Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.507
haartje begeerig was over het hoofd van
heen te kijken.
spijt mvj, meneer Flies," zeide de clow«
waarlijk; maar Nellie vertelde mij
«rond, dat zjj zich niet wel gevoelde en
wilde gaan rusten ze zou later
Ik heb reeds een poosje geleden een
naar onze woning gestuurd en ze zal
een minuut hier zijn."
rat f' schreeuwde meneer Flies, boos.
geeft me een minuut I 't Publiek wie
? " toen hi^ een hand op zijn arm
leggen.
w»s de Harlekjjn, in de billetten: Roberti
daarbuiten Robert Taylor, een oude
L den clown.
S.f s Jk heb een idee", zeide de Harlekijn, met een
w niendelijk, onopgemerkt knikje naar zijn makker.
t:,Zeg een paar woorden tot het publiek en laat
, iirilie trouw Bella, van avond voor Colombine
(Ze is ongeveer even groot als juffrouw
Mi ik heb haar de passen reeds lang
gele
Taylori was altijd in de eerste rij
het ballet. Ze kon dus natuurlijk goed
danen zich aardig voordoen, maar was bovendien
" 13lit geval het voornaamste was, op de plaats
aanwezig. De regisseur draalde dan ook
ing met het nemen van een besluit.
Hob" zeide hij, merkbaar verlicht tot den
je bent een bovenste beste! 't Is
eenige wat we doen kunnen. Laat je vrouw
dadelijk kleeden, dan ga ik den directeur
«n om ze tot bedaren te brengen, Ze" was
pubHek, dat nu in een staat van
luidruchongeduld verkeerde. Mijnheer Flies ging
"_ heen.
Ziétoo, ouwe jongen! zeg nu maar aan je
dat alles in orde is, hoor!" zeide de
vrienHarlekijn, terwp ook hij zich voortspoedde.
clown wilde juist antwoorden, toen hij een
voetstap hoorde naderen. Een gelukkige
overtoog zijn gelaat.
Eindelijk" zeide hij met een zucht van
! -verlichting, toen de voetstappen voor de deur van
kleedkamer stilhielden. Haastig draaide hij
deurknop om en wierp de deur wijd open,
' t «Uwb alleen om met een kreet van teleurstelling
* T weer terug te treden, want de nieuw aangeko
mene was niet zqn vrouw, maar de jongen, dien
hij een uur geleden had uitgezonden. '? j
iSu?" riep de clown, wat heeft ze gezegd?"
f)e jongen antwoordde met een dom
hoofdIsdtndden.
', ft heb haar niet gezien, meneer", zeide hij
eindelijk, alleen de juffrouw van beneden en die
heeft mij dit voor u meegegeven."
''Werktuigelijk stak de clown zijn hand uit en
da jongen reikte hem een klein briefje over, waar
op nuet een vrouwelijke hand geschreven stond:
i Voor mijn man."
Je kunt gaan" klonk het uit Joe's mond, zóó
"vreemd en he'esch, dat de jongen er een
oogenblflt van ontstelde. Hy vertrok. Zoodra de deur
' achter hem gesloten was, bezag de clown het
v. kleine stukje papier. Was zij bevreesd geworden,
dat hij boos zou zijn, omdat zij zoolang over ha
ren t\jd wat weggebleven, en had ze daarom lie
ver in 't geheel niet willen komen en inplaats
daarvan nu geschreven? Ja! dat moest het z\jn.
liet bevende hand scheurde hij het haastig open
en las:
«Vaarwel! ik verlaat deze plaats met iemand
4£e erg veel van nuj houdt. Gij zijt altijd te goed
TOOT mij geweest. Moge God uw arme verloren
Nellie vergeven." Meer niet. Eene oude, oude
geschiedenis, met een gemeenen clown en zijn
vrouw tot held en heldin.
Joe Jeffs keek op. Was het blanketsel alleen,
dat aan zijn bleek gelaat en glazig starende oogen
«alk een verschrikkelijk doodelijke uitdrukking
verleende? Was het potsenmakerij, die de han
den van den forschen man deed trillen, alsof hij
«en zenuwtoeval had? En bovenal, was het kunst
? qf natuur, die den bitteren angstkreet op deed
wellen, uit de diepste diepte van een gebroken
hart?
Op dat oogenblik klonk de schelle stem van
den tooneeljongen: Meneer Jeffs opkomen!"
Werktuigelijk wankelde de clown naar de deur,
"Apende ze en strompelde de nauwe, donkere gang
{iioör; struikelde tusschen de coulissen, betrad
waggelend het schitterend verlichte tooneel en
Hitte toen, op een rauwen toon, die meer had van
het gekras van een raaf, dan van het geluid eener
menschelijke stem, den door tijd en overlevering
geadelden welkomstgroet van alle clowns: Daar
jennen we weer!"
Hoe de toeschouwers het uitgierden over die
malle stem, dien waggelenden gang! Zoo
droogiomiek ! Zoo leuk zoo erg leuk l" En nu, na zulk
een veelbejpvend begin, zetten de toeschouwers
jjich behagelijk neder tot oplettend genieten, in
Yroohjke spanning over de pret die komen zou.
n ... komen deed ze ! Hoe handig en hoe
grap" Big ging het Jeffs af, toen hij den gerechtsdienaar,
oie hem achtervolgde, een beentje lichtte hoe
in-bespottelijk stelde hij zich aan, bij het stelen
Van de saucijsje.s en het begaan der honderd en
«én dwaze buitensporigheden, die alle te samen'
een Arlequinade vormen.
Het schellinkje was in rep en roer; zelfs de
etalles en loges waren lichtelijk bewogen, terwijl
de opinie van het parterre, die zwarte, onstuimige
jnenschenmassa, kortelings kan worden opgesomd
in de woorden van een opgewonden ouden heer,
die door geestdrift vervoerd, den hoed van zijn
?huurman omhoog wierp, met den uitroep:
Prachtig, meneer! Onverbeterlijk! Grïmaldi
was een uilskuiken vergeleken bij Joe!" En zoo,
duikelend, springend, grimassen makend, nu eens
op" de handen loopend, een minuut later guitige
kwinkslagen ten beste gevend, deed de clown zijn
?werk. Maar ook alleen de clown, want de man.
dat meesterstuk van Gods schepping, was ver
dwenen.
Toen zijn arm, bonzend hoofd voor een oogen
blik hem begaf en hij met een zwaren slag op
den grond viel welk een gejuich ging er toen
op. Leuke kerel! die Jeffs zoo vreeselijk
grappig! 't Was om te stikken van 't lachen! En
de bij valsbetuigingen -stegen ten top, toen, ter
wijl de aardige Colombine op hare bevallige wijze
een horlepijp danste en de clown het haar ,op
zijn bespottelijk onbeholpen manier beproefde na
te doen, twee dikke tranen langs z\jn geverwde
wangen rolden." Hij heeft zelf tranen ia.Vn oogen
van 't lachen!" meende de opgewonden galerij en
de toejuichingen schenen geen einde te zullen
nemen, toen men zag hoe hij zelf door de
algemeene vroohjkheid was aangestoken.
De Pantomime liep ten einde. Nog een laatste
gewaagde buiteling, dikke rookwolken van het
aan alle kanten ontstoken Bengaalsch vuur,
een dolle apotheose tot slot en te midden
van een ooryerdoovend applaus, viel het scherm.
De voorstelling was afgeloopen. Terwijl het
orkest het volkslied begon te spelen, waggelde
Joe Jeffs van het tooneel, evenals hij er wan
kelend op was gekomen en sloeg werktuigelyk den
weg naar zijn kleedkamer in. Nog vóór hij die
had kunnen bereiken, werd hij door twee heeren
staande gehouden. De eene was mijnheer Flies,
de andere Mortimer," de directeur,
Mijn beste kerel!" riep de laatste, terwijl hij
Joe's beide handen greep en ze hartelijk schudde :
Ge hebt jezelf overtroffen van avond. Als datje
vrouw eens had kunnen zien!"
Dat was te veel. Benige oogenblikken bleef Joe
onbewegelijk, sprakeloos staan en viel toen, terwijl
een enkele rauwe, angstige kreet zijn mond ont
snapte, met een zwaren slag op den grond.
De clown was verdwenen de man was weer daar.
Tien jaren vloden henen. Tien lange vermoeiende
jaren waren het geweest voor Joe, die geen oogen
blik had opgegeven naar zijn verloren lieveling
te zoeken. Weinige weken na zijn groot verlies,
was een zijner bloedverwanten gestorven en kwam
hij in het bezit van een vast jaargeld, dat deze
hem had gelegateerd. Daarvan had hij geleefd,
of liever bestaan, doelloos het land doortrekkend
in de hoop, eenmaal hier of daar zijn vrouw te
zullen wedervinden, die hij, niettegenstaande al
het gebeurde, nog even innig lief had als ooit,
En ook nu op dezen tweeden kerstavond dwaalde
hij weder door de straten van het kleine stadje
Milford; vermoeid, hopeloos en doodsbedroefd,
een gebogen en door zorgen verouderde man,
een droeve schim van den vroolijken kerel, die
tien jaren geleden de wanden eener groote schouw
burgzaal deed weerklinken van onstuimig gelach
over zijn grappig spel. Haastig schreed de clown
voort, want de nacht was koud en de nijpende
oostenwind scheen tot zelfs het merg in zijn been
deren te verstijven. Toen hij slechts eenige schre
den nog verwijderd was van de onaanzienlijke
herberg, waar hij zijn intrek genomen had, raakte
iemand zijn arm aan.
Een doosje lucifers, meneer? Koop een
doosje asjeblieft?
Hij keerde zich om. Eene vrouw, ellendig ge
kleed en met een gelaat waarop de dood reeds
zijn stempel scheen te hebben gedrukt, stond aan
zijn zijde.
Neen!" antwoordde de clown ruw, ik heb er
geen noodig" en hij liep voort.
Maar de bedelares liet zich niet zoo gemak
kelijk afschepen. Weer hield zij hem staande en
toen het geloei van den wind een ogenblik be
daarde, klonk haar wanhopige vraag hem opnieuw
in de ooren:
Om Godswil meneer, koop n doosje maar?"
Bij dat geluid keerde Joe Jeffs zich om.
Laat me je gezicht zien !" riep hij heesch
en toen, haar hoofd achteroverbuigend, zoodat
hare trekken door het bleeke maanlicht werden
beschenen: Nellie liefste, ken je mij niet?
Joe je man "
Maar er volgde geen antwoord, want zijn lang
verloren vrouw lag bewusteloos in zijn armen.
*
Zij was stervende, zeide de dokter, stervende
van koude en gebrek. Dit deelde hij haren echt
genoot mede, die bij hare legerstede zat in do
kleine herberg.
Is er dan niets dat haar kan redden?" vroeg
de clown.
Niets ter wereld, mijn arme kerel! niets ter
wereld." En de dokter keek naar buiten en snoot
zich den neus met onnoodig geraas, want hij was
een goedhartig man, die oude dokter, die iets van
Joe's geschiedenis wist en diep medelijden niet
hem gevoelde.
Joe!"
Wat is 't, lieveling?"
Heb je me werkelijk alles alles vergeven?"
Een liefdevolle kus was zijn eenig antwoord.
Een oogenblik beerschte er stilte, die eindelijk
werd afgebroken door Joe:
Nelly?? liefste, je moet innemen. . . . ik kom
dadelijk terug.1'
Neen, blijf Joe! luister. . . ." en met groote
krachtsinspanning hief de stervende zich op
wat was het gisteren?"
Tweede Kerstdag, Nell . . . ."
O ja! nu herinner ik 't mij.... Meer licht...
in Godsnaam meer licht. ..."
De dokter gaf een teeken met de hand;
deziekenverpleegster schoof de gordijnen terzijde van
het kleine venster, dat uitzag op de zee; nu een
breede, deinende vlakte van vloeiend goud, ver
oorzaakt door de laatste stralen der ondergaande
zon, die zich spiegelden in den effen plas.
Wat is het alles prachtig, Joe !" riep do ster
vende vrouw, terwijl zij op haar kussen
terugzonk Eindelijk! Eindelijk! Joe, mijn
beste, trouwe Joe! Vaarwel. . . ."
En met een kalmen, gelukkigen glimlach op
het gelaat, verscheidde Nellie met de zon.
Joe Jeffs woont nog steeds in Milford, maar
hij is toch wonderlijk veranderd. Do mcnschen
zeggen dat hij gek is en dat is hij dan ook, maar
op eene zwaarmoedige, volstrekt niet gevaarlijke
wijze Want zoodra de avond van den tweeden
kerstdag is aangebroken, beschildert hij zijn ge
laat en verkleedt zich zooals dat clowns doen; dan
zingt hij in de gelagkamer van de Eoode Leeuw"
eenige grappige liedjes met zwakke, gebroken
stem, en danst en buitelt met stramme, bevende
leden en vertoont een paar potsierlijke kunstjes.
Hoe dan de habitue's lachen l Zij weten dat hij
niet wel bij het hoofd is, maar dat beneemt hun
de vreugde niet, en een der grappigste vertoo
ningen van den ouden Joe is, hen allen aan te
spreken als geëerd publiek dames en heeren"
en verontschuldiging te vragen voor het niet ver
schijnen van Colombine.
Maar als dédgjet Is afgeloopen, sluipt de oude
Joe, met zijn clownspakje nog aan, naar het kleine
kerkhof, waar'/hïj, met het arme, grijze, oude
hoofd geleund "tégen een eenvoudigen steen, waar
op Nellie" staat gebeiteld, de dringende bede
slaakt, dat het den hemel spoedig moge behagen
hem te brengen bij haar. die hij zoo innig heeft
liefgehad, en vóór dat hij het graf verlaat, doet
hij. terwijl heete tranen hem langs de geverwde
wangen biggelen, nog een afzonderlijk gebed voor
Nellie ook. Maar het eind kan niet ver meer
verwijderd zijn.
Eiken tweeden kerstavond geeft Joe onveran
derlijk dezelfde voorstelling en. de toeschouwers
lachen even luidruchtig als ooit. Maar met elk
volgend jaar wordt hij zwakker. Hij kan niet meer
duikelen als voorheen; zyn gezicht en geheugen
schijnen hem zoetjes aan te begeven en de ver
strooide uitdrukking van zijn gelaat schijnt aan
te duiden, dat zijn gedachten verre zijn.
En als nu de menschen den ouden Joe Jeffs
ontmoeten, schudden zij meewarig het hoofd,
want zij weten dat spoedig, zeer spoedig het
scherm achter hem vallen zal.
Schaakspel.
No. 63.
Van H. en E. BETTMANN te Cincinnati, Ohio V. S.
Bekroond met den tweeden prijs in het
tornooi der Mirror of American Sports,"
ZWABT.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Wij ontvingen juiste oplossingen van no. 62
Sbinkman no. 2 door Flenügafed te Kaatsheuvel ;
Henri no. 61 (er moet een witte pion op a3 bij
gevoegd worden). Voorts 61bis en 61A alsmede
Shinkman no. l, 2 en 3; Mei" no. 61 met bis
en A, alsmede no. 62, Shinkman no. l (met zwarte
pion op a6) no. 2 en no. 3 beiden te Amsterdam.
No. 62 door D. te R. en B. te W.
Ook is juist opgelost door M. en H. te
Amste?dam no. 61 met no. 61bis en eindspel oud-red.
van Sissa, benevens no. 2 Shinkman; no. 62
van J. A. B. en C. faalt bij geed tegenspel.
BRIEFWISSELING.
Henri. Wij zien het gaarne te gemoet.
C. en H. te Amsterdam. Uwe vraag is gegrond.
Er moet in no. op a6 een zwarte pion bijge~
voegd worden.
abcdefg h
WIT.
(Wit 9 en Zwart 9 stukken met K. e4.)
Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat. (*)
(*) H. en E. B. zijn jongelieden van nauwelijks 2 O
jaar, die reeds menig kunstgewrocht vervaardigd
hebben.
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 61
van G. L. DE BOER.
l b6 c6!!, e6 df»; a) 2 b7Xd6! d5yC6;
a) l Ais boven, K. d4; b) 2 f5 X «t- d4?e5 c);
b) l e6Xf-r>; 2 c6Xd6,f5?c2ofand.
c) l Bij 2, K. d5 volgt c6 X do mat. Bij l . .
Bij 2 zwart e6 X #> volgt d6 X fó mat.
Van E. H. E. van Weelderen.
3 f5 X d5, onv. 4 T. of Pd. zet mat.
3 f2 d3f, eöd5; 4 T. X do t mat.
3 b7 a5, R. speelt; 4 T.of Pd. gft. mat,
d6 d5 volgt 2 b7 do enz.
l f7?f4!, e4 e3; 2 d2 d4 mat.
l Als boven, c7 spit.; 2 d2 d6 mat.
l g8 2 d8 f7 mat,
l b8 2 d8 c6 mat.
No. 61A. Van den oud-red, van Sissa".
l b5 c7! b3 f7 1) 2 R, d5, h6 h5!; 3 d5 e6, onv. 4 Pd. zet mat.
l Als bov. b3, a2ofc4; 2 b7 d5, höh5; 3d5 e6. 4 Pd.
(1) Bij ander tegenspel volgt eerder pat of mat.
Zelfmat van C. B. van Sittart. Wit l c5 a6, zwart a4 wat hij wil; 2 e7 do of e5 f
Zwart D. X D- mat. "
No. l Raadsheergambiet. , No. 2
(wit) Shinkman. (zwart' Thompson. (wit) Shinkman.
e2
f2
fl
c4
K
/\
e4
f4
c4
df>
fl
gl f3
h2 h4
c4 X f7 f!
f3 c5
dl h5 f
e5 f7 f
f7 X h8
h5 g6
d2 d3
go X g7f
e7 e5
2 e5
3 d7
4
X
d5.
h4f
g5.
h5.
h6
f7 !
d8
5 g7
6 h4
7 h7
8 h5
9 f7
10 K d8.
11 K e7.
12 g8 f6.
13 g7
14 h8
X h8.
15 Strijkt de vlag.
Evansgambiet.
(zwart) Bertolette.
e2 e4 l e7 e5.
gl f3 2 b8 c6.
f l _ c4 3 f8 c5.
b2 b4 4 c5 X l>4.
c2 c3 5 b4 _ a5.
? d4 6 eó X d4.
o 7 d4 X c3.
b3 8 d8 fö.
e5 9 f6 g<>.
c3 10 g8 e7.
e2 11 b7 b5
d3 12 g6 e6.
. b2 13 e7 g6.
f4 14 e6 e7.
d5 15 e7 06 ? ?
d2
o
dl
e4
bl
c3
c4
b3
e2
f4
d3
cl
d2
b2
d5
fl
f3
e5
e4 16 o o
d2 17 T. b8.
X a5 18 cG X a5.
a3 19 a5 c(>.
X c7 20 efi c4.
el 21 c6 X e5.
X
X
a3 b3
Wit geeft in drie
22 c4
23 c7 bö.
! 24 g6 f4 ? ?
zetten mat.
Allerlei.
DE AARDBEVINGEN IN ITALIË.
Christine Nilsson, die tijdens de aardbeving te
Mentone was, schrijft uit Italiëaan eene vriendin
te Parijs:
Ik bewoonde met mijne aanstaande schoon
zuster, de gravin de Miranda, eene kamer op do
eerste verdieping in het hotel Turin te Mentone.
Ik had op het laatste concert gezongen, dat ik
voor mijn rekening gegeven had, en wij waren
in diepen slaap, toen wij plotseling door een
buitengewoon rumoer gewekt worden. Mijn eerste
indruk was, dat op de rails, die dicht langs het
hotel liepen, twee treinen in botsing gekomen
waren, en ik riep tot Mllo de Miranda, die in
de andere kamer sliep: Alweer een vreeselijk
ongeluk!"
Nauwelijks had ik deze woorden gesproken, of
ik werd uit mijn bed geworpen, dat als een wieg
heen en weer ging. Het rumoer nam toe. Wij
wikkelden ons snel in dekens en stormden de
trappen af. In het portaal werden wij eenige mi
nuten opgehouden. Het gezicht was reeds
verschrikkelijk. De grond beefde onder onze voe
ten. Elk oogenblik kraakte het van alle kanten.
Het hotel was vol menschen. Ongeveer honderd
menschen, nauwelijks gekleed, stieten en drongen
elkander om de voordeur te bereiken. Een vreem
deling, die zich als een krankzinnige aanstelde,
stortte achterover do trap af, wierp mij op den
grond, greep den arm van Mdlle Miranda en stiet
haar, ora zich baan te maken, tegen de balus
trade. Het was een bont gewoel, waarbij het mij
voorkwam, dat de heeren radeloozer waren dan
dames. Men drukte elkaar feitelijk plat tegen do
denr, zonder dat het gelukte naar buiten te komen.
Alleen aan de buitengewone koelbloedigheid
van den hótelhouder was het te danken, dat
grooter ongelukken werden voorkomen. Zijn krachtig
optreden maakte, dat de deur vrijgelaten werd
en geopend kon worden; na drie minuten doods
angst kwamen wij in den tuin.
Intusschen viel het plafond der tweede etage
krakend op den vloer. De marmeren schoorsteen
mantel scheurde en viel kletterend op het parket.
Met het het gerinkel van al het glas en porselein
mengde zich het geschreeuw en gekerm. Het
was een helsch rumoer. In den tuin danste de
grond onder onze voeten, en de kloven, die er
inkwamen, lieten ons geen twijfel omtrent den aard
van het ongeval. Ik was vast overtuigd, dat
ons laatste uur geslagen had, en dat de aarde
zich straks openen zou om ons te verzwelgen. Om
ons heen lag alles in puin. De hófelhouder liet
twee tenten voor ons opslaan in den tnin. en
daar richtten zich allen, die niet als razenden
naar het open veld gevlucht waren, met hun
dekens zoo gemakkelijk mogelijk in. Er was
trouwens maar n gedachte : weg van hier! en
zoo spoedig mogelijk ! Het station was dien mor
gen vol menschen, die terstond vertrekken wilden.