De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 13 maart pagina 4

13 maart 1887 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 507. ote aantal kunstlievenden, die de zaal van . rolden, eerden niet alleen den zanger, maar die de schoone liederen op den juisten te schatten. een drietal artisten, wier naam in de L eea goeden klank heeft, de HH. Timmner Tibbe (zang) en Mej. Christina Veltman het, door de goede uitvoering van i programma bij een concert in een vrg talrn'k publiek veel kunstgenot te iu De Heer Tibbe heeft In betrekkelijk t\jd de overtuiging gevestigd, dat zijne "ng aan de muziekschool van de Afdeeling der Maatschappij van Toonkunst, ook > muziek in 't algemeen eene aanwinst mag Zgn spel is vooral uit een technisch oogvoortreffelijk. Kevens de virtuositeit in enzin, dient echter in nog hoogere mate dan het geval is, het dichterlijke in de opvatde aandacht te trekken, Het ware onbillijk aover dezen leeraar in het pianospel aan de chool van Toonkunst, indien we niet onze verwachting uitspraken, dat de kunstenaar de vleugels zal uitslaan en ook door styl bij de interpretatie der groote kunst toejuiching zal .verdienen. heer Timmner heeft een flinken toon, speelt fraaie schakeering en is technisch zeer ver Daarenboven krijgt zijn spel iets mandat den besten indruk maakt, 't Kwam ir, dat deze violist in dat opzicht heel wat gegaan is. De Romance van Max. Bruch en minder het nummer van Svendsen werden op wijze ten gehoore gebracht en door krachbelopnd. ' Mej. Christine Veltman in een concert zaoptreden, waren getroffen door den omvang (Jr gtemmiddelen, die haast aan de eischen der voldoen en beneden het diepe altgeluid ten. Als timbre komt. het ons voor, dat het inm en lage register het beste bedeeld zijn, doch omvang is aanwezig en het is dus te vorkladat deze concertzangeres bij de keuze harer :en er op let, de volle uitgebreidheid van schoon orgaan te doen uitkomen. Toch kan geraden wezen de grenzen der stem in het 'TOnregister niet te na te komen. Wordt de iTOrming moeielijk, dan lijdt er de voordracht Op de uitspraak hebben wij slechts weinig te merken. enkele vokaal of consonant moge stof tot gegeven hebben, 't is de moeite niet w*»rd *»arop de aandacht der artiste te vestigen. Alleen rwde in het lied* Elle et Lui" de tegenstelling i|6eter en relief gebracht. De beide coupletten 'jpoeten zoo worden gezongen, dat de dialoog te ' onderscheiden is. Herinnert men zich nog, dat Baar aanleiding van Vergoblich.es Standenen" van Brahms een soortgelijke opmerking moest gemaakt Worden ? Het algemeene karakter van elk zangnumW»er dient by de voordracht nimmer te verdwijnen. «Dat intusschen aan deze bekwame chanteuse; die 'tevens eene uitmuntende onderwijzeresse in den sang is, veel applaus werd geschonken, spreekt Wel van zelf. De Uedertatel Kunst en Vriendschap heeft voor Jjenigen tjjd een wedstrijd voor Quartetzang uit geschreven, waaraan enkele vereenigingen hebben ? «eelgenomen. Het bleek volkomen, dat de zangers, \ uit verschillende provinciën naar de hootdstad ge(, komen geen vertegenwoordigers der baste lieder? Web waren, zoodat dan ook de wedstrijd slechts betrekkelijke resultaten opleverde. Met de beoefeyflling van den zang ziet het er nog verre van roos je Jtleurig uit. Trefoefeningen worden er, naar 't schijnt, ? genoeg gehouden, doch met de esthetische eischen . iran den zang wordt voel te weinig rekening gef, kouden. Ademhaling, uitspraak, houding van den '?-"Woad en ook van het lichaam worden nog steeds ~ Óp crgerlyke wijze over het hoofd gezien. En met r, -aten natuurlijken smaak is het ook nog droevig gesteld. De prijzen die dus door de juryleden ,' jrerden toegekend, zyn veeleer als eene soort f*B aanmoediging toe te kennen en de banieren f jder bekroonde Vereenigingen kunnen er in ieder geval bij feestelijke gelegenheden mee pryken. Aan de Utrechtsche Mannenzangvereeniging" -werd de eerste prijs toegekend, terwijl de volgende ?onderscheidingen aan de Haarlemsche zangers - werden uitgereikt. Het concert op den avond van den wedstrijd in Plancius gegeven, ontleende een deel van zijn aantrekkelijkheid aan het optreden eener concertaangeres uit Arnhem, mej. Speet, die goede stem, middelen bleek te bezitten en ook door hare voordracht aan de leden van Kunst en Vriend*chap" veel kunstgenot verschafte. Over de opera van Mermet, Roland a Roncevaux". door het Fransche operagezelschap uit 'sllage in den Stadsschouwburg opgevoerd, heb ben wij onzen lezers nog niets kunnen mededecten. De tekst is zeer belangrijk, de hoofdfiguren zjjn goed geteekend en er is gang in de hande ling. Te juister tijd zyn ensemble-nummers aanSgebracht, die tot geschikte koren hadden kunnen bewerkt -worden. De kunstwaarde, uit een muzi kaal oogpunt althans, diene men niet al te hoog te stellen. De instrumentatie is op vele plaatsen luid ruchtig, zwaar en smakeloos tevens; in andere 'deelen van eene onbeduidendheid, die ons doet ?glimlachen. In de melodieën herkent men allerlei motieven, zoodat de oorspronkelijkheid ook van den componist niet bijster groot is. De koren mis sen degehjken bouw, en maken alleen indruk door de kracht die de samenzang ontwikkeld. De rol van Roland werd door den fort-tenor, den Heer Lestellier op schitterende wijze vervuld. Bisschop Turpin en de verrader Ganelon werden door de HH. Joussaume en Naume verdienstelijk voorgesteld, terwijl de heer Villefranck de figuur van den Emir met geëischte plechtigheid wedergaf. Figaro's Hochzeit en Martha werden in het Paleis voor Volksvlijt en in den Parkschouwburg opgevoerd. Het was een werkehjk genot de fris«che, geestige muziek van Mozart te hooren en liet publiek gaf bij herhaling zijne tevredenheid oyer de uitvoering te kennen. De schalksche Cherubin van verleden jaar was nu in een deftige Grafin" veranderd, 't Doet ons leed, dat M. Bettaque met betrekking tot den aard van hare kunstgaven, andere meeningen heeft, dan ons voor haar succes gewenscht voor komt. De heer Behrens onderscheidde zich door dezelfde eigenschappen, die wij zoo dikwerf heb ben doen opmerken. Losheid en levendigheid heeft hij slechts zelden; aan koddige invallen faalt het hem gewoonlijk niet, integendeel. , De opera van Flotow is voor het gezelschap van den Parkschouwburg vry wel berekend. De koren werden in het algemeen goed gezongen, alleen eischt het samenspel nog de zorg van re gisseur en orkestdirecteur. Het debuut van den heer Marcel de Vries, tenor, was niét gelukkig. De stem scheen weinig omvang en volume te hebben en het spel was evenmin voldoende. 't Zou ons niet verwonderen, dat de heer de Vries als Lyonel is opgetreden alvorens hij de rol ge noegzaam is zijne macht had. Wij zouden dat juist voor hem wenschen, dan konden we althans hopen, dat het hem gelukken zal spoedig revan che te nemen. De Heer Orelio was een zeer ver dienstelijke Plumkett. De rol is voor zijne stem wat laag geschreven, doch de zang en in het algemeen de voordracht, verdienden de luide toejuichingen die hem werden gebracht. De dames Jahn en Kiehl traden als Lady Harriet en Nancy op, terwijl de Heer Schmier wat den zang betrof, tegen de rol van Sir Tristan opge wassen bleek, doch als acteur het type niet juist had getroffen. Wie het met de Hollandsche opera goed meenen moeten hunne belangstelling toonen door de opvoering van Martha in den Parschouwburg te gaan bijwonen. Over het optreden van Minnie Hauck en Albani schrjjven wij in een volgend nummer; de aankondiging van enkele muzikale uitgaven komt dan eveneens aan de beurt H. C. P. D. MUZIKAAL OVERZICHT. ROTTERDAM, 10 Maart 1887. Mevrouw Grüning-Mielke had voor hare benefice-voorstelling die Afrikanerin gekozen ; wellicht ware eene andere keuze beter voor haar geweest, want dit werk geeft eener primadonna weinig gelegenheid om te schitteren. De zaal was goed bezet, en dat men Mevr. Mielke's gaven op hoogen prijs stelt, bleek uit de talrijke bloemen, die haar vereerd werden, alsmede uit een geschenk, haar door den regisseur namens enkele dames aan geboden. Toch ontbrak het, naar het mij toescheen bij het brengen dezer ovaties aan de noodige warmte, hetgeen ik toeschrijf aan do houding, door de beneficiante in den loop van dit seizoen op het tooneel herhaaldelijk tegenover hare medeartisten aangenomen, eene houding, die met het belang der kunst niet is overeen te bren gen, en dit moet toch boven alles staan. Reeds meer werd dit met leedwezen geconstateerd; want het bezit van eene primadonna met zóó groote gaven als mevr. M. ter harer beschikking heeft, stelt men terecht op hoogen prijs, en toch, met alle oprechte waardeering dezer gaven, zou het verkeerd zijn er een goed ensemble aan op te offeren. Bij de opvoering der Afrikanerin oogstte de haer von Bongardt het succes van den avond in door' zijne voortreffelijke wedergave van Nelusco; zie daar een artist, dien men (lyrische partijen uitge zonderd) steeds gaarne ziet en hoort, die daarin echter geen aanleiding vindt om zich zóó ver bo ven zijne omgeving verheven te achten, dat hij zijne medeartisten bij open gordy'n den rug toe draait. De heer Grüning was als Vasco de Gama zeer verdienstelijk en de overige mannenrollen waren bij de heeren Behrens; Shukowsky, Robe, enz. in goede handen. Mej. Richter voldeed als Ines vrij goed, evenals Mevr. Weiss in haar on dergeschikt partijtje. Het concert van 7 dezer van de Orkestverecniging Symphonia verschafte het vrij talrijke audi torium weder een recht aangenamen avond; de vereeniging zelve trad op met eene Suite van F. Lachner (no. 5), een Intermezzo (op 46) van Bargiel, eene Gravotte van Lully, georchestreerd door R. Kleinmichel en de ouverture die Hebridenv&n Mendelssohn. De uitvoering gaf wederom blijk van ernstige studie, en de vereeniging behaalde, vooral met de laatste drie werken (het eerste liet het publiek tamelijk koud), welverdiend succes; den geachten directeur, den heer Blumentritt, daarvan de eer. Als soliste voor het vocale ge deelte trad mevr. v. S. op, en bevestigde den gunstigen indruk, dien haar beschaafde zang reeds meermalen heeft gemaakt. De heer W. B. bewees ook ditmaal, dat hij onder de violoncelspelende dilettanten eene eerste plaats inneemt; toon, streek en voordracht zijn voortreffelijk, hetgeen vooral uitkwam in de tweede afdeeling, toen hij met piano-accompagnement (beschaafd en besehei den bezorgd door den heer George Rijken) speelde. De 3 gedeelten uit lm Walde", suite vaa I). Popper, in de eerste afdeeling, leden eenigzins door de minder volmaakte begeleiding vaa het orkest. Eene reprise van Die Regimentstochter op jl. Woensdag liep goed van stapel; in de daarne gegeven Loreley-fmsile verschafte Mevr. Mielke eenige oogenblikken van onverdeeld kunstgenot door haren meesterlijken zang. Over ongeveer drie weken vertrekt de heer Behrens naar Parijs om er als könig in La-hengrin (in de Fransche taal) op te treden; Mevr. de Vries treedt als Elsa op, de heer Van Dijck als Lohengrin, de lieer Emile Blauwaert als Tellramund, enz. Ik wensch den heer Behrens een groot succes toe! V. HET INCIDENT VON BULOW. Nog steeds houdt de Duitsche pers zich bezig met het weigeren van toegang aan den pianist von Bülow in de koninklijke Opera te Berlijn. Over de vraag of de directeur der opera in casu de intendant graaf Hochberg het recht had, iemand, van een plaatsbiljet voorzien, en die zich niet onbehoor lijk aanstelde, den toegang tot de zaal te weige ren, haalt men een juridisch advies van den grooten rechtsgeleerde Rudolf von Jhering aan. In een zijner jongste verhandelingen zegt dezehoogleeraar: Een tooneelcritius, wien wegens zijn onzachte beoordeelingen een schouwburgbiljet geweigerd was, had door eene ander persoon een biljet la ten nemen, maar werd door het dienstpersoneel teruggewezen met de opmerking, dat de directie hem niet in de zaal wilde toelaten. Dat de di rectie hiertoe onbevoegd was, is boven allen twjjfel verheven. Het staat haar vrij aan een bepaald persoon het biljet te weigeren, maar het staat haar niet vrij, iemand die een door haar afgege ven biljet vertoont, terug te wijzen. Voor het verkoopen van het biljet heeft zij eene l verbintenis aangegaan, welke zij, naar den aard van het schouwburgbiljet als toonderpapier, tegen over ieder toonder te vervullen heeft. Alleen wanneer in zijn persoon zulke redenen voorhanden zijn, welke in het belang der overige tooneelbe- 'j zoekers zijne terugwijzing rechtvaardigen (b. v. onvoegzame kleeding, dronkenschap) kan zij hem toegang weigeren. Doet zij het zonder dat, dan begaat zij niet alleen eene contractbreuk, maar daarenboven ook eene benadeelende rechtskrenking. Het is eene daad van willekeur, de openlijke miskenning van een ontwijfelbaar recht; dat in in dat geval de aetïo injuriarum Jhering wil behalve schadevergoeding nog eene bijzondere actie tot genoegdoening invoeren niet te mis sen is, behoeft geen betoog. Met het vergoeden der geldehjke schade, teruggave van den prijs van het plaatsbiljet, is hier aan het belang van den geweigerde niet voldaan, en daar hier eene straf rechterlijke vervolging wegens beleediging mis schien geen gevolg zou hebben, blijft alleen de actio injwriarwm langs civielen-weg over." Degene, die over 't algemeen het slechtst vaart bij de commérages in de hoofdstad, is graaf Hoch berg. Men brengt in herinnering, dat Hans von Bülow na de beruchte woorden Circus Hülsen", herhaaldelijk in de opera is toegelaten, en zoekt nu eene persoonlijke veete, voor welke graaf Hoch berg dan werkelijk op ongehoorde wijze van zijn positie misbruik gemaakt zou hebben. Graat Hochberg heeft eens geprobeerd zelf eene opera te doen opvoeren, in Hannover; Hans von Bülow weigerde toen, de leiding op zich te nemen, en toen deze aan den tweeden kapelmeester werd opgedragen, verscheen hij, om zijn afkeer en wal ging te kennen te geven, bij de repetitiën opliet tooneel, met een rouwband om den hoed, zwarte handschoenen en een citroen in de hand. De spotters over graaf Hochberg en zijn orders brengen natuurlijk het taallesje in herinnering, dat wij de vorige week aanhaalden, over de uit spraak van de g in dezen schouwburg. Er was nog haast niemand in de zaal", schrijft een fenilletonnist in den Neue Freie Presse. De portier had dus tijd om zich in de studie van de juiste uitspraak der g te verdiepen. Zachte g en lange e, als in geh \ ,.Geh,. . . geh. .. geh. .." klonk het helder en luid uit zijn mond. De eerste logesluiter evenzoo: g. . . g. .. g. .. g.. . ." De tweede logesluiter dergelijks : g. . . g. .. g... g. . .!" zoo klonk en geeuwde het als een eindelooze echo door de ledige corridors van den schouwburg. Eerst door den derden logesluiter werd de vijand herkend. Wer da-?" Von Bülow !" Passirt nicht!" Waavum?" Der Graf hat's ge?agt!" Voor dit bekoorlijk laconisme, dat aan Le roi Ta dit herinnert, week de musicus zonder tegen spraak." De spotter onderzoekt, waarom Graaf Hochberg het decreet kan uitgevaardigd hebben. Eenigen beweren, dat de geest van wijlen den hofintondant Hülsen geen rust in het graf kon vinden, en daarom bij Hochberg kwam spoken, tot de be leediging, hem door Bülow aangedaan, gewroken was. Anderen spreken van de bewuste opera te Hannover. Nog anderen meenen, dat graaf Hochberg, als meer geestige mannen, soms noodig heeft eene domheid te begaan, en hij nn deze kolossale en voorbedachte heeft uitgevoerd, aan de controleurs zelfs de portretten van den heer, die eruit gegooid moest worden, te verstrekken-, opdat niemand ooit er aan kon denken, dedomheid te excuseeren of anders uit te leg gen. Ten vierde echter wiïmen een goed overlegden vriendschapsdienst er in zien, welkede graaf den beroemden von Bülow bewijzen wilde. Hij zou zoo tet hem gesproken hebben: Beste von Bülow, onder de onaangename menschenr die God op de wereld geplaatst heeft, zijt gij een der onaangenaamste, in uw boezem strijden een goed en een boos beginsel. Het booze beginsel hunkert naar akelige schandaalscènes, het goede beginsel speelt piano. De pianist von IJülow heeft altoos maar weer moeite om goed te maken wat »le lawaaimaker von Bülow bedierf', en de krijschende dissonanten, welke de laatste overal moedwillig doet ontstaan, weer harmonisch op te lossen. Op mijnwoord, waarde von Bülow, gij zijt werkelijk onuitstaanbaar. Te Milaan beleedigt ge Verdi, te Berlijn von Hul zen, te München het publiek, te Weenen de kri tiek, te Praag het Duitsche volk, er blijft u nau welijks nog iets te beleedigen over, en hoe goed ook Ormuzd op het concert speelt, wat helpt het, als Ahriman telkens de snareH ontstemt? Ge zijt op het punt, geheel onmogelijk te worden. Uwe reputatie heeft grondige reparatie noodig, en daar zal ik voor zorgen. Laat mij maar begaan!" De feuilletonist vraagt of graaf Hochberg, als eens. een opera van hem werd opgevoerd, en het publiek beging do zonde, die uit te fluiten, niet den volgenden avond het publiek naar huis zou zenden? Zijn slotredeneering is: waarmede von Bülow onze sympathie verdiend heeft, doet er nu niet toe, maar als offer dezer Büttel- und Knilttelherrschaft begint hij ons te interessceren. Da rechtskrenking trekt iedereen zich aan. en behalve de rechtskrenking was de daad ook eene onver beterlijke dwaasheid; wie zulk eene dwaasheid wil doen, moest toch eerst eens navragen en onderzoeken, aan wiens zijde de lachers zullen zijn. De graaf heeft het gezegd had hij het liever bedacht!" UIT VLAANDEREN. Wagner's WALKÜBE" te Brussel. De opvoering van het tweede deel van Wagners beroemde tetralogie, d. i. van de Walküre, op den Brusselschen Muntschouwburg, ziedaar ongetwijfeld de voornaamste gebeurtenis op muzi kaal terrein, welke het tooneeljaar 1886?1887 geroepen is op te leveren. Al was reeds voor jaren, door hetzelfde gezel schap en onder de leiding van den huidigen en voortreffelyken directeur, mr. Joseph Dupont, Lo hengrin ten gehoore gebracht; terwijl nog weer onlangs, in 1883, door de door Angelo Heumann be stuurde troep gewrochten van Wagners jongste manier" werden vertoond, toch mag men zeggen dat op de kunstplechtigheid van gisteren avond 9 Maart, het lyrische drama van den Duitschen meester voor de eerste maal in Belgiënagenoeg geheel volgens de Bayreuther tradities en der voorschriften des scheppers zelven, is gespeeld. Geene moeite, geen kosten heelt de Brusselsche directie ontzien, om de opvoering den genialen meester en zijn heeriyken arbeid waardig te doen zijn. Door het huis Mahillon werden gansch nieuwe instrumenten (trombone-contrabasse, trompettebasse en verschillende tuba's) vervaardigd. Het getal muzikanten werd op 102 gebracht; de aan het orkest voorbehouden plaats werd een paar voeten verlaagd; nieuwe decoraties werden door twee uitstekende artisten,de heeren Lijnen en Devis, geschilderd Nooit werd aan de studie van om het even welk muzikaal werk even groote zorg, evenveel liefde besteed! De heer Dupont heeft zijnen kunstenaars de hoogste eischen gesteld: een vijftigtal repetitiën voor den zang, meer dan 40 voor het orkest, en nog achtte zich de nauw gezette musicus nauwelijks voldaan, nauwelijks zeker van een succes, dat n zijne kunde, n de goede gezindheid van zijn personeel, n vooral de geheele schaar muziekliefhebbers der hoofdstad hem waarborgden. Zeker, de vraag, waarop de thans besproken vertooning het antwoord moest geven, was niet te weten, of Wagners gewrocht al of niet bestand is tegen de critiek! De Walküre-vertoomngen van 26 Juni 1870. te Müncben en die der terralogie, in Oogst 1876, te Bayreuth, leverden het schitte rendste bewijs, dat de voortzetter en hervormer van Webers tooneelarbeid, eene serie werken had voortgebracht, welke voortaan nog slechts met de allerhoogste scheppingen van der menschen genie zouden vergeleken worden. Hier gold het alleen te bestatigen, welken in druk de Walküre, in het Fransch vertaald, en wat erger is. opgevoerd door artisten, welke voor de eerste maal van hun leven het Fransche of Italiaansche opera met zijne bravoerstukken, arietten, trios en quartetten, fiorituren en wat dies meer, thans ontrouw werden, zoude teweegbren gen op een publiek, dat slechts voor een zeer gering gedeelte uit ingeivijden bestaat, en voor de overgroote meerderheid door Meijerbeer, Gounod, Verdi, Auber, enz., venvend is. Geen wonder dan ook, dat de Brusselsche pers, sedert weken reeds, tal van min of meer wel doordachte opstellen aan do Walküre heeft gewud, terwijl eenige gekende critici van beroep, o. a. Kufferath en Pardieu, het op te voeren drama bij middel van een paar uitmuntende brochures hebben toegelicht. Men kan zonder overdrijving zeggen, dat nooit eenige tooneelvertooning de belangstelling meer heelt gaande gemaakt dan deze. Fabelachtige prijzen werden gisteren voor plaatsbiljetten be taald! Referendaris zelf', heeft, aan de deur van het verhurings-bureel, orkestzetels a 100 en 150 fr., ja, balkons a 200 zien verkoopen! Eeu par terre kostte tot 30 en 40 frank. Eene bespreking van het stuk zelf, zal de lezer van mij wel niet verwachten. Ook in Hol land werd de Walküre gespeeld, en uwe terecht gevierde critici hebben te dier gelegenheid, beter dan ik het zou kunnen, het diep humane ka rakter van Wagners ontleding der meest ver scheidene hartstochten: liefde, haat, wraak, be rouw, verlangen, vreugde, hoop, wanhoop... en de plastische kracht zijner beschrijvingen: als daar zijn liet tempestuoso van het openingstuk, de lentenacht in bedrijf l, de rit der Walkürea in bedrijf 3, het tooneel van het vuur (Soki) in hetzelfde bedrijf.... doen uitschijnen. Alleen van de houding van het publiek der Brussolsche première kan hier sprake zijn. Ik haast mij het te zeggen: de nagedachte nis van den grooten man vierde gisteren eenen schitterenden triomf. Ofschoon het niet kan ge loochend worden, dat enkele passages, zoo het tooneel tusschen Siegmund, Siegelinde en Br nehild is den 2den akt, buitengewoon, lang zijn;. ofschoon een onpartijdig beoordeelaar moet toe geven, niet alleen dat enkele bijzaken in de mise en scène b: v. de rammen van Frikka's wagen, niet aan de meesten voldeed maar ook, dat het uiterlijk van enkele vertolkers geenszins aan. do dichterlijke opvatting van het voor te stellen personnage beantwoordde, toch bleef het geheele, overtalrijke gehoor van het eerste tot het laatste tooneel toe, de meest onafgebroken aandacht wyden van dit bovenmenschelijke, somebre drama. In eene schier godsdienstige stilte werd reeds do onnavolgbaar schoone beschrijving van den storm in het preludium ontvangen i eene muziek, die den hoorder al dadelijk verplaatst in eenen ver achter ons liggenden tijd, toen de aarde veel jonger en wo«ster, de natuurkrachten vreeselijkcr de menschen grooter en sterker, de hartstochten verterender waren. Lang voor het einde van akt I, barst de geest drift van hot publiek los! Een donder van toe juichingen begroette het tooneel, waarop de deur van Hundingshalle zich van zelf opent om uit zicht te bieden op den betooverend schoonen lentenacht, in het verrukkelijke lied van Sieg mund : Linde Liifte enz. Na afloop van dit too neel worden mejuffr. Martiny (Siegelinde), en M. Engel (Siegmund) tot driemaal teruggeroepen, terwijl ook aan Joseph Dupont, en wel terecht, door het gehoele publiek, bij aanvang van akt II, eene ovatie wordt gebracht. Wat verder nog her haaldelijk tot bijzonder voorwerp was van do be wondering des publieks, waren Wodans wanhoop na zijn onderhoud met Frïkka, het tooneel tus schen de schildmaagd en Siegmund, de bovenna tuurlijk schoone rit der Walküren, en zooals men dat hier heet la scène du feu." De vertooning der Walküre had niet enkel ontelbare Belgische, maar zelfs talrijke Fransche kunstenaars en schrijvers naar de hoofdstad gelokt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl