Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.515
jHe- braafheid was de dood die
oppassendlèid het graf van haar levensgeluk.
..Want lief had z\j hem gehad wel niet als dien
efien, die vergeten moest worden! Maar toch had
ay inderdaad voor hem zulk eene warmte van op
rechte genegenheid leeren gevoelen, in gelukkigen
duurzamen ruil voor zyne vurige, onstuimige min,
dat zij goedsmoeds en vol hoop, zelfs betrekkelijk
«ejakkig, de eerste schreden naast hem zette
/op hun van toen aan gemeenschappelijk levenspad.
if- Zoo lang er jeugd en bloeitijd, zoo lang er
Lente was, bleef alles goed; maar de hitte van
dea Zomer deed reeds vele bladeren welken, en
-toen de Herfst met zijne stormen kwam, geeselde
hjj een ontheesterd woud en kaal geboomte.
Hjj was te braat! Een gulle, vroolijke lach
ontstemde hem. Eene vrome, frissche levensopvatting,
waarvan lieven en loven de grondtoon was.
harmonieerde al ras niet meer met den stroeven ernst,
dien hy zich wenschte eigen te maken.
Hy' had hiermede aanvankelijk veel succes. Hij
klom tot eene hoogte van godsdienstigheid en
vormelnkheid, waarnaar velen bewonderend opzagen,
en die hem gevierd maakte in wijden kring.
Doch zy, die de ladder kende, waarlangs hij
opklom, zij huiverde, wijl zij waar en oprecht
moest vreezen, dat de hoogte van den halm de
volheid der aar schaden moest.
Toch bezat zij kracht en trouw genoeg, zelve
die ladder te steunen, waarvan zij, wel bezien,
de hechtste en voornaamste treclo uitmaakte. En
ook was hij te oppassend. Eerst bijeenhoudend,
toen zuinig en gierig, daarna begeerig tot
onrechtvaftrdig toe, schraapte hij en verzamelde, zonder
te gevoelen, hoe -weldra bij haar het wreed ver
moeden rijpen moest, slechts en voornamelijk om
het stoffelyk goed als gade begeerd en aange
beden te zijn.
Toen hare moeder stierf kreeg die begeerlijk
heid haar eerste voedsel, en bij het deelen der
vaderlijke nalatenschap, schitterde er iets in zijn
oog, klonk er iets in zijne stem, dat haar het
harte te zamen kneep.
' Toen was het begeerde ontvangen, en had zij
uitgediend!
Zeldzamer en kariger werden van toen af de
geringste teekenen zijner gehechtheid aan haar,
die aanwies in adel, naar mate hij daalde en af
nam, en hem. zoo veel zij kon, liefde en toewij
ding betoonde voor koelheid en verwaarloozing.
Ten laatste gaf hij zich zelfs tegen haar de
moeite niet den schijn te bewaren, en gaf haar
duidelijk te verstaan, dat hij slechts Heer en
Meester wenschte te zijn, geene andere liefde
kende dan die der eerzucht, en geene aanbidding
dan van den Mammon.
Maar zy was moeder van vele kinderen ! O,
hoe zij de vernedering diep gevoelde van veler
lei exploitatie, de eene nog grievender dan de
andere! Maar zij duldde en zweeg, en hield den
echtgenoot in eere bij hare kinderen, waarvan de
Ondsten van lieverlede iets van moeders leed be
grepen en gevoelden. In het rusteloos jagen naar
vermeerdering van fortuin had hij geen succes,
en het werd al mede op haar verhaald.
Hy had tegenspoed. Wel niet in die mate, dat
het vermogen afnam, 't was hem al erg genoeg.
dat het niet aanwies. Hij kampte tegen de om
standigheden met eene volharding eene betere
zaak waardig. Zijne leus werd bekrimpen, zonder
dat het zichtbaar baatte, Toen had zij te zor
gen, dat het hielp. Zij, die de uitgaven deed, en
voor een negental te zorgen had, werd er telkens
met meer nadruk op gewezen, dat het zóó niet
ging. Haar huishouden kostte te veel. Het kon
wel minder, altijd minder, minder! Hoe grooter
het aantal werd, dat aanzat aan den disch, hoe
minder zij er voor uitgeven mocht, hoe minder
hy er voor toestond; want daartoe was het sinds
lang gekomen, zij had zelfs geene stem in het
beheer van een vermogen, dat geheel van haar
afkomstig was.
Maar andermaal duldde zij, en zweeg, en sterk
in hare liefde tot haar kroost, deed zij het
onmogelijke. Waarlijk, zij deed het! Zij kwam toe
met het schandelijk en vernederend toegesmeten
loon.
Dat was koren op zyn molen. Zoo toch had hij
zelf den minsten last van den al te grooten
buwelijkszegen. Zoo bleef hij een braaf man, ook
in het oog zijner kinderen, waarvan de meesten
het reuzenwerk der moeder niet begrepen, en niet
begrijpen konden, omdat het ook meer was, dan
men van een mensch verwachten kon.
Niemand, die de pijn gevoelde, waarmee het
rteesch haar van de beenderen geknepen werd,
3\j volstrekt onvoldoende verzorging, die zij alleen
dch voor allen getroostte, schoon zij het aller
minst ontberen mocht.
Hy' zag het wel, want er ontging hem niets in
ie volkrijke woning, maar het hinderde hem niet,
laar zij er blijkbaar even blijmoedig en kalm,
zelfs betrekkelijk opgeruimd onder bleef, en alles
>pnam, als iets, dat van zelf sprak!
De eene mensch behoeft meer dan de andere!"
«deneerde hij, de kostwinner, die zeer veel
beloefde, en zich volstrekt niet ontzag, zich van
neer dan het noodige te voorzien.
'De lengte zijner gebeden want wijl hij nooit
uleen bad, deed hij het des te vaker en te ijver
iger in het publiek! hield gelijken tred met
Ie hoeveelheid spijs en drank, die hij aan den
remeenschappelijken maaltijd nuttigde, waar n
voedende blik zijner rondwarende oogon de vrij
postige hand van al te grage telgen in het naderen
;ot de schotels meesterlijk wist in bedwang te
jouden.
Zy leetde van wat zij haar kroost in stilte
tocitopte, maar vermagerde en verzwakte er bij.
Coen echter de kinderen groot werden, en haar
n alles volkomen begrepen en bewonderden, toen
'ond zij loon en vergoeding in hun steun en hunne
'ereering, die tot aanbidding klom.
In dezelfde mate verminderde ook de eerbied
'Ooi den vader, en de achting weck.
'tWasmoelars plooien en pleiten en bewimpelen alleen, die
.'erhinderde, dat het bij eigen kroost niet tot
minichten en verachten kwam.
Ook in haar kroost werd de zwaar beproefde
;eslagen en bedroefd. Eene harcr dochters, de
ieiste wellicht, stierf als jonge weduwe, en twee
'erweesde kleinkinderen kwamen een schuilplaats
lemen onder het dak, waar de moeder geboren was.
De brave man duldde geene barmhartigheid
van anderen. Zoo lang er brood was voor hem,
was het er ook voor de zy'nen en hunne kinderen,
met wie hij immers de laatste bete deelen zou V
Alweder steeg hij daardoor een sport hooger op
de ladder van gevierdheid en eerbiedwaardig
heid, maar zij was het, die in dubbelen zin, weder
de ladder hoog hield, en voor de trede gold,
waarop hij stond en de spieren en pezen omhoog
rekte.
Hoe zij kromde en leed onder dien harden
druk! Maar hem deerde het niet. Hij had leeren
inzien en berekenen, hoe veel zij kon, hoe ver
hij gaan dorst.... hoe taai zij was!
En moest zij al ondergaan in dien strijd het
zou er van komen, ondanks de tranen en gebeden
harer beangstigde kindenen! zoo zij slechts
onderging, zonder opzien daarbuiten te verwekken,
zonder dat haar ondergang zijne reputatie schaadde,
dan zou hij met gelatenheid en onderwerping als
geduldig Christen, dien vreeselijken slag wel dragen.
Hij zou tranen storten bij hare groeve, en veler
medelijden opwekken, en misschien zou er dan nog
wel een hart te vinden zijn, veel jonger natuurlijk
dan het zijne, dat den braven man wilde troosten
in het leed, iemand, die de opengevallen plaats
in zijne woning zou willen vervullen, want daar
staat geschreven: Het is niet goed, dat de mensch
alleen zij l" Dat begreep zij, en toen zij het be
greep, gierde de laatste doodende winterstorm
over haar reeds lang verdorde levensgaardc.
Het was stil en somber in de eens zoo woelige
omgeving, onder het ouderlijke dak.
In de donkere binnenkamer zaten al hare kin
deren bijén, of stonden 'bij het ziekbed, waar de
liefste, de dierbaarste, de onmisbaarste, nederlag
in haren laatsten strijd.
Hij zat vóór haar bed. Zijn gelaat was bleek,
en zijne oogen waren gezwollen.
Hoorbaar en zeer nadrukkelijk slaakte hij zucht
op zucht, en vroeg dan weer met galmende
klaagstem: Hoe gaat het nu, Frederica?" waarop het
fluisterend antwoord volgde: Beter !"
Want het ging beter.
't Was overigens stil, doodstil In de kamer. De
meesten van die daar stonden met saamgeklemde
lippen, en in tranen badende, waren daar geboren
en herdachten in die smartelijke ure der scheiding
al de liefde, al de zorg, al de troost, bemoediging.
opbeuring, bevrediging en kracht die sinds het
uur hunner geboorte was betoond door en uit
gegaan van haar, die nu daar neerlag, kalm maar
lijdend. Nu was er geen troost, want de eenige,
die in zulk eene droefheid troosten kon, was ge
reed heen te gaan.
De oude Friesche staartklok tikte hoorbaar in
de stilte met zeldzamen nadruk, als gevoelde zij
het gewicht van elke seconde, die zij aangaf.
Alleen uit een aangrenzend vertrek gingen nu
en dan kinderstemmen op. De deur was niet ge
heel gesloten en het gekeuvcl der beide weesjes,
die de algemeene droefheid slechts ten deelo
begrepen, was duidelijk in de ziekekamer hoorbaar.
Men had hun reeds een paar malen meer stilte
geboden, omdat bun gesnap de lieve Onioe"
hinderde, maar ze vergaten die vermaning spoedig,
en de doodelijk kranke had verzocht, hoewel met
brekende stem: Laat ze, die wichtjes! Ze hin
deren mij niet! Laat ze!'1
Hoor, Mimi! Ik heb de vijf-en-twintig sterke
werkwoorden voor morgen al af!" klonk het op
ns weer helder en duidelijk uit den mond van
den knaap.
Allemaal al, Wim? Nu, dat is gauw!"
Ja, Mimi. en toch goed! Wil je eens hooren:
Bidden, liad, gebeden, Strijden, streed, gestreden.
Lijden, leed, geleden !. .."
De klok liet het voorslag hooren van vijf uren
in den middag.
De echtgenoot stond ongeduldig op.
Die kinderen!" riep hij, half wrevelig, half
smartelijk, terwijl de stem daar naast in onver
anderde monotonie voortging: Slapen, sliep, ge
slapen. Winnen, con. gewonnen.
Stil toch hm!" klonk het barsch, eij de kin
derstem zweeg.
Uit het ledikant werd eene hand hom toege
stoken, die de zijne zocht en greep.
Laat ze Frits! Laat ze!" sprak zij, en een
glans overtoog het ingezonken gelaat, een laatste
vonk scheen te lichten uit de oogen, die nog n
oogenblik verhelderd werden on met een glimlach
*op de lippen fluisterde ze :
Lijden. . . ik leed. . . ik heb geleden!"
Dat waren hare laatste woorden, en toen liet
de oude klok vijf heldere slagen hooren, wier na
galm samensmolt met den juichkrect harer over
winning: Lijden, leed, geleden'. Winnen, won,
gewonnen!
II. ZKGEK DE BEUL.
Allerlei.
SCHNAEBELE.
beweging gebracht heeft. Het geval herinnert
aan de arrestatie van een zestal Fransche politie
agenten in Duitschland, in 1856, waarover lang
niet zooveel is te doen geweest.
Het was te Stuttgart; koning Wilhelm van
Wurtemberg had er een samenkomst van keizer
Napoleon III met AlexanderHvoorboreid.De toevloed
van vreemdelingen was reusachtig; maar nog grooter
de vrees voor een aanslag op het leven van den
Franschen ke'zer. Behalve de gezamenlijke politie
macht der hoofdstad werd al wat men aan
gendarmerie, de zoogenoemde Landjiiger, in het
gehcele land vinden kon, naar Stuttgart ontboden ;
de lieden werden, om onopgemerkt te blijven, in
burgerkleeding gestoken en hadden het een of
ander klein herkenningsteeken. Van Fransche
zijde kwam er een gansche bende mouchards on
der leiding van hun chef, een zekere heer
d'Hirevoy, en er was afgesproken, dat al deze
heeren aan den directeur van politie te Stuttgart,
von Majer. gezamenlijk zouden worden voorgesteld.
Hiermede niet tevreden, ontbood de heer d'Hire
voy nog oenige zijner bekwaamste geheime agenten
naar Stuttgart, welke dus bestemd waren om zoo
wel do overige mouchards als de Wurtemburgsche
justitie in 't geheim te bewaken. Door een geluk
kig toeval, of behendigheid, had de heer
Von Majer .kennis gekregen van dit plan, en
nauwelijks waren de zes onderchefs der geheime
politie te Stuttgart aangekomen en hadden zich
naar hun verschillende hotels begeven, of zij wer
den gearresteerd. Al hun tegenspartelen, al hun
verzekeringen, dat zij van het vak waren, hiel
pen niets.
De heer von Majer, die de mannen persoonlijk
voor zich liet brengen, antwoordde kalm: Al
uwe beweringen zijn onwaar, de Franscbe agen
ten zijn mij allen persoonlijk voorgesteld." De
heer d'Hirevoy moest zelf voor hen in de bres
springen en schuld bekennen, Den volgenden
morgen om 8 uur werd de heer von Majer bij
Keizer Napoleon geroepen, en deze hing hem
persoonlijk het kommandeurskruis van het Legioen
van Eer om den hals. Beter," zeide de Keizer,
ben ik nog nooit bewaakt geworden."
Of de Fransche regeering nu ook den heer
Gautsch wegens liet arresteeren van hare onder
danen het Legioen van Eer zal zouden, valt te
betwijfelen.
In het Siegsner VolkMatt komen twee bij
elkander bchoorende stukken voor, waarvan het
een al curicuser is dan hot andere, liet eene is
eene officieele aanschrijving; zij luidt:
Niederscheiden, 12 April 1887.
Den Heer herbergier "Wilhelm Steiner,
te Eisenfeld.
Ingevolge lastgeving van den heer Landraad,
waarschuw ik u bij deze, niet meer aan minder
jarige personen dus lieden beneden de 21 jaar
in uwe herberg drank te verschaften. Den 25 Mei
hebt gij namelijk den klerk Adolt' Ilartmann van
Eisenfeld, die eerst 17 jaar is, brandewijn verkocht.
De heer Landraad beeft bij beschikking van 17
Augustus 1883, van welke indertijd aan alle bier
wonende herbergiers, dus ook aan u, kennis ge
geven is. verboden, aan minderjarige personen
dus beneden de 21 jaar dranken te verschaf
fen. Zij mogen do dranken niet in buis gebruiken
en gij moogt ze ook niet naar buiten medogcven.
In opdracht van den heer Landraad waarschuw
ik u dus, met de opmerking, dat, wanneer zulk
een geval zich ook slechts ns herhaalt, uwe
vergunning u zal ontnomen worden.
DE AMTMAN THIELEK."
Onmiddellijk daaronder leest men bet volgende:
Op grond van bovenstaande verordening zie ik
mij genoodzaakt, mijne herberg op Woensdag, den
marktdag, ondanks het drukke bezoek, gesloten
te houden. Ik zou niet gaarne de vergunning
verliezen die mij, ? terloops aangemerkt,
een goed bedrag aan belastingen kost. Bij vol
gende bezoeken van mijn herberg verzoek ik die
genen, die nog niet de korkbofsbloem op het
voorhoofd dragen, zich te willen voorzien van
geloofwaardige geboorte-attesten, opdat ik in alle
gevallen straffeloos blijf.
Gegeven in het vrije Duitsche Rijk in hot jaar
,»no Hnils 1887 W. STF.INKR."
onzes Heus 1887.
De Progrès de Biarritz heeft de volgende
anecdote over Bazaine:
Te Madrid was Bazaine eens een
banketbakkerswinkel in de Calle d'Alcalla binnengegaan, waar
van de eigenaar een Franschman was. Bazaine
wist dit niet De winkel was vol menschen; rijtui
gen die van Buen-Retiro kwamen, hielden voor de
deur stil, en dames en heeren zaten taartjes te
eten, ledigden glaasjes pajarrete of doopten
Uscotto's in chocolade. Bazaine naderde de toonbank,
nam een schoteltje en zocht taartjes uit. Er werd
in 't rond gefluisterd. De patroon, aan zijn les
senaar staande, herkende hem, verbleekte, maar
zeide niets. Bazaine nam zijn schoteltje mee naar
de tafel en ging zitten zonder, naar het scheen,
iets te bemerken.
De banketbakker intusschen verliet even den
winkel en kwam uit het achterhuis terug met
een groote mand, streek van al de schotels de
gebakjes in de mand, als in een voddenraporsmand,
en trad toon bedaard de straat op. Daar wierp hij
alles in de goot, en zeide terugkomend, tot de
verbaasde klanten: Caballeros, de winkel is voor
vandaag gesloten. Morgen wordt hij weder ge
opend."
Bazaine begreep de bedoeling dezer woorden,
verbleekte van toorn, logde een muntstuk op de
toonbank en vertrok. De banketbakker nam met
de aschschop het muntstukje en wierp het in de
goot bij de taartjes, waarover reeds de honden
aan 't vechten waren.
En terwijl de klanten zich gereed maakten om
te vertrekken, zeide de Franscbman:
Ge hadt toch de taartjes niet willen aanraken,
waarover Bazaine's hand gezweefd heeft, niet
waar, senoras?"
En bij beval de bedienden, de luiken voor de
ramen te plaatsen.
De winkel in de Calle d'Alcalla was de volgende
dagen voller dan ooit te voren.
Onder do belangwe kkende personen behoort op
dit oogenblik de beer Schnaebcle, commissaris
van politie te Pagny, wiens arrestatie den vrede
van Europa bedreigd en duizenden pennen in
Een Duitseh geleerde houdt zich bezig met de
oplossing van de vraag: wanneer de Berlijners
voor het eerst Meiwijn gedronken hebben. De
7vö?n. Xeihmri ^loofde, dat uit Ringen die
zomerdrank naar 'het Athene aan de Spree overge
bracht was, maar in de Tiigl Rundschau wordt
nu verkondigd, dat voor 'meer dan driehon
derd jaren reeds. Rembertus Dodenaeus, de be
roemde plantkundige en lijfarts van Keizer
Maximiliaan 11, de Duitsche gewoonte vermelde
om Waldmeister" in don wijn te doen om het
hart blij en de lever gezond" te maken.
Ook vertelt de oude botanicus John Gerard,
volgens een uitgave van Johnson van 1G9G, reeds
van hot Duitsche gebruik, en hoe men dat kruid
daarom Leverkruid en Hartcvreugd noemde.
Zoo zou dus vóór drie eeuwen Dodonaeustoch
stierf in 1585, men in Berlijn reeds op die
wijze aan den lichten Rijnwijn een bouquet"
gegeven hebben. Genoemde of liever ongenoemde
navorscher raadt overigens liefhebbers van
Meiwijn aan, de kruiden niet te wasschen voor het
gebruik, maar ze liever wat te laten besterven, ze
slechts kort in den wijn te laten lissen en geen
water in de bowl te doen, doch liever een glas
goede sherry, een ideetje cognac en wat suiker
er door te "mengen. Men kan, zoo men dat ver
kiest, wol den wijn in ijs zetten. De naam Wald
meister" is van jongen datum, vroeger schijnt men
het. zooals nu nog in Mecklenburg, Mösch of
Mosch genoemd te hebben, vandaar wellicht nog
het ..Möschefeest" dat men zooals Theodor
Fontane in zijne wandeltochten door Brandenburg"
vertelt, nog in Rheinsberg viert.
Reclames
40 cents per regel.
Speciale inrichting voor Schoenen naar
i maat, in gips afdruksel voor gevoelige,
pijni lijke, gebrekkige voeten, knobbels,
! etc. etc. ANTON HUF Jr.,
Kah-erstraat 200.
Veertig jaren geleden was bij geen leger het
duel meer in gebruik dan bij het Engclsche. Nu
echter is er een wet gekomen, waarbij hij die
zijn partij in een tweegevecht doodt, terechtstaat
als moordenaar, en officieren, die zich nu bij een
vraagstuk warm maken, voldoen aan de eer door
elkaar een blauw oog of oen bloedenden neus te
slaan, of dagen elkaar voor de rechtbank. Uit den
bloeitijd van bet duel loopen nog twee verhalen
van beroemde tweegevechten.
liet een is van den hoofdredacteur Bate van
de Morning Post, in wiens blad een artikel had
gestaan, beieedigond voor do eer eener vrouw, en
van een kapitoin,Stoney genaamd. Zij vochten in een
afgesloten kamer van een hotel, eerst met, pistolen,
toen met den degen. Men liep op het rumoer, dat
zij maakten, toe, opende de deur mot geweld on
vond toen den kapitein aan arm en borst, en den
heer Bate aan bet been gewond. De vechtersbazen
reikten elkaar de band en een week later was
Stoncy gehuwd mot de dame, wier eer hij verde
digd bad.
Een ander geval is dat van Dr. Young met een
huzaren-officier. Young voer met dames op de
Theems, de huzaar ook. Y. speelde op deiluiten
de huzaar vond bet zoo mooi, dat hij, toen Dr.
Young, die geen ander auditorium dan zijne dames
verlangde, ophield, dreigde hem aan te zullen
varen en over boord te werpen. De doktor, die
niet zwemmen kon, floot verder, doch toen zij ergens
aan land waren gestapt, daagde hij den officier uit
tot een tweegevecht op den degen, zonder getuigen
De zoon van Mars verscheen op de afgesproken
plaats, doch was niet weinig verbaasd toen Young
een fluit en een pistool uit do zak haalde en hom
beval te dansen, zoo bij niet overhoop geschoten
wilde worden. De officier twijfelde ... en danste.
Young floot erbij. Toen het genoeg was, zeide de
dokter: Gisteren hebt gij mij gedwongen te flui
ten, nu heb ik u gedwongen te dansen. Wilt gij
nu nog vechten, mij goed, maar dan in tegen
woordigheid van getuigen."
De huzaar begreep echter dat hij ongelijk had
gehad, en liet het er bij.
N. S A LOM O N,
Antiquair.
M UNTG EB O V W.
In- en Verkoop van Antiquiteiten.
Handel
De goederenmarkt verkeerde deze week in vaste
stemming en prijzen waren onveranderd; enkele
artikelen gingen iets vooruit en de partijen ter
! at'doainiig zooals tabak werden zeer hoog
j betaald.
Koffie. Onze markt bleef deze week kalm
i doch vast gestemd; de notecring bleef
onver1 andcrd op ,r>U>i et voor Java goed ordinair.
Suiker. Biet. Onze markt was deze weck zeer wis
selvallig, begin zeer flauw, midden weder beter
gestemd terwijl wij weder iets stiller sluiten tot
de navolgende prijzen Mei / 13%, Juni / 14, Juli
/ 14%, Oct./Üec. / 13% ii / 14 nominaal met
geringen verkoop Geraffineerd stil en lusteloos met
kleinen handel Crushed Superior f 1734, II. R.
No. l f 17%, R. S. Prima i' 1G.
'Jubal;. Aangevoerd werden deze week 4210 pn.
Java en 2428 pn. Sumatra. Bij inschrijving en uit
de hand werden verkocht 54G3 pn. Java.
Tiit ging deze week iets vooruit in prijs en wel
Banka van /Gl% op {('&%, Billiton van /Gl%
op /' G2/i. Voor Billiton op termijn is thans
? G234 te maken en wordt op / G2/4 gehouden,
voor Banka Mei en latere veilingen gevraagdtot /G3.
Specerijen. Noten vast. l-'oclic iets kalmer, de
betere soorten deze week bij inschrijving werden
iets onder taxatie verkocht. Afgedaan werden 200
kn. noot en 228 kn. Foelic. Bij inschrijving komen
op 17 dezer 504 kn. Noot en 3!»G kn. Foelie.
i Nagelen vast. Peper onveranderd.
i Granen. Tarwe bleef vast maar stil, het laatste
i als gevolg van hot bijna geheel terugtrekken van
i do markt der fabrikanten; verkocht werd 130 pond
Koningsberger il / 240, vrachtvrij en Rcdwinter,
te Rotterdam liggende' a / 227 cif Amsterdam.
Rogge in het begin der week lager, sloot zeer