allen voor de volle waarde, voor zoover die
"te taxeeren was, doen assureeren.
Het manuscript van Wagner's Meistersinger von
Nürnberg is uit de handen van den eigenaar
Eberle, die het als legaat had ontvangen, in han
den van den onderwijzer Kranzle te Augsburg
overgegaan, die het zal uitgeven zooals het is.
Het bestaat uit de origineele partituur, 427 bladen
groot folio, geheel van Wagner's eigen hand; dan
het piano-uittreksel, de proefvellen van de gedrukte
partituur, 700 bladzijden, in drie deelen met
duizende eigenhandige correctiën van Wagner zelf,
en eenige brieven, op de Meistersinger betrekking
hebbend.
Van de nieuwe opgravingen, dezer dagen te
Pompeji gedaan, zyn de grafplaatsen in de rich
ting van Nucera het belangrijkst. Bevreemdend is
het, dat hier met rood en zwart krijt, en ook
met den griffel, allerlei op de graven geschreven
is, terwijl deze anders zoo heilig en ongeschon
den behouden werden. Men leest er
verkiezingscirculairen, tooneelafficb.es, een, aankondiging van
circusspelen tegeu de idus van Mei, en erger,
eene karikatuur van een Pompejer, metershoog.
In den doorgang van een oud graf, heeft
iemand zijn naam en zijn zoetelietjes naam"
door elkander geslingerd; daarbij leest men over
de volle lengte van den voorgevel van een graf
monument het bericht, dat een opgetuigde merrie,
die weggeloopen is, teruggehaald kon worden by
Mommius aan de Sarno-brug. In Pompeji zijn alle
graven zonder opschriften, terwijl deze nieuwe
aan het stadje Nucera, waar dus misschien het
gemeentebestuur minder streng was, schijnen be
hoord te hebben. De verkiezingscandidaten toch
zijn Nuceranen, de spelen, met tien paar gladia
toren, zullen te Nucera plaats hebben, en dit
laastste klinkt bijna als een hoon voor Pompeji,
daar keizer Nero de circusspelen te Pompeji,
wegens voorgevallen bloedige gevechten tusschen
Pompejanen en Nuceranen, voor den tijd van tien
jaren verboden had.
Te Berlijn is bij de eerste opvoering van een
ni euwe opera, Merlin, van Rüfert, een curieus
incident voorgevallen. De componist Rüfert was
een leerling van Hans von Bülow en deze was
naar Berlijn gekomen orn de opvoering bij te
wonen. Nu heeft, gelijk men zich herinneren zal,
Hans von Bülow met de Berlijnsche opera een
onaangename geschiedenis gehad. Hij betitelde er
het orkest als paardenspelmuziek" en sprak van
Circus Hülsen." Men was te Berlijn woedend en
terstond daarop werd hem de titel van hofpianist
ontnomen.
Toen men nu wist, dat Hans von Bülow komen
zou, zon de nieuwe intendant, graaf Hof berg. op
middelen om hem den toegang tot de opera te
beletten. Als von Bülow eene kaart voor de
première gevraagd had, zou hem die geweigerd
zijn; maar men begreep wel dat een kunstenaar
als von Bülow zich wel eene kaart kon verschaifen.
Op inderdaad pruisische wijze werd toen te werk
gegaan. Aan de controle werden portretten neer
gelegd van den beroemden kunstenaar, en de
controleurs hadden de strengste consigne, aan
den heer die op dit portret geleek, den toegang
te weigeren. Dit, aan het misdadigersalbum en
het politieblad ontleende, middel gelukte. De
kunstenaar was reeds de zaal binnen, toen men
hem op den schouder tikte en hemde deur wees;
zonder eene aanmerking te maken, gehoorzaamde
hij aan dit bevel.
De quaestie, of een plaatsbiljst in den schouw
burg een bewijs van een gesloten contract is, dan
wel slechts als legitimatiepapier beschouwd mag
worden, is in Pruisen reeds voor de reehtbank
geweest, en ten gunste van den tooneeldiieeteur
beslist Men betreurt het echter in Berlijn, dat
zulk een incident, waarin de operadirectie niet
de mooiste rol speelt, zooveel van zich heeft doen
spreken, te meer omdat er over de opera zelve
zeer geklaagd wordt, en het niet noodig was,, von
Bülows scherpe, maar niet geheel onverdiende
kritiek in herinnering te brengen. De
oper*.Merlin, van Rüfert, had vrij veel succes; het deco
ratief was prachtig, de muziek over het geheel
aangenaam. Tekst en intrige worden niet geprezen.
maar de artisten Lola Beeth en Rothmühl, die de
rollen van Viviane en Merlin vervulden, voldeden
zeer goed.
De geschiedenis heeft nog een naspel gehad.
Eenige dagen later gaf Hans von Bülow te Ber
lijn een concert en werd er, ondanks de vroegere
ongunstige stemming der Berhjners jegens hem,
na ieder nummer stormachtig toegejuicht.. Hij
veroorloofde zich geene toespelingen op hot ge
beurde in de opera behalve n, waaraan de
kieschheid volkomen gewaardeerd werd. Alvorens
de 33 variatie n van Beethoven op een thema van
Diabelli te beginnen, speelde hij eenige maten
uit Figaro's Uochieit en wel de muziek Tan:
Will einst das Graflein
Ein Tanzchen wagen,
Mag er 's nur sagen,
Ich spiel ihm auf.
Het publiek begreep de toespeling op graaf
Hofberg en applaudisseerde met genoegen.
De historieschilder Wilhelm Beekman te D
sseldorf is aan een groot werk bezig, dat Richard
Wagner voorstelt, in zijn veel besproken, schilder
achtig gedecoreerde werkkamer in, Wahnfried",
de partituur van Parsifal voltooiend. Franz Liszt
houdt de partituur in handen, en keurt met
kritischen blik het slot goed; Cosima Wagner en
de schrijver Wolzogen luisteren. Becker heeft op
de plaats zelve al de bijzonderheden bestudeerd,
en zal het schilderstuk, wanneer het dezen zomer
gereed is, te Weenen en te Berlijn tentoonstellen.
Als men den Engelschen Standard gelooven
wil, zullen de eigenaars van Cremona-violen wel
doen, hunne instrumenten, zoo duur betaald, maar
spoedig van de hand te zetten, want de aardig
heid is er af, het geheim is ontdekt. Het beroemde
vernis is teruggevonden. Men heeft een hand
schrift ontdekt van een zekeren Antonio
Pavardoni, waarin het recept van het lak wordt gegeven;
het is half Italiaansch, half Fransch, niet geheel
verstaanbaar, toch voldoende, naar het schijnt.
Het hoofdbestanddeel van het vernis komt uit
China, waar men er sinds eeuwen allerlei gewone
huishoudartikelen mede bestrykt. Jezuitenpaters
brachten het recept mede, en de Augustijner mon
nik Eustache Gamart bereiddfr daaruit het onver
gelijkelijke, onbetaalbare en onherstelbaar verloren
vernis. Het handschrift draagt alleen de vermel
ding Ex bibliotheca de Cardenas. De inzender in
de Standard is verrukt; waarschijnlijk echter zal
de zaak zich oplossen in het nemen van een pa
tent door een nieuwe fabriek van vioolvernis.
Zondag 6 Maart, te l uur, wordt in het ge
bouw der Internationale Kunstvereeniging de Ten
toonstelling van ameublementen, uitgeschreven door
de Meubelmakers-Patroonsvereeniging. geopend.
Gouverneur's Oud; Huisvriend, uit handen
van den uitgever Pyttersen in die yan H. C. A.
Thieme te Nijmegen overgegaan, wordt thans
geredigeerd door mr. P. ter Voorde. Het eerste
nummer van den nieuwen jaargang, thans ver
schenen, bevat bijdragen van Agatha, Pol de Mont,
B. ter Haar, P. A. M. Boele van Hensbroek, N.
van Harpen en G. H. Priem.
Schaakspel.
No. 62.
Van OTTO MEISL1NG te Kopenhagen.
Bekroond met den eersten prijs in het tornooi
van Jemtland's Fidning te Ostersund.
ZWART.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Te laat vorige week ontvangen de juste oplos
sing van no. 60 van W. v. H, te Delft en A. R.
A. te Deventer. Voorts Flenügafed te Kaatsheuvel
no. 58; C. T. v. H. no. 60 met bis Shinkman en
zelfmat en no. 61 en bis met eindspel red. v. S.;
C. en H. probleem Shinkman, het zelfmat en no. 60,
beiden te Amsterdam.
g
Tweezettig probleem van W. A. Shinkman.
No. 1. Wit K. (3, T. b2, R. b4 en eö, Pd. c4
en c2, Pions a5 en d2 (8. Zwart K. d3, Pd. al
en b3, R. e5, Pions bö. d4, d6, e7 en f4 (9.
No. 2. Van dezelfde. Wit K. el, D. g2, R. dl
en eö, Pd. c3. (5 Zwart K. cl, D. al, R. a2,
Pions b2, b3, e3 en f5. (7 met K. cl. Wit begint
en evenals boven in twee zetten mat.
No. 3. Wit K. el, Pd. d3 en c7, R. d5. Pions
b6 en f5 (6. Zwart K. b8, Pions f6 en'f 7 (3.
Wit geeft in vijf zetten mat.
a b c d e
WIT.
(Wit 8 en Zwart 6 stukken met K. e5.)
Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat.
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 60
van C. Plank.
l C3_g4!)e4 d5;a)2 do e5! onv. 3 D. of Pd. zet mat.
l Als bov., c8 X AG b) 2 c3 e3 f, e4 - d5 3 g4 X f6 mat.
l f5 X g4 c) 2 c3 X c4 f, K. onv. 3 c4 d3 mat.
f5 f4 d)2g4Xf2f, K. onv. 3 c3 c2 ofd2mat.
l e6 e5 e) 2 g4 X > t. c4 f4 3 d6 X eömat.
Wit
a)
b)
c)
d)
e) Bij and. tegensp. v. eerd. m. No cobis van w. A. Shinkman. (*)
l d2 f2!, h3 X f2 f) 2 d6 c5 f, K. onv. 3 D e3 of go mat.
f) Als boven, a7 e7 g) 2 d6 cöf, K. onv. 3 D. e3 of c3 mat.
g) a7?c7ofa5h)2d6?eöf,K. 3 cl c3 of c3 mat.
h) d3 d2 i) 2 cl X d2 mat.
i) Anders 2cl?cofc3t,K.onv.3 R. of D. mat.
De verleiding : l d2 e2 mislukt door.... a7 e7.
*) De1 geniale probleemdichter Williaia A.
Shinkmam is volgens Brentano's Chess Mouthly,
geboren 2Tr December 1847 te Reichenberg in
Boheinen. Hij heeft van zijn 6e tot z'n 14e jaar
schoolondeiwijs genoten; vervolgens metzijne ouders
naar Amerika vertrokken alwaar zij zich vestigden
in Grand Bapids (MicWgan), William had als
knaap reeds voorliefde tot wiskundige studiën.
In dien tijd waren vreemdelingen in 't westen
van Michigan- niet erg welkom e» van daar dan
ook dat William in en baiten de school van de
Amerikaansche sehooljeugd plagerijen te verduren
had. Intusschen William wist spoedig fioor overleg
en vlugheid in g-ymnastiscbe- toerei» en vlug op
lossen van wiskundige vraagstukken bun ontzag
in te boezemen zoodanig, dat hij, weldra door zijn
makkers geacht en vereerd werd. Op zijn 16e
jaar leerde William van zijn nsakkersh«t schaken,
allén door het te zien sp«len, en zoo snel
maakte hij vorderiagen dat hij in twee jaren tijds
reeds zijne pseudo-meesters allen de baas was! Ook
het blindspelen beoelende hij met succe».
In 1875 behaalde hij een- schitterende
overwinning in het correspondentie-tornooi
der Chess-Review, tegen Mr. Alberon.. waarbij hij
den eersten prijs verwierf. Merkwaardig is> dat hij
iit een dier partijea een mat in 16.zetten
aankendigde.
Nadat hij zich e<ïrst bezig gcheuden bad met
bet van het diagram- af oplossen van problemen
der groote probleemdichters als Loyd, Bayer enz.
enz. en daarin eene zeldzame vaardigheid bereikt
had, begon AVilliam zelf problemen te
componeeren in 1870. In elf jaar tijds heeft hij 1600 pro
blemen gecomponeerd, namelijk 425 tweezettige,
510 driezcttige, 190 vierzettige 45 vijfzettige en
60 comp. boven 5 tot 111 zetten. Voorts 138 probl.
met voorw.en 276 zelfm.van 2 tot 84 z.Wel verre deze
vruchtbaarheid te kort zou doen aan originaliteit,
frischheid en Betheid van zamenstelling, blinken
alle deze eigenschappen er in uit. Bovendien
beoefent William muziek, litteratuur, speelt viool
en cello, whist en billard. Hij is een flink gebouwd
raan van middelbare lengte en krachtig gespierd,
bewegelijk, beschaafd en levendig van geest, in
gezelschap onderhoudend en bescheiden, fijn ge
voelig. In ambtsbezigheden stipt en voorkomend,
zo«dat hij de algemeene achting, geniet. Op pro
bleemgebied is Sfainkraan van gevoelen dat de
Loyilsche problemen aan alle de vereischten be
antwoorden welke aan problemen worden gestelt.
Volgens hem neemt van alle
probleemdichtersLoyd de eerste plaats in, zonder dat hij de ver
dienste van andere componisten wenscht te kort
te daen. Aan de Duitsche school geeft hij de
voorkeur, en veel heeft hij te danken aan Loyd's
voorbeelden. Naarmate wij over plaatsruimte
kunnen- beschikken,, volgen in volgende nommers
partijen en problemen van 1882 van William A.
Shiukman.
OUD-AMSTERDAMSCHE
VERSCHEIDENHEDEN.
Set Miniatuur-tooneel van Pieter Bim-biers 1750.
Geen Amsterdammer is er, of' hij heeft, zoo hij
't niet met eigen o»gen zag, gehoord van het
Théatre Optique van, Frangois Joseph. Pfeiffer, den
verdienstelijken, in 1835 overleden, decoratieschil
der van den Stadsschouwburg, welk* keurig deco
ratief en kunstig mechanisme het beroemde théatre
van Pierre te Parijs, naar den kroon, stak. Onze
grootvaders hebben het met niet minder bewon
dering beschouwd, daa onze tijdgenooten. die het
voorrecht hadden het bij den lateren eigenaar Jan
Hilman te zien, en hebben het althans voor Amster
damals een nieuwigheid beschouwd. Niemand echter
zou beter bet tegendeel hebben kunnen aantoonen
dan de man, die tusschen 1840 en '50 met recht
de Nestor der Hollandsche schilders werd genoemd,
toen hij de negentig reeds was gepasseerd; Pieter
Barbiers Pieterszoon, die in zijn jeugd, evenals
zijn broeder Bart stellig zijn vader de behulpzame
hand heeft moeten bieden bij het maken van
nieuwe voorstellingen op diens miniatuur-tooneel.
De oude Pieter Barbiers was een degelijk teeke
naar en een tamelijk schilder, die zich hoofdzake
lijk toelegde op waaierschilderen en een grooten
naam had in 't schilderen van kamorbehangsels.
Hij werd binnen onzo stad geboren in 1717 en
overleed in 1780. Een van de eerste veroischten
voor den kamerschilder is, dat hij een uitmuntend
kenner en toepasser der perspectief zij. Dat was
vooral noodig in den tijd toen men boven
vaderlandsche-, land-, rivier- en duingezichten aan
arcadische landschappen met ruïnen den voorkeur
gaf. De oude Barbiers muntte in de doorzichtkunde
uit en was ook niet onbedreven in
werktuigkunde.. De laatste schijnt hij, even als de dicht
kunst in zijne uren van ontspanning te hebben
beoefend..
Sedert jaren hield Barbiers zich bezig met de
samenstelling en inrichting van. een kunstwerk,.
dat bij den titel van Theatrum Artificiosum gat1,.
of bij zijn alledaagschen naam Migr.iatuur Theater
noemde. Toen het eenmaal gereed was, vond hij,
blijkbaar jammer het alleen te bewaran ter
vertooning aan vrienden en verwanten ea besloot hij,.
zeker ook omdat de voordeelen, met de tentoon
stelling er van te behalen, hem niet verwerpelijk
voorkwamen, het konstwcrk ter bezichtiging te
stellen. Reclame was ia dien tijd ook reeds niet
onbekend, en onze kunstenaar begreep, dat het.
zijne onderneming niet zou schaden indien, het
Theatrum aan het Stadhouderlijke Hof was
vertoond. Toen hij er mede vut den Haag
terugkwam, ging hij een overeenkomst aan met J.
H. Schncider, waard in Floris I, graaf van Holland,
een der eerste herbergen van dien tijd (1756)
gelegen in de Kalvers'raat, het vierde huis van de
Jonge Roelensteeg, om het daar toegankelyk te
stellen voor 't publiek. Billetten ter
advertissement" werden rondgestuurd en aangeplakt lui
dende ; Met permissie van haar E<1. Groot Achtb.
Heeren Burgermeesteren en Regeerders der Stadt
Amsteldam werd alom Bekentgemaakt aan alle
Heeren, Dames, Konstkenneren en Liefhebbers
van iets buitegemeens dat alhier te zien is, het
Theatrum Artificiosum of Konsttooneel nooit
alhier vertoond, hetwelk de eer heeft gehad van
op den 14 May laastleeden in 's Hage, Haar
Koninglyke Hoogheid. Zijn Hoogheid en Princesse
Carolina te voldoen en de lof en toejuyging van
,,'tgantse Hof weg te draagen. Bestaande in
gezigtkundige geschiedenisse, met ontelbare
ver