Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.523.
E
de zeven heeren zelf en hun verdedigers
waarom zijn zij zoo beschroomd?
Hebben zij dan geen recht den liberalen,
die hen tegenstaan, toe te voegen: Gij die
ons berispt, en bijna beschimpt, gij zelf zijt
oorzaak, dat art. 192 niet anders luidt dan
thans het geval is. Hadt gij u niet verzet
tegen elke poging om art. 194 zóó te wijzi
gen, dat niet alleen waarborg tegen kren
king van anderer geloofsovertuiging, maar
ook waarborg tegen bevoorrechting van het
neutraal onderwijs daarin ware gegeven, de
Grondwet had kunnen bevatten wat gij begeert.
Doch wat is tot dus verre uw streven an
ders geweest, dan onder de leus: «geen kren
king van geloofsovertuigingen,» uitsluitend
te zorgen voor de belangen der neutrale
school: d. i. voor de ne helft der natie?
Waarom zwijgt hierover nu het Handels
blad onder de verdedigers, dat zelf in zijn
No. van l Mei erkend heeft met het subsi
diestelsel genoegen te kunnen nemen?
Plaatst de beginselen op den voorgrond en
antwoordt der N. Rott. Ct. dat het rechtvaar
digheidsbeginsel de 7 genoopt heeft een
oude zonde goed te maken, al werd die
zonde dan ook, en al wordt die zonde ook
nog heden gedekt met den schoonklinkenden
naam van »zorg voor de minderheden!"
Waarlijk, wanneer dat rechtvaardigheids
beginsel niet de zeven heeren tot motief ge
strekt heeft, en zij dus geenszins het voor
nemen koesteren, later, waar het in hun
vermogen is, het ook in de gewone wet in
eere te herstellen, dan hebben zij een zeer
dwaas werk verricht, eene groote politieke
fout begaan. Immers zonder dat motief,
zijn ze door de liberale Unie, de
conservatief-liberale pers, ? reeds vóór zij gesproken
hebben, weerlegd. Met de bekende uitvluchten
en opportunistische praatjes, als blikken
sabeltjes gewapend, strekken zij het
welgeoefend leger, dat tegenover hen staat, ten
spot. In den dag van den strijd worden
zij omver geblazen.
Wat ons betreft, waren wij niet overtuigd
van de noodzakelijkheid om den schoolstrijd
te doen eindigen, door zooveel mogelijk de
rechtvaardigheid te betrachten, wij zouden
er geen oogenblik aan denken, het oude
art. 194 los te laten; wij sloten ons_zonder
aarz'elen bij de Beaufort c. s. aan. Hadden
wij dit motief verloren, wij zouden niets
ernstiger betreuren, dan de zeven heeren en
hun verdedigers reeds zoo lang te zijn voor
gegaan op den weg, dien zij dralend en
schuchter ten slotte, achter ons aan, zijn in
geslagen. Wij zouden als voorstanders van
het openbaar onderwijs, der liberale partij
nederig om vergeving vragen.
Edoch. Wij twijfelden tot dusver nog
. ganschelijk niet.
Van over de Grenzen.
Nog steeds houdt de Sultan den ongeluk
kigen Sir Henry Drummond Wolff aan de
praat, en blijft de Engelsch-Turksche conven
tie, die reeds door koningin Victoria is
onderteekend, de ratificatie van den beheerscher
der geloovigen missen. Rusland en Frankrijk
bewegen hemel en aarde, om den Sultan van
de onderteekening terug te houden, en er be
staat wel eenige kans, dat hunne openlijke
bedreigingen hare uitwerking niet zullen mis
sen, al leggen aan den anderen kant de ge
zanten van Oostenrijk en Italiëhun invloed
ten gunste van Engeland in de schaal, terwijl
de Duitsche gezant zeker niet de partij van
den heer de ^Nelidoff of van graaf de
Montebello heeft verkozen.
Men zou zich kunnen verwonderen over
deze heftige oppositie tegen de bedoelde con
ventie, indien men de motieven der diplomatie
niet in den regel overal elders dan aan de opper
vlakte moest zoeken. Het is waar, de conventie
drukt den stempel der ofticieele goedkeu
ring van den sultan op de zeer bijzondere
positie, die Engeland zich in Egypte heeft
verworven; zij kent aan de regeering te Lon
den rechten toe, die aan alle overige groote
mogendheden ontzegd zullen blijven. Maar
aan den anderen kant is zij de vervulling der
onvoorzichtige belofte van den heer Gladstone,
dat Engeland, wel verre van Egypte te willen
annexeeren, het land zou ontruimen, zoodra
dit veilig kon geschieden. Zij vermindert fei
telijk den overwegenden invloed, door Enge
land sedert ettelijke jaren in het Nijldal uit
geoefend. Zij maakt een. einde aan een
onregelmatigen toestand, die aan het Eugclsche
Kabinet de welkome gelegenheid aanbood om
een beslissenden slag te slaan, zpoclra eene
Europeesche verwikkeling de overige belang
stellenden en belanghebbenden van
rechtstreeksche inmenging terug hield.
Oppervlakkig beschouwd, zou men dus moe
ten zeggen: de weigering van den sultan,
om het veelbesproken stuk te onderteekencn,
ou voor de Engelsche regeering eeue zekere
voldoening zijn. Zij zou haar in staat stellen, om
zich de handen in. onschuld te wasschen, eii
om later te kunnen verzekeren, dat de lieden,
iie inbreuk maken op de souvereiniteit des
sultans, niet te Londen, maar te Parijs en te
St. Petersburg moeten worden gezocht, waar
noen den sultan beletten wil zijn eigen zin te
doen in eene zaak, waarover hij, en hij alleen,
beslissen kan.
Er is echter eene keerzijde van de medaille.
Toen het kabinet Salisbury optrad, moest de
Meine, maar luidruchtige en invloedrijke »vierde
partij" worden tevreden gesteld. Lord
Randolph Churchill kreeg eene ministerieele por
tefeuille, en zijn getrouwe schildknaap, Sir
Henry Drummond Wolff, werd met eene spe
ciaal voor hem gecreëerde zending belast.
Hij zou de man zijn, die de Egyptische questie
in orde bracht. Maanden lang bleef hij te
Cairo, waar de Turksche gevolmachtigde,
Moektar-pacha, hem te slim ai was. Ten einde
raad, vertrok hij naar Constantinopel, waar
Sir William White, een van Engeland's han
digste en meest doortastende diplomaten, hem
den weg had bereid. Vele malen maakte de
oppositie in het Engelscke parlement er der
regeering een verwijt van, dat de heer Wolff
het land schatten kostte, en niets tot stand
bracht. De eerst met geheimzinnigheid, later
met ophef aangekondigde conventie moest nu
het bewijs leveren, dat de heer Wolff een
voortreffelijk diplomaat was en dat de regee
ring eene goede keuze had gedaan, toen zij
hem zulk eene belangrijke taak toevertrouwde.
Wat nu de oppositie van Frankrijk en
Rusland betreft, men mag veilig aanne
men, dat de conventie daarbij slechts als voor
wendsel wordt gebezigd, maar dat de eigen
lijke strijd den voorrang in Constantinopel
geldt. Te recht of ten onrechte schrijft de
czar al wat de uitvoering zijner plannen in
het Balkan-schiereiland dwarsboomt aan den
invloed van Engeland toe. Wie dien invloed
mede wil ondermijnen, is voor hem een wel
kome bondgenoot. Frankrijk eindelijk grijpt
gaarne elke gelegenheid aan, om zich aan
spraken te verwerven op Rusland's dank
baarheid, en beschouwt de tegenwoordige
diplomatieke samenwerking als de repetitie
voor een gemeenschappelijk optreden op
grooter schaal en met ernstiger doel.
Het mag intusschen eene geruststelling
heeten, dat elk der in het conflict betrokken
partijen strijdt voor iets, dat zij eigenlijk niet
wenscht te verkrijgen. Onder die omstandig
heden mogen dreigende vertoogen en scherpe
courantenartikelen tot zekere spanning aan
leiding geven, tot eene verstoring van den
Eurppeeschen vrede zullen zij hoogstwaar
schijnlijk niet leiden, tenzij onverwachte ge
beurtenissen i u Bulgarije of in Serviëaan
de zaak een anderen keer geven.
Koning Milaii van Servië, die het, zooals
men weet met zijne gemalin niet best vinden
kan, heeft ^haar voorbeeld gevolgd. Terwijl
koningin Natalie naar Rusland is gereisd,
om daar troost en steun te zoeken in hare
huiselijke en politieke beproevingen, is haar
heer en gemaal met hetzelfde doel naar
Weenen gereisd.
Dat dit bezoek onmiddellijk volgde op het
aftreden van den minister Garaschunin en
het optreden van Ristitch, die als een vriend
van Rusland en als eeii vijand van Oostenrijk
bekend staat, bewijst, hoe zwak de ongeluk
kige vorst zich gevoelt. lutusschen bleken
de beweringen, dat koning Milan te Weeneii
op eene uiterst koele ontvangst kon rekenen,
onjuist te zijn; keizer Franz Joseph heeft
hem met alle cerbewijzingen ontvangen en
hem uitgenoodigd, voor een paar dagen op
den Hofburg zijn intrek te nemen. Wat er
tusschcn de beide vorsten en graaf Kalnoky
is besproken, blijft natuurlijk voorloopig ge
heim ; ook over de uitkomst van liet bezoek
kan men niet oordeelen, want ofschoon de
keizer reeds voor eenige dagen naar Ischl
is vertrokken, toont koning Milan weinig
zin om naar Belgrado terug te keeren.
Waarschijnlijk hebben zoowel de koning als
de koningin den raad gekregen om zich in het
onvermijdelijke te schikken. Ontegenzeggelijk
is de meerderheid van het Servische volk niet
zeer gesteld op den Oostenrijkschen buurman,
die door de bezetting yaii Bosniëeu de
Herzegowina een einde heeft gemaakt aan de
droomeii van een Groot-Servisch koninkrijk. Onte
genzeggelijk is de politiek van koning Milan
en van Garaschaiiin alles behalve populair,
en is het Panslavismc in Serviëcenc groote
macht. Maar economisch is het kleine konink
rijk van het machtige Oostenrijk-Hongarije
volkomen afhankelijk, en zou eene betrekkelijk
geringe verhooging der tarieven den volslagen
ondergang van handel en nijverheid in Servi
tengevolge moeten hebben. Ziedaar een feit,
waarmede ook de Russopliilen zooals Ristitch
rekening moeten houden, een feit, dat zelfs
door de Russische pers zooal niet openlijk
erkend, dan toch steeds in het oog gehouden
wordt. Men moge zich te S t. Petersburg over
den ommekeer in de Servische staatkunde
verheugen, eu daarin do voorbode zien van
eene toekomst, welke Serviëtot een Russisch
wingewest zal maken, maar men weet, dat de
vrucht nog niet rijp is om geplukt te worden.
Zondag komt > de Bulgaarsche Sobranja te
Tirnova bijeen. Indien de regenten en de
ministerraad weten weerstand te bieden aan
de verleiding, om aan hun neteligen toestand
door een co/tp de déncfspoh' een einde te maken,
en de vertegenwoordigers terughouden van
de hopelooze poging, om tegen den wil van
Rusland een nieuwen vorst te verkiezen, mag
men hopen, dat ook daar de nl/tlus f/no zal
worden gehandhaafd. En dit zou, in de ge
geven omstandigheden, van alle kwaden nog
het minste wezen.
E. D. PI.TZKL.
Uit de Bissehopstad.
GYMNASTIEK VOOR MEISJES.
Door kracht te geven aan hot
lichaam, geuft men kracht aan tlo
ziel, en God weet, hoe noodig het
voor ons vrouwen is, bekle sterk
te hebben." Jlias VvraonT.
Op, gij mannen van Olympia, van Sparta en
Lycurgus, van Milo en Bato, op de bres voor de
eer en voor het behoud van de gymnastiek, uw
aangebeden en bewonderd, maar nog te dikwerf
miskend en belasterd troetelkind, dat al sints
geruimen tijd op onze H. B. S. voor meisjes de rol
van Asschepoester schijnt te vervullen ! Hoe on
waarschijnlijk 't klinken moge in een stad, waar
Jahn, de groote Turnvater, waar Spiess en Ling
zoovele jongeren tellen, het is een feit, dat de
gymnastiek er in levensgevaar verkeert. Het is
niemand minder dan een hoogleeraar in de rechts
wetenschap, die in zijne kwaliteit van gemeen
teraadslid een aanval heeft gedaan op de gym
nastiek aan de middelbare meisjesschool, zóó
fel en hevig, dat de aangevallene kans loopt er
niet moer bovenop te komen, als niet hare vrien
den ter hulpe snellen. Het onderwijs is niet
alleen op zichzelf onordelijk, maar werkt
demoraliseerend" op de meisjes? 't Is om den schrik
om 't hart te krijgen. Neen, gelukkig alleen nog
maar demoraliseerend: op het gansche onder
richt, dat aan de school gegeven wordt." De leer
lingen dragen van de lessen in de gymnastiek
de kiemen van wanorde over in de andere lessen."
Oef, daar ligt de gymastiek achterover; zij kan
het er voorloopig mee doen. Daar staan zij dan
nu ontwapend, allen die meenden, dat
lichaamsoefeningen tucht en orde aankwoeken en behalve
't besef van eigen kracht, plichtmatige gehoorzaam
heid leeren. Want het feit, dat de lossen zeer
veel te wenschen overlaten, schijnt eigen te zijn
aan het onderwijs in dit vak."
Afkeeiïg van halve maatregelen, stelt de aan
valler voor de gymnastiek op die school te schrap
pen*. Niettegonstaaande elk rechtgeaard Utrechte
naar een broertje dood heeft aau al wat naar
radicalisme richt, vindt dit ultra-radicale voorstel
o wonder! vele verdedigers. Zij doon mij
denken aan iemand, die zich in oen slechte restau
ratie de maag overlaadde en toen, zonder het
eens op oen andere wijze te probeeron, besloot,
voortaan in 't" geheel niet moer te eten. Hoe hot
zij, Burg. en Weth. zijn uitgenoodigd, het al of
niet wonschelijke van 't gymnastiekonderwijs aan
de bedoelde meisjesschool eens a téte reposéo te
overwogen. Om hen bij de overwegingen behulp
zaam te zijn, moge 't mij veroorloofd wezen naast
het brevet van demoraliseoring aan do
lichaamsoefeningen uitgereikt, een ander getuigschrift over
t o leggen.
De gymnastiek voor meisjes vindt steeds haro
dweepende vrienden naast de bitterste vijanden.
Do eersten beschouwen de lichaamsoofeningcn zoo
ongeveer als een panacee tegen alle
lichaamskwalen; zij zijn zoo gewoon alle overdreven ge
moedsaandoeningen van ziekelijkon aard toe te
schrijven aan 't gemis van de noodigo gymnastiek,
dat zij gerust durven staande houden, dat Fodra
zich niet geworgd, Dido zich niet doorstoken en
Satt'o zich niet van de rots geworpen zou hebben
als ze maar bijtijds hun zwaarmoedige bui
woggcgymnastiseerd hadden. De dwecpers vergeten,
dat het misbruik in dezen even verkeerd, als het
gebruik nuttig is. Hoe goed ook hunne bedoelin
gen zijn. deze lieden hebben wellicht nog meer
kwaad aan de zaak dor gymnastiek berokkend
dan de tegenstanders. Deze vormen zich tenge
volge hunner onbekendheid met do zaak, de won
derlijkste denkbeelden. Zij moenen, dat men zich
ten doel stelt oven als van de jongens een
school van athletcn en gladiatoren va.n de
meisjes amazonen en kunstenmaakstcrs te vormen, j
Dezelfde opmerkingen, waarmede in't begin dezer j
eeuw de oprichting van jongensgymnastiekscholcn
bestreden werd, verneemt men nu tegenover 't
onderricht aan meisjes. Het zal de meisjes ver
wilderen, haar zachtheid zal verdwijnen hierbij
spoelt den lieden zeker 't afschrikwekkende
spookbeeld voor oogen van de ijzeren
heldinnenkoningin uit 't Nibelungcnliod, Brunnhilde, die
zooveel aan gymnastiek had gedaan, dat zij haro
hand slechts wilde schenken aan den man, die
haar in lichaamsoefeningen zou overtreffen en j
dan ook haar gemaal ongemakkelijk onder don
pantoffel hield (zij hing immers koning Gunther
eenvoudig aan oen spijker tegen den wand, als
zij niet van hem gediend was). Verder heet het
gymnastiekonderwijs onnatuurlijk on onvrouwelijk;
het zal de meisjes te onafhankelijk maken ; er
wordt te veel tijd voor aan de studie onttrokken.
Het is mede onchristelijk al heeft Salomo, die
anders nog al voor wijs en verstandig te boek
staat, er eenige reclame voor gemaakt.
En, lastnot least, werkt het onderricht wanor
delijk en demoraliseerend". Dit laatste doetde deur
dicht. Intusschen komt 't ons menigmaal onbegrij
pelijk voor, hoe men argumenten van dergelijk ka
liber durft te uiten en ? 't papier is trouwens
geduldig te laten drukken in een tijd, dat de
baanbrekende hygiëne haar cisch eenor harmoni
sche ontwikkeling van lichaam en. geest steeds
luider en luider laat hooren, haar cisch, dat de
opvoeding het reeds voel to ver ingeslagen pad
der eenzijdigheid verlate.
Bepaalde do oppositie zich nn slechts tot enkele
bcvooroordcohlen, wien men een hoe komt Saul
onder do profeten" zoo mogen toeroepen; maar
juist velen der verdienstelijkste!! onzer gemeente
raadsleden doen aan dien strijd mede. Van de
beide doktoren, die zich in de discussie mengden
en 't natuurlijk oneens waren, sedert de tijden
van Hippocrates breken de doktoren gedurig el
kanders meening in 't publiek al'. sprak do een
een krachtig woord ter verdediging, terwijl de
ander zich sterk tegen de gymnastiek op de mid
delbare school verklaarde. Ook hier was 't alweer
do onbekendheid met do lichaainsoeieningen, zooals
die kunnen en moeten wezen, die aan het woord
was. Wij vernamen, dat moer dan do helft dor
meisjes in de .'ïe klasse op geneeskundig attest
zijn vrijgesteld van de lossen.
Maai- eilieve, pleit dit niet veeleer voor dan tegen
do gymnastiek, tegen de meisjes en hunne be
grippen omtrent de eerste gozondhoidseischen.
Op welke wij/o medische attesten veelal in do
wereld komen, zullen we toch onzen gemeente
raad, die wel wereldkennis bezit, niet behoeven
to vertellen : hij kan dit van den een of anderen
medische» intimus gemakkelijk to weten komen.
Do meisjes zclven hebben vooroonleelen; deze
heeft gemoedsbezwaren togen het costunm (men
herinncro zich een curionsen strijd daarover op
een der Geldorsche normaalscholon), gene is be
vreesd voor te sterke spierontwikkeling, een derde
is bang haat belangwekkend air de laiigueur tegen
den blos van een boerendeern te moeten verwis
selen, een vierde en een vijfde en de rest missen.
den noodigen lust en ijver. Slechts weinigen zien
het nut in, van geregelde lichaarasoefeningen.
Laat dan de stedelijke regeering verstandiger zyn
en het wél hegrijpen. Laat Utrecht, dat vóór
ongeveer 30 jaar, toen de meisjesgymnastiek zoo
goed als nergens bestond, een voorbeeld gaf door
deze op een meisjes-kostschool in te voeren, ook
thans blijven vóórgaan.
Aaa mannen, als een Gutsmuths en zijn
Hollandschen alter ego Jan van Geuns, die de gym
nastiek in 't algemeen grondvestten, aan Scheltema,
Euler, Schreher en Lubach is 't onderwijs veel
verplicht. Maar vooral was het dr. Allebó, van
wien een breede rij van geschriften over 't onder
werp bestaat, die hot meest bijbracht voor
't onderwijs aan meisjes. Dubbele waarde heeft
voor ons daarom zijn woord:
Lichaamsoefcningen voor de hedendaagscho meisjes zijn nog
noodiger dan voor de knapen." Mochten onze vroede
vadereu van do betoekonis van dat feit eens wat meer
doordrongen worden. De gymnastiek mag geen leef
tijd en geen geslacht buitensluiten. Het spreekt van
zelf, ze moet voor meisjes geheel anders zijn dan
voor jongens. Kunstenmakerijen en
balletvertooningen staan op den index. Omphale vond haar
werkkring bij het spinrokken, en in haar
tooverkracht op den sterken Hercules schuilt 't
zinnebeeld van de verhouding van de vrouw
tot den man. Daarom, al mogen de jongens
zich in hunne gymnastiekclubs voor den
Herculesdienst bekwamen, de meisjes moeten zich hij
hunne lichaamsoefeningen alleen aan Hygieia, de
liefelijke blozende godin der gezondheid, en aan.
den dienst der Gratiën wijden. Mag bij de eersten
lichaamskracht hoofddoel zijn, de laatsten zullen
alleen gezondheid on schoonheid voor oogen hou
den. Geen Spartarasche opvoeding derhalve; maar
een door desbevoogden samengestelde keur van
oefeningen, bijv. in den trant van dr. Schrebers
voorschriften of van de gedupliceerde bewegingen,
waarover do heer Disse een belangrijk werkje
uitgaf, mag op 't programma van elke meisjes
school voorkomen. Een ieder, die de meisjes ge
zien heeft, welke met rozen op de wangen de
sprekendste reclames zijn voor 't bekende werkje
van dr. Schreher, waarin, 't zij den gemeente
raad opgemerkt, voorschriften vo.or eiken leeftijd
zijn opgenomen en waarvan gelukkig dezer
dagen alweer een nieuwe uitgaaf verschoon, zal
dit mag" in eon moot" wenschen to veranderen.
De gymnastiek moet algemeen beoefend worden
door onze meisjes. Het wens sana in corpore sano
der ouden is ook voor hen geschreven. Wien 't
niet als Pope die echter bij zijn huishoudster
geducht onder do plak zat te doen is om de
vrouw gelijk te maken aan de teodere bont ge
kleurde lentebloom, door 't zachtste tochtje reeds
gebogen", wie geen dametjes, maar vrouwen ver
langt, in 't bewustzijn, dat de toekomst van een
land ten siotto van do vrouwen van dat land af
hangt, zal voor gymnastiek ijveren.
Burg. on Wetii. mogen dit alles wel oons rij
pelijk overwegen, alvorens in oons 50 j aron achter
uit te gaan.
HEIS.
NAPOLEON III EN ZIJN HOF TE COMHËGNE. .
Onderstaande is ontleend aan een kortelings
verschenen, zeer interessant werk over hot
COMpicijne van weleer en onder het tweede keizerrijk
van den heer Lct'èbvro Saint-Ogan.
To Compiègno, waar Eugónie mot hare moeder
Mevrouw do Montyo in 1852 kwam jagen, begon
de liefdesroman tusschon de toekomstige Keizerin
en Napoleon III, die in do Nötre-Uame eindigde.
Was het de poözio der herinnering of de
dankbaarheid aan dat bosch en dat kasteel, waar
de knoop harer wonderbare lotswisseling gelegd
word, die (Jompii.'gne voor de Keizerin tot haar
lievolingsverblijf maakten ? Hot slot word althans
do gewone verblijfplaats tijdons do jachtpartijen
in den herfst en daar werden jaarlijks oen reeks
van gaston gonoodigd. Slechts drie malen tijdens
Napoleons regeering word het niet door hot hof
bezocht, namelijk in 185.1 en 1055, ten gevolge
! van de troebelen van don Krimoorlog on in 1HOU.
Gewoonlijk arriveerden do Keizer on do Keizerin
den Ion November. Zij werden aau het spoorweg
station ontvangen door don onderprefect van
Compiègne, don mairo on de officieren van het
garnizoen, bcstogou terstond een grooten break,
die hou naar hot kasteel bracht, onder geleide
van oen peloton cent-gardes in gepolijst stalen
kurassen en hemelsblauwe uniform met scharlaken
opslagen. Ileods den volgenden dag kwam de
eerste sorie van gonoodigdon opdagen. Er waren
gewoonlijk vijf series gedurende ieder verblijf.
Zij bestonden uit ongeveer tachtig gaston ieder,
die vier volle dagen hieven,' zonder den dag van
aankomst on vertrok modo te rekenen.
Ieder gast moest een kamerdienaar meebrengen,
dio mot zijn hoor op hot kasteel logeerde.
SainteBenve, die er goen knecht op na hield, loonde
er voor dio gelegenheid eon van prinses Mathilde.
Men verhaalt van oen beroemd beeldhouwer, die
evenmin een kamerdienaar rijk was, dat hij zich
tijdens zijn verblijf te (,'ornpiègnc liet bedienen
door eon mot hem bevriend kunstbroeder. Ook
hooft zeker iemand ons verteld, hoe een groot
geleerde, die om de keizerlijke gnnstvrijheid te
genieten een lakei gehuurd had, duizend angsten
uitstond, toen hij bemerkte dat do man een
bruine gelaatskleur en ecu vreemd accent had.
Als het oons oen Italiaan, eon medeplichtige
[ van Orsini ware", dacht hij bij zich zclven, die
i van plan is don Keizer to vermoorden! . .. Dan
j zou ik hom hier binnen bobben gebracht!... Welk
j eon verantwoordelijkheid tegenover de
geschicde! nis! ..." Dergelijke verschrikkelijke onderstellingen
i waaraan hij bij het verlaten van l'arijs niot
gei dacht had, overmeesterden hem van af den oersten
j nacht, dien hij onder het dak van zijn gokroonden
! gastheer doorbracht on lieten hem niet meer los.
Men vond hom veel meer distrait dan zelfs aan
j oen lid der Academie van wetenschappen
geoori loofd was on toen do Keizerin hom iets vroeg
l over elementaire physica, raakte bij zoo geducht
l in de war, dat hij niet uit zijn woorden kon
komen... .