Historisch Archief 1877-1940
DE AMSfMDAMIER
A*, mi
WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad JVo. 124.)
r
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevei: Tj. VAN HQLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 5 Juni,
Abonnement per 3 maanden f 1.?. fr p. p. f 1.16
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20.
Reclames per regel 0.40.
INHOUD:
VERKIEZING VOOR DEN GEMEENTERAAD,
door T. VAN OVER DE GRENZEN, door
E, D. Pijzel. FEUILLETON: De laatste Ban
diet, naar het Fransen, van E. Arène. IV.
UIT HET HAAGJE. KUNST EN LETTEREN:
Het Tconeel te Amsterdam, door Alb. Th.
Muziek ia de Hoofdstad, door H. C. P. D.
CorneÜB Springer, door Johan Gram. Moderne
Romanechryvers, I, door Dr. Jan ten Brink.
J. W. Draper, Geschiedenis van de worsteling
tusschen godsdienst en wetenschap, (Slof), door
W. J. Bfanssen. VARIA. SCHAAKSPEL.
Oud-Amsterd. Verscheidenheden.
VictoriaAnekdoten, door Q. ALLERLEI. INGE
ZONDEN. RECLAMES. HANDEL.
BEDRSOVERZICHT. TE HUUR. AD
VERTENTIËN.
Vertel voer en Gemeenteraad
Er ia bij de grondwetsherziening een amen
dement uit de lucht komen vallen, dat geen
bijzonder -opzien heeft gebaard, omdat men
zich zoo licht niet meer verwondert. Ook
het meest verrassende heeft nu zijn kracht
verloren.
Het zijn eenige coryphaeën der liberale
partij, de heeren Van der Kaaij, De Beaufort,
W. van Dedem, Van Delden, Mees, Van
Weideren Eengers en Farncombe Sanders,
die hebben voorgesteld om het met de ver
kiezingen voor den gemeenteraad maar bij
het oude te laten. De Eegeering heeft in
de ontworpen Additioneele Artikelen opge
nomen, dat kiezers voor den gemeenteraad
aan dezelfde eischen zouden moeten voldoen
als die voor de Kamer.
Men maakt bij het amendeeren dezer
grondwet niet veel omslag. Terwijl Zhkwerf
de Kamer over wetjes van ondergeschikt be
lang lijvige schrifturen wisselt met de Re
geering, maken zoowel de voorstellers der
amendementen als de Eegeering, wanneer
zij hen schriftelijk beantwoordt, er zich nu zoo
kort mogelijk af. Eene vereenvoudiging van
het schriftelijk debat, hoogelijk te prijzen,
mits ze niet leide tot misverstand.
In de toelichting zeggen de zeven voor
stellers, dat er «overwegende redenen (moe
ten) bestaan, om een onderwerp waarvan de
regeling aan de wet is toevertrouwd, in de
Grondwet zelve voorloopig te regelen. (Zij)
meenen dat deze redenen, ten aanzien van
Feuilleton.
De laatste Bandiet.
4) Naar het Fransch van E. AKÈNE.
Na afloop van den strijd had de brigadier
onmiddellijk naar Ajaccio willen terugkeeren.
De kruitdamp was nauwelijks opgetrokken,
of hij dacht aan zijne kleine Madeleine, die
te huis op hem wachtte en reeds ongerust
zou zijn. Het was nog_nooit gebeurd dat hij
zoo op expeditie was uitgegaan, zonder haar
te waarschuwen, zonder afscheid van haar te
nemen. Maar hij was bang geweest haar te
verontrusten. Sedert eenigen tijd toch was zij
zoo treurig, zoo beangst... Daarom drong hij
op een spoedigen terugtocht aan en wilde den
bandiet nog dienzelfden nacht medevoeren.
Maar de anderen hadden geweigerd- zy
?wilden hun triomf' genieten; op klaarlicnten
dag door de straten der stad marcheeren en
met hun gevangene pronken, ten aanschouwe
van de menigte, die nen zou toejuichen! Reeds
lang genoeg had men hen in Ajaccio uitge
lachen; reeds meer dat eens gezegd, dat zij
nergens goed voorwaren. Nu zij zich, na een
vrij ernstig gevecht, met levensgevaar van
Belluomo hadden meester gemaakt, mochten
zij er voor het oog van de wereld toch waar
lijk wel roem op dragen!
Bovendien, de bandiet was gewond, wel
niet gevaarlijk, maar toch, men moest hem
verplegen, zoodat hij hersteld zou zijn tegen
den tijd der terechtzitting. De menschen zijn
vol van zulke teedere zorgen voor hen, die
het schavot wacht. En dan waren er nog de
twee gendarmes, die men zieltogend had
opgenomen en die ook verzorgd moesten
wor.den ; verder de ongelukkige Barbona en de
herdersknaap. Arme kleine! Hij scheen te
slapen, zooals hij daar lag met zijn half
geopenden mond, waaraan eenige bloeddruppels
parelden, het hoofd eenigszins overhangende
naar den schouder en zijn hand, die hij in de
plotselinge verstikking van den dood op het
het kiesrecht", voor de gemeenteraden niet
aanwezig zijn.1' Overigens verwijzen zij naar
hetgeen »vele leden'' in het laatste afdeelings-'
verslag van Januari 1887 deden opnemen.
Daar werd door deze »vele leden" betoogd,
dat er »tusschen de gemeentelijke en de
algemeene of provinciale verkiezingen geenerlei
rechtstreeksch verband" bestaat. Waartoe
dan thans ook de kiesbevoegdheid voor de
gemeenteraden gewijzigd ? »Daarvoor is eene
uitbreiding van het aantal kiezers voor de
gemeenteraden van ongeveer 230,000 tot
ongeveer 300,000 niet van genoeg belang."
Wij zullen hier even rusten.
Het is ons een zeldzaam genoegen deze
voorstellers te mogen antwoorden met de
woorden van den heer Heemskerk. Waarom
de kiesbevoegdheid voor den gemeenteraad
thans moet gewijzigd worden ? zeide de minis
ter in zijne op het verslag gevolgde nota wel
mijneheeren omdat «het thans geldende stelsel
voor beide om gelijke redenen wordt afge
keurd en.d,us moet worden vervangen."
Dit eenvoudige, zeer juiste argument van
den Minister wordt, nu het tot een amen
dement is gekomen, stillekens ter zijde ge
laten ; men brengt het niet in de herinnering;
allerminst wordt het weerlegd.
Evenmin wordt besproken dat het aantal
van Heemskerk's kiezers door zijne laatste
wijziging eene vermeerdering heeft ondergaan
van, stel 10.000 celibatairen op kamers, ter
wijl het bij aanneming van het amendement
Van der Feltz nog ongeveer 30.000 hooger
zou stijgen. In het laatste geval zou het
aantal kiezers voor den gemeenteraad, vol
gens het regeeringsvoorstel van 222.125 wor
den gebracht op (bij benadering) 346.000.
Dit zijn andere cijfers dan 230.000 en 300.000
waarop de heeren voorstellers zich beroepen.'
Zoodanige onnauwkeurigheid is zonder
twijfel lakens waardig bij de behandeling van
ernstige zaken, maar die cijfers zijn hier de
hoofdzaak niet.
Het afdeelingsverslag, waarop de voorstel
lers thans zich beroepen, vermeldt nog andere
gronden, die pleiten tegen eene dadelijke
uitbreiding van het aantal kiezers voor de
gemeenteraden. De »vele" leden treden thans
van het tooneel en maken plaats voor «som
migen." Wij lezen:
»Bij de verkiezingen voor de gemeente
raden, voegden sommigen erbij, zijn bovendien
hart had gelegd, tegen de borst gedrukt.
Er werd besloten dat men eerst over
dag de stad zou binnentrekken en dat de
nacht op het fort van Aspretto zou worden
doorgebracht.
Maar den volgenden avond, na de luister
rijke ontvangst, had men den ouden Negrorii
eens moeten zien, toen hij uit de gevangenis
kwam, waar hij, met hoeveel zelfvoldoe
ning! den oandiet eindelijk achter slot
had gebracht, en door de druk bevolkte stra
ten huiswaarts keerde, overal handen druk
kend en antwoord gevend op menige
loftuiting, trotsch op de gelukwenschen van zijn
meerderen, zeker van zijn eerekruis en be
vordering in rang!
Op den hoek der straat stonden reeds eenige
buurvrouwen te wachten, om hem het
»ongeluk" mede te deelen! Zoodra hij haar zag,
werd zijn groote vreugde plotseling getemperd;
hij begreep onmiddellijk dat er iets ernstigs
had plaats gegrepen.
»Madeleine??" was zijn eerste vraag.
Niemand durfde antwoorden; niemand wist
hoe te beginnen.
»Hoe is het?" schreeuwde de oude, »zult ge
eindelijk antwoorden ?"
Toen deelden zij hem. allen dooreen spre
kend met levendige gebaren en verheffing
van stem, de droevige gebeurtenis mede en
onophoudelijk klonk de uitlegging: »Zij wilde
uit het raam kijken en heeft zich te ver
voorover gebogen.,.." Maar de brigadier luis
terde reeds niet meer. Hij had slechts n
ding begrepen, namelijk dat zij nog niet dood
was, dat zij hem verwachtte, en zoodra de
eerste onmacht voorbij was, zette hij het op
een loopen, met al de snelheid die zijn arme
beeneii hem verleenden en verminderde den
pas niet voordat hij, op het punt van binnen
te treden, beangst voor hetgeen hij zien zou,
op den drempel van de kamer bleef staan.
Daar binnen klonk een aanhoudend gekerm,
dat hem het hart deed ineenkrimpen ai plot
seling de deur openduwend, trad hij snikkend
met uitgestrekte armen binnen en stamelde:
»Madeïeine!?mijn?arm kind!"
Aan het voeteneinde van haar bed bleef
hij als aan den grond genageld staan; zijn
slapen klopten alsof zij zouden bersten; zijn
veel meer stoffelijke en particuliere belangen
in het spel dan bij die voor de Tweede
Kamer en voor de Provinciale Staten. Bij
de laatstgenoemde zal het eene kiesdistrict
het andere in evenwicht houden; maar in
. de gemeenten, die niet in districten verdeeld
zijn, ware eene plotselinge, revolutionnaire
omzetting, die in de administratie groote
verwarring zou kunnen stichten, geenszins
ondenkbaar. Ook is de wetgevende macht
in de gemeenten niet, gelijk in het Eijk, in
drie takken verdeeld. Wel zijn onderschei
dene besluiten der gemeentebesturen aan de
goedkeuring van den Koning of van Provin
ciale Staten onderworpen; maar desniettemin
is de macht der besturen groot genoeg
om onvoorbereide veranderingen in hunne
samenstelling onraadzaam te doen achten."
Het is niet aan te nemen, dat de boven
besproken argumenten der «vele" leden den
grondslag hebben kunnen vormen van een
amendement. Zij zijn daartoe te onbedui
dend. Wanneer dus de voorstellers uitslui
tend naar die argumenten verwijzen en het
klare tegen-argument van den Minister ver
zuimen te wederleggen, slechts verzekerende
dat er tot verandering geene overwegende
redenen aanwezig zijn, dan laten zij ons om
trent den gedachtengang die tot hun amen
dement leidde, in zoo volkomen onzekerheid,
dat wij gerechtigd zijn een houvast te zoeken
bij de «sommigen", wier bedenkingen wij aan
haalden. Dezen toch zijn de ernstige tegen
standers van het regeerings-voorstel; zij zijn
op lijfsbehoud bedacht en van hen alleen is
het psychologisch te verklaren dat zij den
stoot hebben gegeven aan het amendement.
Kortweg kan men hunne redeneering aldus
weergeven: »Als ons, liberalen, door uitbrei
ding'-van het kiesrecht het bestuur over de
gemeenten wordt ontnomen, loopt de boel
(voor onze belangen) in het honderd."
Er zijn bij de gemeenten zooveel meer
«stoffelijke en particuliere belangen" in het
spel. De hoogere belangen kunnen wij des
noods aan een meer uitgebreid
kiezerspersoneel overlaten, mits de stoffelijke en parti
culiere voor ons behouden blijven.
Een «plotselinge, revolutionnaire omzetting,
die in de administratie groote verwarring zou
kunnen stichten, (is) geenszins ondenkbaar!"
Daar ligt het hart van de quaestie. Niet
dat de «sommigen" vreesden dat de tegen
partij met de kas op den loop zou gaan of
opgen stonden dof. Was dat zijn Madeleine, die
hij daar zoo roerloos zag liggen, zoo bleek,
nog bleeker dan het witte laken ? Wezenloos
staarde hij naar het straaltje geronnen bloed,
dat de haren op haar voorhoofd had doen
vastkleven; hare glazige oogen waren zonder
uitdrukking; op haar legerstede, omringd door
bloedverwanten eii vrienden, lag zij reeds
zooals zij onder de aarde liggen zou; de be
zoekers traden binnen als bij een doode, kwa
men op de teen en loopendden ouden Negroni
de hand drukken en zetten zich zwijgend
iieder in de hoeken van het vertrek.
Zoodra Madeleine na eenige oogeiiblikken
haren vader had herkend, reikte zij hem met
groote krachtsinspanning de hand. die bewe
gingloos buiten het bed had gehangen en
zeide met een stem, zóó zwak dat het wel een
zucht geleek:
»Laat ons alleen..."
En toen allen vertrokken waren, toen zij
zich met hun beiden werkelijk geheel alleen
bevonden in het klein vertrek, waar men
hunne harten kon hooreii kloppen, liet zij
den ouden man over hare legerstede
heeiibuigen, dieper, nog dieper, vlak bij haar; zij
legde haren mond aan zijn oor en mompelde
zacht:
»Hij was het..."
Zelfs in het stervensuur tooverde deze be
kentenis nog een lichten blos op hare wangen.
»Wat zegt ge?" stamelde de oude Negroni,
»wat zegt ge daar?"
»Ja... Ja... de bandiet... hem beminde
ik... Wij zouden te samen vertrekken... Alles
was gereed... Gisteren-avond zag ik hem voor
het laatst... Ik waarschuwde hem dat hij zich
in acht moest nemen ... hij zal 't niet hebben
kunnen doen.' Den geheelen nacht heb ik ge
wacht, geweend, geleden!... Ik geloofde het niet,
ik voedde nog hoop!... En toen... zijt gij terug
gekomen!... Ik zag hem midden in den
stoet, met geboeide handen, uitgejouwd door
de menigte, voor altijd verloren... Ik begreep
dat alles was afgeloopen en toen heb ik een
eind willen maken aan mijn leven."
Zij leed verschrikkelijk; zij sprak afgebro
ken en hield met een uitdrukking van
duldelooze pijn beide handen krampachtig gedrukt
tegen nare borst, die onstuimig zwoegde. De
het gaslicht uitdraaien; maar die krachtens
eene grondwetsbepaling tot stand gekomen
en toch »revolutionnair'' geheeten omzetting
zou de liberalen in eenige gemeenten van d&
thans ongestoord genoten macht beroovën,
en deze laten zij slechts noode los. Ontstaat
dat gevaar, dan worden de argumenten er
met de haren bijgesleept.
Men heeft vroeger gezegd: ware het nog
voor de gemeenteraden, wij zouden uitbrei
ding van stemrecht niet tegenstaan. In de
gemeente zijn de belangen tastbaar, van
nabij ook voor den minder ontwikkelde ge
makkelijk waar te nemen. Maar voor de
Kamer! Daar worden vragen behandeld,
voor welke des werkmans verstand te kor j
schiet.
En nu keert men de redeneering onderste
boven. Voor de Kamer kan het geen
kwaad maar de gemeenteraden konden wel
eens »om" gaan.
Het verderfelijke dezer argumenten is dat
zij niet slechts thans, bij de Add. Artikelen
gelden, maar dat zij hunne kracht niet ver
liezen, zoolang eene meerderheid van aldus
denkenden in de Kamer is te vinden.
Moeten wij dus ons aan de letter der
voorstellers houden, d. i. bij hetgeen de
«velen" zeiden, dan is voor het amendement
geene dragelijke verdediging geleverd.
Mogen wij daarentegen het amendement
historisch uit de vrees der «sommigen" ver
klaren, dan is er een «leelijk trekje" te be
speuren in de beweegredenen.
Het grappigst ware het, indien Heemskerk's
veto thans de elite onzer oud-liberalen weder
gevoelig terecht wees ditmaal in de goede
richting.
T.
Van over de Grenzen.
Na eene ministerieele crisis van bijna veer
tien dagen is in Frankrijk het nieuwe kabinet
tot stand gekomen.
Het kost weinig moeite, het aantal der
ministeriën te tellen, die elkander sinds 4
September 1870 hebben afgewisseld, en nog
minder moeite, zich vroolijk te maken over
deze »spreekwoordelijk geworden instabiliteit"
arme vader trachtte haar zachtkens te doen
bedaren ; hij was verschrikt over hare opge
wondenheid, over de onsamenhangende woor
den, die hij aan ijlhoofdigheid toeschreef. Hij
ondersteunde haar, veegde haar parelend
voorhoofd met zijn zakdoek af en zocht naar
de teedere woorden, waarmede men stervenden
toespreekt, zonder ze nochthans te kunnen
vinden. Hij was ook zoo geheel onvoorbereid
haar te zien sterven!
«Spreek maar niet te veel, het vermoeit je",
zeide hij sussend... »We zullen je goed ver
zorgen en dan word je weer beter I"...
Zij begreep dat hij niet naar haar geluis
terd had, dat hij haar niet geloofde. Plotse
ling kreeg zij een ingeving, en riep luide,
terwijl zij met geweldige inspanning hare
laatste krachten verzamelde:
»Sanvito!"
De deur werd halverwege geopend en de
zeeman verscheen op den drempel. Niet we
tend of hij mocht binnenkomen, wierp hij den
brigadier een vragenden blik toe.
»Kom binnen," zeide deze.
»Sanvito," smeekte Madeleine, »ik heb mijn
vader de waarheid gezegd Hij denkt dat
ik ijlende ben wees zoo goed het hem te
vertellen ik wil het!"
Breedvoerig verhaalde de zeeman de
geheele geschiedenis van Tito en Madeleine,
zooals het jonge meisje hem die zoo dikwijls
had verteld; de samenkomsten, waarvan bui
ten hem geen sterveling iets wist en hunne
plannen, die hij zou helpen verwezenlijken;
kortom den geheelen treurigen liefdesroman,
waarvan nu de laaste bladzijde spoedig zou
zijn omgeslagen. Droevig klonk bij dit ver
haal de stem van den eenvoudigen ouden
zeerob, en de brigadier, als onder den
benauwenden invloed van een nachtmerrie, luis
terde naar zijn woorden, zonder zelfs goed te
kunnen begrijpen! Dat was te veel op eens!
Verslagen, verpletterd zat hij daar neder en
vreesde zijn verstand te zullen verliezen.
Toen sloeg Madeleine hare beide armen
om zijn hals, als om hem een kus te geven
eu zeide op smeekenden toon:
»Ik gevoel dat ik sterven ga... Ik wil hem
zien..."
(Slot volat).