De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 29 mei pagina 2

29 mei 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.518. fcV *."*-,?*? kiesrecht kunnen blijven, totdat eene her.vórming van het belastingstelsel nauwkeuri ger gegevens oplevert, om het meer welvarende deel der werklieden te onderscheiden van dat deel van hen, hetwelk tot het proleta riaat nadert." Deze beschouwing over de toe komst bewijst twee dingen: l o. dat de vijf heeren, Daartoe n b. Mrs. Van Houten en Goeman Itorgesius beh-ooren, nog altijd meenen, de " gaarden achter de wagen te kunnen spannen, i eene goede belastinghervorming te kunnen 1 krijgen vóór een demokratisch kiesrecht ver"kregen is, en 2o. dat zij, die zoolang door ijverige beoefening van het kaatsbalspelletje tusschen kiesrechthervormers en belasting hervormers hun leven als kamerleden gerekt hebben, er geen gevaar in zien, kiesrecht en belastingen »voorloopig" aan elkaar te blij ven koppelen! «Daarentegen zal de aanneming van het voorstel der Regeering, door zijne onregel matige werking en ongerechtvaardigde uit sluitingen, er slechts toe kunnen leiden, de agitatie op dit gebied te verlevendigen en dadelijk eene nieuwe kieswet te doen eigchen." De heeren meenen dus in allen ernst, dat na aanneming van hun amende ment aan de agitatie een einde behoort te tomen, niet dadelijk een nieuwe kieswet geëischt behoort te worden! Die toelichting doet de maat overloopen. Het amendement zelf, de heer Heineken toonde het onwederlegbaar aan, bestendigt evenzeer als het voorstel der Rsgeering het heillooze verband tusschsn kiesrecht en be lastingen; neemt evenmin als het voorstel der Regeering den arbeidersstand onder de kïesbevoegden op; staat buitendien bloot aan de van anti-revolutionnaire zijde reeds uitgesproken verdenking van anti-clericale nevenbedoelingen. En ditzelfde amendement wordt zóó toegelicht, dat men duidelijk voelt, hoe de heeren hun uil als een valkje be schouwen ! Allen eerbied voor praktische, opportunis tische lieden! Maar het ging niet aan, om naar den raad des heeren Voute voor nog minder dan beentjes en wat brood dankbaar te zijn, te kwispelstaarten, in 't rond te loopen en op mr. Gleichman's schoot te sprin gen. Of men als lid der Tweede Kamer ook van twee kwaden het minste zou kiezen of men daar, na alles wat er nu eenmaal gebeurd is, door den nood gedrongen, zou meedoen aan het loven en bieden, - niet dat was de vraag. Wie, buiten de Tweede Kamer staande, ongeroepen zijn oordeel wil uitspreken, maakt zich niet warm over het verschil tusschen 350000 en 385000 kiezers derzelfde klassen; weegt Regeeringsvoorstel en amendement tegen elkaar af als oud lood en oud ijzer ; neemt met bevreemding kennis van de uitingen der liberale Kamerpolitiek, en voelt zich gedrongen, met mr. Kerdijk daarover zijn leedwezen en afkeuring uit te spreken. , Waarom begrijpen de kiesrechthervormers van het slag van mr. Levy niets daarvan ? Omdat zij de eerste beginselen der demokratische staatkunde nog hebben te leeren. Die heeren hebben boeken en dagbladkolommen volgeschreven met zeer akademische verhan delingen over kiesrecht en kiesrechtuitbreiding. En zij begrijpen volstrekt nog niet, waarom afteekende tegen het donkergroen der pijnboomen. VI. Op dit oogenblik stiet de hond een verwoed geblaf uit en klonk het fluitje van den hcrdersknaap scheller; er werd geritsel in de bladeren, een geluid van haastige voetstappen vernomen en de jongen verscheen met ont steld gelaat. »De gendarmes!" riep hij. Met een sprong wierp Tito zich op zijn ge weer. Hij sloeg een blik om zich heen. Vluch.ten was onmogelijk; aan ?\veerszijden vanden ' weg werd hij klaarblijkelijk omsingeld. Hij moest zich verdedigen eu wanhopig ook ja! tot_ het uiterste. Den vorigen avond nog had hij zijn leven licht geteld, maar nu op het oogenblik van het vertrek... der bevrij ding ! Kom, het was misschien de laatste hinderpaal, de laatste beproeving van het lot, die hij nog moest te boven komen. Een kogel suisde hem langs de ooren, daarna nog een en nog een: terzelfdertijd sprong Barbona, die bij zulke gevechten altijd Haantje-de-voorste was, met zijn pistool n de hand uit het kreupelhout. »Geef u over!" riep hij den bandiet toe. Met een schot uit zijn revolver deed Tito hem levenloos aan zijn voeten vallen. »Die rekening is ten minste vereffend..." mompelde hij. Maar ditmaal waren de gendarmen talrijk. Men had alle brigades uit den omtrek op de been gebracht en het goed onderhouden ge weervuur knetterde aan alle kanten tegelijk. De bandiet, in den schouder en in de dij gewond, voelde zijn krachten hem begeven. Hij leunde met den rug tegen een boom en dicht bij hem stond de herdersjongen, opgewonden door het gevecht, de gendarmes met steeneii te werpen. »Ga heen!" riep Tito hem toe. :>Ga toch heen!" Bedwelmd door rumoer en kruitdamp en trotsch op zijn aandeel in deze vechtpartij, hoorde de jongen niets. Hij beleedigde de gendarmes, slingerde hun zijn geheelen voor op deze laatste door de massa's wordt aan gedrongen. Hoe zijn zij dan tot hun schrijverij gekomen ? Op een goeden dag zijn ze in hun rustig studeervertrek opgeschrikt door de daarbui ten luid weerklinkende eischen der demokratie. Als echte mannen van wetenschap wilden zij zich rekenschap geven van het hoe en waarom dier kreten. Eene zoo krachtige, zoo algemeene beweging moest een redelijken grond hebben, moest meer wezen dan eene mode van den dag. En toen zijn ze naar het goed recht dier beweging gaan onder zoeken, zijn ze den rechtsgrond der kies rechtuitbreiding gaan »construëeren/' De een deed dit zus, de ander zoo. De heer Levy onder anderen kwam tot de hem althans be vredigende, immers heel aardig klinkende slotsom: kiesrecht komt -toe aan eiken rechtsbekwame. En hij ging met prijzenswaardigen ijver naar zijn rechtsbekwamen zoeken. Hij, evenmin als de anderen, begrijpt, dat en waarom het modern staatkundig leven om al die grauwe theorieën Jacht, voor alle te zamen geen oortje geeft. Hij en de an deren meenden met abstracte begrippen te doen te hebben. Zij kijken u verbaasd en verontwaardigd aan, als ge hun wilt doen opmerken, dat onze Maatschappij krank is, omdat andere en dringender belangen dan die der bezittende en heerschende klassen niet naar behooren behartigd zijn, dat daarom en daarom alleen de lagere klassen vertegenwoordiging eischen, dat alle recht en dus ook het kiesrecht der toekomst te beoordeelen is enkel en alleen naar zijne praktische utiliteit, dat daarom in onze dafen het kiesrecht meer en meer in demoratischen geest moet worden uitgebreid. Durfde de heer Levy niet in Januari 1.1. in eene vergadering van Burgerpligt verze keren, dat er geen klassen of standen meer bestaan? heeft hij niet onlangs in eene ver gadering van de Amsterdamsche afdeeling der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, beweerd, dat het Sociaal Weekblad meer nut zou stichten, als het »in zuiver economische richting1' wilde werken en zich minder met »dc sociale quaestie" wilde bemoeien. Die twee uitlatingen speak volumes omtrent de waarde van Mr. Levy's politieke adviezen. Als lie den, die in gemoedelijke overtuiging zulke enormiteiten vertellen aan het hoofd eener re/onH-beweging te staan komen is het dan wonder, dat het geknutsel der Heemskerken en der Kamer-liberalen hun machtig belang rijk toeschijnt? Dat zij er hoogst ernstig over redeneeren, of men de Spics^b/irye.rklussc, die nooit om het kiesrecht gevraagd heeft, die meer ezels en wezels herbergt dan eenige andere klasse onzer Maatschappij, geheel dan wel slechts ten deeie tot het kiesrecht zal roepen ? Dat zij een groot stuk meenen te verrichten, door met de hoeren Van der Feltz c. s. aan Mr. Heemskerk toe te roe pen: laat toch geen enkelen epicier van het kiesrecht verstoken blijven ? Van het geknutsel dezer kiesrechthervor mers, die in hun hart niets voelen voor de zaak der demokratie, kunnen wij gerust met Faust oordeelen: Wenn ihr's nicht fiihlt, ihr werdet's uielit crjagcn, Wenn es nicht aus der Sccle dringt, Und mit nrkriiftiq'ein Bi-hagen raad van Corsikaansche scheldnamen naar het hoofd, hitste den hond op hen aan en juichte, wanneer er een van hen door de revolver van den bandiet werd getroffen. Ter wijl hij zich geheel onbewust van het gevaar zoo weerde, trof hem een kogel even onder het hart. »Ahimt.'" riep hij in Corsikaansch dialect. »Ik geloof dat ik mijn bekomst heb " Zoo eindigde het leven van den herders knaap. Langzamerhand had de kring zich vernauwd; in de takken kon men de omtrekken der gendarmes reeds onderscheiden. Tito zag hen naderen, met een innige verachting voor den dood, dien hij als een bevrijding verwel komde, terwijl hij zonder gramschap keek naar _de bedriegelijke zee, den met sterren bezaaiden hemel, alles wat hem een oogen blik te voren de vrijheid had voorgespiegeld. Vijf schoten van zijn revolver had hij reeds gelost en de eersten die zich verstout hadden hem te naderen, in het zand doen bijten; liet allereerst Barbona, wiens ontzield lichaam hij met het gelaat voorover op den grond zag uitgestrekt, en daarna twee anderen, die doodclijk gewond, verschrikkelijk kermden. Hij had nog slechts n kogel over, maar die moest en zou raak zijn! Hij bewaarde hem om den dood van den knaap te wreken, Hij was bestemd voor den eersten, die zich buiten de struiken vertoonen zou .... Het was de oude Negroni die er uitkwam! Toen liet dc^ bandiet met een tecken van onderwerping- ziju opgeheven wapen zakken en zeide, terwijl hij de armen over de borst kruiste: «Goed... Ik geef mij over!.. ." Juist op ditzelfde oogenblik, in deze beslis sende minuut, die hun beider leven vernie tigde, zorgde Madeleinc bij haren terugkeer in huis voor liet avondeten en regelde met haren neef Sanvito de laatste toebereidselen voor hun vertrek! (Slot i-oJgt). Die Herzen aller Hörer zwingt. Sitzt ihr uur immer! Leimt zusammen, Braut ein Ragout voii andrer Schmaus. Und blas't die kümmerlichen Flammen, Aus eurem Aschenhaüfchen 'raus! Bewund'rung von Kindern und Affen, Wenn euch darnach der Gaumen steht; * Doch werdet ihr nie Herz zu Herzen schaffen, Wenn es euch nicht von Herzen geht.'' Dit is ook het oordeel der vergadering van Burgerpligt geweest. De uitslag der stemmingen bewijst, dat de meerderheid der aanwezige leden den afkeer van schipperen en modderen, waaraan mr. Calisch zoo flink uiting gaf, van ganscher harte deelde. Zelfs het verzoenende optreden van mr. Willeumier kon slechts enkelen uit die meerderheid voor n oogenblik van de wijs brengen. Na de verwerping der door het Bestuur voorgestelde motie van adhaesie had een deel der leden de zaal verlaten. Toch was de meerderheid, waarmede toen mr. Kerdijk's motie van afkeuring werd aangenomen, nog talrijker dan die, waarmede de motie van adhaesie was verworpen. Dat zegt genoeg! De vergadering van Burgerpligt heeft een uitslag gehad, lijnrecht tegenovergesteld aan den door het Bestuur beoogden en verwach ten. Het bestuur heeft eeiie onaangename deceptie ondervonden. Maar het heeft door het samenroepen der vergadering eens ieders oprechten dank verdiend. Vooral den dank der progressisten. Zij zijn in staat gesteld, en hebben van de gelegenheid gebruik ge maakt, om klaren wijn te schenken. De groote staatkundige meetings zijn nog niet in onze zeden opgenomen. Duizenden bij duizenden van stemmen, honderden zelfs worden bij ons op vergaderingen nog niet uitgebracht. Ditmaal hebben 35 leden 32 anderen overstemd en nogmaals 39 het van 10 gewonnen. Dat zijn geen overwinningen waar het land van davert. Eu toch hebben die beslissingen groote moreele beteekenis. Zij bewijzen, dat, niettegenstaande den druk kenden dampkring van ons politiek leven, die alle geestkracht dreigt te dooden, die meer en meer de verstandelijk hoogst ont wikkelden tot een rustig, hopeloos, zelf zuchtig scepticisme dreigt te doen verval len, toch een deel van onze burgerij zich van hare sluimerende kracht bewust be gint te worden. Dat is het eerste noodige. Eenmaal wakker geworden zal die kracht zich meer en meer doen gelden ! De onwcersatrnospheer, waarin we adem halen, is benauwd en ondragelijk geworden. Gaarne luistert men naar elk geluid, dat, hoe zwak dan ook, zich aan den horizont doet vernemen. Reeds het vooruitzicht dat de bui toch te eeniger tijd schijnt neer te zullen komen, geeft verademing. H. J. B. Van over de Grenzen. Frankrijk heeft nog steeds geen nieuw mi- i nisterie. Politici van allerlei richting zijn op \ het Elysée ontboden, om den president der Republiek van advies te dienen. De heeren De Freycinet, Rouvier, Floquct en Duclerc zijn achtereenvolgens aan liet werk geweest, om de elementen van een nieuw Kabinet te j verzamelen; liet schijnt zelfs, dat op n dag drie verschillende kabinetformeerders, onaf hankelijk van elkander, aan het polsen en : uitnoodigen zijn geweest. De republikeinsehe partijen zijn sterker verdeeld dan ooit, en dit ' verschijnsel is des te bedroevender, omdat ieder moet erkennen dat, indien aan het votum der Kamer, dat het Kabinet Goblet omver wierp, eenige beteekenis kun worden gehecht, liet nieuwe Kabinet alle hooge politiek zal moeten terzijde stellen, en zich allereerst met do zoo dringend noodige bezuinigingen zal moeten bezighouden. De gelegenheid zou zoo gunstig mogelijk wezen voor een wapenstil stand tusschen de republikeinsehe fractiën, maar wel verre van zulk eene vrede lievende oplossing in de hand te werken, stelt elk der betrokken partijen depersonenquaestic , op den voorgrond, en geeft daardoor de rech terzijde, met haar lu'4 leden, eene welkome aanleiding om den spot te drijven met de onmacht van liberalen en radicalen en zich bitter te beklagen over bet telkens terugkee rend fjftchix parlementair?. Eene voorspelling omtrent den afloop der crisis is op dit oogenblik nog juist even gewaagd als acht dagen gele- i den. Slechts dit kan men veilig aannemen, ; dat het nieuwe kabinet niet veel krachtiger \ zal wezen dan het voorgaande en dat deern- i stige waarschuwingen der laatste maanden Frankrijk geen stap verder hebben gebracht i aan de verwezenlijking van het ideaal eener j samenwerking tusschen de verschillende groe- i pen der republikeinsehe partij. * ' * Tn Engeland is het Parlement voor een paar ; weken uiteengegaan. Wat er in de laatste maanden is tot stand gebracht, heeft bijzon der weinig te beteekenen. Eene even lang durige als onvruchtbare discussie over de troon rede is gevolgd door een herziening van het : reglement van orde, die de rechten der meer derheid tegenover die der minderheid hand- ' haafde. Dit onmisbaar wapen in de hand van den voorzitter, dat de opzettelijke vertraging der parlementaire werkzaamheden wel niet onmogelijk, maar althans minder gevaarlijk maakt, is natuurlijk in de oogen der opposi tie het middel, pin aan willekeur en tyrannie j eene gemakkelijke overwinning te bezorgen, j Men ziet hierin niet alleen eene partijdige overdrijving, eene pour Ie besoin de la cimse geuite beschuldiging: het Engelsche parle ment, welks rechten en privilegiën voor een goed deel berusten op traditiën uit lang ver vlogen tijden, moet nog leeren zich te schik ken naar de in alle andere vertegenwoordi gingen als klemmend en bindend aangeno men regelen. Uiterst spaarzaam heeft dan ook de Voor zitter van het Lagerhuis gebruik gemaakt van het middel der do uure (sluiting der de batten) om bij de behandeling der lersche strafwet den vloed der meerendeels reeds bij voorbaat veroordeelde, amendementen binnen eenigszins redelijke perken te houden. Het peil der discussie verhief zich slechts uiterst zelden boven het middelmatige; de Poll Mail Gaxette schrijft liet daaraan toe dat zich bij den heer Gladstone de gebreken van den ouden dag steeds duidelijker beginnen te openbaren, en dat de heer Parnell door voort durende ongesteldheid mogelijk ook wel door andere redenen verhinderd wordt, de zittingen van het Parlement bij te wonen. De liberale unionisten blijven de regeering steunen. In n enkel opzicht echter hebben zij aan Lord Salisbury hunne medewerking ontzegd. Zij zullen zich verzetten tegen de bepaling, welke de behandeling van sommige processen wegens in Ierland gepleegde mis drijven naar eene Engelsche rechtbank ver wijst. Ongetwijfeld zal dus de regeering ge noodzaakt zijn deze bepaling van de dwangwet, die voor de Ieren bijzonder hatelijk en vernederend is, uit het ontwerp te schrappen. * * Het Engelsche Kabinet heeft, gelijk men bij het optreden van Lord Salisbury mocht verwachten, meer succes met zijne buitenlandsche dan met zijne binnenlandsche staatkunde. Na langdurige onderhandelingen is eindelijk met de Porte eene conventie betreffende Egypte gesloten, waarin onder anderen wordt bepaald, dat de Engelsche troepen binnen den tijd van drie jaren liet Nijldal zullen ontrui men. Te Coiistantinopel is men zeer verheugd over dit »succès«, te Londen misschien nog meer. De formeele belofte eener ontruiming staat natuurlijk gelijk met de verzekering, dat aan annexatie of protectoraat niet meer wordt gedacht, Maar de conventie heeft meer artikelen dan dit ne: in drie jaren tijds kan veel verkeeren, en Engeland heeft zich ten opzichte van Egypte zeer gewichtige rechten voorbehouden. Het zou zeer wel kunnen blijken, dat de Porte zich wat al te vroeg had verheugd, terwijl niemand kan ontkennen, dat de Engelsche diplomatie reeds dadelijk de vruchten van haar wijze toe gevendheid zal kunnen plukken. JN'u het Egyptische struikelblok, althans tijdelijk, uit den weg is geruimd, heeft Rusland het krach tigste wapen verloren om Engeland's invloed aan den Bosporus te bestrijden. Dat deze voorstelling niet overdreven is, kan men zien uit de verzending der Turksche nota over de Bulgaarsche aangelegen heden, die in de afgeloopen week aan de ver schillende groote mogendheden is verzonden. De Russische gezant de Nelidotf heeft hemel en aarde bewogen, om de verzending van dit document te beletten, maar hij heeft bij den Sultan aan eens dooven mans deur aange klopt. De Bulgaren zullen aan dezen om mekeer nieuwen moed ontleenen ; het is te hopen, dat die stemming niet in overmoed zal ontaarden, en dut het regentschap zich in acht zal nemen, om eene goede zaak niet door het toegeven aan een even verklaarbaren als gewettigdcu, maar in de gegeven om standigheden gevaarlijken drang, geheel te bederven. * * * De werkstaking in Belgiëschijnt, voor zoo ver men uit de dikwijls tegenstrijdige geruch ten kan opmaken, in omvang en beteekenis eer toe dun af te nemen. Het kan niet wor den ontkend, dat bet meer ontwikkelde deel der arbeidersbevolking in dit geval bet bui tengewone en altijd gevaarlijke middel met een politieke bedoeling beeft toegepast. Dat de Kamer de verhooging der invoerrechten op vee heeft aangenomen, was niet meer dan eene aanleiding, men zou bijna kunnen zeg gen, niet meer dan een voorwendsel. Wat men verlangt, is amnestie voor de veroordeel den wegens den opstand van het vorig jaar en invoering van het algemeen stemrecht. Doch deze beweging zal ongetwijfeld op den achtergrond worden gedrongen door de anar chistische elementen, die geen gelegenheid laten voorbijgaan om tot roof en plundering aan te zetten, indien zij niet van elders een mach tigen steun ontvangt, die de partij der orde kan doen zegevieren. Op den eersten Pinksterdag zal te Brussel een congres worden gehouden van liberale progressisten uit alle deelen des lands. Mag men de verrassende vorderingen, die de zaak van bet algemeen stemrecht in de laatste we ken in de Belgische hoofdstad heeft gemaakt, als maatstaf aannemen, dan is het te voor zien, dat van deze vergadering oen krachtige beweging zal uitgaan tot afschaffing van art. 47 der grondwet, dat liet kiesrecht aan een be trekkelijk hoogcn cen»sus vastknoopt. Gesclliedt dit inderdaad, dan bestaat er eenige kans dat de meerderheid der werklieden, inziende dat de behartiging hunner zaak aan goede handen is toevertrouwd, zullen afzien van de toepas sing van een middel, dat zich zoo lich'ttegen henzelven zal koeren, en dat de woelige en minder nauwgezette minderheid door eigen onmacht tot zwijgen zal worden gebracht. Tevens zou daardoor tusschen het meer ge avanceerde deel der liberale parlij en de arbeidersbevolking eene toenadering zijn tot stand gekomen, die, naar onze overtuiging, voor liet vervolg slechts goede vruchten zou kunnen dragen, vooral omdat zij het thans door enkele opruiers aangekweekte wantrou wen zou wegnemen. E. D. PlJZEL.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl