De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 8 mei pagina 6

8 mei 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.515 jHe- braafheid was de dood die oppassendlèid het graf van haar levensgeluk. ..Want lief had z\j hem gehad wel niet als dien efien, die vergeten moest worden! Maar toch had ay inderdaad voor hem zulk eene warmte van op rechte genegenheid leeren gevoelen, in gelukkigen duurzamen ruil voor zyne vurige, onstuimige min, dat zij goedsmoeds en vol hoop, zelfs betrekkelijk «ejakkig, de eerste schreden naast hem zette /op hun van toen aan gemeenschappelijk levenspad. if- Zoo lang er jeugd en bloeitijd, zoo lang er Lente was, bleef alles goed; maar de hitte van dea Zomer deed reeds vele bladeren welken, en -toen de Herfst met zijne stormen kwam, geeselde hjj een ontheesterd woud en kaal geboomte. Hjj was te braat! Een gulle, vroolijke lach ontstemde hem. Eene vrome, frissche levensopvatting, waarvan lieven en loven de grondtoon was. harmonieerde al ras niet meer met den stroeven ernst, dien hy zich wenschte eigen te maken. Hy' had hiermede aanvankelijk veel succes. Hij klom tot eene hoogte van godsdienstigheid en vormelnkheid, waarnaar velen bewonderend opzagen, en die hem gevierd maakte in wijden kring. Doch zy, die de ladder kende, waarlangs hij opklom, zij huiverde, wijl zij waar en oprecht moest vreezen, dat de hoogte van den halm de volheid der aar schaden moest. Toch bezat zij kracht en trouw genoeg, zelve die ladder te steunen, waarvan zij, wel bezien, de hechtste en voornaamste treclo uitmaakte. En ook was hij te oppassend. Eerst bijeenhoudend, toen zuinig en gierig, daarna begeerig tot onrechtvaftrdig toe, schraapte hij en verzamelde, zonder te gevoelen, hoe -weldra bij haar het wreed ver moeden rijpen moest, slechts en voornamelijk om het stoffelyk goed als gade begeerd en aange beden te zijn. Toen hare moeder stierf kreeg die begeerlijk heid haar eerste voedsel, en bij het deelen der vaderlijke nalatenschap, schitterde er iets in zijn oog, klonk er iets in zijne stem, dat haar het harte te zamen kneep. ' Toen was het begeerde ontvangen, en had zij uitgediend! Zeldzamer en kariger werden van toen af de geringste teekenen zijner gehechtheid aan haar, die aanwies in adel, naar mate hij daalde en af nam, en hem. zoo veel zij kon, liefde en toewij ding betoonde voor koelheid en verwaarloozing. Ten laatste gaf hij zich zelfs tegen haar de moeite niet den schijn te bewaren, en gaf haar duidelijk te verstaan, dat hij slechts Heer en Meester wenschte te zijn, geene andere liefde kende dan die der eerzucht, en geene aanbidding dan van den Mammon. Maar zy was moeder van vele kinderen ! O, hoe zij de vernedering diep gevoelde van veler lei exploitatie, de eene nog grievender dan de andere! Maar zij duldde en zweeg, en hield den echtgenoot in eere bij hare kinderen, waarvan de Ondsten van lieverlede iets van moeders leed be grepen en gevoelden. In het rusteloos jagen naar vermeerdering van fortuin had hij geen succes, en het werd al mede op haar verhaald. Hy had tegenspoed. Wel niet in die mate, dat het vermogen afnam, 't was hem al erg genoeg. dat het niet aanwies. Hij kampte tegen de om standigheden met eene volharding eene betere zaak waardig. Zijne leus werd bekrimpen, zonder dat het zichtbaar baatte, Toen had zij te zor gen, dat het hielp. Zij, die de uitgaven deed, en voor een negental te zorgen had, werd er telkens met meer nadruk op gewezen, dat het zóó niet ging. Haar huishouden kostte te veel. Het kon wel minder, altijd minder, minder! Hoe grooter het aantal werd, dat aanzat aan den disch, hoe minder zij er voor uitgeven mocht, hoe minder hy er voor toestond; want daartoe was het sinds lang gekomen, zij had zelfs geene stem in het beheer van een vermogen, dat geheel van haar afkomstig was. Maar andermaal duldde zij, en zweeg, en sterk in hare liefde tot haar kroost, deed zij het onmogelijke. Waarlijk, zij deed het! Zij kwam toe met het schandelijk en vernederend toegesmeten loon. Dat was koren op zyn molen. Zoo toch had hij zelf den minsten last van den al te grooten buwelijkszegen. Zoo bleef hij een braaf man, ook in het oog zijner kinderen, waarvan de meesten het reuzenwerk der moeder niet begrepen, en niet begrijpen konden, omdat het ook meer was, dan men van een mensch verwachten kon. Niemand, die de pijn gevoelde, waarmee het rteesch haar van de beenderen geknepen werd, 3\j volstrekt onvoldoende verzorging, die zij alleen dch voor allen getroostte, schoon zij het aller minst ontberen mocht. Hy' zag het wel, want er ontging hem niets in ie volkrijke woning, maar het hinderde hem niet, laar zij er blijkbaar even blijmoedig en kalm, zelfs betrekkelijk opgeruimd onder bleef, en alles >pnam, als iets, dat van zelf sprak! De eene mensch behoeft meer dan de andere!" «deneerde hij, de kostwinner, die zeer veel beloefde, en zich volstrekt niet ontzag, zich van neer dan het noodige te voorzien. 'De lengte zijner gebeden want wijl hij nooit uleen bad, deed hij het des te vaker en te ijver iger in het publiek! hield gelijken tred met Ie hoeveelheid spijs en drank, die hij aan den remeenschappelijken maaltijd nuttigde, waar n voedende blik zijner rondwarende oogon de vrij postige hand van al te grage telgen in het naderen ;ot de schotels meesterlijk wist in bedwang te jouden. Zy leetde van wat zij haar kroost in stilte tocitopte, maar vermagerde en verzwakte er bij. Coen echter de kinderen groot werden, en haar n alles volkomen begrepen en bewonderden, toen 'ond zij loon en vergoeding in hun steun en hunne 'ereering, die tot aanbidding klom. In dezelfde mate verminderde ook de eerbied 'Ooi den vader, en de achting weck. 'tWasmoelars plooien en pleiten en bewimpelen alleen, die .'erhinderde, dat het bij eigen kroost niet tot minichten en verachten kwam. Ook in haar kroost werd de zwaar beproefde ;eslagen en bedroefd. Eene harcr dochters, de ieiste wellicht, stierf als jonge weduwe, en twee 'erweesde kleinkinderen kwamen een schuilplaats lemen onder het dak, waar de moeder geboren was. De brave man duldde geene barmhartigheid van anderen. Zoo lang er brood was voor hem, was het er ook voor de zy'nen en hunne kinderen, met wie hij immers de laatste bete deelen zou V Alweder steeg hij daardoor een sport hooger op de ladder van gevierdheid en eerbiedwaardig heid, maar zij was het, die in dubbelen zin, weder de ladder hoog hield, en voor de trede gold, waarop hij stond en de spieren en pezen omhoog rekte. Hoe zij kromde en leed onder dien harden druk! Maar hem deerde het niet. Hij had leeren inzien en berekenen, hoe veel zij kon, hoe ver hij gaan dorst.... hoe taai zij was! En moest zij al ondergaan in dien strijd het zou er van komen, ondanks de tranen en gebeden harer beangstigde kindenen! zoo zij slechts onderging, zonder opzien daarbuiten te verwekken, zonder dat haar ondergang zijne reputatie schaadde, dan zou hij met gelatenheid en onderwerping als geduldig Christen, dien vreeselijken slag wel dragen. Hij zou tranen storten bij hare groeve, en veler medelijden opwekken, en misschien zou er dan nog wel een hart te vinden zijn, veel jonger natuurlijk dan het zijne, dat den braven man wilde troosten in het leed, iemand, die de opengevallen plaats in zijne woning zou willen vervullen, want daar staat geschreven: Het is niet goed, dat de mensch alleen zij l" Dat begreep zij, en toen zij het be greep, gierde de laatste doodende winterstorm over haar reeds lang verdorde levensgaardc. Het was stil en somber in de eens zoo woelige omgeving, onder het ouderlijke dak. In de donkere binnenkamer zaten al hare kin deren bijén, of stonden 'bij het ziekbed, waar de liefste, de dierbaarste, de onmisbaarste, nederlag in haren laatsten strijd. Hij zat vóór haar bed. Zijn gelaat was bleek, en zijne oogen waren gezwollen. Hoorbaar en zeer nadrukkelijk slaakte hij zucht op zucht, en vroeg dan weer met galmende klaagstem: Hoe gaat het nu, Frederica?" waarop het fluisterend antwoord volgde: Beter !" Want het ging beter. 't Was overigens stil, doodstil In de kamer. De meesten van die daar stonden met saamgeklemde lippen, en in tranen badende, waren daar geboren en herdachten in die smartelijke ure der scheiding al de liefde, al de zorg, al de troost, bemoediging. opbeuring, bevrediging en kracht die sinds het uur hunner geboorte was betoond door en uit gegaan van haar, die nu daar neerlag, kalm maar lijdend. Nu was er geen troost, want de eenige, die in zulk eene droefheid troosten kon, was ge reed heen te gaan. De oude Friesche staartklok tikte hoorbaar in de stilte met zeldzamen nadruk, als gevoelde zij het gewicht van elke seconde, die zij aangaf. Alleen uit een aangrenzend vertrek gingen nu en dan kinderstemmen op. De deur was niet ge heel gesloten en het gekeuvcl der beide weesjes, die de algemeene droefheid slechts ten deelo begrepen, was duidelijk in de ziekekamer hoorbaar. Men had hun reeds een paar malen meer stilte geboden, omdat bun gesnap de lieve Onioe" hinderde, maar ze vergaten die vermaning spoedig, en de doodelijk kranke had verzocht, hoewel met brekende stem: Laat ze, die wichtjes! Ze hin deren mij niet! Laat ze!'1 Hoor, Mimi! Ik heb de vijf-en-twintig sterke werkwoorden voor morgen al af!" klonk het op ns weer helder en duidelijk uit den mond van den knaap. Allemaal al, Wim? Nu, dat is gauw!" Ja, Mimi. en toch goed! Wil je eens hooren: Bidden, liad, gebeden, Strijden, streed, gestreden. Lijden, leed, geleden !. .." De klok liet het voorslag hooren van vijf uren in den middag. De echtgenoot stond ongeduldig op. Die kinderen!" riep hij, half wrevelig, half smartelijk, terwijl de stem daar naast in onver anderde monotonie voortging: Slapen, sliep, ge slapen. Winnen, con. gewonnen. Stil toch hm!" klonk het barsch, eij de kin derstem zweeg. Uit het ledikant werd eene hand hom toege stoken, die de zijne zocht en greep. Laat ze Frits! Laat ze!" sprak zij, en een glans overtoog het ingezonken gelaat, een laatste vonk scheen te lichten uit de oogen, die nog n oogenblik verhelderd werden on met een glimlach *op de lippen fluisterde ze : Lijden. . . ik leed. . . ik heb geleden!" Dat waren hare laatste woorden, en toen liet de oude klok vijf heldere slagen hooren, wier na galm samensmolt met den juichkrect harer over winning: Lijden, leed, geleden'. Winnen, won, gewonnen! II. ZKGEK DE BEUL. Allerlei. SCHNAEBELE. beweging gebracht heeft. Het geval herinnert aan de arrestatie van een zestal Fransche politie agenten in Duitschland, in 1856, waarover lang niet zooveel is te doen geweest. Het was te Stuttgart; koning Wilhelm van Wurtemberg had er een samenkomst van keizer Napoleon III met AlexanderHvoorboreid.De toevloed van vreemdelingen was reusachtig; maar nog grooter de vrees voor een aanslag op het leven van den Franschen ke'zer. Behalve de gezamenlijke politie macht der hoofdstad werd al wat men aan gendarmerie, de zoogenoemde Landjiiger, in het gehcele land vinden kon, naar Stuttgart ontboden ; de lieden werden, om onopgemerkt te blijven, in burgerkleeding gestoken en hadden het een of ander klein herkenningsteeken. Van Fransche zijde kwam er een gansche bende mouchards on der leiding van hun chef, een zekere heer d'Hirevoy, en er was afgesproken, dat al deze heeren aan den directeur van politie te Stuttgart, von Majer. gezamenlijk zouden worden voorgesteld. Hiermede niet tevreden, ontbood de heer d'Hire voy nog oenige zijner bekwaamste geheime agenten naar Stuttgart, welke dus bestemd waren om zoo wel do overige mouchards als de Wurtemburgsche justitie in 't geheim te bewaken. Door een geluk kig toeval, of behendigheid, had de heer Von Majer .kennis gekregen van dit plan, en nauwelijks waren de zes onderchefs der geheime politie te Stuttgart aangekomen en hadden zich naar hun verschillende hotels begeven, of zij wer den gearresteerd. Al hun tegenspartelen, al hun verzekeringen, dat zij van het vak waren, hiel pen niets. De heer von Majer, die de mannen persoonlijk voor zich liet brengen, antwoordde kalm: Al uwe beweringen zijn onwaar, de Franscbe agen ten zijn mij allen persoonlijk voorgesteld." De heer d'Hirevoy moest zelf voor hen in de bres springen en schuld bekennen, Den volgenden morgen om 8 uur werd de heer von Majer bij Keizer Napoleon geroepen, en deze hing hem persoonlijk het kommandeurskruis van het Legioen van Eer om den hals. Beter," zeide de Keizer, ben ik nog nooit bewaakt geworden." Of de Fransche regeering nu ook den heer Gautsch wegens liet arresteeren van hare onder danen het Legioen van Eer zal zouden, valt te betwijfelen. In het Siegsner VolkMatt komen twee bij elkander bchoorende stukken voor, waarvan het een al curicuser is dan hot andere, liet eene is eene officieele aanschrijving; zij luidt: Niederscheiden, 12 April 1887. Den Heer herbergier "Wilhelm Steiner, te Eisenfeld. Ingevolge lastgeving van den heer Landraad, waarschuw ik u bij deze, niet meer aan minder jarige personen dus lieden beneden de 21 jaar in uwe herberg drank te verschaften. Den 25 Mei hebt gij namelijk den klerk Adolt' Ilartmann van Eisenfeld, die eerst 17 jaar is, brandewijn verkocht. De heer Landraad beeft bij beschikking van 17 Augustus 1883, van welke indertijd aan alle bier wonende herbergiers, dus ook aan u, kennis ge geven is. verboden, aan minderjarige personen dus beneden de 21 jaar dranken te verschaf fen. Zij mogen do dranken niet in buis gebruiken en gij moogt ze ook niet naar buiten medogcven. In opdracht van den heer Landraad waarschuw ik u dus, met de opmerking, dat, wanneer zulk een geval zich ook slechts ns herhaalt, uwe vergunning u zal ontnomen worden. DE AMTMAN THIELEK." Onmiddellijk daaronder leest men bet volgende: Op grond van bovenstaande verordening zie ik mij genoodzaakt, mijne herberg op Woensdag, den marktdag, ondanks het drukke bezoek, gesloten te houden. Ik zou niet gaarne de vergunning verliezen die mij, ? terloops aangemerkt, een goed bedrag aan belastingen kost. Bij vol gende bezoeken van mijn herberg verzoek ik die genen, die nog niet de korkbofsbloem op het voorhoofd dragen, zich te willen voorzien van geloofwaardige geboorte-attesten, opdat ik in alle gevallen straffeloos blijf. Gegeven in het vrije Duitsche Rijk in hot jaar ,»no Hnils 1887 W. STF.INKR." onzes Heus 1887. De Progrès de Biarritz heeft de volgende anecdote over Bazaine: Te Madrid was Bazaine eens een banketbakkerswinkel in de Calle d'Alcalla binnengegaan, waar van de eigenaar een Franschman was. Bazaine wist dit niet De winkel was vol menschen; rijtui gen die van Buen-Retiro kwamen, hielden voor de deur stil, en dames en heeren zaten taartjes te eten, ledigden glaasjes pajarrete of doopten Uscotto's in chocolade. Bazaine naderde de toonbank, nam een schoteltje en zocht taartjes uit. Er werd in 't rond gefluisterd. De patroon, aan zijn les senaar staande, herkende hem, verbleekte, maar zeide niets. Bazaine nam zijn schoteltje mee naar de tafel en ging zitten zonder, naar het scheen, iets te bemerken. De banketbakker intusschen verliet even den winkel en kwam uit het achterhuis terug met een groote mand, streek van al de schotels de gebakjes in de mand, als in een voddenraporsmand, en trad toon bedaard de straat op. Daar wierp hij alles in de goot, en zeide terugkomend, tot de verbaasde klanten: Caballeros, de winkel is voor vandaag gesloten. Morgen wordt hij weder ge opend." Bazaine begreep de bedoeling dezer woorden, verbleekte van toorn, logde een muntstuk op de toonbank en vertrok. De banketbakker nam met de aschschop het muntstukje en wierp het in de goot bij de taartjes, waarover reeds de honden aan 't vechten waren. En terwijl de klanten zich gereed maakten om te vertrekken, zeide de Franscbman: Ge hadt toch de taartjes niet willen aanraken, waarover Bazaine's hand gezweefd heeft, niet waar, senoras?" En bij beval de bedienden, de luiken voor de ramen te plaatsen. De winkel in de Calle d'Alcalla was de volgende dagen voller dan ooit te voren. Onder do belangwe kkende personen behoort op dit oogenblik de beer Schnaebcle, commissaris van politie te Pagny, wiens arrestatie den vrede van Europa bedreigd en duizenden pennen in Een Duitseh geleerde houdt zich bezig met de oplossing van de vraag: wanneer de Berlijners voor het eerst Meiwijn gedronken hebben. De 7vö?n. Xeihmri ^loofde, dat uit Ringen die zomerdrank naar 'het Athene aan de Spree overge bracht was, maar in de Tiigl Rundschau wordt nu verkondigd, dat voor 'meer dan driehon derd jaren reeds. Rembertus Dodenaeus, de be roemde plantkundige en lijfarts van Keizer Maximiliaan 11, de Duitsche gewoonte vermelde om Waldmeister" in don wijn te doen om het hart blij en de lever gezond" te maken. Ook vertelt de oude botanicus John Gerard, volgens een uitgave van Johnson van 1G9G, reeds van hot Duitsche gebruik, en hoe men dat kruid daarom Leverkruid en Hartcvreugd noemde. Zoo zou dus vóór drie eeuwen Dodonaeustoch stierf in 1585, men in Berlijn reeds op die wijze aan den lichten Rijnwijn een bouquet" gegeven hebben. Genoemde of liever ongenoemde navorscher raadt overigens liefhebbers van Meiwijn aan, de kruiden niet te wasschen voor het gebruik, maar ze liever wat te laten besterven, ze slechts kort in den wijn te laten lissen en geen water in de bowl te doen, doch liever een glas goede sherry, een ideetje cognac en wat suiker er door te "mengen. Men kan, zoo men dat ver kiest, wol den wijn in ijs zetten. De naam Wald meister" is van jongen datum, vroeger schijnt men het. zooals nu nog in Mecklenburg, Mösch of Mosch genoemd te hebben, vandaar wellicht nog het ..Möschefeest" dat men zooals Theodor Fontane in zijne wandeltochten door Brandenburg" vertelt, nog in Rheinsberg viert. Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar i maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijni lijke, gebrekkige voeten, knobbels, ! etc. etc. ANTON HUF Jr., Kah-erstraat 200. Veertig jaren geleden was bij geen leger het duel meer in gebruik dan bij het Engclsche. Nu echter is er een wet gekomen, waarbij hij die zijn partij in een tweegevecht doodt, terechtstaat als moordenaar, en officieren, die zich nu bij een vraagstuk warm maken, voldoen aan de eer door elkaar een blauw oog of oen bloedenden neus te slaan, of dagen elkaar voor de rechtbank. Uit den bloeitijd van bet duel loopen nog twee verhalen van beroemde tweegevechten. liet een is van den hoofdredacteur Bate van de Morning Post, in wiens blad een artikel had gestaan, beieedigond voor do eer eener vrouw, en van een kapitoin,Stoney genaamd. Zij vochten in een afgesloten kamer van een hotel, eerst met, pistolen, toen met den degen. Men liep op het rumoer, dat zij maakten, toe, opende de deur mot geweld on vond toen den kapitein aan arm en borst, en den heer Bate aan bet been gewond. De vechtersbazen reikten elkaar de band en een week later was Stoncy gehuwd mot de dame, wier eer hij verde digd bad. Een ander geval is dat van Dr. Young met een huzaren-officier. Young voer met dames op de Theems, de huzaar ook. Y. speelde op deiluiten de huzaar vond bet zoo mooi, dat hij, toen Dr. Young, die geen ander auditorium dan zijne dames verlangde, ophield, dreigde hem aan te zullen varen en over boord te werpen. De doktor, die niet zwemmen kon, floot verder, doch toen zij ergens aan land waren gestapt, daagde hij den officier uit tot een tweegevecht op den degen, zonder getuigen De zoon van Mars verscheen op de afgesproken plaats, doch was niet weinig verbaasd toen Young een fluit en een pistool uit do zak haalde en hom beval te dansen, zoo bij niet overhoop geschoten wilde worden. De officier twijfelde ... en danste. Young floot erbij. Toen het genoeg was, zeide de dokter: Gisteren hebt gij mij gedwongen te flui ten, nu heb ik u gedwongen te dansen. Wilt gij nu nog vechten, mij goed, maar dan in tegen woordigheid van getuigen." De huzaar begreep echter dat hij ongelijk had gehad, en liet het er bij. N. S A LOM O N, Antiquair. M UNTG EB O V W. In- en Verkoop van Antiquiteiten. Handel De goederenmarkt verkeerde deze week in vaste stemming en prijzen waren onveranderd; enkele artikelen gingen iets vooruit en de partijen ter ! at'doainiig zooals tabak werden zeer hoog j betaald. Koffie. Onze markt bleef deze week kalm i doch vast gestemd; de notecring bleef onver1 andcrd op ,r>U>i et voor Java goed ordinair. Suiker. Biet. Onze markt was deze weck zeer wis selvallig, begin zeer flauw, midden weder beter gestemd terwijl wij weder iets stiller sluiten tot de navolgende prijzen Mei / 13%, Juni / 14, Juli / 14%, Oct./Üec. / 13% ii / 14 nominaal met geringen verkoop Geraffineerd stil en lusteloos met kleinen handel Crushed Superior f 1734, II. R. No. l f 17%, R. S. Prima i' 1G. 'Jubal;. Aangevoerd werden deze week 4210 pn. Java en 2428 pn. Sumatra. Bij inschrijving en uit de hand werden verkocht 54G3 pn. Java. Tiit ging deze week iets vooruit in prijs en wel Banka van /Gl% op {('&%, Billiton van /Gl% op /' G2/i. Voor Billiton op termijn is thans ? G234 te maken en wordt op / G2/4 gehouden, voor Banka Mei en latere veilingen gevraagdtot /G3. Specerijen. Noten vast. l-'oclic iets kalmer, de betere soorten deze week bij inschrijving werden iets onder taxatie verkocht. Afgedaan werden 200 kn. noot en 228 kn. Foelic. Bij inschrijving komen op 17 dezer 504 kn. Noot en 3!»G kn. Foelie. i Nagelen vast. Peper onveranderd. i Granen. Tarwe bleef vast maar stil, het laatste i als gevolg van hot bijna geheel terugtrekken van i do markt der fabrikanten; verkocht werd 130 pond Koningsberger il / 240, vrachtvrij en Rcdwinter, te Rotterdam liggende' a / 227 cif Amsterdam. Rogge in het begin der week lager, sloot zeer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl