De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 3 juli pagina 6

3 juli 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR N-EDERLAND. No.523 t*.*- Het zoo smartelyk verleden 'stond haar weder B «l z^jn afschuw voor. den geest. Bittere woorden .jttegea die vrouw naar de lippen, die eenmaal zoo «waar getroffiea werd in wat haar het dierbaarst " was. Vergeving .... vergeving l" riep de officier der ;|jaM's schier buiten zichzelven, terwyl zich een Bik aan zjjn borst ontwrong, en na zich met ?en hevige inspanning te hebben willen oprichten 'Vfel hjj. zwaar en kermend op zjjn leger terug. ?Doch nu trad zuster Thérèse, die de wanhoop t»rer ziel met geweld onderdrukte, zachtjes nader, legde vertroostend haar hand op het hoofd van Alfa. stervende, en woorden van vergiffenis vloeiden kaar van de lippen: Rust in vrede. Ik zal voor 8 bidden." Nauwelijks hadden die vertroostende klanken «$jn oor bereikt of het gelaat van Ahmed bel Julj werd met een helderen glans overtogen. Als een echte Mohammedaan, geen vrees voor den, dood kennende, stond hij moedig zijn vreeBeljjk lijden door ; telkens wanneer zuster Thérèse tÓfD. lippen met een verfrisschend vocht laafde, werd h\j kalm. De doodstrijd duurde lang. Eindelj(k tegen den morgen was alles gedaan. Toen rees de geestelijke zuster, die voor het bed geknield lag, overeind en op het laken dat den doode bedekte, bevestigde zij op de hoogte ftér borst, het kruis van het Legioen van Eer, dat boven z\jn leger hing. ;. E. DE RÉRATBY. CEN. REPORTER OP DE TENTOONSTELLING ; VAN VOEDINGSMIDDELEN TE AMSTERDAM. r Ovwieerl^jk! kostelijk! dat's eerst bier! wat B«gt n er van mijnheer?" vroeg mij dezer dagen «p de tentoonstelling een welgedaan, dik heertje, met een goedig rond gelaat, die even als ik in |nt ouderwetsche bierhuis van de K. N. B. Bierfaouwerij een glas bier gebruikte, N» een lange teug, klapte hij voldaan met de tang, streek met zijn handen langs de kort geknipte bakka^fiardjes die hem evenals de lange pijp die hij rookte, iets burgerman-achtigs gaven, zei: Uitstekend," en haalde een potlood uit den zak waarmede hij in een notitie-boekje de aanteekening maakte: K. N.S.B.?voortreffelijk" Toen hij zag, dat ik min of meer nieuwsdg naar zijn boekje keek, knikte hij mij vrien[jjk toe, terwijl hij nogmaals zijn potlood nam e» noteerde keurig oudenoetsch lokaal, mooie aiftieke schoorsteen, ouwe juffrouw die over een buUwstrade Tcvjkt de w'anden mochten wel eens gewit worden, min of meer smoezelig". Elk woord dat hij schreef, sprak hij tevens overluid en toen ik hem daarover verwonderd aanzag, leunde by achterover in zijn stoel, stak het potlood ach ter zijn oor en zei: Mag ik mezelf eens aan U foorstellen?" Gaarne!" Christiaan van Epscheuten, reporter van het Bwmmelosche Morgenblad." ?Aangenaam kennis te maken ik ben repre sentant van 't Weekblad de Amsterdammer." Zijn voorhoofd bewolkte zich even, maar hij rtak mij toch de hand toe en trachtte te glimiaehen,- terwijl zij zei: Dus collega's, maar ver schillend in richting. Uw blad is nog al, hm l" i\j kuchte hm T nog al hm ! min of meer scherp Mi en dan. Wij zijn meer optimistisch dan u, naar dat doet er niet toe daarom toch verrukt j te zien. Aangenaam, heel aangenaam!" Insgelijks meneer van . . . . ? Van Epscheuten reporter uit Hummelo," hij ;»f m^ zijn kaartje en kneep er een ezelsoortje a. Ah, pardon" lachtte hij ,,'kwas een oogenilik verstrooid, ik geef zooveel kaartjes af en laardoor vouwde ik er nu 't teeken: persoonlijk «taal werktuigelijk in laat ik u een ander jeren." Volstrekt niet! 't is uitmuntend zóó !" Hummeloo's Morgenblad zegt u ? 'N conservatief .lad?" Hm! neen l" Liberaal ?" N-n-neen! wij zijn alleen meegaande, vol?.omen meegaande, maar fameus op de hoogte van lies, laat ik u dus even de hand drukken". Hij stak mij een vleezig, dik handje toe on na yen mijne vingers te hebben gedrukt, vervolgde 4j: Kolossaal veel werk hier, ik ben al aan mijn evende potje bier!" .Ei! Ei! en noemt u dat werk ? Natuurlijk, als reporter dient men zich toch onscientieus omtrent de kwaliteit van een en nder op de hoogte te stellen." Dat spreekt!" Meneer, ik kan u verklaren dat deze tentoonelling bepaald te Hummelo sensatie heeft gelaakt; 't is the topic of the day," ik heb er al arschillende artikelen over geschreven. En hoe eschreven? Met waarachtige ingenomenheid, met ithousiasme meneer! Ik kan u ronduit verklaren it ik, wanneer mijn constitutie het slechts uitsudt, hier nog minstens stof vind voor veertien ; vijftien artikelen. Zooveel mogelijk heb ik van alles geproefd; surige zaken krijgt men hier over de tong en m het arrangement; 't is uniek, bepaald uniek." U vat uw taak ernstig op naar 't schijnt." Ernstig? Dat zou ik u verzoeken 'k heb al ree maal van Houten's cacao on driemaal Bloo3r's cacao geproefd en met inspanning geproefd eneer! maar op mijn woord van eer: ik dnrf sg geen bepaald oordeel vellen welke de prima Ei zoo?" Ja! 't kwam zoo toevallig- dat ik nog al wat iuwe wortelen en radijs, die door verschillende armoezeniers waren geëxposeerd had geprobeerd i daardoor was ik de eerste maal mijn smaak taal kwijt de tweede keer won het noodlot dat : een oogenblik te voren Kemmericb's bouillon met iinch tongue had gebruikt en Limonade gazense m de Snelle Sprong moest drinken om mij van » kwaliteit te overtuigen: u begrijpt dus dat..." Natuurlijk meneer van Epschenten, dan is de ng niet normaal en ...." Niet waar? 't is ook eigenlijk verkeerd, maar ijn hemel er is zooveel te onderzoeken, dat men werkelijk de kluts kwijt raakt. Zoo bijvoorbeeld vandaag; eerst Vollenhovens stout, toen Staatsbier, daarna Münchener, toen weer Princessebier, waarachtig mijn directie te Hummeloo mag wel op prijs stellen wat ik doe. 't Is een moeielijke taak ; b v. nu op dit oogenblik moet ik met de hand op 't hart zeggen : 't Nederlandsch Beiersch is niet te overtreffen, maar ik vrees dat ik straks weer van opinie veranderen zal, als ik 'tAmstelbier ga proeven, 't Is won derlijk, maar 't laatste schijnt mij altoos 't best." Dat gebeurt meer; lest heugt 't best, men had u lid van de Jury moeten maken, meneer van hm?" Van Epscheuten, om u te dienen ja dat was misschien nog zoo dom niet geweest, ik zou zeker met liefde en lust die moeilijke taak hebben aanvaard maar ik vrees dat mijn gestel er te veel onder zou lijden. Gisteren b. v. was ik bepaald onpleizierig 't was d?n ook een ontzettend moeielijke dag ik heb alle broodsoorten van de verschillende bakkerijen stuk voor stuk ge probeerd. En hoewel ik dweep met de saucijsenbroodjes van de bakkerij van hm! de naam is mij ontschoten, maar ik bedoel die bij den ingang, dat alleraardigst ouderwetsche huisje waar die ouwe man boven uit 't venster ligt,' moet ik toch zeggen dat de krentenbroodjes van de Haan minstens even lofwaardig zijn samengesteld. En ligt een gedachte, een zeker soort van poëzie in die twee broodsoorten, in de vernuftige samenstelling van wittebrood met sukade en krenten, zoowel als in de combinatie van banketdeeg met varkensvleesch en dan dat Pain de luxe, lekker! lekker! die gebakjes van beide firma's fijn! delikaat. Met vindingrijkheid weet men tot in 't oneindige n vorm n deeg te varieeren. 't Is bewonderenswaardig met hoe weinig hulpmiddelen men brood in taart en beschuit in tulband weet te metamorphoseeren. 'k Heb gisteren avond een sorteering van die verschil lende baksels mee naar mijn kamer genomen om nog eens a tête reposée, een en ander te kunnen examineeren, maar ik kon ook daar omtrent nog niet tot een vaste opinie komen. Misschien is het wel daaraan te wijten dat ik, om bij het rubriek baksel te blijven, en passant" ook de verschillende koeksoorten van de firma Bussink heb onderzocht en van al die biscuits die ze voor den ingang in dat tentje verkoopen zoo ter loops monsters heb genomen en gebruikt. .. Inderdaad 't was zeer vermoeiend!" Zoo, zoo! en is uw maag goed van die ongewone inspanning afgekomen, heeft u hm ! geen hm l last gehad van ...." Een beetje!?ronduit gezegd ik was nog wat op gezet van morgen; daarom ben ik dadelijk naar de vischhal van Saür gegaan en heb een paar nieuwe haringen gebruikt natuurlijk was hier geen sprake van vergelijking want Saür staat alleen, zonder concurrentie; ik kan dus wat hem betreft volstaan, met een vermelding der typische inrich ting van zijn vischhal". Ah zoo, dus het typische van een en ander j frappeert u toch ook?" Wel zeker! ik heb dadelijk in mijn eerste artikel alle huldo gebracht aan don ontwerper van al die sierlijke geveltjes, don begaafden grijzen Springer; ik heb ook den bouwmeester niet vergeten, waar achtig niet! Ik ben zelf zoo vrij geweest de woor den van onzen onstorfelijken Vondel aan te halen. Ziet hoe twee schilders hier, clck om het. leste deel Vast schilderden om strijd -niet 't vcricir/e penseel. Hun werken sullen in, der konstenaren lunid Altijd geprezen zijn van 't eene en 't andere land." Ziet u, dat past nu wel niet precies, want de eene Springer is schilder en de andere architect, maar enfin! zoo nauw moet men 't niet nemen en de goede Vondel wist immers ook niet dat ik die regels zou noodig hebben?" Neen! zeker niot, anders had hij zo wel toe passelijker gemaakt. U schijnt Vondel op uw duimpje to kennen." Meneer! ik ben eer. ontwikkeld man, naar ik mij vlei en wolk ontwikkeld Nederlander kent zijn Vondel niet?" Hum! hum!" Mijn artikel is met graagte gelezen door ons Hummelo'sch publiek ; ik heb dan ook mot warmte en gloed uitgewijd over het smaakvolle gebouw waarin al die voe lingsmiddelen zoo keurig zijn geëtaleerd, 'k Ilob er op gewezen dat nog nooit of nergens zoo'n volledige verzameling ledige blik| jes was gezien. Daar ik mij niot door proeven kon overtuigen dat ze gevuld waren, nam ik zeker heidshalve aan dat ze later zouden gevuld worden. Een ding is mij opgevallen: tusschen al die voe dingsmiddelen staan een paar etalages van gooeholdoozen en speelgoed. Waartoe en hoe die bij do voeding dienon kunnen, is mij nog niet geheel duidelijk. Wat dunkt u er van ?" Ik. hm! ik geloof dat ze toch wel een voe dingsmiddel zijn maar voor den man die ze verkoopt." Ja dat kan wel zijn, ik had me nog niet op dit standpunt geplaatst. .. zeker! zeker! zóó beschouwd, hebben ze alle roclit van bestaan. En wat zegt U wel van die keurige keukouinrichtingen? Charmant hè? Mijn fantasie be volkte ze onmiddelijk met Aaltjes, en andere zuinige keukenmeiden ik zag ze in gedachten aan 't koken en braden. Ja a propos daarvan, de kookschool; 'n prachtig idee! Ik bad geen gele genheid om er oen blik in te slaan, maar naai1 ik hoor moet er voortreffelijk onderricht worden gegeven. Ik heb zelfs een pastijtje geproefd, dat , staande de les was gemaakt. Ik heb er beter | gegoten van mijn leven, maar 't was ook een leerlingspasteitje, ziet u'. Een eerste poging tot sériense pastei; in ieder geval toch een woord van waardccronde aanmoediging waard de lessen worden in 't Fransch gegeven, dat vind ik nog zoo kwaad niet ..." Ei'. men heeft er anders in de bladen reeds een woordje over gezegd, dat voor l lollandsclu.' vrouwen. . . ." Hollandsen onderricht verkieslijker was ? Maar meneer! elke beschaafde dame verstaat toch tegenwoordig Fransch en beeft uu nog het voordeel dat zij, met 't koken, ook haar Fransch onderhoudt; bovendien wat er geleerd wordt is voorloopig toch hoofdzakelijk de Frausche keuken. Wanneer ik goed ben ingelicht, dan zal er nog een extra cursus worden geopend voor de toebe reiding van meer compacte spijzen, zooals stokvisch, zuurkool, erwten, boonen enz., in n woord scheepskost; men heeft mij verzekerd dat het ministerie van Marine een bekwaam scheepskok, met een aangenaam uiterlijk, ter dispositie van de commissie heeft gesteld en ...." Maar meneer van Epscheuten?... " Nu! men zegt 't; misschien is 't maar een los gerucht en nog wel van grond ontbloot; ik heb 't intusschen maar in onze Hummeloosche onder de Varia meegedeeld; moet ik 't later weer spreken, in 's Hemels naam, dan is 't in alle ge vallen alweer een berichtje geweest." Ah zoo!" Als begin, 't zoogenaamde aanloopje, van mijn tweede artikel, dat meer bepaald aan het markt plein was gewijd nam ik dit citaat van den ouden Joost: Liefhebbers komt wij aan, voor iedereen staat open T>e markt die men hier giet; komt en beziet vrij, of Veel liever koopt er wat. Ge vindt er nieuwe stof Tot voeding van den geest en't lij f, ai! gaat niet loopen, Voor een geringe munt kunt ge in de winkels Icoopen Van allerhande waar . . . . " U begrijpt, 't citaat paste hier en daar ook weer niet geheel juist, maar ik geloofde, zonder aan den dichter onrecht te doen, wel een paar woorden te mogen veranderen. Och! 't lezend publiek snapt dat ook zoo onmiddellijk niet en de geletterden, voor zooverre zij Vondel kennen, nu! die zien zoo'n liberteyd" door de vingers, want iedereen heeft op zijn beurt de klassieken al eens noodig en zet ze dan naar zijn hand, zoo 'tin zijn kraam te pas komt; is 't niet zoo?" U slaat misschien de bal niet zoo geheel mis. In allen gevalle is 't handig, meneer van Epscheuten." Och meneer! wanneer een reporter niet handig is, wie moet bet dan zijn eergisteren o. a. had ik nog een zekere mate van handigheid noodig om in do zaal, de grauwe erwton en de snert van de marine te kunnen proeven, want die zijn na tuurlijk niet voor 't groote publiek; wel wordt er bij de kombuis en in het tusschendek van het oorlogschip, dat 't departement van marine geëx poseerd heeft, geschaft, maar alleen voor de lui dio er bij hooren, ik heb echter met een handig praatje er toch 't mijne van gekregen. Zulke erw ten krijgt men thuis nooit; om te zuigen rnenaor! als boter hoor! 't Is de meest volkomen blasphemie, dat ze die kostelijke capucijners raasdondcrs of bramstagloopcrs noemen en dan de sn-ert, hm! 't ideaal van snert in de uiterste consequentie. TI schijnt bier al verscheiden dagen te hebben doorgebracht en wol te hebben geprofiteerd!" En nog te zullen doorbrengen en profiteeren ; natuurlijk! Een expositie van oen omvang als deze dient minutieus te worden besproken. Ons Hummcloosch-orgaau is volledig in alles, ergo ook in dit geval. Wanneer ik nu al de voedingsmid delen heb gekeurd, beschreven en wat betreft hun voedingswaarde, prijs en algemcene bekend heid heb besproken, zal ik een beschrijving geven van al de gevels on de interieurs; u ziet ik no teerde daareven al een en ander." O ja! van die wanden die Die wel eens gewit mochten worden? Juist! ja ziet u 't frappeerde mij dat men hier op de markt wel eens het zindelijke aspect aan het nnasi-antieke uiterlijk ziet opgeofferd. Wan neer men logisch denkt is het toch min of moer onnatuurlijk dat onze zindelijke voorouders bij voorkeur tusschen zulke vuile witte muren gezeten zouden hebben. Wanneer men zich in de 16de eeuw verplaatsen wil, moet men, zooals van zelf spreekt, zich er geheel, als op het oogenblik zelf', in terug denken en niet den indruk ontvan gen alsof men in een lokaal zit, dat in drie hon derd jaar niet is gewit of goverwd." Maar meneer van Enscheuten, in dien tijd." Neen! meneer, in dien tijd was men kraakzindelijk; zingt Vondel niet reeds V Zo houd de wanden rein ran liuis en bnrght en tenijiel, En veegt ijeesi vuijlen roet op een rjastrrijen drem pel. Ja als u 't zoo beschouwt, dan .. . ." Zeker zoo moet men het in. i. beschouwen en bovendien wanneer onze goode Hummeloërs hier komend, zonden zien dat ik niet eens had opgemerkt hoc die ouderwetsche interieurs stoffig, groezelig en verschoten zijn wel meneer! ik was mijn prestige als reporter totaal kwijt'." Ha! Ha"! Ha! Ha!" Lacht u daarom?" Maar boste meneer van Epschenten, juist dat stoffige, dat vcrschotone, zooals u 't noemt, is artistiek, schilderachtig, typisch en .... Verschil van opvatting meneer ! ik entre nons gezegd beu 't wel met n eens, maar de Ilummcloërs, ziet u! denken anders in dit geval. Zij zouden niet zoggen: ,,'t is schilderachtig!" maar: 't Mocht wel eens geschilderd worden." Zo honden hij ons van witte muren, goed geschilderde en gelakte deuren eu kozijnen en bovenal van solied eten en drinken. Artistiek is een woord dat ze minder goed kennen. L' begrijpt ik moet de abonnés van ons blad toch wel een weinig, hm!..." Te vriend honden bedoelt u?1' Juist', u zegt het; wanneer ik altijd precies zon schrijven wat waar is, wat eigentlijk m'n convictie is. och man! dan zou ik bij ons in minder dan geen tijd reporter-af' zijn en daarom " ..Doet u wat water in uw wijn je hebt gelijk meneer want 't zou dood. jammer zijn; een reporter als u, is bepaald een zeldzaamheid; een tronvaille", voor een blad.'' Kcnigszins gevleid door mijn woorden stond de waardige Van Kpschouten op. reikte mij de hand en zei: al te veel eer meneer. Aangenaam ge weest kennis te hebben gemaakt; ik dank u voor die waardeercnde woorden." Met een zucht nam hij zijn glas op, tikte er mede tegen zijn rond buikje en zei gemoedelijk tot het laatste slokje bier dat er in was, terwijl mj het met kennersblik bekeek: zoek daarbinnen nu maar gauw een goed plaatsje op, want 't zal van daag weer schrikkelijk vol worden .... ik moet strakjes de wijnen van de Bodega, en al de verschillende likeuren van Haages en Levert, Lucas Bols, 't Lootsje en anderen nog onder zoeken;" hij zag mij zwaarmoedig aan drukte nogmaals mijn hand en fluisterde: God gaf dat 'tal avond was; adieu meneer!" Wel thuis meneer van Epscheuten! Sterkte!" J. v. M. Jr. Allerlei. HET JAPANSCHE BALLET. De Japanneezon zijn in allo kunsten welke zij beoefenen geestig, vindingrijk en oorspronkelijk, ook in het ballet toonen zij deze eigenschappen in hoogo mate te bezitten. Een correspondent van de Times, die in de gelegenheid was in de havenstad Kioto een balletvoorstelling bij te wo nen geeft daarvan de volgende beschrijving: Het Kaburenjo-theater te Kioto, alwaar de balletten worden opgevoerd, is een uit hout vervaardigd, eenvoudig gebouw, twintig meter lang en achttien meter breed, waarvan het dak met fraai snijwerk versierd is. Het tooneel is niet enkel, zooals bij ons, achter in de zaal vlak voor do toeschouwers aan gebracht, maar beslaat drie zijden der zaal, de vierde zijde wordt door de keizerlijke loge ingenoTnen. Onder deze loge bevindt zich het parket, met verscheidene rijen zitplaatsen, en het par terre, dat hier in den eigenlijken zin van het woord wordt toegepast, daar er noch stoelen noch banken in geplaatst zijn, zoodat de toeschouwers naar landsgebruik op den met matten belegden vloer moeten zitten. Voor elk der drie afdeelingen van het tooneel hangt oen wit zijden gordijn, mot slingerplanten en bloeiende boomen alle gorisch beschilderd. De zaal is deels door kaarsen, deels door gekleurde lampions verlicht en ove rigens zeer eenvoudig. Men vindt er geen spoor van do weelde en pracht, die in onze theaters op den fijn beschaafde meestal oen onaangenamen indruk maken. Do drie gordijnen werden tegelijk opgehaald. Op het hoofdtooncel ziet men een tuin met een sierlijk paviljoen; op de beide zijtooneelen is een met roode stof behangen estrade opgericht. Acht jonge, schoone meisjes bevinden zich op do estrade, ter rechterzijde, alwaar zij, oen soort van orkest vormend, de Samiaeii" bespelen dit instru ment is een soort van guitaar met drie snaren, welke niet met de vingers maar mot een ivoren staafje getokkeld wordt. Op het tooneel links is bet orkest anders samengesteld. De helit der meisjes slaan op een Tsaznmi" (oen tamboerijn), de overige bespelen de Taiko een platte trom of zij laten oen klokkenspel hooren, welks zilveren klank een liefelijk en aangenaam effect maakt, en dat zij met welluidende stemmen in koor be geleiden. Over het geheel maakt de Japansche muziek op Europeesche ooron geen aangonamen indruk. Misschien zijn we nog te voel barbaren en zijn onze gehoororganen niet fijn genoeg om deze klanken recht te kunnen waardeeren, en zal het wellicht eenmaal blijken, dat ons begrip van mu ziek niet het ware is. Voorloopig zijn de toonwerken der kinderen uit het Zonnenrijk voor ons niets dan zeer onwelluidonde klanken. De jonge vrouwen die deze muziek ten gehoore brengen, verdienen evenwel den hoogsten lof, daar de ge lijkheid van het samenspel niets te wenschen overlaat; haar spel is ook uitnemend geschikt tot begeleiding van den dans. Deze dans heeft niets gemeen met het dansen in onze balletten dat alleen uit zinledige be wegingen, buigingen en verwringingen der ledema ten bestaat maar is werkelijk schoon te noe men met die langzame, liefelijke, bevallige bewe gingen, die een verrukkelijken aanblik opleveren. Pc danseressen zijn allen in tegenstelling met die van ons, voor zoover ze tenminste tot de oude garde van het ballet behooren j011? en schoon. en verschijnen in prachtige kostnmes. die van onderen niet te kort noch van boven te laag uit gesneden zijn. In dubbele rijen begeven zij zich met bevallige, langzame bewegingen, welke toch de schoone vormen dor danseressen zeer goed doen uitkomen, naar het hoofdtoonecl. Het ballet bij de Japaneezen is geen tooneelstuk zonder woor den waarbij men door eenige vastgestelde gebaren een of' andere gemoedsaandoening tracht uit to drukken. liet heeft geen ander dool dan door vrouwelijke bevalligheid en buigzaamheid den toe schouwer te behagen. De Maïkas", zooals de japanscbo danseressen worden genoemd, zijn van zestien tot achttien jaar oud; zij zijn allen buitengewoon schoon en vol maakt van vormen. Door haar wordt het Japan sche, type op de verrukkelijkste wijze vertegen woordigd. De kostnrnen zijn van gekleurd krip en worden door een Kimono", een broeden zij den gordel vastgemaakt. Hot zwarte haar is met levende bioomen versierd. Nooit ontbreekt de waaier, die in haar kleine handen een niet on belangrijke rol vervult. De voetjes komen nauwe lijks uit de in golvende plooien neerhangende kleederen te voorschijn. Langzaam en bevallig bewegen zij zich dan eens in groepen, dan weder van elkaar gescheiden, over hot tooneel. De dans is bijzonder zedig en vordert geen buitengewone inspanning van longen en spieren; hij gelijkt eenigszins op de mennot en de gavotte. en zijn doel is alleen den toeschouwer door do evenredigheid van lijnen, do harmonie der bewegingen, en de schoonheid van kleuren en stoften, te bekoren. Tevens wordt door dezen Japansehen dans nooit inbreuk gemaakt op de wetten dor welvoegeiijkheid en zedelijkheid.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl