De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 3 juli pagina 4

3 juli 1887 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 523 ?de honderd mark in duizend dukaten, de dame reeds In den advokaat van Bologna, die moeielijke gevallen komt uitmaken. Nog eene andere lezing vindt men in Louis Léger's Recueil de Contei> populaires Slaves, traduits sur les textes originaux, Paris 1882. Zij is de volgende: . Omer's vader had veel verdriet van zijn luien, jjdelen zoon, die maar van huis tot huis en van venster tot venster ging, op de tambourica spe lend. De beide ouders stierven van verdriet. Omer moest toen eene vrouw zoeken om zijn huishouden te voeren; hij ging onder de vensters der schoone Meïra spelen. Zij deed het licht uit, en lette niet op hem. Drie nachten achtereen deed hij hetzelfde. Den vierden nacht speelde hy een droevig lied. Meïra opende toen het venster, en zeide hem, dat zij jong en schoon was, en wel een rijken man kon krijgen. Als hij haar wilde verkrijgen, moest hij zeer rijk worden; zij ried hem dus aan, een winkel te openen. Omer gaat naar huis, bedenkt dat hij een rijken Jood kent, en vraagt dezen geld ter leen. De Jood geeft hem dertig beurzen, voor zeven jaren, op deze voor waarde, die voor den Kazi geregistreerd wordt, dat hij Omer by wanbetaling, een ons van zijne tong .zal mogen snijden.'' Omer en Meïra trouwen, en al de gasten verwonderen zich over de pracht der feestelijkheden; Omer had er vijftien beurzen aan besteed. HU' hield zich vervolgens met zijn winkel bezig, en toonde geen bezorgdheid, totdat het zesde jaar kwam. Zijn angst nam steeds toe, maar hij wilde de reden niet zeggen; Meïra vernam deze echter van den Jood, en zon op middelen om haar mans tong te redden. Toen de vervaldag naderde, ging zy' drie dagen achtereen naar de rechtbank en bracht telkens den Kazi een rijk geschenk. Ten slotte vroeg de Kazi haar, wat zij begeerde, zij antwoordde: Vrijdag n uur in uwen rechter stoel te zitten." De Kazi biedt haar den geheelen dag aan. Zij verkleedt zich als Kazi, terwijl de Kazi zelf in eene naburige kamer toeluistert, verneemt den eisch van den Jood, laat dien in de registers nazien en bevindt hem in orde. Zij bepaalt dan dat de Jood eene drachme van Omers tong zal snijden, niet meer of minder, en anders ter dood zal gebracht worden. De Jood biedt schadevergoeding aan, als hij meer of minder snijdt, de rechter weigert het, en laat den beul halen. De Jood werpt zich aan de voeten van den gewaanden rechter, ook Omer smeekt voor hem om genade : de Jood scheldt de schuld kwijt en kan vertrekken. Dan snelt Meïra naar huis, verkleedt zich en verwelkomt haren man lachende met de woorden : Ha, daar is Omer met de afgesneden tong." Omer volgde sedertdien tijd altoos zijne vrouw's raad, was ijverig en werk zaam en verkreeg vele rijkdommen." Hier is het storten van bloed, dat in alle an dere verhalen voorkomt, en ook eigenlijk het meest afdoende bewijs was om den wraakzuchtigen geldschieter te doen straffen, weggelaten. Er is nog eene andere Aziatische legende, de .?Kazi van Emessa", die bijna eensluidend is ; het is de vraag of men daar met eene vertaling of het origineele te doen heeft. FRIEDRICH THEODOR VISCHER. Den 28n Juni, volgends anderen den 30n, des jaars 1807, werd te Ludwigsburg een der meest energische mannen, een der veelzijdigste geesten van Duitschland geboren. Toen Friedrich Bouterweck een weinig op den achtergrond begon te raken, en men aan Pölitz niet veel had, wiens theoriën wel helder zijn maar wat ondiep en wat smal voor komen, sloegen zij, die op de hoogte der duitsche aesthetika wenschten te komen, begeerige blikken in de drie deelen ^Esthetik oder Wissenschaft des Schonen," te Stuttgart in 1847?58 uitgegeven door den gewezenen Pf'arrvikar Friedrich Theodor Vischer, en trachtten het met zich-zelf omtrent vele vraagstukken eens te worden door het lezen der hegeliaansche reden* Dingen van don achtereenvolgends Tübinger, Züricher en Stuttgarter Professor. Men kon in Duitschland, op het spekulatieve ge bied, nog al wat lijden; maar onze geleerde ex-vikar was van een franc-parler, dat hij zich, in W rtemfoerg eene schorsing van 2 jaar in zijne Professur moest laten welgevallen. In het jaar '48 zat hij in de linker fraktie van de duitsche nationale vergade ring. En zoowel zijn soms overmoedig woord in de sfeer der politiek als zijn anonym verschenen satyre Faust, der Tragödie dritter Theil" (1862) en zijn zeer eigenaardige roman Auch Einer" {eene soort von selbst-biographie") kenmerken hem als een denker en letterkundig kunstenaar vol kracht en originaliteit. Het is daarom wel jammer, dat hij zijn hoofd-werk, zijne ^Esthetik", niet een weinig artistischer heeft willen behandelen. Men kent den graad van helderheid der duitsche filozofen sedert Kant, men kent den zwaarmoedigen stijl, waarin zij zich .uitspreken hunne gewoonte van de eenvoudigste voorstellingen der gedachte zeer ingewikkeld voor te ?dragen het zal dus niet paradoxaal klinken als men begeerig is naar eene populaire vertaling (schildering in woorden) van de abstrakties des schoonheidvereerenden Ileeren Vischer. 't Is te meer te verwonderen, dat deze wensch niet sints lang vervuld is, daar het gesproken woord, naar de getuigenis zijner hoorders, altijd eloeit en medesleept. Men zoïi anders denken, dat in Duitschland zijn warm patriotisme meer gedaan heeft om hom populair te maken dan zijne disquizities over het '.?Erhabene", hoe gelukkig de voorstanders van het Ideale zich ook voelden, dat hij zich meer en meer afkeerde van het materialisme. Vroeger onder de rumoermakers geteld, werd hij, bij gelegenheid zijner pensioneering als Iloogleeraar aan het Stutt garter Polytechnicum, ten jare 1877, in den adelstand opgenomen. Ondanks dit een en ander gaat de krachtige grijzaart steeds voort kollegie te geven, niet slechts voor studenten, maar ook oor Dames, die er vlijtig aan deelnemen. Den 28n zal Vischer zijn 80n verjaardag vieren. TSen komitee, waaronder vele beroemde namen voorkomen, heeft zich belast met de regeling der festiviteiten. Het is voor den jubilaris, die, ook als dichter, in verschillenden toon en stijl opge treden is, eene aangename voldoening, dat zoo velen hem blijk van waardeering geven. Wij vie ren een leven," zeggen de komiteeleden, waarin voor de edelste goederen des geestes gestreden werd, en dat nog, op 80 jaar, werkt en schept in ongebroken kracht en jeugdig frisch gevoel." 27 Juni. A. Th. MARLITT. Den vorigen Dinsdag overleed eene vrouw, wier naam zoover als er Duitsch gelezen wordt, be kend was, en wier werken in vele talen, onder anderen in het Nederlandsen, met succes en ter stond na de verschijning overgezet werden. Wel is bijna even spoedig als de naam van E. Marlitt" verspreid was, haar reputatie gaan dalen, en bleef haar in de laatste levensjaren, bij hare lichamelijke pijn en zwakte, het verdriet van een reeds overleefden roem slechts door angst vallige zorg bespaard, maar Eugénie John heeft onder haar pseudoniem, dat zij zeer lang heeft weten ondoorschijnend te houden, met volle teu gen in de populariteit gezwelgd. Toch was het slechts door een bijzonder toeval, dat haar eerste pennevrucht de aandacht van de redactie der Gartenlaube, welk tijdschrift zij steeds is getrouw gebleven, heeft getrokken. Reeds had een lid der redactie, Dr. S., die de manuscripten van Goldelse en Die zwölf Apostel van Eugénie John's broeder, schoolmeester te Arnstadt, ter lezing ontvangen had, ze gequaliiiceerd als niet j boven het gewone peil verheven, en zou het ma- j nuscript met dank voor do inzage" terugezonden worden, toen de directeur der Gartenlauiie, Keil, vernam, dat de schrijfster in Thiiringen woonde, en haar verhaal op eigen waarneming in haar geboorteplaats berustte. Al wat uit Thiiringen kwam, trok hem aan; hij was daaruit gcboortig en had er zijn jeugd doorgebracht. Hij brak het pakje nog oens open, las, en las tot het avond j werd, on bemerkte spoedig, dat hier de" roman voor zijn publiek gevonden was. ? Zijn scherpe blik was voordeelig voor de Gar- \ tenlanbe en voor de schrijfster. Eugénio John ver diende wel geen millioen aan eiken nieuwen roman, zooals Zola of George Eliot, maar na eenige jaren kon Keil haar achtduizend thalers als haar deel van den opbrengst toezenden en de schrijfster, die reeds aan haren rolstoel geketend was, weende van vreugde. Vóór hot ontdekken van haar talent had zij ook andere tranen geweend. Do Johns waren eene familie die intellectueel en artistiek zeer begaafd was. Eugénie's vader, vroeger een zeer gezien en welvarend koopman, had een grooten aanleg als schilder; nog vindt men in de familie pastels, copieën en genrestukken van zijn hand. De moeder was buitenwoon schoon, eene hartstochtelijke ro manlezeres, maar ook romanesk, ijdel, slordig on verkwistend. Handel en huishouden gingen te gelijk met reuzenschreden achteruit. De vader j beproefde met schilderen en tcekenlessen geld er- i bij te verdienen, maar dit gat op zijn leeftijd niet veel. Eene der dochters werd spoedig als bloemenmaakster bekend en gezocht, maar stierf vroeg. Een ! zoon, die aanleg voor talen en literatuur had, kon 1 zijn cursus aan de akademie niet voltooien, uit geld gebrek, en werd schoolmeester. Do aanleg voor poëzie, in zijn acadernischen tijd opgemerkt, werd niet aangekweekt, alleen in zijn brieven bleek hij later, toen hij de correspondentie voor zijn zuster voerde, een man van beschaving en fantazie. Eugénie werd reeds spoedig als het moest be gaafde onder do kinderen beschouwd. Het leven dige kind met zwarte krullen en zachte heldere oogen trok do aandacht van eene groote dame die to Arnstadt woonde, de van haren man ge scheiden prinses van Sondershausen. Zij meende dat hot meisje als zangeres carrière zou kunnen maken, liet haar de hoogere burgerschool te Son dershausen bezoeken, en zond haar daarna naar het conservatorium te Leipzig-. Eene groote teleur stelling voor beschermster, ouders en leerlinge was het, toen eene ongeneeslijke doofheid het meisje voor deze loopbaan ongeschikt maakte. Op eon concert te Leipzig, waar zij tijdens het begin harer kwaal nog optrad, maakte zij een onmis kenbaar fiasco, en dit deed hare dicpgevoelende kunstenaarsnatuur zeer aan. Later zong zij nog een enkele maal in den familiekring, maar nooit moor, wanneer er vreemden bij waren. De prinses van Sondershausen was intusschen te München gaan wonen, en verzocht het jonge meisje, gedeeltelijk als troost voor hare verdwenen illusien, als voorlozercs bij haar te komen logoe ren. Welke ondervindingen Eugénie John daar opdeed, weet men niet juist; het verblijf daar duurde niet lang, en eenige buitengewoon scherpe uitvallen over het hofleven, het intrigeeren, de kleingeestigheid en kleine schandalen van een hof, in hare geschriften voorkomend, wijzen niet op zeer vroolijke ervaringen. Ofschoon haar eigen karakter zeker wel eenige schuld aan de scheiding had, daar zij bepaald in ongenade vier bij de duodecimo-prinses, redde zij toch oen klein jaar geld, waarmede zij hare ouders en haren broeder ondersteunde. Dit duurde tot de prinses ook haar vermogen verloor, en de voorlezeres haar jaargeld. Dit is de tijd van werkelijke armoede in haar leven. Zij greep naar de pen. Bij een haard zonder vuur werden haar eerste verhalen geschreven; haar latere vriend Keil, de directeur van de Gartenlaube zeide ervan, dat deze juist de bloedwarmte" bezaten, die zijne lezers het meest waardeerden. Deze periode legde zeker ook den grond tot de kwaal, gewrichtsrheumatiek, die later zoo vaak hare krachten verlamde en haar zooveel pijn kostte. Met hare doofheid vereenigd, was deze kwaal de oorzaak, dat toen zij kon leven zooals zij wilde, zij zich geheel van de wereld en zelfs van allen omgang terugtrok. Op hare villa bij Arnstadt bezorgde haar broeder hare zaken, hare schoon zuster het huishouden, zij zelve kwam niet voor den dag. Zij leefde in het gezelschap van het verleden en van de door haar zelve gescha pene dichterlijke figuren, terwijl niets haar stillen arbeid stoorde. Haar dag verdeelde zij aldus: 's morgens schreef zij aan het concept harer romans in groote trekken verder, 's middags bracht zij het geschrevene in den definitieven vorm voor de pers, en na het voltooien van ieder hoofdstuk hield zij voor broeder en zwager leesavonden", waarin zij het geschrevene voordroeg. Met den uitgever der Gartenlaube had zij de overeenkomst gesloten, dat al wat zij schreef onvoorwaardelijk zou geplaatst worden, maar dat zij ook voor niemand dan voor de Gartenlaube schrijven zou, eene overeenkomst, die zij, ondanks de schitte rendste aanbiedingen, getrouw nakwam. Haar broeder zorgde er voor. dat van aanvallen op haar persoon of haar geschriften niets haar onder de oogen kwam. Men weet dat ook VictorHugo's familie alle kritiek voor hem verborgen hield, en hij er zelf nooit naar vroeg. Men weet dat in den laatsten tijd de kritiek voor Marlitt zeer onbarmhartig geweest is en haar het conventioneele harer figuren, ook ter wille van het genoegen dat deze verschaft hebben, niet heeft vergeven. Marlitt heeft het nooit vernomen; zij is gestorven in het bewustzijn, dat men met even veel onvermengde dankbaarheid hare laatste pro ducten genoten heeft, als toen nien, in de dagen van Die Ziveite Fraw en Das Geheimniss der alten Manisel, haar spannend en boeiend verhaal, het oorspronkelijke der toestanden en het dichterlijke der figuren prees. VARIA. Dezer dagen is er een levensbeschrijving van Emanuel Geibel verschenen, die niet alleen wegens den inhoud van het geschrift, doch ook ter wille van den auteur de algemeene aandacht verdient. De schrijver is Professor Carl Conrad Theodor Litzmann. Tot voor twee jaren hoeft hij te Kiel den leerstoel-der verloskunde inge nomen. Sedert woont hij te Berlijn. De ledige uren van den ouderdom heeft hij zich ten nutte gemaakt (Litzmann is een zeventiger) om hot leven van zijn vriend Geibel te schrijven. Een dochter van den dichter is hem daarin door het verstrekken van allerlei authentieke bescheiden behulpzaam geweest. Ter nagedachtenis aan Fritz Reuter is eenige dagen geleden in het aan de Mecklcnburgsche grenzen gelegen stadje Treptow, in het huis, door den dichter aldaar eenigen tijd bewoond, een gedenksteen aangebracht met het volgende opschrift: In dit huis woonde van 1849 tot 18f>l de gymnastiek- en teokcnmeester Fritz Reuter. Hier maakte hij zijn eerste gedichten Lauschen und Riemels." Gouden tijden heeft de dichter echter met zijn privaatlcssen toenmaals niet be leefd. Men weet uit zijn werken hoe gelukkig hij bij zijn vrouw kwam, telkens als hij met een zijner Lauschen" klaar was. Daar echter heeft hij den grond gelegd tot zijn latere beroemdheid. Een bronzon standbeeld van Miraboau zal bin nenkort te liignon, de geboorteplaats van den grooten redenaar, worden opgericht Verleden jaar werd in den Salon het model tentoongesteld, dat door den beeldhouwer Granet vervaardigd is. liet initiatief tot de oprichting van het monu ment werd genomen door den heer G. Pallain, burgemeester van Gondreville, beter bekend als de uitgever der briefwisseling van den prins de Talleyrand met Lodewijk XV111. Volgons een be sluit "door den gemeenteraad van Bignon in 1792 genomen en onlangs weder te voorschijn gehaald en bekrachtigd, is bepaald, dat Bignon voortaan Le Bignon?Mirabcau zal genoemd worden. Door de hoeren Sotheby, Wilkinson en Ilodge heeft de verkoop van de eerste partij boeken uit de bibliotheek des graven van Crawford plaats gehad. Onder de voornaamste door hen verkochte werken bevonden zich onder anderen: De Arca dia" van de gravin van Pembroke, geschreven door Sir Philippe Sidncy, eerste editie in quarto, Londen 1590, voor !)3 pd. st.; de eerste editie van Tacitus, on het eerste bock door Vindeliu de Spira gedrukt, in folio, 14G8 voor 50 pd. st.; Valentin et Orson, zwarte letter, eerste editie, in folio, Lyon, 1489, 58 pd. st,; Valturii de Re Militari libri XII, eerste editie, in folio, 1472, een van de eerste boeken in Italiëgedrukt, met houtsnoden, 09 pd. st ; van Dijck, Iconos l'rincipum, fraaie portretten, in folio, 71 pd. st.; Vitae Patrum or Lyff of the olde auncyent holy (aders hermytes", vertaald uit het Grieksch in het Latijn door Saynt Jcrome, on weder overgezet in het Engelsch (uit het Fransch) door William Caxton, zwarte letter, houtsnedcn, in folio, Londen, Wynkyn de Worde, 1495, 71 pd. st.; Voragines Engelsche vertaling van de Golden Legend", in folio, 1527, gedrukt bij Wynkyn de Worde, 81 pd. st.; Turner's Liber studiorum" bracht, in verschillende partijen ver deeld, de belangrijke som van '240 pd. st. op. De gezamenlijke som van de geheclc verkooping. welke gedurende tien dagen werd voortgezet, bedroeg 19,075 pd. st. Te Berlijn is van het jaar 1882 af, door mid del der statistiek een berekening gemaakt, in welke verhouding het geslacht der kinderen staat tot den leeftijd der moeders. Naar die berekening door de Post" medegedeeld zou het aantal der geboorten van meisjes, bij vrouwen van 21, 24, 26, 34, 38, 42, 48 en 49 jarigen leeftijd, dat der jongens overtreffen. Betrekkelijk aanzienlijk is het aantal jongens bij 17, 18, 31, 33, 37, 40, 45, 46 en 51jarige vrouwen te noemen. De leeftijd van beide ouders mede in rekening gebracht, worden er volgens de uitkomsten der statistiek, wanneer de vrouw 13 jaren ouder is dubbel zooveel en is zij van 3?12 jaren ouder de helft meer jongens dan meisjes geboren; bij ongeveer gelijken leeftijd (O?2 ouder of jonger) een vierde meer jongens. Is de vrouw jonger dan de man, zoo heeft de ge boorte van meisjes de overhand. Dit meerder aan tal bedraagt gemiddeld 7 pCt. indien de vronw van 3?7 jaren jonger is, 19 pCt. wanneer er een verschil van 8?17 jaren bestaat, en is de vrouw ruim 18 jaren jonger, soo zullen de meer der geboorten van meisjes 15 pCt. bedragen. Dit verschijnsel wordt bewaarheid door een nadere ontleding der verschillende groepen in verband met den leeftijd der moeders, want behalve zij, die haar twintigste jaar nog niet hebben bereikt in welk geval de geboorte van jongens bijna altijd de overhand heeft ??toonen die groepen waar de vader 3 jaren ouder is, een verschil ten gunste der geboorten van meisjes; wier aantal gemiddeld met twee derde tot drie vierde dat der jongens over treft. Zijn de ouders van gelijken leeftijd, of is de vrouw ouder, dan neemt het aantal geboorten van jongens af, naar mate de moeder hooger in leeftijd is; hoe jonger daarentegen de man is, hoe meer de geboorte van jongens afneemt. Het jaar 1887 is een gewichtig jaar voor de telegraphie, waarin zij haar jubileum kan vieren. Vijftig jaren geleden, in Juli 1837, werd tusschen de stad München en de sterrenwacht te Bogenhausen de eerste schrijftelegraaf in gebruik ge nomen. Professor Steinheil, te München, veranderde het apparaat van Gausz en Weber in een schrijf telegraaf, waarbij de berichten door het werk tuig zelf worden neergeschreven. Dit apparaat neemt in het Rijkspostmuseum een eereplaats in, want", zoo wordt in een officieel stuk vermeld, heeft iemand rocht op de eer van de electrische telegraaf te hebben uitgevonden, zoo is dit vóór alle anderen professor Steinheil, voornamelijk om dat hij in het jaar 1838 door de ontdekking van do geleidende kracht der aarde do wetenschap verrijkte en aldus de kroon op het werk zotte. In hot jaar 1837 werd de eerste naaldtelegraaf met negen wijzers van Kook en Wheatstone ver vaardigd. De verbazende vooruitgang, welke de telegraphie in deze 50 jaren gemaakt heeft, is algemeen bekend. De letterdrukker van Hughes wrerkt tegenwoordig uitstekend. Mot dit apparaat werd gedurende den Russisch-Turkschen oorlog aan het Berlijnsche hoofd telegraaf kantoor, een be richt over den slag bij l'lewna, (5012 woorden be vattende, in 5 uur tijds overgenomen. Dit is dus ongeveer 20 woorden in de minuut. Het is van algemeene bekendheid, dat de moeste beroemde romanschrijvers, waaronder Walter Scott, Charles Dickens, en bij de Franschen Alcxandre Dumas en Balzac, de gewoonte hadden, om hun gees teskinderen als bestaande wezens te beschouwen en over hun eigenschappen en handelwijzen te spreken, als hadden zij werkelijk bestaan. Een medearbeider aan do Atlantic Monthly verhaalt in een belangrijk opstel, dat ditzelfde verschijnsel in nog veel hooger mate bij Charles Reade voorkwam. Hij behandelde de personen : uit zijn romans als wezens, die geheel onafhan! kelijk van hem waren en zijn aanmerkingen over hun daden en handelingen zijn soms uiterst naïef. Met zijn roman Een vreeselijko verzoeking" waarin hij zich-zelf schilderde, had iets derge lijks plaats. Redelijkerwijze mocht men veronder stellen, dat de teekening van zijn eigen portret ten minste geheel van hem afhing, toch was dit l het geval niet. Rolfe spreekt en handelt in den l roman op eene wijze, welke geheel met de wel bekende grondbeginselen van den auteur in strijd * waren. Toen eon vriend hierop aanmerking maak[ te, gaf hij ten antwoord: Daar kau ik niets ; aan doen ; Rcadc zou niet zoo gehandeld hebbon, i maar Rolfe kon niet anders!" Johan Gram, aan wiens goedversnedon pen het lezend publiek roeds menig aangenaam rcis-boek dankt, hoeft thans weder een nieuwe bundel reis verhalen onder den titel Heugelijke dagen" het licht doen zien. Beurtelings brengt ons de schrijver op de vleugelen der verbeelding in Italië, Parijs en het Schwarzwald, maar waar hij ons ook henen voort, overal vertoeven wij gaarne met hem, omdat hij inderdaad een aangenaam reisgenoot cu prettig verteller, en een vroolijk opmerker is, die behalve een open oog voor 't heerlijk natuurschoon, een blik heeft oy de menschon die hij ontmoet en door de juiste beschrijving van hun ernstige en komische eigenaardigheden zijn reisverhalen leven en beweging weet te geven. Do uitgevers S. on W. X. van Nooten te Sehoon"I hoven hebben Gram's boekje in een passend gewaad de wijde wereld, waaruit het kwam, weder inge zonden; wij twijfelen niet of 't zal zijn weg wel vinden. De heer Pieter Fockens, van Groningen, pro moveerde dezor dagon te Leipzig en verwierf het doctoraat in de philosophie mot eene dissertatie over Maria Stuurt. In dozc literar-historische studie" bespreekt hij de treurspelen, door Swinburne, Björnson, Schiller en Vondel aan dit onder werp gewijd. Terwijl Vondel's dramatische elegie" nauwelijks onder de historische bewerkingen der stof medetelt, heeft volgens Dr. Fockens Schiller hot meest recht doen wedervaren aan de beteckonis van Maria Stuart's tragisch lot ten opzichte der wereldgeschiedenis, alzoo het onderwerp in de volheid zijnor kracht doen uitkomen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl