De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 19 juni pagina 6

19 juni 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. Nö.521 Schaakspel. i b e7 No. 77. Van A. E. STUDD te Londen. Een zeer puntig partijtje werd in den herfst Kt probleem behoort bij het met den Isten prijs van 1885, te New-York gespeeld, tusschen de bekroonde no. 68 van ons Weekblad. heeren Ph. Richardson (wit) en E. Delmar (zwart). ZWART Russische verdediging. e2 e4 gl - f3 fl c4 bl c3 (l el X f2 d2 d4 hl el f c3 e4 dl d3 d3 a3 f c4 X d5 (3 e4 f6 f a3 18 f h6 f 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1] 12 13 14 X X e5 f6 e4 f2? (2 f8 c5 f e5 X «34 e8 f8 c5 b6 d7 el e8 f mat. d5 f8 g8 d8 X «15? g7 X f6 g8 X f8 f8 g8 g d e WIT. Wit speelt voor en geeft in drie zetten mat. (Wit 9 en Zwart 3 stukken met K. d4.) OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 75 van J. H. Blackburne. 1) Volgens Bilguer's handleiding het eerst aangegeven door Kieseritzky. 2) De sterkste verdediging is 4 . . .. e4 X c3, 5 d2 X c3, f7 f6! 3) Een mooi berekend lokaas en zwart hapte toe! Neemt zwart den R. niet, dan staat wit veel beter. l f6 d5, e6 X d5 (a; 2 g8 b8!, onverschillig -a) Als boven, K. f5 (b; 2 e2 d4 f, K. onv.;' b) K. X d5 (c; 2 g8 - g7 f, K. onv.; c) d2 c3 )d; 2 d5 X e3, onversch.; d) Anders 2 g8 g7 f, K. onv.; No. 75bis van S. Loyd. l a7 a8 R., K. f8; 2 b7 1) Als voren f7 e8; 2 f5 e6, wat zw. wil; 3 b7 b8 D. -j- mat 2) f7 g8; 2 f5 g6, idem; 3 b7 b8 T. f mat' No. 75 ter van G, J. Slater. l e6 e7 (3; 2 b5 f5 -f-, K. onv ? 3 3 D. b5, g8 of c4 c5 f mat 3 f3 f4 of g8 X e6 f mat. 3 e2 d4 of g7 f6 f mat, 3 D. b8 of g7 f mat. 3 g7 d4 of föf mat. b8 D. f, f8 f7; S R, mat. e7 e8 Pd. of do d7 f b3; 2 cl d2, b3 ) Pd. of f6 17 f mat. mat. C afJ; 3 d2 c2, 3) e6 e7. e8 f7; 2 b5 d5 f, K. onv.; 3 e7 No. 75 quater van Paul Hasse. l c3 cl! a2 a3 b4; 4 c2 b2 f mat. Problemen. No. 77bis 3zet van M. Kappelaro te Linz. Wit K b7 T g6 R hG en a2 P<J. e6 en h2 (6. Zwart K. e5, R, c3 en h7, P. b5 )4 met K. e5. ' 3zet 77 ter. Zeer tijn probleem van F. W. Martindale. Wit K. h4, D a6 T b7 Pd b8 en «6, R. g2, P. c3, c4, d5, e4, g5 en go (12. Zwart K. e5, D, c7, P. c5, do, g7 en h5 (6 met K. e5. Wit begint en geeft mat. De volgende 3zet is van een vermaard Zweedsch componist Alfred Arnell te Gothenburg. Het probleem munt uit door een zeer mooi hoofdspel. Wit K. c8, R. c7, T. f2 en b.4, Pd. e4 en f5, P. c2 (7. Zwart K. e5, Pd. b7, P. d6 en b.6. 4 met K. eö. Wit begint en geeft in drie zetten mat. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is opgelost door Nico te Driebergen no. 76; door Henri no. 75 en 76 met bis ter en quater (in eindspel Ace Perdu moet eene vergissing schuilen daar l h7 b.8 Dame moet wezen). Door H. J. d. H. no. 76, met bis en ter en quater beiden te Amsterdam. W. v. H. te Delft no. 75 en 76 met bis en quater. VOOR EENEN HALVEN GULDEN KAN MEN SCHATRIJK WORDEN. Op het einde der vorige eeuw, leefde er in Frank fort aan de Mam een Israëliet, dien wij Mozes Meyer zullen noemen. Mozes Meijer had een bank?aakje, dat echter niet hard vooruitging. De grooto Fransche revolutie deed den handel zoodanig kwij nen, dat de kooplieden allen even hard over slechte zaken klaagden. l Wat den held van myn verhaal betreft, hij had | juist zijne balans van 1792 afgesloten en daaruit bemerkt, dat zijn vermogen, in plaats van zooals gewoonlijk te vermeerderen, was verminderd. Ver beeldt u den schrik van M. Meijer, toen hij deze bedroevende uitkomst gewaar werd; reeds voorzag hjj binnen kort tijdsbestek zijn ondergang en zonder verder een oogenblik te verliezen, bezon hij op middelen, om dien zoo mogelijk te bezweren. Zijn besluit was snel genomen. Alle onnoodige uitgaven werden terstond op zijn budget geschrapt, zelfs zjjn kaartpartijtje, zijn geliefkoosd lansquenet, dat hem zoo menige gulden gekost, maar ook vele aan gename uren verschaft had, onderging zonder genaSe hetzelfde lot. In plaats van na de beurs naar het "Scoffiiehuis te gaan en tijd en geld met het snóode- kaartspel te verkwisten, maakte Mozes Meijer eene wandeling op de Zeil" en doodde zijne verveling met de verschillende winkels te be kijken. Op eene wandeling bleef hij voor een boek winkel staan; zijn oog viel op een boek dat voor de glazen stond met den zonderlingen titel: De kunst van het schaakspelen door Gustavus Selenus, Hertog van Brunswijk." Of onze held dacht, dat het Duitsche rijk spoedig een beter veldheer, dan den Hertog van Brunswijk zou noodig hebben, of dat h\j alleen zijn kaartpartijtje door een beter spel vervangen wilde, kan ik niet zeggen. Het zij genoeg te weten, dat Mozes Meijer vijf minuten later, tegen OUD-AMSTERDAMSCHE VERSCHEIDENHEDEN. Een locaal voor blijvende tentoonstelling ran meubelen in de zeventiende en achttiende eeuw. Onze tijdgenooten verbeelden zich dikwijls dat, in de negentiende eeuw alles zooveel beter is ingericht dan vroeger, en dat zij met hunne in stellingen die van den ouden tijd geheel in den schaduw kunnen stellen. Wilden zij echter den blik wat meer terug wenden dan zouden zij vaak kunnen bespeuren, dat zij in menig opzicht een lesje bij het voorgeslacht konden nemen. De tentoonstellingen van onze dagen hebben hoofdzakelijk ten doel, om het publiek in kennis te brengen mot den besten fabriekant of den besten werkman, en tevens om dezen beiden de gelegenheid te geven voordeel te doen met elk anders ondervindingen on toepassingen. De vaktententoonstellingon, die hier ter stede in den laatsten tijd op kleiner schaal door bizondere vereenigingen gehouden worden, zijn in dit opzicht het meest doeltreffend, maar in den rogol duren zij slechts kort. In de zeventiende eeuw vatte men, van 't zelfde oeginsel uitgaande, de zaak gereede betaling van vijftig cents bezitter van het werk was. Die eindeloozo wandelingen op de Zeil" werden nu door een ijverig studeeren in het schaakwerk vervangen en in korten tijd was Meijer de beste schaker van Frankfort. De roep die van hem uitging, verbreidde zich zelf zoover buiten do stad, dat de rijksvorst in don omtrek, hem bij zich op zijn slot ontbood om met hem te spelen. Onze vriend Mozes was niet slechts een knap schaker maar tevens een slim diplomaat. In plaats van den vorst aanhoudend te kloppen, wat hij best had kunnen doen, verloor hij nu en dan eenigo partijen, doch won daarentegen de oprechte vriendschap van zijn beschermer. Deze gemoedelijke partijen zouden wel eenwig hebben geduurd, als niet een Fransen leger zich veroorloofd had. Mainz in te nemen en den omtrek voor de Heeren Rijksvorsten onveilig te maken. De schaakpartijen moesten nu ophouden. want de vorst, slechts om de veiligheid van den staat bezorgd, (l'etat c'est moi), deed, wat hij niet laten kon. vertrouwde zijne schatten Mozes Meijer ter bewaring en beheer toe en vlood met zijn door luchtig personaadje ver van daar. De verdere loop mijner geschiedenis is u allen welbekend, want mijn held is niemand anders dan Anselm Meijer later Baron von Rothschild, mijn oudoom en grondvester van ons huis. Met de grootste belangstelling had ik het ver haal aangehoord. Mijn plan, dat tevens de moraal der geschiedenis is, was fluks gevormd, on welke leeperd zou het kunnen laten, niet eveneens de uitvoering er van te beproeven? Er is juist geeu geschikter oogenblik daarvoor dan nu: schaakwerken zijn er in menigte en goedkoop, aan verjaagde vorsten is ook nog geen gebrek on dus wacht ik van dag tot dag dat een hunner mij zijne schatten toevertrouwt. (Vrij gevolgd naar J. Kolisch). broeder op. Hot waren de vakgenooton zelvcn, dio de handen aan 't werk sloegen on met hulp van de stad een permanent tentoonstellings-gebouw inrichtten, gelijk onze tijd er nog geen kont. Van dit gebouw en van zijne inrichting willen wij don lezer een denkbeeld trachten te geven. Wellicht valt er iets voor onze voorstanders van tentoonstellingen uit to loeren. Als men op de sluis stond over den Singel, en den Hüiligcnwog langs keek, dan stuitte het oog op con laag gebouw met betrekkelijk hoog dak en welks gevel mot het stadswapen prijkte. Schoon het er niot eerbiedwaardig uitzag, zou iedereen u hebben weten te vertellen, dat dit gebouw een goede eeuw geleden nog do kapel van het St. Jorishof was geweest, dio na do geuswording van Amsterdam tot wereldsche doeleinden was inge richt en door de thesauri oren dor stad verhuurd aan de overliodeu van het Sint Josephsgilde speciaal voor het ambacht der kastenmakers of schrijnwerkers. een der aanzienlijkste van de vele ambachten, waaruit dit gilde was samengesteld. Het gebouw, dat aanvankelijk halfweg de Olieslagerssteeg diep was en omstcoeks 1670 tot op hot Ilokin werd doorgetrokken, had een ver dieping gelijkstraats, een eorste of zolderverdieping en een zolder In het huis woonde een beëedigdc bewaakster van stadswege aangesteld, die boek hield van het ingebrachte en verkochte goed, van koopers, prijzen enz. Zij onderhield het gebouw; haar was uitdrukkelijk bevolen tweemalen 's weeks stof aftenemen en overigens tegen beschadiging der voorwerpen te waken. Daarin werd zij bij gestaan door de vrouwen der pandbroeders", die ieder een week lang van 's morgen 8 tot 11 ure en 's namiddags vau l ure tot aan 't luiden van den poortklok op 't pand" moesten aanwezig zijn, en met haar de 5 procent van de verkoopsom der verkochte goederen, die de fabriekanten moes ten betalen, deelden. Later werd deze provisie met een oortje verhoogd, en uit al de oortjes werd de huursom aan de stad betaald. Er ging dus in het pand" nogal wat om! Wie waren die pandbroeders"? Slechts zoodanige leden van het kistenmakers-, wij zouden zeggen meubelrnakersgilde, die een winkel hadden en zich aan de overlieden hadden kenbaar gemaakt als gegadigden tot het pandbroederschap door betaling van 3 gl. 4 st. Dan werd door overlieden ieder half jaar om de plaat sen geloot, en bleven er ten slotte plaatsen open, dan werd wederom door loting aangewezen wie die zouden hebben, totdat zich een nieuwe gega digde in de loop van 't half jaar zou aamelden. Dan werd hij er weer bij loting uitgezet. Ieder pandbroedcr bracht er zijn goed heen, en verkocht hij het, dan mocht hij 't drie dagen nog op zijn plaats laten staan vóór hij het door een nieuw stuk verving. Onafgewerkte stukken werden ge weigerd. Eigenaardig was die plaatsing ingericht. In de benedenzaal mocht ieder pandbroeoer slechts n kast, kevie (spijskast) of staand tresoor (buffet met opzet) brengen, en bleef er wandruimte boven het meubel over dan mocht daarboven een glazenkast, harnaskast of iets dergelijks neergehangen worden. Ieder dezer voorwerpen moest geprijsd zijn en bovendien gemerkt met des vervaardigers merk. Hieruit schijnt men te mogen afleiden, dat er geon gelegenheid gegeven werd voor reclame, die men in dien tijd niet soliede achtte. De voorwerpen,' dacht men, zouden wel voor zich zelven spreken, en door schoone woorden mocht het publiek niet om den tuin geleid worden. Voorwerpen van minderen rang waren op de zol derverdieping te vinden. Daar mocht ieder neder zetten twee trektafels, twee comptoiren (schrijflessenaars), twee schijven (rondo tafels) of twee schabellen (lage zitbankjes), twee servetpersen, twee glasborden en een tonnenstool (kinderstoel) en daar de bovenste zolder voor de kleinere voor werpen was ingericht, mocht men op geen dezer ! voorwerpen iets plaatsen. Op dien zolder nu von- j den slaapbanken (houten ledikanten), kisten en kleine werken hun plaats. Niemand mocht er meer ] dan twee kisten of ledikanten en kleine werken '< brengen. Stoelen vond men er niet. De stooldraaiers behoorden tot oen ander ambacht onder j het St. Josephsgüd en hadden dus met de meubel makers niets to maken. Wij vinden hier weer de bepalingen terug waar door do gilden zorg droegen voor de gelijkheid van iederen gildebroeders rechten. De met fortuin begunstigde meester had feitelijk niets boven den met klein kapitaal werkenden gildebroeder voor. Wie slechts aan de gestelde eischen voldeed, werd in de rechten, dio hij met ieder ander gemeen had, gehandhaafd, opdat de kleine meester niet onder zou gaan iu den strijd om 't bestaan. Daarom ook was men er hier op uit, om geen betere kansen te geven aan dcngene, die zich niet dezelfde moeiten en kosten getroostte, om een meester te zijn in zijn vak, gelijk men zich dien droomde. Een meubelmaker naar den aard moest winkel houden. Er konden grooten zijn, die dit niet ver kozen, en kleinen, die er niet toe in staat waren, j Stelde men beide in de gelegenheid het pand tot hun winkel te maken, dan zouden de winkelhouders door hunne concurrentie te lijdon hebben gehad, wijl zij vermoedelijk goedkooper konden leveren dan genen. Vandaar do boven reeds ge noemde bepaling, dat slechts winkelhouders pand broeders konden zijn. Allerlei andere bepalingen gingen op hetzelfde doel: bevorderen der gelijkheid, af. In het pand mochten behalve op de uren vóór of na den bezoektijd en op de dagen der week, dat het goed werd afgestoi't, de pandbroeders noch hunne vrouwen toegelaten worden. Hot gebeurde maar al te vaak, dat de pandbroeders, om do provisie te ontduiken, de bezoekers uitnoodigden om in hunne winkels te komen koopen, of dat zij, ver nemende dat iemand een bepaald voorwerp koo pen wilde, den gegadigde beloofden, dat stuk thuis to halen. Om het laatste tegen te gaan werd bepaald, dat de provisie evenzeer moest be taald worden als zulk een voorwerp binnen veer tien dagen zou verkocht worden. Werd er naar een meubel gevraagd, dat niet op het pand was, dan mocht de gildebroeder, wiens vrouw op het pand vertoefde, het aannemen. maar had de vrager het terstond noodig, dan moest hij verwezen worden naar een der broeders, in wiens winkel hot to vinden was. Xa de vergrootiug der stad. in het midden der zeventiende eeuw, was de aanvraag om plaats zóó groot, dat ook het pand moest vergroot worden en wel met tweo daarachter liggende huizen op het Rokin. De pandbroeders vrouw kon bot toen niet meer alleen af. Ken tweede kwam haar helpen. Bij de opheffing dor gilden, toon ieder de be voegdheid kreeg, om het vak uitteoefen en, dat hij verkoos, begon liet pand in verval te geraken. Nog eonigc jaren sleepte liet een kwijnend bestaan voort. Ten slotto besloot de stadsregeering het to vcrkoopen. In 1815 werd bot in veiling ge bracht en voor /' 8800 toegewezen. Had de stad het aan zich gehouden dan zou zij in lateren tijd de gelegenheid hebben gehad door den afbraak van dit pand een broedo straat naar 't Rokin, op de Leidsche straat correspondecrende, to maken. Toen zag men daarvan echter misschien nog niet de noodzakelijk heid in. Maar iets meer dan een halve eeuw later kwam het perceel weer ouder den hamer. Toen begon Amsterdam to herleven maar het stads bestuur nog niet. Wederom ging het terrein met den opstal in particuliere handen over. liet schil derachtige Spui had behouden kunnen blijven, als men zich toen had rekenschap gegeven van de beteckcnis, die deze plek grond voor een zoozeer begeerden verkeersweg bezat. Allerlei. EEN NIEUWE OPTISCHE ILLUSIE : GALATHEA. Toen in der tijd de wijlen Heer Maju, hier te lande de Spectres Impalpables" en het levend sprekend menschenhoofd aan het publiek vertoonde als Optische Illusie, meende men dat het Non plus ultra van wondervolle illusie" bereikt was. De Galathea, door do Heeren Bamberg en Chambly in de benedenzaal van het Odeon voor het publiek tentoongesteld, bewijst het tegendeel. Zij overtreft alles wat tot heden van dien aard is gezien. Een wit marmeren buste, die voor de oogen van het publiek door den vertooner van haarplaats genomen en aan de toeschouwers wordt getoond, zoodat men zich van de soliditeit der buste kan overtuigen en do zekerheid krijgt dat men geen schijn of spiegelbeeld ziet, wordt weer op haar voetstuk geplaatst en ontvangt plotseling leven en beweging; kleur komt op do wangen, de strakke trekken ontspannen zich langzaam; de oogleden trillen openen zich en de oogen zien rond; in n woord, het koude marmeren beeld veran dert voor do oogen van den verbaasden toeschouwer in een schoonen vrouwenkop, die vriendelijk glim lachend rondziet. Intusschen verhaalt do heer Bamberg of de heer Chambly in 't kort de geschiedenis van Pygmalion: hoe de beroemde beeldhouwer verliefd werd op het beeld dat zijn hand had gewrocht. hoe de Godin Venus op zijn bede eerst het mar mer bezielde en hoe zij het later weer 't loven ontnam en versteende. 't Is geheel onbegrijpelijk Jioe de illusie wordt te weeggebracht, maar zij is zoo volkomen, dat men onwillekeurig een huivering gevoelt, wanneer de levenswarme trekken van hot meisje eensklaps als versteent; 't is alsof haar de adem van de lippen wordt weggenomen en trek voor trek van haar gelaat verstijfen, terwijl do frissche kleur on merkbaar in doodscho marmer bleekheid verkeert. Nogmaals wordt het beeld bezield en levend, en nogmaals versteent het in tegenwoordigheid der verbaasde toeschouwers, om eindelijk voor aller oogen te veranderen in een mand met bloemen, die onmiddellijk door don vertooner van het voet stuk wordt afgenomen en aan het publiek ter bezichtiging wordt overhandigd. Wij zoggen niet te veel, wanneer we volmondig verklaren: dit is do fraaiste optische illusie" dio in den laatsten tijd werd vertoond. On getwijfeld zullen de hoeren Bamberg en Chambly die reeds vijf weken lang bezig waren met het stellen der apparaten, zich een druk bezoek voor hun moeite beloond worden. PROFESSOR IIERMANN. Te Carlsbad is dezer dagen de beroemde goo chelaar professor Hermann in den ouderdom van 71 jaren overleden. Hij had den zonderlingen voornaam Compars" aangenomen; overigens wist hij zich gewoonlijk in ecu waas van geheimzinnig heid te hullen, wat zijn afkomst betrof; hot eenige, waar hij voor uitkwam, was, dat hij van Joodsche ouders afstancle. Door zijn ouders, die eveneens goochelaars waren, was hij te Yersailles op een kostschool geplaatst, waar hij evenwel niet veel leerde. Daarentegen wist hij zich de kunst eigen te maken om allo geluiden van de ver schillende vogels na te bootsen. Juist was hij eens bozig, zich in do bosschon van Fontainebleau hierin te oefenen, toen de koninklijke familie voorbij kwam. Men noodigde don knaap uit, eene proeve van zijn kunst in do Tuileriën te geven, en hij slaagde erin, koning Lodewijk Philips eenige oogenblikken zijn zorgen te doen vergoten. Later studeerde hij in do medicijnen en leidde een kommervol bestaan, totdat zijn talent als goochelaar hem van allo financieele zorgen ont hief. Hij reisde letterlijk de gehcele wereld rond. overal voorstellingen gevend en steeds met schit terend succes. Op een soiree in Weencn loerde hij de gevierde zangeres Kosa Chillay kennen, werd op haar verliefd en vroeg terstond om hare hand. Zij schonk hem dio, maar hij bleek het paard van Trojo binnengehaald te hebben, zoodat na vier jaar het huwelijk weder ontbonden word. Te Gibraltar ontmoette hij eene Franchise, met wie hij ten tweeden male in hot huwelijk trad. Ondcrtusschen was Hermann een rijk man geworden en bezat hij in Weencn een weelderig ingerichte woning, opgevuld met kunstwerken en rariteiten van allerlei aard. Bij den grooten Krach" ver! loor hij alles en was hij genoodzaakt weder geheel ! opnieuw te beginnen. i lu de laatste jaren had hij nogmaals een groot vermogen weten to verworven, on eene woning die i tot de bezienswaardige zaken in Weencn be hoorde. Hij had een zeer in 't oogvallend uitcri lijk; to gelijk sluw on vriendelijk had zijn gelaat, mot gitzwarte knevels en baard versierd, een Mcphisto-achtigc uitdrukking. Zijn spierkracht was i verbazingwekkend en hij bezat een buitengewone behendigheid en scherpzinnigheid. De meeste zijj nor toeren zijn door andere goochelaars overgei nomen, zooals liet te voorschijn tooveren van ge vulde goudvisch - kommen uit zijn zakken, het i doormidden scheuren vau vogels, die een oogcnblik daarna gezond en wel wegvlogen. Het was aardig' hem in kleine gezelschappen to ontmoeten, waar hij zijn toeren zonder apparaten volbracht en men hem beter op de vingors kon zien. Zoodra hij de kaarten in handen nam, werd men in een ware tooverwerold verplaatst. liet toppunt van verbazing en gelach werd gewoonlijk bereikt als hij oen zoooven gekocht spel kaarten aan 1 iemand ter hand stolde, kom verzocht daaruit con kaart te denken en hij onmiddellijk daarna de door den persoon gedachte kaart er uitzocht. Professor Iliicht, die eens dit kunstsuk bijwoonde, ! dacht er dagen lang over na om te ontdekken, hoe dit mogelijk was en zeker zou hot zeer bolangrijk zijn geweest, wanneer Professor Ilcrmani;.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl