De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 19 juni pagina 2

19 juni 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.521. nenlandsche staatkunde niet gepaard ging met eene beslissende verandering in de buitenlandsche verhoudingen van den Balkan staat. Sedert zeven jaren is Serviëeen satelliet van Oostenrijk geweest, en thans is het in de aantrekkingspneer van Rusland gekomen. Voor de meerderheid der Serviërs is net zeker témelijk onverschillig, of de regeering in Rus sisch, dan wel in Oostenrijksch vaarwater zeilt. Maar de oppositie tegen de thans door konin'g Milan vertegenwoordigde dynastie der Obrenowitch, heeft, noewel zij zich niet sterk genoeg gevoelde om openlijk voor den kroonpretendent Peter Karageorgevitch op te tre den, toch niet stil gezeten. Dat Oostenrijk in 1878, zij het dan ook met toestemming van alle grqote mogendhe den, Bosniëen de Herzogowina bezette, en daardoor een. eind maakt e aan zekere GrootServische droomen, kon koning Milan zeker .'niet helpen, maar dat hij na het gebeurde sympathie voor de Habsburgers bleef aan den dag leggen, is hem zeer kwalijk genomen. Dat hetzelfde Oostenrijk, na den roekeloozen en ongelukkigen veldtocht van koning Milan tegen vorst Alexander van Bulgarije, graaf -Khevenhüller een krachtig Hot hiertoe en niet verder!" liet uitspreken en daardoor het Servische leger voor volslagen ondergang bewaarde, is niet als een dienst, maar als een ondienst opgevat, omdat zooals men zon der eenigen grond beweerde dit machtwoord juist werd gesproken, toen de krijgskans op net punt stond van te keeren. Dat de Qpstennjksche regeering eindelijk financieele in stellingen, zpoal de Weener Landerbank, door zekere oificieuse waarborgen in staat stelde, om Serviëin zijn chronischen financieelen geldnood bij te staan, heeft men en waar schijnlijk te recht de hoofdoorzaak ge noemd van het roekeloos beheer van 's lands middelen. Bij dit alles kwam nog het an tagonisme tusschen de partij van koning Mïan. die zijne vrienden bij voorkeur onder de Hongaarsche magnaten zocht, en die van koningin Natalie, welke zelve van geboorte eene Russin sedert jaren het mid delpunt was der Russische partij, en steeds raad en steun zocht bij Ristitch en bij den Russischen gezant Persiani. Eindelijk schij nen oneenigheden van meer intiemen aard tusschen het vorstelijk echtpaar, waarvan koningin Natalie's reis naar de Krim als het gevolg werd beschouwd, den laatsten stopt te hebben gegeven aan 'skonings besluit, om zijne ernstig bedreigde dynastie te redden door opoffering van zijne persoonlijke sym pathieën. Wellicht verklaart deze plotselinge, maar klaarblijkelijk sedert langen tijd voorbereide wending ten gunste van Rusland de betrek kelijke kalmte, welke het kabinet van St. Petersburg, bij al zijne vasthoudendheid, in de behandeling van het Bulgaarsche vraag stuk heeft aan den dag gelegd. Rusland kan zich thans door een onbetwijfelbaar succes troosten over eene nederlaag, die het slechts als van tijdelijken aard beschouwt. Doch dit belet niet, dat het antagonisme tusschen de bij de oplossing der Oostersche quaestie be langhebbende groote mogendheden weder scherper is geworden. Men behoeft slechts te letten op den ijver, waarmede de door Rus land en Frankrijk zoo fel bestreden EngelschTurksche conventie betreffende Egypte door Oostenrijk wordt verdedigd, een ijver, die zóó ver gaat, dat de Weener officieuse pers Engeland's houding in Egypte als edelmoedig en zelfopofferend verheerlijkt. Men verlieze aan den anderen kant niet viit het oog, dat de Engelsche pers enkele Russophile organen zooals de Poll Mail Ga«e^e_uitgezpnderd, het optreden van het nieuwe ministerie in Servi als snoode ondankbaarheid jegens Oostenrijk karakteriseert. De Duitsche pers óók de Deze coupletten vonden bij mijn vrienden den grootsten bijval en van dit oogenblik af gold ik in hun oogen voor een ontluikend genie. Een van hen schreef ze over op het mooi ste velletje rose postpapier dat hij krijgen kon. In de voorstad Rauen kochten wij een ruiker van de prachtigste rozen, bonden het vers met een zijden fint er omheen en sloegen met van verlangen kloppende harten, den weg naar den Pinksterberg in. Het was reeds donker toen wij eindelijk onder de linde stonden om het terrein te ver kennen. Daar boven brandde licht. De bal kondeuren waren geopend, maar geen geluid werd gehoord, geen schaduw bewoog zich ach ter de gordijnen. Ik nam den ruiker ter hand, sloop zonder gedruiseh te maken tot voor het huis en wierp. De bouquet beschreef een boog in de lucht en viel goed getroffen mid den op het balkon neder. Pijlsnel verstopten w_ij ons in een boschje en bleven daar op den uitkijk staan. Er gebeurde echter niets; wij ?wachtten tot elf, tot twaalf uur vergeefs! N ie mand vertoonde zich, de lichten werden uit gedaan en mistroostig gingen wij huiswaarts. Den daarop volgenden nacht deed ik geen oog dicht onophoudelijk moest ik denken aan de rozen en het vers in gedachten zag ik, hoe eene bekoorlijke dame des anderen daags vroeg naar buiten trad op het balkon, ©m de frissche morgenlucht te genieten, hoe hare voet een vreemd voorwerp aanraakte, hoe zij verwonderd den blik naar beneden sloeg, den prachtigen ruiker ontdekte, dien ophief en daaraan rook. Ik zag hare verras sing toen zij het rose papier bemerkte, het met hare blanke vingeren losmaakte en las een verrukkelijk gevoel doorstroomde mij ik zag haar lachen, vergeven; zoo was mijne verbeelding den geheelen nacht rusteloos bezig en eerst tegen den morgen viel ik in slaap. Na een dag die geen einde scheen te zullen nemen, daaldede zon eindelijk ter kimme.Reeds langer dan een uur zwierven wij ongeduldig en vol verlangen door bosch en veld, in wijde kringen om het Russische dorpje. Eindelijk niet-officieuse is voorzichtiger in haar uit latingen, maar hare svmpathie is natuurlijk niet aan de zijde van Rusland. De heer Von Bisraarck beleeft een tijdperk van goedkoope parlementaire triomfen. Na de laatste verkiezingen, die onder den invloed eener oorlogs-paniek plaats hadden,, is zijn wil voor den Rijksdag wet geworden. Zonder slag of stoot is de alcohol-belasting aangeno men, die met de suikerbelasting te zamen ruim twee honderd millioen Mark mér dan tot nu toe ter beschikking van de regeering zal stellen. En hierbij zal het niet blijven. De minister Von Bcholz heeft een tipje op gelicht van het gordijn, waarmede tot nu toe de toekomst was bedekt, en in een onbewaakt oogenblik verklaard, dat de Regeering nog lang niet aan het einde was van hare nieuwe belastingvoorstellen. Dit heeft zelfs getrouwe regeeringsorga,nen, zooals de I&lniseJie Zeitung, de National Zeüung en de Post den schrik om het hart doen slaan, en den nationaal-liberalen in den Rijksdag aan leiding gegeven tot een zwak protest! Wanneer men tevens den Rijksdag met groote meer derheid een wetsontwerp ziet aannemen, waar door de burgemeesters in Elzas-Lotharingen tot werktuigen in de hand der regeering wor den gemaakt, en wanneer men ziet, dat tegen een tiental bewoners van de Rijkslanden te Leipzig een proces wegens hoogverraad wordt gevoerd, omdat zij, vroeger of later, lid zijn geweest van of bijdragen hebben gezonden aan Deroulède's Liyue des Palriotes, dan kan men zich verklaren, dat Fransche bladen deze voortdurende provocatiën, in verband met de buitengewone goedgeefsneid der Duitsche afgevaardigden, niet zonder bezorgdheid be spreken. De heer Von Bismarck mag waarlijk van geluk spreken, dat generaal Boulanger niet zes maanden vroeger is afgetreden. Had men vooraf kunnen weten, dat deze strijdbare held, die den Duitschen kiezers als een dictator in den dop werd afgeschilderd, zoo ohiw Klang und Sang van het tooiieel zou verdwijnen, dan zou de uitslag der verkiezingen waar schijnlijk een gansch andere zijn geweest. Met het nieuwe Fransche ministerie gaat het «redelijk naar omstandigheden." De op portunisten beleven gulden dagen. Bij de stemming voor een lid der budget-commissie, voor een vice-precident en voor een secretaris van de Kamer, zagen zij hunne candidaten verkiezen. De rechterzijde compromitteert hen. tot nog toe niet door lastige bewijzen van sympathie, maar schijnt eveneens voorloop'ig althans te hebben gebroken met hare taktiek, om zich met de uiterste linkerzijde te verbinden tot omverwerping van ieder republikeinsch ministerie. In n ding heeft het kabinet-Rouvier ge toond den moed zijner overtuiging te bezit ten. Het zal bezuinigingen tot een bedrag van 70 millioen op de begrooting voorstellen. Slaagt het er in, die te doen aannemen, dan kan het zich beroemen eene kloeke daad te hebben verricht, waar voor al zijne voorgan gers, niettegenstaande de fraaiste beloften, zijn teruggedeinsd. E. D, PJJZEL. Uit de Bissehopstad. DE UTRECHTSCHE THEERANDJES. Overal moet een Nederlander zijn koek vinden, of hij komt er niet," zei ter Gouw. Het heeft er veel van. Hoe zouden wij het zonder koek moeten stellen! Menig rechtgeaard Hollander, voor wien koek een ware levensbehoefte is, ontbijt dawerd het donker; eindelijk slopen wij met hoorbaar kloppende harten voorzichtig onder den lindeboom. Daar stonden wij in het diep ste duister eii blikten omhoog en durfden ter nauwernood fluisteren. Het was een prachtige avond. De sikkel der wassende maan dreef als een zilveren boot op de donkerblauwe hemelszee, de sterren fonkelden en schitterden, een frissche, opwekkende luchtstroom streek verkoelend langs onze gloeiende wangen. Daarboven straalde een helder licht naar buiten; ook sprak iemand op het balkon; men hoorde zacht fluisteren en lachen. Een maal scheen het mij toe, als boog zich eene gestalte over de balustrade heen; het was mij wonderlijk te moede. Toen kwam iemand met de lamp naar buiten en zette die op het bal kon neder; de kamer was nu in duister ge huld, maar daarbuiten in den helderen lichtglans zag ik p vreugde! beschenen door het zachte 'schijnsel der lamp, een groote bouquet van rozen, waar ontelbare insekten om heen dansten. Ademloos luisterden wij toe, want plotse ling hoorden wij de zoo lang ontbeerde tonen der piano daar boven weer ruischen en eene stem, reiner als den zilverglans van 't maan licht, liefelijker als der bloemen geur, zong het eenvoudige lied van Mozart: »Ein Veilchen auf' der Wiese stand." Innig gelukkig lieten wij ons nederzinken in het mollige gras; de fee daarboven had vergeven. Meer dan twintig jaren zijn sedert vervlo gen. Henriette Sontag, gravin Rossi, sluimert reeds, na een veelbewogen leven aan gene zijde ^des oceaans in vreemde aarde; de on stuimige knaap werd een bezadigd man, maar nog heden denkt hij met genot en verrukking aan de avonden op den Pinksterberg bij Potsdam, aan de heerlijke liederen en aan den lindeboom. H. H. gelijks met Ballentijn's lichte morgenkoekj" ge bruikt 's middags zijn bitterkoekje en vergast zich 's avonds op Dorssens avondgebak. Bij alle vroolijke en droevige, plechtige en huiselijke gelegenheden verschijnt de koek op tafel: kermiskoek, begrafeniskoek, bruiloftskoek, Sinterklaaskoek genieten alle gelijke populariteit. Eerst recht duidelijk komt de rol, die de koek in ons maatschappelijk leven vervult, voor den dag op jaarmarkt en kermis. De koekkraam is de truintessence van elke vaderlandsche kermis ; het koekloten, het koekhakken en vooral het koeketen zijn grootste aantrekkelijkheid. En J. van Delft van Zardam, die op het 17e eeuwsche marktplein van de a. s. Amsterdamsche tentoonstelling van voedingsmiddelen eon winkel onder het uithangbord in den koeketer" zal openen, waarin hij cofyte-koeck en Boerebedrieghers, Scellincks-koek en halffblancks korstjes" zal verkoopen, hij zal niet zonder succes onze bekende belustheid op koek exploiteeren. In een boerenleven heeft de koek een symbolische beteekenis. Zoo'n groote verleidelijke zoete koek, ze is in zijn oog de hartelijkste en hartstochtelijkste liefdesverklaring. Ziet hen daar staan met hun beiden, Teun met Trien aan den arm, hij met de onafscheidelijke groene parapluie onder den arm, zij met de oud-Harleveensche karrebies in de hand. Lang staan beiden zwijgend voor de koek kraam, Teun peinst op zijn liefdesverklaring. Daar reedt hijplotseling naar voren, vraagt, op een ouwerwetsche massieve koek wijzende: hoeve!", telt de centen uit en duwt fijner Trien de koek met een eenvoudig: der, vrèt nou raak" onder den arm. Een koek zonder woorden is voor een boerin, wat de heliotrope-bloem is voor onze stadsdametjes. Geef een boer, over wion de liefde vaardig is geworden, een koek waarop eenige mooie krulletters, bijv, Uit hoogachting en liefde", en hij kan verder eiken Amors Briefschrijver voor minnende harten" missen. Geen wonder, dat iedere stad, die eenigszins op haar fatsoen gesteld en op haar voordeel bedacht is, er sints jaar en dag eene speciale koeksoort op nahoudt. Deventer koek, Delftsche jaapmaatjes, Bossche moppen, Goudsche sprits. Arnhemsche jongens en meisjes, hun goede naam, en hun goede smaak niet minder zijn allerwegen bekend. Van al de koeksoorten is er echter nauwelijks een e, die eene grootere vermaardheid bezit dan onze Utrechlsche theerandjes, en de bewoners dor Bis schopstad, die een deel van haar roem zeker aan diezolfde thecrandjes te danken heeft, zijn er trotsch op. Bijna niet eene straat, of zij heeft haar theerandjesbakkerij, kenbaar aan het traditioncele roodgeruite uithangbord. Toch is do onderstelling, dat een oprechte Utrechtenaar verbazende hoe veelheden theerandjes verorbert en er zijn kin deren mede groot brengt, onjuist. Hoe paradoxaal het klinken moge, toch is hot een feit, dat ner gens minder theerandjes worden . gebruikt dan juist in Utrecht zelf; met ware zelfverloochening schenken wij er echter des te meer aan onze loges, in het bijzonder aan onze logootjes. De theerandjes kunnen in hunne geschiedenis, die tot de middeleeuwen opklimt, brieven van adeldom vertoonen, zooals geen andere koeksoort bezit. Reeds omstreeks 1500 werden zo uit het zelfde deeg. hoewel destijds onder een anderen naam gebakken. Het waren do treffelcoeckjes, die toon al een goede reputatie moeten genoten heb ben, als we de verschillende rekesten lezon die Johan Vorstcegh, wiens familie gedurende een paar eeuwen een zeker monopolie in de cruitkoekbakkerij schijnt bezeten te hebben, omstreeks het laatst der 17e eeuw richtte tot de Ed. Achtb. Heeren Burgemeestercn ende Vroedschappen deistad Utrecht, telkens als er weer een concurrent opstond. Xu eens lezen wo van een Maerten Albortsz, die hot oorspronkelijk merk namaakte, dan van oen Cornelis Vervoren, die in plaats van 16 de 12 tafclkookjes op zijn uithangbord ging voeren, dan van een Herdras Weydom, die een kroontje boven de tafelkoekjcs plaatste. En telkens was het Johan Versteegh, die ia het belang van Utrecht in 't algemeen en van de koekjes in 't bijzonder de man was zoo bescheiden om van zijn eigen belang te zwijgen zich tot den magistraat wendde met verzoek hem in zijn rechten en zoodoende de theerandjes in hun schitterenden naam te handhaven; en telkens was het de magistraat die de concurrenten - namakers met bedreiging van een flinko boete gelastte een ander werk te kiezen. Een volgende bakker herdoopte de koekjes in Hylikmaker (d. i. huwe lijk-, niet heilig-makers), en ook deze waren evenals de tafelkoekjes niets anders dan onze tegenwoordige theerandjes aan n stuk gebakken. Justus van Effen vertelde, dat vooral de Amster dammers op de Uyterse Hylickmakers gesteld waron en daaraan hun bijnaam koeketers te dan ken hadden. Zeker is, dat de Schoutensteegsche theerandjes nog altijd nevens het Utrechtsche ook het Amsterdamsche wapen voeren. En wat den naam van huwelijksbevorderaars betreft, nog steeds blijft dezelfde roep van onze theerandjes hier en daar voortleven, een pakje theerandjes is nog dikwerf het eerste liefdeblijk van menig verliefd Utrechtenaar. Omstreeks de helft der 18e eeuw kwam hier te lande de thee algemeen in gebruik. Bontekoe, de theodweeper, beweerde, dat 200 kopjes per dag nog lang niet te veel waren en schreef de thee voor als een areanum tegen alle denkbare uit- en inwendige ziekten. Dat de menschen, lusteloos en flauw geworden door een zoo onmatig theevcrbruik, hun smaak weer door iets gekruids moesten opwekken, is begrijpelijk. Wat was dus slimmer, dan dat onze tatelkoekjesbakkers hunne waar met den naam theerandjes herdoopten. Zij hebben er wel bij gevaren, de koekjes zoowel als de bakkers. De theerandjesbakkerij is sedert 't ontstaan der vrije concurrentie eene bloeiende tak van nijverheid geworden, Het aantal bakkerijen is thans legio. Welke bakkerij het smakelijkste ge bak levert'? Over den smaak valt veel te twisten; ik zal dus liever den lezer zelven laten oordeelen. Verschillenden annonceeren, dat zij naar een recept van meer dan een eeuw oudbakken; maar aangezien oud on smakelijk on goed nog niet altijd synoniemen zijn, bewijst dit trekschuit-ar gument nog niet veel. Een feit is, dat de oudst bestaande, reeds sedert 1726 gevestigde zaak, die is in de Schoutensteeg. Bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan heeft de eigenaar een boekje geheel aan de geschiedenis van het beroemde ge bak gewijd; dat de reclame achter eiken regel doorgluurt, is evenzeer te verklaren als te billijken. Deze bakkerij, inwendig voor een deel op ouderwetschen trant ingericht, werd n met het konink lijke wapen n met het wapen van den senaat van het studentencorps vereerd. Geen wonder, dat de theerandjes van deze bak kerij als de echte" bekend staan en iedereen, die over een krachtig stel tanden beschikt een van de voorname hoofdkenmerken toch van de beste theerandjes is hun taaiheid hun rechtmatigen lof toekent, maar een concurrent schrijft niet onaardig onder zijn eigen reclame: Hier geldt geen naam van Schoutensteeg. De naam doet niets, maar wel het deeg." En het Schoutensteegsche deeg is goed. En hier zou ik nog iets willen zeggen over al de gerijmde en ongerijmde verzen, waarmee de bakkers hunne waar aanprijzen, zóó dat langzamerhand de mee ning zich gevestigd heeft, dat men allereerst dich ter moet wezen om theerandjesbakker te kunnen worden, maar het zou mij te ver voeren. Liever wil ik er ten slotte nog even op wijzen, dat de vermaardheid onzer theerandjes, die de eer had den meermalen door een van Effen, een Scheltema, een Broers, een van Lennep roemvol vermeld te worden, nog geen oogenblik aan het tanen is. Integendeel, het gaat blijkbaar den bakkers recht goed naar den vleesche; hnn ovens zijn voortdu rend aan het vlammen. Hot is dan ook allerminst uit belangstelling voor de theerandjesbakkers met wie Heis zelfs niet tot in den 13en graad verwant is -?maar cenig en alloen in het belang mijner lezers, dat ik hun aanraad, voor zoover ze ons beroemde gebak nog niet kennen er spoe dig kennis mede te maken. Een der bakkers prijst zijn waar aan met de juiste woorden: Gij behoeft se niet te roemen of prijsen, De smaeck die zal het vonnis wijsen." HEIS. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Tot het belangrijkste, wat mij in de laatste veertien dagen op tooneelgebied is voorgekomen, behoort de meesterlijke charakterkop, dien de Heer Bouwmeester ons van den hooidpersoon in De Dochter van Fabricius" geleverd lieelt. In de groote uitgave der voornaamste figuren, door Ernst Possart op het tooneel gebracht, komt ook een Fabricius voor; maar ik aarzel niet de mee ning uit te spreken, dat de heer Bouwmeester den be roemden Münchner (nu Borlijnschen) Diroktor ach ter zich laat. l'ossart hoeft, bij zijn jongste verblijf in ons midden, het drama van Wilbraudt niet gespeeld: wij kunnen daarom in geen vergelijking treden van het dramatiesch verloop, dat de beide kunste naars in hot aangehaalde spel leveren; maar do verschijning van Bouwmeesters Fcibricim was niet te overtreffen. Een eenigszins voorbereide toeschou wer kon niet nalaten, bij het sprakeloos binnen komen, reeds de tranen der aandoening naar zijne oogen te voelen klimmen. Er is geen reden, om de kunst van den toouoelspeler, wat het grimeeren betreft, lager te schatten dan die van den portret schilder. Men kent do bezetting van het stuk. Hot be hoort tot de kleurrijkste sfeeren, waarin Mej. S. Van Bicne, de Heer van Schoonhoven en Me v. Stoetz zich vertoonen, en in hunne beste rollen Thands zijn do schouwburgbesturen er bizonder op uit ons te doen lachen. In het Lusti,piel van Einil Pohl, Eine leichte Person"?? Troetelman, of de Lotgevallen van een vroolijken rentenier", gebeurt dit niet altijd door de fijnheid der scherts, die er in is neergelegd. Waar evenwel, als in den Salon des Variétés", de Heeren Muttcrs, Blaaser, Thönissen en Van den Heuvel en de Dames Verstraeten, De Boer-Van Rijk en Juliëtte Hoos op treden, kan men altijd zeker zijn, dat sommige smakeloosheden door veel goeds worden opgewo gen, 't Was anders wel jammer, dat, bij de eerste proefneming met een voorstelling zonder tabaks. damp, aan het voornemen geen gevolg is gegeven j eene aardige komedie van Labiche de gehollan{ dizeerde duitsche Posse te doen vervangen, Eon bevallig komische voorstelling wordt ons door het Xederlandsch Tooneel" in do Fransche-Laanschouwuurg gegeven. Do leelijkste van de zeven" (?7 Madchen in Uniform", van Louis Angely) bevat een aardigen greep, en het was eon allergelukkigst denkbeeld, voor vijl van die Rcntmeesters-dochtertjens, meisJDiis van l de ./fooneelscliool" te laten spelen. Het geI heele ding werd met lust en kracht geënleveerd. Mevrouw Kössing en de Heer Schulze, de Dames Stoetz, M. Kiehl en Van Sluyters (onbetaalbare karikaturen), de Hoeren Clous en De Boer hebben in 't kostuum van 't begin dezer Eeuw met veel talent en luim de rollen van Ernestine en Ernst llettwalil, Mevr. Moorpih, Men: ron Kunkel, Barones Maus von Mausezahn, violist Muiter, en Jeremias Ambrosi vervuld. Reeds heden veroorloof ik mij, met het oog ook op eventueele voorstellingen der stukken van Molière, in 't oorspronkelijke, of in vertalingen, de vrienden van den grooten franschen komikus oplettend te maken op een boekdeel van ruim 700 bladzijden, verschenen bij Herder te Freiburg in B., onder den titel: Molière's Leben und Werke, nach ddi neuesten Forschungen dargestellt." Deze met groote onpartijdigheid, met veel kennis en onmis kenbare liefde behandelde studie heeft tot auteur den bekenden dichter en prozaschrijver Pr. W. Krotten, S. J. 16 Juni '87. A. TH. MUZIEK o DE HOOFDSTAD. De directie van den Parkschoüwburg heeft in den laatsten tijd zeker velen aan zich verplicht, door op Zaterdag en Zondag, eene soort van Spectacle coupé" to geven, waarbij fragmenten uit de in het afgeloopen seizoen opgevoerde opera's ten gehoore werden gebracht en ook enkele solovoordrachten, met begeleiding van piano en orkest,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl