De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 5 juni pagina 6

5 juni 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERÜAMSTER, WEEKBLAD VOOR If-'&DBRDA^ND. Na 519 i ,^_ zteh eerbiedig voor zijn Koningin, niomiets van een hartelijk welkom, veel eer en jiding en zwoer, dat hij, al moest't hem laatsten peaning kosten, boven den injjner woning een gedenksteen zou-laten ^ welke aan het nageslacht zou vermelden, t' de machtige Koningin, van Engeland, Keizerin Indièenz. zich verwaardigd had .onder zijn dak een schuilplaats voor- dan regen te "De- Koning.bood haren gastheer geld aan, daor dezen, werd geweigerd met de verklaring !^j. daarmee aan de eer zy'n huisje bewezen * t» kort zou doen. Toen de stortbui had opgehoudte,, keerde de Koningjn naar Wïndsor terug ' '< Wftt deed; nu onze daglooner? Den volgenden dag. ging hy naar de stad, bestelde een marme«tt gedenksteen en begaf zich vervolgens naar du yrederechter om een aanklacht intostellen tegen de Koningin, die zijn eigendom, niet had geëerbiedigd. En wat deed déKoningin? Zij liet'n. b. haar beschuldiger in de welwillendheid'van den rechter aanbevelen en zond 40 pd. st. aan de armen. En wat deed de vrederechter? Deze veroordeelde, als getrouwe wachter en handhaver der wet, Her most gracieus Queen tot het betalen der boete van een gücpence.' £i£ ZWEM* EN BAD-INBICHTING DE.AMSTEL. ??",-? t Weer wordt gelukkig iets warmer, wellicht t fettrède zomer toch in 't land en kunnen de rS Hifiebbers van baden en zwemmen hun hart ^ ««der ophalen. Js-^J1 Behalve de zwem- en bad-inrichting van den £. hMr Obelt aan. de De Ruiterkade, i» nu ook voor JEE l^wpnere van het nieuwere gedeelte der stad de *!/, .AÉtttel" zwem- en bad-inrichting geopend. De * J. Yérsehillende bassins z^jn door uitbaggering op de M verelschte diepte gebracht en voor de veiligheid «t* &K baders en zwemmers is de meeste zorg ge*ï- dragen. Een surveillant-duiker houdt met den I", rwemmeester steeds een wakend oog. Dreggen, *"" koorden, reddinggordels enz. zijn op de steigers . ,, steeds aanwezig, en de inrichting der bassins is " aoodanig, dat zij beschut zijn voor wind en tocht. Een drijvend Café, waarin allerlei ververschingen.te bekomen zijn, is aan de inrichting verbon: ato, en voor het publiek geopend. Zeker een *","' aangenaam zitje wanneer men na een warmen * dag eens lucht wil happen. Zeil- en roeivaartui'.?gen vinden d&ar een goede aanlegplaats. De zwem-inrichting en het cafézijn met den 'tram of de havenbootjes gemakkelijk te bereiken. Allerlei. Dezer dagen zal te St. Petersburg een huwelijk . gesloten worden, dat vooral door de omstandig heden, waaronder bruid en bruidegom elkander leerden kennen, de aandacht trekt. Eenigen tijd geleden verscheen in de St. Peterburgsche bladen ? onder de nieuwetjes en politieberichten ook de . B»aedeeling omtrent een jongen man, K .. ff gemtn&dv die zich had willen ophangen, en tegelijk l. .Ma dergelijk bericht omtrent een jong meisje, " " *P.... ff, dat beproefd had, door middel eener pltóspliorusoplossing zelfmoord te plegen. Geen v«n beiden was in zijn voornemen geslaagd. In ,'boute gevallen was als reden van den zelfmoord Opgegeven: wanhopige omstandigheden". Toen nn juffrouw P....ff weer bijgebracht was $ffJe&- toevallig in de courant het bericht las omtrent * fl* poging van den heer K....ff, schreef zij hem, ''.fa het overstrooaiend gevoel van haar warmste fcyWpsthie: bemin n, zonder u gezien te heb; Iwaa, en bied a hart en hand aan." ~ ? De jonge man draalde niet lang met zijn ant woord. Ook h\j had behoefte aan een medege- voelende ziel. Spoedig werden beiden, die nog kort geleden den dood gezocht hadden, met elkaar be kend, leerden elkander liefhebben, en konden, dank aft de goedgunstigheid van een koopman, die zich den ?wsnhopigen" toestand van het paar aantrok w - den jongman een plaats op zijn kantoor aanbood, een huwelijk aangaan. Wie zich tegenwoordig beklaagt, dat in den iriater de stoven in de spoorwegcoupé's niet spoe dig genoeg verwisseld worden, mocht tot zijn troost het overzicht, onlangs door den Rechnungsrath" Albricht te Berlijn gegeven, wel eens lezen: Van de personenrijtuigen", schrijft hij, waren, vijftig jaar geleden, alleen de wagons eerste klasse gehee" gesloten; de wagons tweede klasse hadden we' een vaste zoldering, maar aan de beide zijkanten alleen linnen gordijntjes, die op en neer getrokken konden worden. De personenrijtuigen derde klasse waren geheel open. De reizigers in die klasse wawn daardoor aan allerlei lasten blootgesteld, stof regen, en zelfs vonken uit de locomotief. Vandaar dat men in een Leipziger courant in dien tyc maskers met ijzergaas voor spoorwegreizigers ge 'sdverteerd ziet, a 20 pfenninge per stuk, en spoortreinbrillen tegen de asch en het stof." De opbrengst der Fransche kroondiamanten die ongeveer 7 millioen francs bedroeg, zal velen wonderlijk gering voorkomen. Voor de schatten aan brillanten, welke de prachtlievende beheerschers van een der rijkste volken eeuwen lang hebben bijeengebracht, schijnt dit inderdaad een volkomen onbeduidende som. De verklaring is niet moeielyk te vinden. Al wat namelijk werkeIjjk van hooge waarde was, is als staatseigendom teruggehouden, en wel voornamelijk omdat het de de prijzen, die men er voor had moeten verkrygen, geenszins bereikt zou hebben. De Béc/ent bv, de grootste diamant der wereld, had 12 a 14 miÜioen moeten opbrengen. En wie had wel den beroemden degen, dien Napoleon I, en na hem alle beheerachers van Frankrijk ge dragen hebben, en dien men als het heerlijkst meesterstuk van juwelierskunst aanwijst, naar egne historische en artistieke waarde, die in cjjfers nauwelijks uit te drukken is, kunnen bealen? Evenzoo zouden voor de andere historisch merkwaardige kleinodiën, b. v. voor dereliqui n>roche van Lodewyk XV, voor het horloge dat jodewijk XTV van den Bey van Algiers ten ge schenke ontving, voor den roosjesdiamant uit den >eroemden baarkam, waarvan de overige edelge steenten bij de laatste veiling verkocht werden, oor de prachtige plaque van de DeensChe Oljfantsorde, en andere dergelijke kostbaarheden, zeker de prijs niet geboden worden, die de geschiedenis lun toekent. Uit Saragossa wordt aan den Petit Mwseillais iet verhaal gezonden van een stierengevecht, dat zich door spannende wisselkansen onderscheiden leeft. De derde stier heette Salado. Eensklaps naderde lij met een sprong de omheining, wipte erover en kwam tusschen de eerste rijen van het amphiheater neer. Een jongman en een grijsaard ge raakten terstond onder zijne voeten. Het rumoer en de paniek, die daarop volgden, te beschrijven zou onmogelijk zy'n. De geheele Plaza de toros was in opschudding. In een oogenblik nad alles zich rondom het dier uit den weg ge maakt, te midden van het gegil der vrouwen en bet geschreeuw der mannen; alles vluchtte naar denzelfden kant, en stapelde de planken en schot ten der barrière vóór zich op, ten einde zich door' deze barricade te beschermen. Intusschen holde het dier voort, een jong meisje achterna, dat niet tijdig genoeg gevlucht was. Ieder zag het gevaar, niemand kon helpen; men schreeuwde maar. Het meisje verloor van angst het bewustzijn en viel op den grond; inmiddels was een der torero's gekomen, die met zijn rooden mantel de aandacht van den stier zocht af te wenden en aldus het kind te redden. Dit gelukte. Salado evenwel liet zich niet verder door den torero lokken. Loeiend ijlde hij voort, vertrapte een arme waterverkoopster, die flauw gevallen was, en kwam toen aan de plaatsen der tertulia. Onder loge 95 gekomen, werd hij door een jongman met drie revolverechoten begroet, die slechts dienden om hem te woedender te maken. Een banderillero kwam op hem af met een degen en een roode muleta. De stier stort op hem aan, maar loopt hem mis; de kracht van den schok was echter zoo groot geweest, dat een der horens van den stier in het houten zijbalcon van de tertwlia bleef steken. Salado had eenige moeite om zich los te rukken, en de' banderillero maakte daarvan gebruik, om hem tweemaald en degen tot aan het gevest in het lijf te stooten. Nu kwam er een tweede banderillero, die hem ook twee degenstooten toebracht. Toch viel de stier nog niet. Ondanks zijn wonden liep hij nog dertig meters ver en kwam toen tusschen de banken neerzijgen. Zijn val gaf de menigte weer moed, die nu in een oogenblik rondom het stervende dier verza meld was en hem met messeu stak en met stok ken sloeg, totdat bij dood was." Te Weenen is een strijd ontstaan over het celi baat, echter niet over dat der priesters, maar der onderwijzeressen. De gestrenge inspecteurs van het lager onderwijs streven er naar, de getrouwde onderwijzeressen wettelijk te doen buitensluiten. Daartegen verzetten zich nu, terecht en met in stemming van de bevolking, de vrouwelijke leer krachten. Deze week hield de Vereeniging van Onderwijzeressen en opvoedsters eene woelige ver gadering, waarin omtrent het celibaat een heftig debat gevoerd werd. Eene juffrouw Bortschinsky waagde het, voor de ongetrouwdheid als vereischte der onderwijzeressen op te komen. Zij zeide: Men stelt ons voor de vraag: onderwijzeres of gade! En ik geloof terecht. Ik houd de onderwijzeres voor een wezen, zoozeer boven menschelijke ge voelens verheven, dat zij de vreugden van den echt wel kan verzaken, om slechts voor de school te leven! Ik zie niet in, waarom wij aan de school dit offer niet brengen zouden. Daarom, ik vraag het u, is het dan zou moeielijk, afstand te doen ? Ik wil niet over het huwelijk als zoodanig den staf breken, ik zeg met Karoline Pichler: Men moet het huwelijk eeren, maar men moet het ook kunnen ontberen." De dame kwam hiermede echter slecht te pas. De onderwijzeres Lang, eene gehuwde, antwoordde: Ik vind, dat de onderwijzeressen menschen ge weest zijn vóór het act e-examen, dat zij het daar na gebleven zijn en altoos slechts menschen zullen zijn. Onder honderd jonge dames, aan welke men de keus laat: onderwijzeres of vrouw? zullen er negentig zijn, die den man boven de school ver kiezen. De stand der onderwijzeressen zal dan langzamerhand verdwynen, en weldra zal men kunnen zeggen: ziet, dat is de laatste onderwij zeres! Wil men het zoover brengen, dat iedere jonge dame by hare intrede in de normaalschool de wereld afzweert, even alsof zij in een klooster ging?" Levendige toejuichingen. De onderwijzeres gravin von Assiguer (getrouwd) komt vooral op tegen do meening, als zou het huwelijk der leerares uit een moreel oogpunt niet te pas komen. Moreele bezwaren zou men veeleer tegen de ongetrouwde' onderwijzeressen moeten hebben, want al heel licht is de reputatie van eene jonge onderwijzeres in gevaar gebracht, en licht begaat zij een misstap." Nadat nog een aan tal protesten togen het celibaat waren gehoord, werd besloten het voorstel tot eene petitie tegen de ongehuwdheid der onderwijzeressen, door eene algemeene vergadering van deze dames te doen goedkeuren. Te Weenen stierf kort geleden, Johanna G., eene weduwe, die slechts eene bloedverwante na liet, een negentien-jarig nichtje. Zij benoemde dit jonge meisje tot universeele erfgename van haar vermogen, dat ongeveer ? 30.000 bedroeg, onder de volgende dwaze voorwaarde: Mijne nicht treedt slechts in het bezit van mijn nalatenschap wanneer zij zich verbindt al mijne kleederen af te dragen en wanneer zy nieuwe laat maken, dat altyd naar datzelfde model laten doen."Het jonge meisje heeft in do voorwaarde toegestemd. Voorloopig is zij ook met de kleederen harer tante nog naar de mode gekleed, maar hoe zal dat over twintig jaren zijn ? Een schoenmaker Bohuslaw Hernck, die in het gasthuis stierf, bepaalde in zijn testament, dat na zijn begrafenis twintig schoenmakers gezellen ieder vier liter bier en twee kannen wijn tot zijn nagedachtenis zouden op te drinken hebben. Ongelukkig had de vrijgevige erflater reeds by' zijn leven alles zelf opgedronken, zoodat er voor de gezellen niets overbleef. De kroonprins van Duitschland heeft professor Virchow opgedragen om anthropologische studiën te maken op de schedels der Hohenzollern, die zich in de Domkerk te Berlijn bevinden. De uit slag dezer studiën zal echter nooit openbaar ge maakt worden. Dat is wel te betreuren. Ingezonden. VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE LETTERKUNDIGEN, opgericht op 15 November 1884. Een land, dat zijn groote mannen eert, kan niet vergaan" lezen wij in het jaarverslag van bovengenoemde vereeniging. Die bewering is reeds zoo vaak uitgesproken, zoo dikwerf als motto gekozen, om de groote meerderheid van onze landgenooten, die in jansalie-achtige domineligheid verzonken, er zelfs nooit aan denken, veel minder naar verlangen, zich ook met andere spijze te voeden, dan met het brood, dat weer hongeren doet," aan te spo ren, tot waardeering van dat deel hunner mede arbeiders, die de hoogere behoeften van den mensch trachten op te wekken en te bevredigen. De moeielijkheden van allerlei aard, die zich in Ne derland meer dan ergens elders aan den letter kundigen kunstenaar voordoen, zouden met moed en volharding te overwinnen zijn, indien zij niet voor een goed deel uit lauwheid en onverschillig heid voortsproten. Is er iets wanhopiger te be denken dan onverschilligheid? En is het helaas niet een nationale trek bij het Hollandsche type. om den enggetrokken kring van zijn denken en doen nimmer te overschrijden, met vischachtig wijsgeerigen zin oordcelende, dat al wat daarbuiten ligt, hem niet aangaat? Op elk gebied heeft die onverschilligheid verderfelijk gewerkt en aan haar is het ook te wijten, dat ton onzent de letter kunde veelal als knutselwerk wordt beoefend. Letterkundige bekwaamheid is in ons land slechts de staatsiedegen, waarmede men in den struggle for life weinig of niets kan uitrichten. Toch zijn er velen geweest, die met dat zwakke rapier den karnp hebben aangedurfd, meenende dat zij mot de vervulling van hun roeping als kunstenaar. ook de oischen van het stoffelijk leven zouden kunnen voldoen. Enkelen is het gelukt, wellicht door het sluiten van een transactie met hun conscientie, zich een middelmatig bestaan te ver schaffen, ofschoon in geen verhouding tot het geldelyk succes, dat den schrijver, van den minder hoogen tot den hoogsten rang, in Engeland, Frankrijk of Duitschland is verzekerd. Tegenover die enkelen echter staan veler., 'die in hun volle kracht slechts sobertjes kunnen rondkomen en wanneer de avond des levens, de tijd van rust gekomen is, in de kommerlijkste omstandigheden verkoeren. Weinige jaren geleden hebben daarom eenige wakkere en volijverige mannen de handen ineengeslagen, om door het stichten eener Ver eeniging, in het lot van die velen hunner broeders verbetering te brengen. Coöperatie is thans overal het wachtwoord. Waar het individu machteloos is, kunnen vereende krachten zeker iets, misschien veel uitrichten. Het doel der Vereeniging," zegt art. 3 dor statuten, is de bevordering van de belangen der Nederlandsche Letterkundigen; in de eerste plaats door de stichting van een voorzorgskas voor hare leden," die, volgens het daarop betrekking heb bende reglement, ten doel heeft: de uitkeering van pensioenen op gevorderden leeftijd, benevens van toelagen aan na te laten betrekkingen." Zij treedt in werking, zoodra zich 25 leden ter deel neming hebben aangemeld, die eene jaarlijksche bydrage tot een veranderlijk of standvastig bedrag behoudens een minimum van ?10 moeten storten, terwijl zij, die minstens f 100 in eens of oen jaarlijksch bedrag van f 10 schonken, als dona teur worden beschouwd. I)e voordeelen, die aan de hier bedoelde wijze van geldbelegging verbon den zijn, hoeft de adviseur der Vereeniging, Prof. dr. P. van Geer,- in zijn hoogst belangrijke Memorie van. toelichting tot het Reglement voor de Voor zorgskas, duidelijk uiteengezet. De commissie van voorbereiding, bestaande uit de heeren H. J. Schimmel. Mr. Gerard W. Schimmel, Prof. Dr. P. van Geer, H. Th. Boelen en S. J. Bouberg Wilson, heeft aanvankelijk eenig succes van hare pogingen, want reeds zijn 23 letterkundigen als deelnemers toegetreden on hebben zich 12 dona teurs aangemeld, waaronder schrijvers en vrienden. der Nederlandsche letteren. Het is duidelijk, dat dit echter nog lang niet voldoende is; wil de voorzorgskas aan haar doel beantwoorden, dan moet zij algemeen gesteund worden, niet alleen door letterkundigen, maar door allen, die eenigszins hart hebbon voor de letteren. Waarlijk er wordt niet te veel gevraagd. Ieder beoefenaar of begunstiger der Neder landsche Letteren kan lid der Vereeniging worden tegen eene jaarlijksche contributie van f 2.50." Men behoeft dus niet, zooals de naam der Vereeniging allicht zou doen vermoeden, schrijver te zijn om lid te worden, maar ieder, die ?2.50 bijdraagt, kan toetreden en zal hoogst welkom zijn. Het batig slot van elke rekening wordt gestort in de Voorzorgskas, zoodat men reeds door jaarlijks dat geringe offer te brengen, kan mede werken tot de verwezenlijking van het doel der Vereeniging. De Vereeniging telt thans een honderdtal leden op 30 plaatsen in Nederland en daarbuiten, waar onder de beroemdste mannen onder onze letter kundigen. Het bestuur is samengesteld uit de heeren H. J. Schimmel, Voorzitter; H. de Veer, Prof. P. van Geer, Mr. W. F. G. A. van Sorgen, Prof. Jan ten Brink, M. A. Perk, S. J. Bouberg AVilson, Dr. Max Rooses en Taco H. de Beer, Secretaris, (Amsterdam, P. C. Hooftstraat 83) bij wien men zich voor bet lidmaatschap kan aan melden en die volgaarne bereid is, alle verdere inlichtingen te verstrekken. Amsterdam, '87. HENEI A. LESTUBGEON. IETS OVER HET GELDELIJK BEHEER VAN HET FONDS DER KON. VEREENIGING VAN GEPENSIONEERDE OFFICIEREN VAN HET NEDERLANDSCHE LEGER. Is het billijk en geoorloofd om uit een fonds, bestemd tot onderstand aan officieren, die uit aanmerking van het gering bedrag hunner pen sioenen en bij gemis aan eigen fortuin, met hun gezin in benarde financieele omstandigheden verkeeren, uitkeeringen bij wijze van pensioensverhooging te doen aan de zoodanigen, die uit eigen middelen twee a driemaal meer inkomen bezitten dan hun pensioen bedraagt? Waarom te dien aanzien niet gehandeld als bij het ministerie van oorlog geschiedt, met betrek king van die officieren, welke tegen eenige ver mindering in de bijdragen, eene toelating verlan gen van hunne zonen op de Kon. Militaire Akademie, immers wanneer zij zich daartoe aanmelden. Deswege wordt eene vertrouwelijke correspon dentie geopend, o. a. met de hoofden der ge meentebesturen hunner woonplaats, om te onder zoeken of de sollicitant door zijne leefwijze als anderszins, in verband met zijne geldelijke mid delen, zich eene zoodanige gunst waardig maakt. Geschiedde dit ook zoo in het onderwerpelijke geval, dan zouden verkeerdheden, als waarvan hiervoren sprake is, kunnen worden vermeden en de toelagen ruimer kunnen vloeien voor hen, die daarop aanspraak hebben en die zoozeer behoeven. Mei 1887. X. Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF Jr., Kalverstraat 200. N. S A LOM O N, Antiquair. 3IUNTGEBOÜW. In- en Verkoop van Antiquiteiten. Handel Onze goederenhandel had deze week geen reden tot klagen. De meeste artikelen bleven onveran derd in prijs met belangrijke verkoopen. Koffie. Onze markt bleef doze Week vast ge stemd met vrij belangrijken omzet in de '2de hand, zoowel loco als op termijn. De noteering voor loco, Java goed ordinair is thans 59 et. Suiker. Onzo markt opende vast. Donderdag verflauwde onze markt echter aanmerkelijk ten gevolge van ongunstige berichten uit Maagdenburg en daalden dientengevolge ook de prijzen. Later echter kwam men tot de overtuiging dat deze berichten zeer overdreven waren en sluit onze markt vast met de noteering van ? 13% a Ya voor Juni, ? 13% voor Juli, f 14 voor Augs. on / 13 % voor Oct./Dec. Geraffineerd bleef geheel onveranderd met weinig zaken. Sup. crushed ? 17/4 HR no. l f\1lA RS. Prima flG%. Tabak. Aangevoerd werden doze week 2700 pn. Java. en verkocht zoowel bij inschrijving als uit de hand 4937 pn. Java en 42 pn. Molukken. lm met geringen omzet echter zonder veran dering in de prijzen, zijnde thans: Bankaprompt f 63 a 1A, idem Juli-veiling ? 63 a !4, Billiton loco f 62% a ? 62 J4, Billiton levering ? 62 K a f 62%. Specerijen. Noten en Foelie. De afloop der inschrijvingen alhier en te Rotterdam was zeer bevredigend. Noten l en 2 liepen de laatste 8 dagen circa 5 a 8 et. vooruit. Foelie liep ook flink boven taxatie. Nagelen en zwarte pepor onveranderd. Granen. Tarwe bleef in de afgeloopen week vast, afdoeningen werden niet bekend, behoudens een partijtje zware Koningsberger f 245. Rogge na afloop van de Mei-levering aanvankelijk flauwer, sluit vast. October-levering f 123,50,121.50,123.50. De vraag voor loco rogge is beperkt. De voorraad hier en aan de Zaan & 9444 tegen £ 12712 lo. Mei. Zaden. Koolzaad willig. Op levering van October ?280 koers. Lijnzaad vast met eenigen handel. Oliën. Raapolie onderging op nieuw een ver hooging van f 2%. Op levering van het najaar waren de zaken zeer uitgebreid. Lijnolie verkeerde bij goeden handel in vaste stemming. De prijs sloot zoowel dadelijk als op tormijn ? }4 hooger bij vorige week. Petroleum wederom kalm gestemd, en liep de loco prijs een fractie terug zijnde de notcoring thans ? 7.20 E. Afdoeningen van eenig belang kwamen niet voor. Op levering bleef de prijs (?7.50) onveranderd en zoude tot iets lageren prijs te plaatsen zijn. BeursoverziehtVan 28 Mei tot 3 Juni 1887. Konden wij in ons vorig verslag slechts mededoelen, dat algemeen de hoop werd gekoesterd, dat de Fransche kabinetscrisis spoedig tot eene oplossing zoude komen, de afgeloopen beursweek heeft die hoop bevestigd. Na herhaalde mislukking, mocht ten slotte de Heer Rouvier reussoeron in de vorming van een nieuw ministerie, dat blykens de groote meerder heid, waarmede eene direct uitgebrachte motie

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl