Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 507.
ote aantal kunstlievenden, die de zaal van
. rolden, eerden niet alleen den zanger, maar
die de schoone liederen op den juisten
te schatten.
een drietal artisten, wier naam in de
L eea goeden klank heeft, de HH. Timmner
Tibbe (zang) en Mej. Christina Veltman
het, door de goede uitvoering van
i programma bij een concert in
een vrg talrn'k publiek veel kunstgenot te
iu De Heer Tibbe heeft In betrekkelijk
t\jd de overtuiging gevestigd, dat zijne
"ng aan de muziekschool van de Afdeeling
der Maatschappij van Toonkunst, ook
> muziek in 't algemeen eene aanwinst mag
Zgn spel is vooral uit een technisch
oogvoortreffelijk. Kevens de virtuositeit in
enzin, dient echter in nog hoogere mate dan
het geval is, het dichterlijke in de
opvatde aandacht te trekken, Het ware onbillijk
aover dezen leeraar in het pianospel aan de
chool van Toonkunst, indien we niet onze
verwachting uitspraken, dat de kunstenaar
de vleugels zal uitslaan en ook door
styl bij de interpretatie der groote kunst
toejuiching zal .verdienen.
heer Timmner heeft een flinken toon, speelt
fraaie schakeering en is technisch zeer ver
Daarenboven krijgt zijn spel iets
mandat den besten indruk maakt, 't Kwam
ir, dat deze violist in dat opzicht heel wat
gegaan is. De Romance van Max. Bruch en
minder het nummer van Svendsen werden op
wijze ten gehoore gebracht en door
krachbelopnd.
' Mej. Christine Veltman in een concert
zaoptreden, waren getroffen door den omvang
(Jr gtemmiddelen, die haast aan de eischen der
voldoen en beneden het diepe altgeluid
ten. Als timbre komt. het ons voor, dat het
inm en lage register het beste bedeeld zijn, doch
omvang is aanwezig en het is dus te
vorkladat deze concertzangeres bij de keuze harer
:en er op let, de volle uitgebreidheid van
schoon orgaan te doen uitkomen. Toch kan
geraden wezen de grenzen der stem in het
'TOnregister niet te na te komen. Wordt de
iTOrming moeielijk, dan lijdt er de voordracht
Op de uitspraak hebben wij slechts weinig
te merken.
enkele vokaal of consonant moge stof tot
gegeven hebben, 't is de moeite niet w*»rd
*»arop de aandacht der artiste te vestigen. Alleen
rwde in het lied* Elle et Lui" de tegenstelling
i|6eter en relief gebracht. De beide coupletten
'jpoeten zoo worden gezongen, dat de dialoog te
' onderscheiden is. Herinnert men zich nog, dat
Baar aanleiding van Vergoblich.es Standenen" van
Brahms een soortgelijke opmerking moest gemaakt
Worden ? Het algemeene karakter van elk
zangnumW»er dient by de voordracht nimmer te verdwijnen.
«Dat intusschen aan deze bekwame chanteuse; die
'tevens eene uitmuntende onderwijzeresse in den
sang is, veel applaus werd geschonken, spreekt
Wel van zelf.
De Uedertatel Kunst en Vriendschap heeft voor
Jjenigen tjjd een wedstrijd voor Quartetzang uit
geschreven, waaraan enkele vereenigingen hebben
? «eelgenomen. Het bleek volkomen, dat de zangers,
\ uit verschillende provinciën naar de hootdstad
ge(, komen geen vertegenwoordigers der baste
lieder? Web waren, zoodat dan ook de wedstrijd slechts
betrekkelijke resultaten opleverde. Met de
beoefeyflling van den zang ziet het er nog verre van roos
je Jtleurig uit. Trefoefeningen worden er, naar 't schijnt,
? genoeg gehouden, doch met de esthetische eischen
. iran den zang wordt voel te weinig rekening
gef, kouden. Ademhaling, uitspraak, houding van den
'?-"Woad en ook van het lichaam worden nog steeds
~ Óp crgerlyke wijze over het hoofd gezien. En met
r, -aten natuurlijken smaak is het ook nog droevig
gesteld. De prijzen die dus door de juryleden
,' jrerden toegekend, zyn veeleer als eene soort
f*B aanmoediging toe te kennen en de banieren
f jder bekroonde Vereenigingen kunnen er in ieder
geval bij feestelijke gelegenheden mee pryken.
Aan de Utrechtsche Mannenzangvereeniging"
-werd de eerste prijs toegekend, terwijl de volgende
?onderscheidingen aan de Haarlemsche zangers
- werden uitgereikt.
Het concert op den avond van den wedstrijd
in Plancius gegeven, ontleende een deel van zijn
aantrekkelijkheid aan het optreden eener
concertaangeres uit Arnhem, mej. Speet, die goede
stem, middelen bleek te bezitten en ook door hare
voordracht aan de leden van Kunst en
Vriend*chap" veel kunstgenot verschafte.
Over de opera van Mermet, Roland a
Roncevaux". door het Fransche operagezelschap uit
'sllage in den Stadsschouwburg opgevoerd, heb
ben wij onzen lezers nog niets kunnen
mededecten. De tekst is zeer belangrijk, de hoofdfiguren
zjjn goed geteekend en er is gang in de hande
ling. Te juister tijd zyn ensemble-nummers
aanSgebracht, die tot geschikte koren hadden kunnen
bewerkt -worden. De kunstwaarde, uit een muzi
kaal oogpunt althans, diene men niet al te hoog te
stellen. De instrumentatie is op vele plaatsen luid
ruchtig, zwaar en smakeloos tevens; in andere
'deelen van eene onbeduidendheid, die ons doet
?glimlachen. In de melodieën herkent men allerlei
motieven, zoodat de oorspronkelijkheid ook van
den componist niet bijster groot is. De koren mis
sen degehjken bouw, en maken alleen indruk door
de kracht die de samenzang ontwikkeld.
De rol van Roland werd door den fort-tenor,
den Heer Lestellier op schitterende wijze vervuld.
Bisschop Turpin en de verrader Ganelon werden
door de HH. Joussaume en Naume verdienstelijk
voorgesteld, terwijl de heer Villefranck de figuur
van den Emir met geëischte plechtigheid wedergaf.
Figaro's Hochzeit en Martha werden in het
Paleis voor Volksvlijt en in den Parkschouwburg
opgevoerd. Het was een werkehjk genot de
fris«che, geestige muziek van Mozart te hooren en
liet publiek gaf bij herhaling zijne tevredenheid
oyer de uitvoering te kennen.
De schalksche Cherubin van verleden jaar was
nu in een deftige Grafin" veranderd, 't Doet ons
leed, dat M. Bettaque met betrekking tot den
aard van hare kunstgaven, andere meeningen
heeft, dan ons voor haar succes gewenscht voor
komt. De heer Behrens onderscheidde zich door
dezelfde eigenschappen, die wij zoo dikwerf heb
ben doen opmerken. Losheid en levendigheid
heeft hij slechts zelden; aan koddige invallen faalt
het hem gewoonlijk niet, integendeel.
, De opera van Flotow is voor het gezelschap
van den Parkschouwburg vry wel berekend. De
koren werden in het algemeen goed gezongen,
alleen eischt het samenspel nog de zorg van re
gisseur en orkestdirecteur. Het debuut van den
heer Marcel de Vries, tenor, was niét gelukkig.
De stem scheen weinig omvang en volume te
hebben en het spel was evenmin voldoende.
't Zou ons niet verwonderen, dat de heer de Vries
als Lyonel is opgetreden alvorens hij de rol ge
noegzaam is zijne macht had. Wij zouden dat
juist voor hem wenschen, dan konden we althans
hopen, dat het hem gelukken zal spoedig revan
che te nemen. De Heer Orelio was een zeer ver
dienstelijke Plumkett. De rol is voor zijne stem
wat laag geschreven, doch de zang en in het
algemeen de voordracht, verdienden de luide
toejuichingen die hem werden gebracht. De dames
Jahn en Kiehl traden als Lady Harriet en
Nancy op, terwijl de Heer Schmier wat den
zang betrof, tegen de rol van Sir Tristan opge
wassen bleek, doch als acteur het type niet juist
had getroffen.
Wie het met de Hollandsche opera goed
meenen moeten hunne belangstelling toonen door de
opvoering van Martha in den Parschouwburg te
gaan bijwonen. Over het optreden van Minnie
Hauck en Albani schrjjven wij in een volgend
nummer; de aankondiging van enkele muzikale
uitgaven komt dan eveneens aan de beurt
H. C. P. D.
MUZIKAAL OVERZICHT.
ROTTERDAM, 10 Maart 1887.
Mevrouw Grüning-Mielke had voor hare
benefice-voorstelling die Afrikanerin gekozen ; wellicht
ware eene andere keuze beter voor haar geweest,
want dit werk geeft eener primadonna weinig
gelegenheid om te schitteren. De zaal was goed
bezet, en dat men Mevr. Mielke's gaven op
hoogen prijs stelt, bleek uit de talrijke bloemen, die
haar vereerd werden, alsmede uit een geschenk,
haar door den regisseur namens enkele dames aan
geboden. Toch ontbrak het, naar het mij toescheen
bij het brengen dezer ovaties aan de noodige
warmte, hetgeen ik toeschrijf aan do houding,
door de beneficiante in den loop van dit seizoen
op het tooneel herhaaldelijk tegenover hare
medeartisten aangenomen, eene houding, die met
het belang der kunst niet is overeen te bren
gen, en dit moet toch boven alles staan. Reeds
meer werd dit met leedwezen geconstateerd; want
het bezit van eene primadonna met zóó groote
gaven als mevr. M. ter harer beschikking heeft,
stelt men terecht op hoogen prijs, en toch, met
alle oprechte waardeering dezer gaven, zou het
verkeerd zijn er een goed ensemble aan op te
offeren.
Bij de opvoering der Afrikanerin oogstte de haer
von Bongardt het succes van den avond in door'
zijne voortreffelijke wedergave van Nelusco; zie
daar een artist, dien men (lyrische partijen uitge
zonderd) steeds gaarne ziet en hoort, die daarin
echter geen aanleiding vindt om zich zóó ver bo
ven zijne omgeving verheven te achten, dat hij
zijne medeartisten bij open gordy'n den rug toe
draait. De heer Grüning was als Vasco de Gama
zeer verdienstelijk en de overige mannenrollen
waren bij de heeren Behrens; Shukowsky, Robe,
enz. in goede handen. Mej. Richter voldeed als
Ines vrij goed, evenals Mevr. Weiss in haar on
dergeschikt partijtje.
Het concert van 7 dezer van de
Orkestverecniging Symphonia verschafte het vrij talrijke audi
torium weder een recht aangenamen avond; de
vereeniging zelve trad op met eene Suite van F.
Lachner (no. 5), een Intermezzo (op 46) van
Bargiel, eene Gravotte van Lully, georchestreerd door
R. Kleinmichel en de ouverture die Hebridenv&n
Mendelssohn. De uitvoering gaf wederom blijk
van ernstige studie, en de vereeniging behaalde,
vooral met de laatste drie werken (het eerste liet
het publiek tamelijk koud), welverdiend succes;
den geachten directeur, den heer Blumentritt,
daarvan de eer. Als soliste voor het vocale ge
deelte trad mevr. v. S. op, en bevestigde den
gunstigen indruk, dien haar beschaafde zang reeds
meermalen heeft gemaakt. De heer W. B. bewees
ook ditmaal, dat hij onder de violoncelspelende
dilettanten eene eerste plaats inneemt; toon,
streek en voordracht zijn voortreffelijk, hetgeen
vooral uitkwam in de tweede afdeeling, toen hij
met piano-accompagnement (beschaafd en besehei
den bezorgd door den heer George Rijken) speelde.
De 3 gedeelten uit lm Walde", suite vaa I).
Popper, in de eerste afdeeling, leden eenigzins
door de minder volmaakte begeleiding vaa het
orkest.
Eene reprise van Die Regimentstochter op jl.
Woensdag liep goed van stapel; in de daarne
gegeven Loreley-fmsile verschafte Mevr. Mielke
eenige oogenblikken van onverdeeld kunstgenot
door haren meesterlijken zang.
Over ongeveer drie weken vertrekt de heer
Behrens naar Parijs om er als könig in La-hengrin
(in de Fransche taal) op te treden; Mevr. de
Vries treedt als Elsa op, de heer Van Dijck als
Lohengrin, de lieer Emile Blauwaert als
Tellramund, enz. Ik wensch den heer Behrens een
groot succes toe! V.
HET INCIDENT VON BULOW.
Nog steeds houdt de Duitsche pers zich bezig met
het weigeren van toegang aan den pianist von Bülow
in de koninklijke Opera te Berlijn. Over de vraag
of de directeur der opera in casu de intendant
graaf Hochberg het recht had, iemand, van een
plaatsbiljet voorzien, en die zich niet onbehoor
lijk aanstelde, den toegang tot de zaal te weige
ren, haalt men een juridisch advies van den grooten
rechtsgeleerde Rudolf von Jhering aan. In een
zijner jongste verhandelingen zegt dezehoogleeraar:
Een tooneelcritius, wien wegens zijn onzachte
beoordeelingen een schouwburgbiljet geweigerd
was, had door eene ander persoon een biljet la
ten nemen, maar werd door het dienstpersoneel
teruggewezen met de opmerking, dat de directie
hem niet in de zaal wilde toelaten. Dat de di
rectie hiertoe onbevoegd was, is boven allen
twjjfel verheven. Het staat haar vrij aan een bepaald
persoon het biljet te weigeren, maar het staat
haar niet vrij, iemand die een door haar afgege
ven biljet vertoont, terug te wijzen.
Voor het verkoopen van het biljet heeft zij eene l
verbintenis aangegaan, welke zij, naar den aard
van het schouwburgbiljet als toonderpapier, tegen
over ieder toonder te vervullen heeft. Alleen
wanneer in zijn persoon zulke redenen voorhanden
zijn, welke in het belang der overige tooneelbe- 'j
zoekers zijne terugwijzing rechtvaardigen (b. v.
onvoegzame kleeding, dronkenschap) kan zij hem
toegang weigeren. Doet zij het zonder dat, dan
begaat zij niet alleen eene contractbreuk, maar
daarenboven ook eene benadeelende rechtskrenking.
Het is eene daad van willekeur, de openlijke
miskenning van een ontwijfelbaar recht; dat in
in dat geval de aetïo injuriarum Jhering wil
behalve schadevergoeding nog eene bijzondere
actie tot genoegdoening invoeren niet te mis
sen is, behoeft geen betoog. Met het vergoeden
der geldehjke schade, teruggave van den prijs van
het plaatsbiljet, is hier aan het belang van den
geweigerde niet voldaan, en daar hier eene straf
rechterlijke vervolging wegens beleediging mis
schien geen gevolg zou hebben, blijft alleen de
actio injwriarwm langs civielen-weg over."
Degene, die over 't algemeen het slechtst vaart
bij de commérages in de hoofdstad, is graaf Hoch
berg. Men brengt in herinnering, dat Hans von
Bülow na de beruchte woorden Circus Hülsen",
herhaaldelijk in de opera is toegelaten, en zoekt
nu eene persoonlijke veete, voor welke graaf Hoch
berg dan werkelijk op ongehoorde wijze van zijn
positie misbruik gemaakt zou hebben. Graat
Hochberg heeft eens geprobeerd zelf eene opera
te doen opvoeren, in Hannover; Hans von
Bülow weigerde toen, de leiding op zich te nemen,
en toen deze aan den tweeden kapelmeester werd
opgedragen, verscheen hij, om zijn afkeer en wal
ging te kennen te geven, bij de repetitiën opliet
tooneel, met een rouwband om den hoed, zwarte
handschoenen en een citroen in de hand.
De spotters over graaf Hochberg en zijn orders
brengen natuurlijk het taallesje in herinnering,
dat wij de vorige week aanhaalden, over de uit
spraak van de g in dezen schouwburg.
Er was nog haast niemand in de zaal", schrijft
een fenilletonnist in den Neue Freie Presse. De
portier had dus tijd om zich in de studie van de
juiste uitspraak der g te verdiepen. Zachte g en
lange e, als in geh \ ,.Geh,. . . geh. .. geh. .." klonk
het helder en luid uit zijn mond. De eerste
logesluiter evenzoo: g. . . g. .. g. .. g.. . ." De tweede
logesluiter dergelijks : g. . . g. .. g... g. . .!" zoo
klonk en geeuwde het als een eindelooze echo
door de ledige corridors van den schouwburg.
Eerst door den derden logesluiter werd de vijand
herkend.
Wer da-?"
Von Bülow !"
Passirt nicht!"
Waavum?"
Der Graf hat's ge?agt!"
Voor dit bekoorlijk laconisme, dat aan Le roi
Ta dit herinnert, week de musicus zonder tegen
spraak."
De spotter onderzoekt, waarom Graaf Hochberg
het decreet kan uitgevaardigd hebben. Eenigen
beweren, dat de geest van wijlen den
hofintondant Hülsen geen rust in het graf kon vinden,
en daarom bij Hochberg kwam spoken, tot de be
leediging, hem door Bülow aangedaan, gewroken
was. Anderen spreken van de bewuste opera te
Hannover. Nog anderen meenen, dat graaf
Hochberg, als meer geestige mannen, soms noodig
heeft eene domheid te begaan, en hij nn deze
kolossale en voorbedachte heeft uitgevoerd, aan
de controleurs zelfs de portretten van den heer,
die eruit gegooid moest worden, te verstrekken-,
opdat niemand ooit er aan kon denken,
dedomheid te excuseeren of anders uit te leg
gen. Ten vierde echter wiïmen een goed
overlegden vriendschapsdienst er in zien,
welkede graaf den beroemden von Bülow bewijzen
wilde. Hij zou zoo tet hem gesproken hebben:
Beste von Bülow, onder de onaangename
menschenr die God op de wereld geplaatst heeft, zijt
gij een der onaangenaamste, in uw boezem strijden
een goed en een boos beginsel. Het booze beginsel
hunkert naar akelige schandaalscènes, het goede
beginsel speelt piano. De pianist von IJülow heeft
altoos maar weer moeite om goed te maken wat »le
lawaaimaker von Bülow bedierf', en de krijschende
dissonanten, welke de laatste overal moedwillig doet
ontstaan, weer harmonisch op te lossen. Op mijnwoord,
waarde von Bülow, gij zijt werkelijk onuitstaanbaar.
Te Milaan beleedigt ge Verdi, te Berlijn von Hul
zen, te München het publiek, te Weenen de kri
tiek, te Praag het Duitsche volk, er blijft u nau
welijks nog iets te beleedigen over, en hoe goed
ook Ormuzd op het concert speelt, wat helpt het,
als Ahriman telkens de snareH ontstemt? Ge zijt
op het punt, geheel onmogelijk te worden. Uwe
reputatie heeft grondige reparatie noodig, en daar
zal ik voor zorgen. Laat mij maar begaan!"
De feuilletonist vraagt of graaf Hochberg, als
eens. een opera van hem werd opgevoerd, en het
publiek beging do zonde, die uit te fluiten, niet
den volgenden avond het publiek naar huis zou
zenden? Zijn slotredeneering is: waarmede von
Bülow onze sympathie verdiend heeft, doet er nu
niet toe, maar als offer dezer Büttel- und
Knilttelherrschaft begint hij ons te interessceren. Da
rechtskrenking trekt iedereen zich aan. en behalve
de rechtskrenking was de daad ook eene onver
beterlijke dwaasheid; wie zulk eene dwaasheid
wil doen, moest toch eerst eens navragen en
onderzoeken, aan wiens zijde de lachers zullen
zijn. De graaf heeft het gezegd had hij het
liever bedacht!"
UIT VLAANDEREN.
Wagner's WALKÜBE" te Brussel.
De opvoering van het tweede deel van
Wagners beroemde tetralogie, d. i. van de Walküre,
op den Brusselschen Muntschouwburg, ziedaar
ongetwijfeld de voornaamste gebeurtenis op muzi
kaal terrein, welke het tooneeljaar 1886?1887
geroepen is op te leveren.
Al was reeds voor jaren, door hetzelfde gezel
schap en onder de leiding van den huidigen en
voortreffelyken directeur, mr. Joseph Dupont, Lo
hengrin ten gehoore gebracht; terwijl nog weer
onlangs, in 1883, door de door Angelo Heumann be
stuurde troep gewrochten van Wagners jongste
manier" werden vertoond, toch mag men zeggen
dat op de kunstplechtigheid van gisteren avond 9
Maart, het lyrische drama van den Duitschen
meester voor de eerste maal in Belgiënagenoeg
geheel volgens de Bayreuther tradities en der
voorschriften des scheppers zelven, is gespeeld.
Geene moeite, geen kosten heelt de Brusselsche
directie ontzien, om de opvoering den genialen
meester en zijn heeriyken arbeid waardig te doen
zijn. Door het huis Mahillon werden gansch nieuwe
instrumenten (trombone-contrabasse,
trompettebasse en verschillende tuba's) vervaardigd. Het
getal muzikanten werd op 102 gebracht; de aan
het orkest voorbehouden plaats werd een paar
voeten verlaagd; nieuwe decoraties werden door
twee uitstekende artisten,de heeren Lijnen en
Devis, geschilderd Nooit werd aan de studie
van om het even welk muzikaal werk even groote
zorg, evenveel liefde besteed! De heer Dupont
heeft zijnen kunstenaars de hoogste eischen gesteld:
een vijftigtal repetitiën voor den zang, meer dan
40 voor het orkest, en nog achtte zich de nauw
gezette musicus nauwelijks voldaan, nauwelijks
zeker van een succes, dat n zijne kunde, n de
goede gezindheid van zijn personeel, n vooral de
geheele schaar muziekliefhebbers der hoofdstad
hem waarborgden.
Zeker, de vraag, waarop de thans besproken
vertooning het antwoord moest geven, was niet te
weten, of Wagners gewrocht al of niet bestand is
tegen de critiek! De Walküre-vertoomngen van
26 Juni 1870. te Müncben en die der terralogie,
in Oogst 1876, te Bayreuth, leverden het schitte
rendste bewijs, dat de voortzetter en hervormer
van Webers tooneelarbeid, eene serie werken had
voortgebracht, welke voortaan nog slechts met de
allerhoogste scheppingen van der menschen genie
zouden vergeleken worden.
Hier gold het alleen te bestatigen, welken in
druk de Walküre, in het Fransch vertaald, en
wat erger is. opgevoerd door artisten, welke voor
de eerste maal van hun leven het Fransche of
Italiaansche opera met zijne bravoerstukken,
arietten, trios en quartetten, fiorituren en wat dies
meer, thans ontrouw werden, zoude teweegbren
gen op een publiek, dat slechts voor een zeer
gering gedeelte uit ingeivijden bestaat, en voor
de overgroote meerderheid door Meijerbeer,
Gounod, Verdi, Auber, enz., venvend is.
Geen wonder dan ook, dat de Brusselsche pers,
sedert weken reeds, tal van min of meer wel
doordachte opstellen aan do Walküre heeft
gewud, terwijl eenige gekende critici van beroep,
o. a. Kufferath en Pardieu, het op te voeren drama
bij middel van een paar uitmuntende brochures
hebben toegelicht.
Men kan zonder overdrijving zeggen, dat nooit
eenige tooneelvertooning de belangstelling meer
heelt gaande gemaakt dan deze. Fabelachtige
prijzen werden gisteren voor plaatsbiljetten be
taald! Referendaris zelf', heeft, aan de deur van
het verhurings-bureel, orkestzetels a 100 en 150
fr., ja, balkons a 200 zien verkoopen! Eeu par
terre kostte tot 30 en 40 frank.
Eene bespreking van het stuk zelf, zal de
lezer van mij wel niet verwachten. Ook in Hol
land werd de Walküre gespeeld, en uwe terecht
gevierde critici hebben te dier gelegenheid, beter
dan ik het zou kunnen, het diep humane ka
rakter van Wagners ontleding der meest ver
scheidene hartstochten: liefde, haat, wraak, be
rouw, verlangen, vreugde, hoop, wanhoop... en
de plastische kracht zijner beschrijvingen: als
daar zijn liet tempestuoso van het openingstuk, de
lentenacht in bedrijf l, de rit der Walkürea in
bedrijf 3, het tooneel van het vuur (Soki) in
hetzelfde bedrijf.... doen uitschijnen.
Alleen van de houding van het publiek der
Brussolsche première kan hier sprake zijn.
Ik haast mij het te zeggen: de nagedachte
nis van den grooten man vierde gisteren eenen
schitterenden triomf. Ofschoon het niet kan ge
loochend worden, dat enkele passages, zoo het
tooneel tusschen Siegmund, Siegelinde en Br
nehild is den 2den akt, buitengewoon, lang zijn;.
ofschoon een onpartijdig beoordeelaar moet toe
geven, niet alleen dat enkele bijzaken in de mise
en scène b: v. de rammen van Frikka's wagen,
niet aan de meesten voldeed maar ook, dat
het uiterlijk van enkele vertolkers geenszins aan.
do dichterlijke opvatting van het voor te stellen
personnage beantwoordde, toch bleef het geheele,
overtalrijke gehoor van het eerste tot het laatste
tooneel toe, de meest onafgebroken aandacht
wyden van dit bovenmenschelijke, somebre drama.
In eene schier godsdienstige stilte werd reeds do
onnavolgbaar schoone beschrijving van den storm
in het preludium ontvangen i eene muziek, die
den hoorder al dadelijk verplaatst in eenen ver
achter ons liggenden tijd, toen de aarde veel
jonger en wo«ster, de natuurkrachten vreeselijkcr
de menschen grooter en sterker, de hartstochten
verterender waren.
Lang voor het einde van akt I, barst de geest
drift van hot publiek los! Een donder van toe
juichingen begroette het tooneel, waarop de deur
van Hundingshalle zich van zelf opent om uit
zicht te bieden op den betooverend schoonen
lentenacht, in het verrukkelijke lied van Sieg
mund : Linde Liifte enz. Na afloop van dit too
neel worden mejuffr. Martiny (Siegelinde), en M.
Engel (Siegmund) tot driemaal teruggeroepen,
terwijl ook aan Joseph Dupont, en wel terecht,
door het gehoele publiek, bij aanvang van akt II,
eene ovatie wordt gebracht. Wat verder nog her
haaldelijk tot bijzonder voorwerp was van do be
wondering des publieks, waren Wodans wanhoop
na zijn onderhoud met Frïkka, het tooneel tus
schen de schildmaagd en Siegmund, de bovenna
tuurlijk schoone rit der Walküren, en zooals
men dat hier heet la scène du feu."
De vertooning der Walküre had niet enkel
ontelbare Belgische, maar zelfs talrijke Fransche
kunstenaars en schrijvers naar de hoofdstad gelokt.