De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 20 maart pagina 2

20 maart 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

J' ff, . DE AMSTERDAMMER, WEERBLAD VOOR NEDERLAND. No. 508. bleef den ouden minister-president niets over, dan de wanhopige uitweg, om de Kamer, voor dat nog iets was afgedaan, naar huis te zenden, ih de hoop, dat gedurende het reces, als de teeren hem wat minder op de vingers keken, het schipperen en plooien, het loven en bie den, het transigeeren met alle partijen of, parlementair uitgedrukt, het zoeken naar eene breedére basis wat beter zou gelukken. Een ding was echter in de korte zitting van slechts twee dagen overtuigend gebleken: de oppositie verzet zich niet langer tegen het denkoeeld eener alliantie met Duitschland. Het tegenspartelen der Franschgezinde kleine minderheid zou overigens weinig hebbeu ge baat, want alles wijst er op, dat het hernieuw«n der alliantie reeds een voldongen feit is. Als laatste schakel in de rij der verschijn selen, uit welke men de verlenging van net bondgenootschap kan opmaken, verdient de beho'eming van graaf Robilant tot ridder der Pruisische orde van den Zwarten Adelaar te worden genoemd. Het schijnt echter, dat de overeenkomst niet meer geheel dezelfde is als in 1882. Mag men de onthullingen gelooven, die de afge vaardigde De Zerbi daarover in den te Na pels verschijnenden Popoio heeft gegeven, dan draagt de overeenkomst een zuiver defensief karakter, terwijl de verhouding van Italiëtot JDuitsehland eene andere zou zijn dan die van Italiëtot Oostenrijk. De eerste wijziging doet niet veel ter zake. Italiëzoo heet net zal Duitschland alleen dan ter hulpe komen, als dit door Frankrijk wordt aangevallen. Maar niets is immers gemakkelijker, dan zich te laten aanvallen ? Intusschen, zulk eene verplichting schijnt voor Italiëtegenover Oos tenrijk (wanneer dit door Rusland wordt aan gevallen) niet te bestaan. De gronden, waarop uit verschil van houding wordt verdedigd, zijn tamelijk spitsvondig. Italiëmoet openlijk als bondgenoot van Duitschland optreden, om Frankrijk van een oorlog tegen deze laatste mogendheid af te schrikken. Italiëmoet daarentegen niet als bondgenoot van Oostenrijk bekend staan, omdat het anders de regeeriiigen te Pest en te Weenen zou aanmoedigen tot het lichtvaardig beginnen van een oorlog tegen Rusland. Zoo zal naar men beweert de zaak van den vrede het best worden gediend. Ons komt het voor, dat het doel, waarnaar men zegt te streven, beter en eerder zou worden bereikt. wanneer de drie bondgenooten tegenover elkander dezelfde gedragslijn volgden. Draagt de zaak zich werkelijk toe, zooals het in den Popolo wordt voorgesteld, dan trekt Oosten rijk ontegenzeggelijk aan het kortste eind. Rusland de officieuze bladen van het czarenrijk verzekeren het ons tot vervelens toe ??zal niettegenstaande het gebeurde te Roestschoek zijne gereserveerde houding niet opgeven. De executie der muitende Bulgaarsche officieren wordt zelfs door het oficieele Russische staatsblad gebrandmerkt als een misdaad, als een moord op edele en warme patriotten gepleegd, maar men wil aan de ifewa niet door overhaastiug de kans beder ven, om later een grooten eii beslissen den slag te slaan. Het is de vraag of de aanslag, den vorigen Zondag op het leven van den czar gepleegd, in deze houding van lijdelijke maar tijde lijke^ berusting geen wijziging zal brengen. Het is daarvoor nog niet noodig te onderstel len, dat de hand der moordenaars door de Panslavistische oorlogspartij is gewapend. Die onderstelling is zelfs ongerijmd, omdat de Panslavisten zich steeds beijveren, van den scheiden als zij, en dat een aantal kinderen precies hetzelfde is als een aantal appelen in ?de provisiekast; een meer of minder komt er niet op aan." Lollo de eerste Lollo des Zigeuner's Lollo nu zeer bejaard, trekt langzaam juffrouw Jessamine's mandenwagentje in den zonnenschijn op en neder op het Groen. . De ex-brievenbesteller loopt naast hem, wat Lolle toestaat, mits hij niet verder komt dan tot aan zijn hals. Als de brieven besteller maar iets dichter bij zijn kop komt, versnelt L/ollo den pas, en zou hij in zijn onverstandig pogen volharden, dan weet men, zegt juffrouw Jessamine, niet wat er wel het gevolg van zou kunnen zijn. Volgens de opinie van het Groen heeft juffrouw Jessamine hare zorgen «wonderlijk goed" gedragen. «Inderdaad, tegenwoordig," zeggen sommigen der minder njngevocligen of vertrouwden, die alles en allen van uit de ramen hunner bovenkamers begluren, (doch altijd achter haar rug) »schijnt de ouwe juf frouw met haar militaire vrijers weer heelemaal op te knappen. Dat wil zeggen, dat kapitein Johnson aan de eene zijde van haar wagentje loopt, terwijl zich over de andere een medeofficier heeiibuigt, die bij hem logeert en eene buitenge wone belangstelling toont in Lollo. Dieper en dieper buigt hij zich voorover en juffrouw Jessamine roept den brievenbesteller toe, Lollo te verzoeken of hij zoo goed wil zijn om even stil te staan, terwijl zij zoekt naar iets dat altijd aan hare zijde hangt en nu met haar bril is verward geraakt. Het is een kindertrompetje. jaren geleden ep de dorpskermis gekocht, en daarover heen gebogen, verhalen zij en kapitein Johnson beurtelings, de geschiedenis van Wildzang's rit over het Ganzengroen; hoe hij Lollo won, Lollo van den Zigeuner de harddraver Lollo de goeie, trouwe Lollo , de nooit «vertroffen Lollo Lollo, de geliefkoosde metgezel van zijn oude meesteres. En telkens als hij zijn naam hoort noemen, steekt Lollo de ooren op. Hun toehoorder spreekt geen woord, maar wendt zijn blikken niet van het trompetje af en als het verhaal uit is, neemt hij juffrouw Jessamine's hand en drukt zijn zwaczar een gewillig werktuig te maken, terwijl dit doel kwalijk zal bereikt worden, als men den czar en den czarewitch tegelijkertijd door middel van een dynamietbom naar de an dere wereld zendt Ongetwijfeld zijn hier de Nihilisten weder aan het werk geweest, nadat zij bijna zes jaren lang de praktijk der moordaanslagen niet hadden toegepast. Het is zeker geen toeval, dat voor den laatsten aanslag juist de datum werd gekozen, waarop in 1881 Alexander I werd vermoord. Voor den czar moet het eene even bittere als ontmoedigende teleurstelling zijn, te be merken, dat hij in die zes jaren geen stap verder is gekomen, en dat de Nihilisten heb ben gezwegen, niet omdat zij onmachtig waren gemaakt of zich bekeerd hadden van de dwa lingen huns wegs, maar omdat zij eene proef neming met andere methoden wilden nemen, Thans zijn ze weer tot de oude methode te ruggekeerd, en de czar weet, dat zijn leven nooit en nergens meer veilig is. Onder dergelijke omstandigheden heeft Alexander II een uitweg voor de volksharts tochten gezocht in den buitenlandschen oor log. Het is het gewone en, helaas! beproefde middel der autocraten, die zich niet vast meer in den zadel gevoelen. Zal Alexander III aan de verleidende stemming in zijne naaste om geving beter weerstand weten te bieden dan zijn vader. Zoo niet, dan zal zelfs het kunstig samenstel der triple-alliantie, met al zijne waarborgen voor den vrede, onmachtig blij ken om de uitbarsting van een conflict te verhinderen. Wie zich zwak voelt, heeft de meeste be hoefte, om zich sterk te toonen. Dat geldt ook van het ministerie-Salisbury. Het is door het uittreden van Lord Randolph Churchill, door den dood van Lord Iddesleigh, door de ziekte, die Sir Michael Hicks Beach nood zaakte zijn ontslag te nemen, aanmerkelijk verzwakt, maar het schijnt juist thans te wil len toonen, dat het haar op de tanden heeft. De nieuwe secretaris voor Ierland, de heer A. J. Balfour.is eenneef van LordSalisbury en waar schijnlijk de tweede uitvoerder van diens wil. Te genover Ierland schijnt hij de woorden van den oud-testamentischen koning te willen toepas sen: »Mijn voorganger heeft u met geeselen gekastijd, maar ik zal u met scorpioenen kastijden." Zijn eerste optreden in zijne nieu we qualiteit was eene openlijke oorlogsver klaring aan de lersche nationalisten. En waarschijnlijk zal men nog heel wat meer in dien geest te hooren krijgen, wanneer hij ge roepen wordt, de nieuwe dwangwet te verde digen, die Maandag in het Engelsche Lagerhuis zal worden ingediend. Van de poging om althans den schijn te redden, door de voornaamste bepalingen dier wet voor de leus ook op Engeland, Schotland en Wales toepasselijk te maken. heeft de regeering, naar men beweert, geheel afgezien. Het eenige lichtpunt voor Ierland is de verklaring van den heer Gladstone, dat zijn Home Rule-voorstel, vooral wat het agrarische gedeelte betreft, wellicht «onhandig" is geweest, en dat hij tot alle wijzigingen en verbeteringen bereid is, die het beginsel niet raken. Wellicht kan langs dien weg de eenheid in de liberale partij op het punt der lersche quaestie worden hersteld. En het zou zeker eene dwaasheid zijn, van de con servatieven eene bevredigende oplossing dezer quaestie te verwachten. E. D. PlJZEL. ren, zwarten knevel zwijgend op hare bevende vingers. De zon, die zich liefelijk ten ondergang neigt, borduurt gouden strepen op het don kergroen gebladert van den ouden eik. De grijze gans krijgt een behagelijk gevoel van vredige rust en trekt een poot omhoog voor den nacht. Het gras glinstert met levendiger kleur in de stralen der ondergaande zon, en in antwoord op Tony's luid geroep, snellen zijn zusters,in lichtkleurigemousselienen kleed jes, over de madeliefjes zwevend, hun altijd geopende voordeur uit, als fraai gevederde duiven uit een duiventil. En als de oogen der toeschouwers hen niet bedriegen, dan wandelen al de jonge dames Johnson en beide officieren de laantjes in,waar nog steeds de wilde wingerd zich slingert om de braamstruiken. Een droevige geschiedenis, lezer, die slecht eindigt ? Ncen.AVildzang! want dit is het einde nog niet. Een verspild leven, dat nuttig had kun nen zijn ? Gij mannen, die door alle tijden heen uw J even voor anderen hebt veil gehad, vergeeft deze gedachte! Er is een erfdeel van moedige voorbeelden en edele verplichting, dat in den rijkdom der Volkeren niet wordt medegeteld, maar dat toch onontbeerlijk is voor het leven eener natie; wanneer een volk dit veracht, is dat een onmiskenbaar teeken van zijn spoedig verval, zelfs- van het verloop van zijnen handel. Zoet is het genot van den voorspoed, de oogst van vrede en vooruitgang, de verkwik kende zonneschijn van gezondheid en geluk en lengte van dagen in den lande. Maar er zijn dingen O! zonen van het land, dat den naam van Groot-Brittanje ver diend heeft, vergeet het niet! waarvan het «waartoe dient het" en »waar is het goed voor" buiten alle berekening van wereldsche goederen en aardsche gebruiken vallen; dingen, zooals Liefde, Eer en de Menschelijke ziel, die voor geen schatten te koop zijn en met den dood niet sterven. En zij die hier namaals eeuwig gelukkig willen voortbestaan, moeten deze dingen niet over slaan in het leerboek van hun leven. Uit de Bissehopstad. STICHTSCHE BRIEVEN. 't Is Zondagmiddag en twee uur, in de Parkzaal van Tivoli zijn nog maar weinig bezoekers, 't is ook niet gekleed, om vroeg te komen. Daar ginds dicht bij het orchest zit een knappe kindermeid, tegen den muur, met een paar ondeugende apen van jongens bij zich ; die wordt iederen Zondag naar de muziek gezonden, omdat maliei de kinders niet goed kan houden. Een paar jongelui, heeren, waarbij de baard nog in de keel zit en die om voor vol aangezien te worden, op dat vroege uur al met bitter voor zich, vreeselijke rookwolken zitten uit te blazen n hun gesprek met de noodige(?) vloeken doorspekken, hebben zich in haar nabijheid neer- en hun pince-noz op gezet, om haar zoo beter te kunnen opnemen, en trachtten door hardop te praten en interessante houdingen aan te nemen de aandacht der door hen ontdekte Dulcinea op te wekken en tevens aan het publiek te kennen te geven: Het kan ons niets verd wat jelui er van zegt." Dat vinden zij gekleed, want andere heeren van denzelfden leeftijd kunnen zich niet begrijpen, hoe zij dat durven doen en al laten andere be zoekers zich niet misleiden, die heeren zien hnn toch voor vol aan. dat is ten minste iets bereikt. Wanneer zij evenwel het volgend jaar om dezen tijd groen loopen of als jongste bediende op een handelskantoor (buiten Utrecht) zijn geplaatst, dan is er niemand meer die hen er voor houden wil en bewaren zij alleen de herinnering aan den tijd, dat dit bij vergissing nog wel eens gebeurde. Intusschen is het iets later geworden en het aantal bezoekers vermeerdert. De muziek blaast, slaat en strijkt er lustig op los en op de maat van den bekenden Hochzeitsmarsch komt een oude vrijer binnenstappen, die indertijd (als hij indertijd zegt, dan is hot zeker al 30 jaar gele den, maar dat moet ge niet verdor vertellen, want hij wordt nog gaarne voor even in de 30 aange zien), zijn hof aan de dames van meer gevorder den leeftijd maakte, maar nu zijn attenties op de jonge meisjes heeft overgebracht. De arme sukkel moest eens weten hoe belachelijk hij zich maakt en hoe vaak een van die aardige moisjesmonden, als hij zich heoft omgekeerd, aan een vriendin toefluistert: Wat een oude gek, die vent ver beeldt zich, dat hij de eeuwige jeugd is!" Een hoedemaker in mijn buurt bekijkt de hoofd deksels van alle binnentredenden en filosofeert over de noodzakelijkheid van nieuwe aan te schaf fen en hoeveel kans hij heoft, dat hot bij hem gebeuren zal, terwijl hij tevens, omdat liet niet te erg in het oog zal loopen, met zijn hand of hoofd langzaam de maat aangeeft van de Ouver ture der Africaine, die zoo juist begonnen is. Een coifteur snuift mot genoegen de geur in van verschillende reukwaters, door de binnenko menden verspreid en deelt aan zijn zoon en doch ter zijne opmerkingen mede omtrent de tegen woordige kapsels der dames en do weinige zorg, die in do laatste jaren door do heeren gedragen wordt voor oen sierlijke (!) wijze van hot haar op het hoofd vast to pleisteren. Dat is achter uitgang in cducaasje en poletosse, waarvoor sjakain zich in mijn tijd zou geschaamd hebbe, maar nou mot je er om kommo, ze lagcho je uit, as jo seg as dat het haar zoo gcknip of de baard zoo gedraage mot worde, dat het do laasto kocpuur van Pcroijs of Londe is. Nog een paar goeie klanto, vetto lui heb ik, maar de meeste zijn maar voor eens in do maand knippo en twee keer in de weck scheere, 't Is oen schandaal, ons vak gaat achteruit en dat is een slecht teeke voor het mcnschdom." Dit zeggende steekt hij een onmo gelijk lange sigarenpijp, welks eind het begin van een zeer lange sigaar verbergt, in don mond on blaast een paar reusachtige rookwolken met con vorachtelijken blik naar de deur, waardoor juist j een paar weinig zorgvuldig gekapte hoeren zijn j binnengetreden. Lamme kleine glaasjes", mop- i pert oen handelaar in glaswerk, van con akelig ] fabrikant, is dat glas ? 't lijkent wol niks." Ken klacht, dio dadelijk instemming vindt bij zijn buurman oen gepensioneerden tapper, die in zijn tijd de grootste glazen Bitter van Karel de Stoute j heeft verkocht en nu niet velen kan, dat men i hom met kleiner glaswerk bedient; of' do kwali- ? teit van hot zijne minder was, is van weinig aan belang, evenmin als de hoedanigheid van den drank, de kwantiteit is bij hem liet voornaamste. Ginds zitton een Meester in de Rechten, kcrsvcrsch van do academie on een candidaat-notaris in spe zich te verdiepen in rechtsgeleerde kwestiün, zonder zich to laten storen door do muziek of do vragende blikken der kcllners, dio vindon dat zij wel iets gebruiken konden. Daar zit een doktor, nog zonder praktijk, dio zich zoo straks mot veel geraas zal laton weg halen om te kunnen vertellen dat hij nog niet eens rustig in hot Tivoli kan zitten, want dat ze hem tegenwoordig ovoral heenroepen. Iets ver der is een grootc club hoeren gezeten, uit muntende door prachtig gécoiffeerde.maar vrij ledige bollen , on zeer nieuwmodisch kleermakcrswerk, die in druk gesprek zijn gewikkeld over het aan tal bittertjes, dat zij gisterenmiddag en het quan tum grog, dat zij gisterenavond verorberd hebben, terwijl voorts de hoedanigheid van het Erlangcr bij Fiselthalor on van zijn Wiener Schnitzel niet van belang ontbloot schijnt te zijn. Een paar dames voor ons zitten rechts en links te kijken en elkaar hare opmerkingen ten beste te geven over andert leden harer sekse. Dat die nu altijd van de zachtheid der vrouw getui gen, zal ik niet wagen to beweren, maar or is variatie in het thema, dan betreft het een toilet, dan hot figuur, dan het karakter harer natuurgenooten. Ieder heeft iets te doen, ieder is mot wat bezig, maar naar de muziek luisteren doen de minsten en daar heet men toch voor te komen. Voor liefhebbers van goede muziek is het evenwel toch aan te raden Zondags te gaan luisteren, want de kapel is uitstekend en een beetje praatje van het publiek zal hen zeker niet hinderen, wie daar ook op let, kan het ner gens houden. Voor een tabakshandelaar is het zeker een aangenaam verschijnsel te noemen, als hij die blauwe wolken ziet opstijgen naar den hooge, dames klagen er wel eens over, en somtijds wordt er zelfs beweerd dat het dampen op een concert, waar dames komen, niet pleit voor het publiek; maar wie zoo redeneert, is zeker geen rooker en bovendien al was het zoo, dan is het een ouderwetsche zedepreker, die wel eens wat nieuwer?wetsche idees mocht opdoen. H. v. 'T STICHT. Uit Parijs. Op denzelfden dag, dat Paul Féval stierf, was op het kerkhof Montmartre de laatste rustplaats van liector Berlioz het tooneol van eerbiedige toewijding aan de nagedachtenis van dien grooten meester. In tegenwoordigheid van het comité, dat eenigen tijd geleden het initiatief had genomen tot het oprichten van een standbeeld voor Berlioz, dat thans op de Place Vintimille prijkt, en een honderdtal genoodigden, vond de onthulling plaats van een twee rneter hooge zuil, waarop een me daillon in brons met Bcrlioz's portret, gekroond door een bronzen lier en pen was aangebracht. Daaronder zijn de namen gebeiteld van al zijn muzikale en letterkundige werken. Welk oon contrast vormen die twee namen, Féeal en Berlioz! De eerste lang vergeten reeds, eer hij nog dit ondermaansche verliet, na zijn tyd van opgang van roem en eer te hebben gehad, een tijd, waarin Parijs ieder nieuw product van zijn alles-aandurvende en onuitputtelijke fantasie met vreugde begroette en zyn kunst hem schatten in den zak bracht! En de ander tot aan zijn dood door het Frankrijk, dat hij zoo liefhad, miskend en teruggestooten, jaren lang het mik punt van Parijsche satire en spot, om na zijn ver scheiden begrepen, gewaardeerd, bewonderd, ja als een horos der toonkunst vereerd, te worden en gevierd als weinig componisten in Frankrijk vóór hem.?}féval, door zeker eigenaardig geloof ongeloovig geworden aan de waarde en de ver diensten van zijn eigen geestesarbeid en de vruch ten daarvan openlijk repudioerend, ondanks toe juiching on bijval van het publiek; Bcrliog, trots allen tegenstand en miskenning, te midden van feilen hoon en spot, niet vertwijfelend aan zijn genie en wat het had gcwroc'it, nog in zijn stervensure de hoop uitsprekend, dat zijn toondichten zeker zouden worden gespeeld en hun recht zon worden gedaan door de toekomst. Een hoop, die niet ijdel is gebleken, want ook Frankrijk, laat ik zoggen: Parijs, erkent, bewon dert, vereert thans zijn gcnialcn zoon in hooge mato. In dezen is Parijs niet de toongcvcr ge weest, want hij, dio het bij zijn leven had genegocrd on uitgelachen, had in het buitenland, in Duitschland en Rusland, reeds lang de schit terendste overwinningen behaald, toen diezelfde man nog moest hunkeren om eenigen bijval in de Seinestad, welke hem boven alles gowcnscht zou zijn geweest. Maar wat men gaarne wenscht, laat zich vaak zeer lang wachten. AVat heeft do aristocratie van de turf ik bedoel daarmede de onvervalschte liefhebbers van de veredeling van het paard; of schoon ik nog altijd niet kan begrijpen hoc het a f jakkeren van een dier iets kan bijdragen tot zijne eigene veredeling of die van zijn nakome lingen wat heeft dan de aristocratie van de turf niet vaak en voel beproefd om de book-makers, on met deze zooveel ander op vuile winst belust gespuis, uit do renbaan to verwijderen on daardoor een einde to maken aan zooveel on zedelijk gewed en gedobbel! Eindelijk heoft ook zij de waarheid loeren kennen van het spreek woord: Tout rient a point, a qui sait attendre. De Parijsche gemeenteraad heeft op hare terrei nen de bookmakers verboden on dezer dagen zijn te Auteuil de courses gehouden zonner de medewer king van deze onverkwikkelijke lieden. Wol was er een zeker publiek tegenwoordig dan hun gemis scheen te betreuren en daarom eenige ongeregeld heden verwekte, maar tot rustverstoring van eenige beteckenis kwam het niet. Het gouvernement schijnt het goede voorbeeld van de stedelijke autoriteit te willen volgen, en zoo zal weldra in gansch Frankrijk de veredeling van hot paardcnras worden voortgezet zonder de hulp der book makers en consorten! Kon nu ook maar de specu latie-geest langs wottelijken wog worden gcwoord en afgeschaft. Het is een verdrietig werk, van de afgeloopen weck een kroniek te schrijven, want or is letter lijk niets gebeurd wat dor vermelding waard is. In de schouwburgen slechts reprises; een paar actrices van minderen rang. dio ons gaan ver laten, de conc om in hot huwelijk te treden met oonc buitenlander, de andere om een huwelijk to sluiten met don hemel on in hot klooster rust te zooken voor een vrij bewogen loven. Verder de gewone jaarlijkscho stroom van kunstwerken naar hot Palais de P Industrie, die voor hot Salon van 1887 bestemd zijn. Dat is alles. Zelfs de rubriek: Faits divers hooft niets te vertellen, dan do zich goregeld herhalende berichten van drames de jalousic, meurtres on attentats. welke Parijs, op dit punt vrij dikhuidig geworden, koud laten en alleen daghelder bewijzen, dat ieder tegenwoordig even goed een revolver als een zakdoek bij zich draagt, een feit, dat op de stcrftcstatistiek geen onbelangrijke invloed begint uit te oeienon. En toch hebben wij eon wet, die het dragen van wapenen ver biedt zonder speciale vergunning, maar .... Evenzoo hebben wij een politie, dio zeer actief is en uitnemend ingericht, maar .... die vier dagen lang te vergeefs nasporingen doet naar don lafhartigen moordenaar Ducret, dio Parijs niet ver laat, zich openlijk hier on daar vertoont en, door de Erinnyen vervolgd, eindigt met zich zelven aan te geven," na vruchteloos beproefd te hebben om wegens oon ander vergrijp opgepakt te worden. 't Is dus hier nog geen volmaakte wereld, en daarop legt een kroniekschrijver, die gcon stof heeft, gaarne den nadruk. A. B. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Grand Théatre: Die Journalisten. Kean. Krates. Fransche-Laanschouwburg: Laurierboom en Bedelstaf, Het geestige stuk van Gustav Freytag is een groote dertig jaar oud. Het joernalisme is een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl