Historisch Archief 1877-1940
D<E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD- VOO'R N'EDEREAN«Di
No.517
aandblad" in die beweging mee te gaan? of
niet, veeleer, de eeuwige beginselen, de kanon der
' schoonheid, te vertegenwoordigen, en vóór alles te
?waarschuwen, tegen de groote klip, waarop, hier in
Nederland, kunst en kunstzin gevaar loopen te
stranden de klip van het Exkluzivisme?
14 Mei, '87. A. TH.
VARIA.
De Commissie uit de Vereeniging Vrije
WerJckring, tot stichting van een huldeblijk voorwijten
J^wltatuli, deelt mede, dat zij wegens het verge
vorderd seizoen en het te laat inkomen der
inteekenlijsten, besloten heeft, den kunstavond uit
te stellen tot de maand October e. k.
Het Spaansch tooneel leeft niet zoo uitsluitend
alt-het Italiaansche van vertaalde Fransohe
stukken. Misschien is in dit opzicht het Italiaansche
h*t verstandigste van de twee, althans naar een
veelbewonderd stuk van den populairen Spaanschen
schrijver JoséEcchegaray te oordeelen-, dat
Bea. lidad y Delirio heet en in het Teatro Espanol te
Madrid is opgevoerd.
De intrige van Werkelijkheid en waanzin is de
volgende: Gonzalo en Angela zijn jonggehuwden.
Z\j beminnen, elkander teederlijk. Een vriend
v*n den- man, Enrico, komt dit geluk ver
stoten. Hij deelt aan de vrouw mede, dat
Gonz*k>, die, naar zij meent, op reis is, eenvoudig
een bezoek is gaan brengen aan eene vroegere
g«tiefde. Enrico biedt zelfs aan, dit de jonge
vrouw te doen zien. Zij neemt aan, zij begeeft
zich mét Enrico in een vertrek, waar zij Gonza
lo1 het huis van haar mededingster kan zien
binnentreden en, als wraakneming, valt zij in de
annen van haren verleider.
Maar terstond bijna heelt zij berouw. Zij laat
Enrico beloven, dat hij haar verlaten zal. Enrico
gehoorzaamt en deelt aan Gonzalo mede, dat hij
naar Parijs vertrekt. Ik had ook plan, er eens
Met mijne vrouw heen te gaan," zegt Gonzalo;
*ij gaan met u mede."
Onderweg bljjft de echtgenoot wat lang op het
perron van een station, terwijl de trein intusschen
mét Enrico en Angelo wegstoomt, echter met
Spaansche langzaamheid, zoodat Gonzalo zich nog
aan het laatste rijtuig kan vastklampen, Hij wacht
daar een nieuwe halt om in den wagon van An
gelo en Enrico te kunnen stijgen.
Hij kijkt dan ook voortdurend uit het portier.
Het wordt nacht. De trein gaat door een diepen
Weg, waarvan de oploopende randen met gras be
groeid zijn. Op dien grasrand ziet hij de silhouette
der rijtuigen, die van binnen hel verlicht zijn, en
in een dier rijtuigen teekenen zich twee kussende
schaduwen, Angela en Enrico, af. Woedend
opent hij het portier; hij treedt op de loopplank,
atet het plan van wagon tot wagon te ijlen om
z\jn vriend en zijne schuldige vrouw te straffen,
maar hij glijdt uit, valt op het spoor en men
meent dat hij dood is.
Hij is het niet. Men heeft hem bijgebracht.
H^j zal herstellen, zijn geest echter heeft den
vrees«lijken schok niet weerstaan; hij is krank
zinnig. Werkelijkheid en waanzin mengen zich
ifl z\jn koortsrazernij dooreen, hij weet niet meer
of hetgeen hij gezien heeft, waarheid of droom
wis. Dat legt hij aan het publiek uit in een
langen monoloog, die iederen avond uitbundige
geestdrift wekt.
De ontknooping wordt door Gonzalo's vader
aangebracht. Deze weet alles, daagt Enrico nit,
en daar Enrico zich zwakjes verdedigt, doodt hij
hem. Angelo komt zich aan haars schoonvaders
voeten werpen, en hij vergeeft haar. Gonzalo, tot
kalmte gekomen, meent dat hij de speelbal van
een aanval van ijlhoofdigheid is geweest, en de
gordijn valt bij de verzoening der echtgenooten.
Een medewerker van Figaro, Adolphe Racot,
overleed dezer dagen in een krankzinnigengesticht;
omtrent een zonderlinge overeenkomst tusschen
een zijner laatste romans en zijn leven wordt het
Volgende gemeld. De roman heette La rèche omx
l»tips en is verleden jaar uitgekomen. Hij begint
daarmede, dat een jong kunstenaar 's nachts op
d» Place du Théatre Francais de omnibus moet
verlaten, omdat hij geen geld op zak heeft. Op
hetzelfde uur en dezelfde plaats openbaarde zich
de krankzinnigheid van acot, en bij dezelfde
aanleiding. Racot stapte uit eene vigelante en
weigerde betaling.
De koetsier riep de hulp der politie in; deze
zag den toestand van den weerspannigon bourgeois
juist in en bracht hem niet naar den politiepost,
' maar naar het krankzinnigengesticht. Racot bleek
tan grootheidswaanzin te lijden; hij wilde Frank
rijk besturen, en beloofde, het Elzas-Lotharingen
en Belgiëte doen verkrijgen. Ook hierin spiegelt
zich de held van zijn laatsten roman weer, die
allerlei grootsche plannen maakt. Racot behoorde
tot de lieden, die een bijgeloovige vrees voor het
getal 13 en den Vrijdag hebben. Toevallig is hij
op Vrijdag 13 Mei gestorven.
Men neemt het in Italiëaan de Venetianen een
?Reinig kwalijk, dat het eenige origineele gipsaf
gietsel van Canova's Iheseus in een pakhuis in
eene achtergalerij van de Academia verborgen
gevonden is. Dat aan een meester als Canova. een
kind' der stad, zoo weinig zorg besteed werd,
brengt men in vergelijking met het feit, dat te
Weenen aan Canova een geheele eigen tempel
gewijd is.
Militaire Zaken.
?NAUTILUS EN DE MARINIERS.
Nautilus de veelhoofdige, die reeds menig gul
den regel over de Marine aan het Nedcrlandsclie
volk te lezen gaf, deed in een opstel Het Korps
Mariniers tot veler genoegen in het Algemeen
Handelsblad van 11 en 14 April j.l. opnieuw van
zich hooren. Zijne woorden, die meermalen de opinie
der marinespecialiteiten weergeven, vinden steeds
gretige ooren en 't zou dan ook verkeerd zijn,
geschilpunten maar dood te zwijgen, geene reke
ning te houden met het uitgesprokene. Menschen
die 't altijd bij het rechte eind hebben zijn erg
vervelend, en om die qualificatie te ontloopen,
veroorlooft waarschijnlijk Nautilus zich wel eens
een enkele maal eene minder juiste opmerking,
soms zelfs eene afwijking -van de waarheid.
De strekking van zijn opstel is, oin in aanslui
ting met de brochure Verhey, eene lans te breken
voor het bestaan der Mariniers, als telg der groote
Marinefamilie, edoch gaat die verdediging van het
eenigszins verwaarloosde kind met een paar vader
lijke oorvijgen gepaard, die o. i. vrij onrechtvaar
dig en onverdiend worden toegebracht. Laat ons
die litterarische oorvijgen, uittreksels van zijn
opstel, eerst onder elkaar zetten en wat nader
beschouwen.
lo. Verder treft men om dit te compensecren,
in den marinier niet zooveel meer bekwaamheid
aan in het gebruik van het geweer als men wel
zou wenschen en mogen rerieuchten."
2o. doch niet het minste, kan van den
marinier meer militair en meer flink schutter
gemaakt worden, vóórdat hij aan boord komt."
Goed schutter zyn, wordt dus door Nautilus, en
we zijn het daarmede geheel eens, den marinier
als hoofdeisch gesteld. Voldoet hij aan dien eisch,
dan eerst stut hij eenigszins het ?wankelende ge
bouw, dat door eeno menigte plannen van dilet
tant-architecten voor goed dreigt verknoeid te
worden, en toch op eene afdoende restauratie
geldige aanspraak mag maken.
Dat de mariniers in het schieten echter niet
uitmunten, dat ze zoowat terzelfder hoogte blijven
als de infanterie, is waarheid, en o. a. na eene
zeer minutieuse vergelijking der schietregisters van
eenige compagniën te Amsterdam in garnizoen,
duidelijk gebleken. Nemen we dit resultaat tot
uitgangspunt en letten wij er op, dat ondanks de
voortdurende mutatiën waaraan de mariniers on
derworpen zijn, en waardoor ze gemiddeld nog
geen half jaar bij hunne compagnie verblijven,
ofschoon de mariniers, dikwijls jaren lang aan
boord verstoken zijn van deugdelijk schietonclerwijs
en zoo eens te hooi en te gras een paar keer in
't jaar op 100 pas een pakje patronen gaan
verschieten, ofschoon ze gedwongen worden te
schieten volgens een reglement, voor de Land
macht vervaardigd, waarin met een grooten kwast
de ^meters maar in passen zijn veranderd, let
ten wij er op, dat ondanks al die ongunstige
omstandigheden do geoefendheid der Mariniers
gelijken tred houdt met die der Infanterie, dan
kan zulks dunkt ons wel als bewijs gelden, dat
de stof vrij goed is en er in de kazernen zeer
veel gedaan wordt, om van don marinier een
flink schutter te maken. Q. E. D.
Neen waarde Nautilus', daar wringt do schoen
niet. Het onderwijs in het schieten, vooral tegen
woordig, kan binnen den werkkring der instruc
teurs niet veel verLeterd worden, en om U de
onschuld van Emilia duidelijker te bewijzen, zal j
ik enkele cijfers noemen. Van de 208 recruten
door de depótcompagnie afgeleverd tusschen Mei j
1.886 en Maart 87, waren 73 schutters in do 2de |
klasse, en hadden dus aan de ovorgangs voorwaarden j
van minstens 10 oefeningen voldaan, terwijl zelfs j
2 de eerste klasse bereikten. Slechts !) van de ;
overigen, konden het niet verder brengen dan tot j
'200 pas. Zoo bestond b. v. de laatste aflevering,
ten getale van 24, uit 15 schutters der tweede
klasse, en was do minste der broederen toch nog
tot 300 pas gevorderd.
Onder de 108 mariniers die op 21 Maart j. 1.
volgens toerbeurt uit do kazernen naar boord }
werden gezonden, bevonden zich 45 schutters der j
2de, 10 der 1ste klasse on 4 scherpschutters. j
Zoo heel leelijk zijn die lijstjes niet, Nautilus, ,'
vooral wanneer go bij do oudere manschappen do
korte presentictijd, die soms nog door eenige
maanden embarkement, door hospitaal verblijf, ;
gedwongen employemcntcn en verloven wordt on
derbroken, in aanmerking wilt nemen. )
Neen. Nautilus, het betrekkelijk gering aantal \
puike schutters dat vooral onder onze oude ma- j
riniers zoo schaars is, moot ge niet toeschrijven l
aan gebrek aan tact of activiteit bij de instruc- ]
tie, aan de minder goode vorming van den mari
nier vóór hij naar boord gaat, neen het zijn an
dere oorzaken, en die u wel bekend moeten zijn;
luister maar: i
lo. De reeds bovengenoemde aanhoudende mu
tatiën, waardoor do compagnie in een halt' jaar
bijna geheel van volk verwisselt, en eene syste
matische opleiding zeer wordt beiuoeiolijkt.
2o. De drukke wachtdiensten, die den man om
de 2 of H dagen gedurende volle 24 uren aan de i
oefeningen onttrekkeu. Zou het, dunkt u, de moeite l
niet loonen, om eens bij het leger een kijkje te j
nemen, ter oplossing van het vraagstuk, hoe do i
Kijks-eigendom het best beveiligd wordt met op
offering van het minste volk'? Ligt het niet voor
de hand. dat eene muur of een traliewerk, in
verband met do bestaande diepe grachten, toch
op een. duur eene goedkoopere afsluiting zoude
vormen, dan eene levende heg van schildwachten,
die o. a. te Nieuwe Diep om 's Kijks wort' tot
12 posten is opgevoerd V
3o. Het voor de marine onbruikbaar
schietrcglemcnt, waarmede slechts zoetwatcrschuttcrs
kunnen gevormd worden; dat natuurlijk geene
enkele oefening uit sloep of mars bevat; dat wel
van rijdende doch niet van drijvende schijven
molding maakt; dat gebaseerd is op OCH gevo
gelde opleiding gepurcnde 10 achtereenvolgende
maanden op goede banen; dat
overgangsvoorwaarden stelt, berustende op de ballistische eigen
schappen van het iufantcriegcwcer met nieuw
vizier en patroon No. 2.
4o. De slechte toestand waarin de
mariniersgeweren verkeeren door een vijftienjarig onafge
broken gebruik in regen en mist, te land en ter
zee, op expeditie en brandwacht, waardoor
juistheidsschoten op kleine doelen en betrekkelijk
groote afstanden, 200 on 250 passen, bijna den
naam van toevalstreffers verdienen. Heeft een
infanterie-milicieii, en we hebben bijna niet anders,
gedurende 12 a 15 maanden zijn geweer gebruikt,
dan verdwijnt bot naar do wapenkamers en komt
eerst (de herhalingsoefeningen buiten rekening
latende) na bijna vier jaren weer te voorschijn;
gaat een schip uit dienst, dan verhuizen de
scheepsgcweren naar de magazijnen; alleen 't mari
niersgeweer is steeds in handen! Is hot wol
goed gezien, niet te voel gevergd, de schoonste
uitkomsten te willen verwachten van de slechtste
wapens'?
5o. De weinige ernst, waarmede soms aan boord
de eerste exercitieën worden geleid, en. daaraan
ligt vastgeknoopt het verwaarloozen, door allerlei
omstandigheden eenigszins aan het scheepsleven
eigen, van de reeds verkregen geoefendheid der
geëmbarkeerde schutters. Ge weet het, Nautilus,
ook het schieten moet met zorg onderhouden
worden; of zoiult ge soms denken dat Küster,
Van Mens, Tielkemeijer en meer anderen onzer
schutters van naam, na eene twee- of driejarige
roestige rust, nog zeker zouden zijn van hunne
4 witjes?
Bij het eindigen van uw opstel, geeft ge ten
slotte een universeel middel aan de hand, om
alle voor de mariniers benoodigde
krijgsmansdcugden in lichte laaie vlam te zetten:
Nu komt het ons voor, dat zoowel de mili
taire opleiding, als de handhaving eencr strenge
krijgstucht gebaat zouden zijn, als het gedeelte
mariniers aan den wal geconcentreerd was, b.v.
te Niéuwe-Diep."
't Is helaas de eerste maal niet, dat mannon
die 't beter konden weten, die volksverhuizing
in het belang van Korps en Marine aanprij
zen. Zoo oppervlakkig beschouwd, zou het erg
aardig zijn, zoo do geheele familie knusjes bij
elkaar te hebben in en om de werf van
Willemsoord, zoo alle officieren (van de /joo/cfofficieren
zou waarschijnlijk spoedig niet veel overblijven)
vereenigd onder directe hoede van den directeur
en commandant, en alle mariniers ter beschikking.
Welk eene weelde aan werfcorveeërs. montrijders,
ordonnansen en oppassers van buitenheerefi; want
uw wensch. Nautilus, waarvoor u het geheele korps
dankbaar is,
voor oppassers bij anderen dan bij hun eigen
officieren aan, den wal en voor bedienden der
officieren aan boord, moeten zij niet gebruikt
worden"
blijft, wij zijn er zeker van, een pium votum, zoo
lang de mariniers tot de zeemacht behooren, zoo
lang scheeps- en inwendige dienst, staten en rap
porten de werkkracht der scheepscommandanten
verlammen, zoolang een versneden pen meer telt
dan een vlugge degen en do papierrommel zwaar
der weegt clan de geheele batterij.
En wat zoude die maatregel eene aantrekkings
kracht hebbon op de zich verdringende vrijwilli
gers; veiligheidsmaatregelen, om ongelukken bij
het gedrang aan de kazernepoort te Nieuwedicp
te voorkomen, werden zeker noodzakelijk! Welk
een heerlijk vooruitzicht voor don man, zijne loop
baan in dio gezellige plaats te mogen beginnen
en eindigen! Wij zijn overtuigd dat de kamera
den van het 7de regiment te Amsterdam en de
grenadiers in het Haagje, en corps overplaatsing
vroegen!
Doch laat ons ernstig blijven, en de beter wor
dende opleiding eens bekijken. Vooreerst welk
eene verscheidenheid in goede, bruikbare oefe
ningsterreinen biedt het Nieuwediep niet aan!
Een paar mooie, rechte, boomlooze polderwegen,
gladde doorsneden weilanden omsluitende en een
onafzienbare rij naakte duinen, op ruim een uur
afstand van de kazerne gelegen Welk eene variatie
in vclddienst en tirailleur-oefeningen wordt daar
uit geboren! Verder op 's Rijkswerf een
exercitieveld, dat door de GOO zeemiliciens en andere
scheepsequipages grootcndeels in beslag wordt ge
nomen en nu reeds eene veel te beperkte ruimte
voor de gekazerneerde mariniers overlaat; doch
hoe meer zielen, hoe meer vreugd, en als er dus nog
een 500 man bijkomen, kan het allergezclligst
worden. Bovendien schietbanen die, of op 11A uur
afstand liggen en dus voor iedere oefening ook
weer oen alleraangenaamste!!, hoogst leorrijken
marsen van 3 uren vorderen, of slechts tot op
200 pas bruikbaar zijn en waar nu reeds het
bataljon moeite heeft, zijne toerbeurt te behou
den. Eindelijk een aantal hoognooch'ge
exerceerloodsen, voor recruton-dril en detail-exercitie, dio
nog altijd door hare absentie schitteren.
Och neen, Nautilus, laat de mariniers in vredes
naam waar ze zijn, en zoo ge absoluut verande
ring wilt, keer dan liever de kaart om, vermeer
der de sterkte te Amsterdam en laat de infanterie
te Niéuwe-Diep een handje meehelpen tot bewa
king van 's Rijks werf. Waarlijk die indeeling is
tot het verzekeren eencr geregelde aanvulling
noodzakelijk, en tevens aanbevelenswaardig om
een goeden opgewekten geest in den troep te
houden.
Wat verder nog de militaire opleiding betreft
zoo gelooven wij dat doze met de tegenwoordige
dislocatie beter gebaat is, dan met eene concen
tratie waar dan ook.
De marinier heeft in de allereerste plaats be
hoefte aavi detail-oefeningen. Door de versnip
pering in kleine detachementen wordt hetnoodig
aan het individu moer zorg te wijden, dan bij
cenig ander korps: de aideelingen veranderen te
veel, dan dat grootsche oefeningen veel tijd mogen
vorderen ; 't is een va et vient van mannen, die
of door de depots als afgeexerccerd recruut wor
den afgeleverd, 6f van boord komen en daar ge
durende maanden en jaren aan tirailleeren,
velddienst, schieten en pionieren weinig of niets ge
daan hebben. Dotailoefeningeu moeten dus steeds
do hoofdschotel blijven, en daarvoor is concentra
tie nadeelig. Het aantal bruikbare terreinen der
3 garnizoensplaatseu is natuurlijk veel grooter,
en de gelegenheid tot oefenen dus beter dan te
Niéuwe-Diep alleen.
Vreezende dat oordeelvellingen en raadgevin
gen als boven aangehaald, door een schrijver als
Nautilus verkondigd, gehoor zouden vinden, heb
ben wij het noodig geacht hare schaduwzijde te
verlichten, K. M.
Schaakspel.
No. 73.
Van PHILIP KLETT te Stuttgart. (Ausgew.
Schachproblemen )
ZWAKT.
g
a b c d o f
WIT.
Wit speelt voor en geeft in vijf zetten mat.
(Wit 7 en Zwart 5 stukken met K. o7.)
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist is opgelost door W. v. H. to Delft no. 71
met 71 bis en ter volledig; door Jozephine te
Amsterdam no. 71 en door Flenügafcd to Kaats
heuvel no. 71 en 71 bis. C. C. W. M. 71 met
bis en ter, II. J. d. II. even als voren; E. B. C.
71 mot bis on tor, allen to Amsterdam. (In 72
bis moet op c8 do witte koning staan zooals ook
in ons exemplaar gedrukt is). Maar de witte
paarden behooren to staan op b7 en d<>, de
Raadsheeren op a3. Overigens is zwart goed, doch
bij wit moet Pd. h7 en dG zooals boven aangeduid
is, gesteld worden.
Juist on volledig opgelost door C. T. v. II. to
Amsterdam no. 71 met bis en ter, alsmede no. 72
met bis (zie boven de drukfouten) en eindspel
Horwitz en hot raadsel van Philipp Klett.
No. 73 bis. 2zettig probleem van Philip Klett.
Wit K. d3, I), cl, Pd. c8, P. b4 en dG, 5). Zwart
K. <15, P. b5, bG, d7 en eli (5 met K. d.">.
No. 73 ter 3zct van N. W. Lord, 1111. L. News.
Wit K. fti, D. b8, T. al, Pd. e3, R. h2, P. b3,
bG, c2 en d3, 9) Zwart IC. c3, P. b4 en e4, il
mot K. c3.
No. 73 quater. 3zet van David Fawcett te
Stockton oj Tces.
Wit K. g2, T. efi on. gtS. R. co, P. h3 en hG
*) G). Zwart K. f4, P. hl, h5 en f5. (4 metlC. f4.
*) De witte pion hu is noodig om
nevonoplossing to voorkomen, wegens l g6 hG, 14 g5 ;
2 g2 f3, f5 f4. 3 eG gG f mat.
Wit spoelt voor in bovenstaande problemen.
No. 5. Schaakscherts van II. F. Moyer. Londen.
Wit K. h4, Pd. dl, R. e."., P. d3, d7 en f4 (G.
Zwart K. (15, P. a7, 1>2, dG, f2 en hii )G met
K. df>. Wit begint en geeft in vier zotten mat.
OPLOSSING VAN SCIIAAKPROBLEEM No. 71
van Samuol Loyd.
l cl - f4! K. a5 1); 2 c3 b3, bG b">; 3 f4
1) l Als b., K. a3; 2) 2 ('4 1)3, onvcrsch.; 3 f4 cl
2) ' " ..,..._- -.-.o
3) 1
j mat.
f mat.
hij br>; 3) 2 c4 1)3 f.K. a5 ot'a3; 3 f4 t'7 of cl mat.
mat.
t mat.
^arei jYOnaeiiK 10 rarijs.
12! g l --f3 of h.'!; 7) 2 cl o2, onver*ch.; 3 I), of I'd zet mat.
iven,Sgl c2: 8) 2 cl X c2, id, 3 1). of Pd. zet mat.
K a4; 2 1)4 b5, id. 3 d2 b-l f mat.
au a5; 2 f4 cl, bG 1)5; 3 c4 bi)
De verleiding l cl d2 faalt door l bG I>5, 3 geen mat.
No. 71 bis van dezelfde.
l fg h3! (14 (15; 4) 2 h3 f4 f, IC. onvcrsch.; 3 1)2 1)4 of bG f mat
4)1 Als bov., d4 e5; 5) 2 h3 14, K. onversch.; 3 b2 b4 of b7 f
5)1 d4 e4; G) 2 h.'S f'4, IC. onversch.; 3 b2 b-i f mat.
0)1 d4?(13ofc4;2 f3 h4, K. d4 of cl; 3 b2 b4 t mat.
No. 71 ter van Karel Kondelik to Parijs.
l h2 d2!
7) Als boven,
8)
De verleiding l e3 d5 faalt door l gl e2! waarna geen iaat mogelijk is.
S c h aak nieuw s. De korrespomlentie-partij gespeeld door de Amsterdamecho schaakclub mot de
verecniging Zuckcrtort" to Amstelveen is ton gunste van de eerstgenoemde afgcloopen. Een 2de
is weer begonnen.
wilskracht, alleen eenige zaakkennis en handig
heid noodig, om allo vermogens van zijne sujet
ten tot ontwikkeling te brongen, maar hunne
medewerking kan onder zekere omstandigheden
geheel gemist worden. De bekende middelen zijn
voldoende om zich, dcsverkiezeudo, zelf te
hyponotiseercn.
Do voornaamste proeven, welke hypnotische per
sonen afleggen, zijn zoo ver verwijderd van
bovennatuurlijke verschijnselen, dat zij integen
deel ons het menschelijk verstand toonen, zooals
Allerlei.
HET HYPNOTISEEREN.
liet hypnotisecren wordt door Carus Sterne in
do Tügliche Rundscluiu uitvoerig besproken. Hij
betoogt, dat hypnotisceren geen bijzondere
begaafdheden der ziel tot openbaring brengt, die niet
vooraf reeds in den persoon aanwezig waren. De
magnetiseur heeft noch bijzondere zenuw- of