Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.524.
Oostenrijk's pijpen moest dansen. Maar
wordt terug gestuurd naar zijn post, en
moet daar twee heeren dienen, waarvan
de een zijn eisenen op vriendelijke, de andere
op minachtende en gebiedende wijze stelt,
maar die beiden even streng zijn en te
zahet onmogelijke van hem vergen.
r.'
N
Zal het beter gaan met den prins van
Coburg, dien de Bulgaarsche Sobranja in hare
zitting van Donderdagmorgen met eenparige
stemmen tot vorst van Bulgarije heeft ver
kozen?
De prins zelf schijnt vol goeden moed te
zijn, en aan zijne vrienden te hebben ver
klaard, dat hij eene benoeming zou aanne
men, zonder te vragen, hoe de groote mogend
heden er over denken. De Times betoogde,
zoodra het bericht van de verkiezing te Lon
den bekend was, dat Engeland, Italiëen
Turkije geen bezwaren zouden maken, dat
Duitechland en Oostenrijk zich waarschijnlijk
op den achtergrond zouden houden, en dat
er kans op Was, dat Rusland en Frankrijk,
ander de gegeven omstandigheden, voor het
-fait accompli het hoofd zouden buigen.
Doch het City-blad moge zelf op uitne
mende w^jze de kunst in toepassing bren
gen om zich te schikken naar het vol
dongen feit, met andere woorden, om de
huik naar den wind te hangen het heeft
dit talent nog niet overgedaan aan Alexander
III van Rusland. Waarom zou de prins van
Coburg genade vinden in de oogen der Rus
sische Regeering, als prins Waldemar van
Denemarken, de zwager van den Czar, ge
noodzaakt is geweest om op hoog bevel van
zijn keizerlijken aanverwant de kroon van
Bulgarije te weigeren ? Waarom zou Rusland
ter wille van oen ondernemenden luitenant
bij de Oostenrijksche kavallerie, afzien van
zjm plan om een ledepop, in den vorm van
vorst Dadiaan van Mingrelië, naar Sofia te
zenden, en hem daar door een stel Russische
ministers te laten besturen, in majorem glo
ria/m van den czar-bevrijder en van de heilige
Panslayistische zaak?
In n opzicht is de toestand veranderd
sedert de Bulgaarsche Sobranja den
Mingreliër afwees en zich te vergeefs tot den
Deenschen prins wendde.
De oppositie, zelfs die der Bulgaarsche uit
gewekenen, die naar Constantinopel zijn ge
vlucht en daar tegen het regentschap intri
geeren, heeft met de regeeringspartij bij deze
verkiezing ne lijn getrokken. Zoo althans
meldt de telegraaf, en indien dat bericht
wordt bevestigd zal het Rusland moeielijk
vallen langer vol te houden, dat eene
gewetenlooze minderheid, de aanhang der regen
ten, het Bulgaarsche volk tyranniseert. De uit
gewekenen te Constantinopel zijn buiten het
bereik van de heeren Moetkoeroff en
Stambouloff, en veilig onder bescherming van
het Russische consulaat. Indien ook zij
verklaren, den met eenparige stemmen
gekozen vorst te zullen erkennen, moet
men bijna onderstellen, dat Rusland de
door de Sobranja gezochte oplossing niet
ongewenscht vindt. Het zal interessant zijn te
vernemen, hoe eene volte-face der Russisische
politiek in dit opzicht zal worden gemotiveerd
en hoe men te St. Petersburg, zonder een
bedenkelijk licht te werpen op eigen eerlijk
heid of doorzicht, een uitleg zal geven aan
het beschamende feit, dat zelfs de vrienden
van Rusland zich, waar het de nationale zaak
geldt, scharen aan de zijde van de wakkere
mannen, die de officieuse Russische pers
den boel zoo heeft opgeschept als tegenwoor
dig en ik zeg u peetoom, dat zij er onder
door zal gaan en dat al de arme lui vervloekt
zijn! O, ik heb een -vreeselijken nacht door
gebracht! Bedenk dan toch eens, mijnheer de
pastoor, de twintig lange jaren van moeite en
zorgen dier' arme vrouw in een enkele minuut
verloren en waarom? Door de grilligheid van
het toeval, omdat een kind de hand in de
zak steekt en een verkeerd nummer trekt.
Toen ik dan ook van morgen naar het huis
ging, dat wij bezig zijn op de boulevard Arago
te bouwen, voelde ik mij zoo ziek als een oude
losbol na een slapeloozen nacht. Maar of wij
verdriet hebben of niet, werken moeten wij
toch, niet waar? Dus klim ik naar boven op
de stellage. T?wij zijn al aan de vierde ver
dieping en ik begin te metselen. Plotseling
voel ik mij op den schouder tikken. Het was
Philippe!.... Hij werkte nu slechts als hij er
lust m had en hij wilde zeker een schoft
arbeiden om zich op een borrel te kunnen
onthalen. Maar de patroon, die een boete be
talen moet als het huis niet op een bepaal
den datum klaar is, neemt iedereen aan.
Ik had Philippe in langen tijd niet gezien
en ik zou hem bijna niet herkend hebben.
Verbrand en uitgedroogd door den brande
wijn, met een geheel grijzen baard en bevende
handen, was hij een oud man, een bouwval
geworden.
Wel, zei ik tot hem, de jongen heeft dus
een verkeerd nommer getrokken.
Wat zou dat? antwoordde hij met een
heesch geluid, en een kwaadaardigen blik.
Ga jij daar ook al over zeuren, evenals
Catherine en Camille ? ... De jongen zal doen als
sooveel anderen, hij zal het vaderland
diemen ... Voor den duivel! ik weet wel wat
mijn vrouw en mijn zoon zouden willen ...
.Als ik dood was, zou hij niet behoeven uit
te trekken... Maar, zooveel te erger voor
ken ! ik ben nog krasser dan zij denken en
Camille is geen zoon van een weduwe.
Zoon van een weduwe.... O, mijnheer de
j»astoor, waarom moest hij dat ongelukkige
woord ook zeggen ? De slechte gedachte is
dadelijk bij mij opgekomen, en den geheeleii
morgen, terwijl ik daar naast dien ellendeling
ttond te werken, heeft zij mij niet verlaten.
Ik stelde mij voor, wat de arme Catherine zou
te lijden hebben, als zij haar jongen niet meer
1»1J zich had om voor haar te zorgen en haar
sedert jaren voor roovers en geweldenaars
heeft uitgemaakt.
De Sultan heeft de conventie betreffende
Egypte nog steeds niet geratificeerd. Hij schijnt
te onderstellen, dat zijne weigering door En
geland niet zoo bijzonder kwalijk zal worden
genomen. Overigens trekt deze quaestie min
der en minder de aandacht. De Fransche re
geering heeft haar aangegrepen, als eene ge
schikte gelegenheid om zich bij Rusland aan
genaam te maken, maar het Fransche publiek
Blijft er kalm bij, en stelt vrij wat meer belang
in den parlementairen partijstrijd. Het minis
terie Rouvier heeft woord gehouden, en meer
nog dan dat _ gedaan. Zonder eene enkele
nieuwe belasting voor te schrijven of eene
nieuwe leening uit te geven heeft het Kabi
net pp de nieuwe begrooting het reusachtig
deficit doen verdwijnen, door op alle takken
van dienst bezuinigingen tot een gezamenlijk
bedrag van 129 millioen francs yoor te stellen.
Daarop had de uiterste linkerzijde zeker niet
gerekend, en nu zij de algemeene politiek van
het ministerie niet met goed fatsoen kon be
strijden, heeft zij weder de toevlucht genomen
tot insinuatiën en speldeprikken. Veertien
dagen lang heeft het bezoek van den
monarchist de Mackau, tijdens de crisis op het Elysêe
gebracht, stof gegeven tot variatiën op het
thema: de opportunisten hebben zich aan de
rechterzijde verkocht. Gedurende de volgen
de veertien dagen diende de tegenwoordig
heid van den nieuw benoemden pauselijken
nuntius, Mgr. Rotelli, op eene soiree door
den zelfden heer de Mackau gegeven voor
hetzelfde doel. Eindelijk werd dezer dagen
het onbetwistbaar bewijs voor het bestaan
eener »monarchistische conspiratie" gevon
den in het feit, dat een paar honderd
royalisten een bezoek brachten aan den graaf
van Parijs gedurende diens tijdelijk verblijf
op het eiland Jersey. Waar de oppositie tot
zulke middelen de toevlucht moet nemen, kan
de regeering gerust het »doe wel en zie niet
om" toepassen. Niemand weet dit beter dan
de leider der intransigenten, die zich zelfs door
beproefde vrienden, zooals de kundige en eer
lijke radicaal Henri Maret verlaten ziet, en
zich wel zal wachten om eene
kamerontbinding uit te lokken, die aan het ministerie
slechts ten goede zou kunnen komen.
E. D. PlJZEL.
NAPOLEON in EN ZIJN HOF TE COMPIÉGNE.
(Vervolg.)
De dames moesten allen in groot toilet, dus
gedecolleteerd zijn, onverschillig of zij oud of
jong waren, mooie of leelijke schouders hadden.
De keizerin was op dit punt onverbiddelijk en
duldde zelfs niet het dunste gazen bedeksel. Toen
zij eens eene eerbiedwaardige zeventigjarige in het
oog kreeg, dio in haar hooge japon trachtte weg te
schuilen op een der achterste banken der galtirij,
liet zij haar door een kamerheer verzoeken, de
zaal te verlaten. Een andere geschiedenis is te
Compiègne altijd in herinnering gebleven. Eene
niet-gedecolleteerde dame ziet zich den toegang
tot de galerij geweigerd. Haar man, die haar tot
aan den couloir had gebracht, neemt torstondeen
heldhaftig besluit. Hij vraagt in de kleedkamer
om een schaar en, gelijk die Circassische hoofden,
die op den dag van hun bruiloft, naar men zegt,
met hun zwaard het keurslijf hunner vrouw van
een rijten, knipt en snijdt hij in de hooge japon,
totdat hij er, zoo goed en kwaad als dat ging, een
lage van gemaakt had.
te beschermen en zij alleen zou moeten blijven
met dien gemeenen dronkaard, die nu geheel
en al verdierlijkt en tot alles in staat was...
Een naburige klok sloeg elf uur en de
kameraads gingen allen naar beneden om te
schoften. Philippe en ik waren de laatsten,
maar terwijl hij op zijn beurt de ladder wilde
afdalen om naar beneden te gaan, keek hij
mij sarrend aan en zei met zijn schorre
grogstem :
Je ziet wel dat ik nog stevig in mijn
schoenen sta. Ha, ha! Camille heeft nog geen
kans om zoon van een weduwe te worden.
Toen steeg het bloed mij plotseling met
vreeselijke kracht naar het hoofd!
Ik greep met mijn beide handen de stijlen
van de ladder waaraan Philippe zich vast
hield en terwijl ik uitriep: Nu is het mijn
beurt, deed ik haar met een enkelen ruk
kantelen en omvallen !
Hij viel morsdood neer en men heeft aan
een ongelukkig toeval geloofd maar nu is
Camille de zoon van een weduwe en hij zal
niet behoeven uit te trekken. Dat heb ik ge
daan, mijnheer de pastoor, en ik voelde be
hoefte het aan u en aan den goeden God te
zeggen! Natuurlij_k heb ik er spijt van en
vraag ik er vergiffenis voor maar toch,
als ik Catherine zou zien, in 't zwart gekleed,
en zoo innig gelukkig aan den arm van haar
zoon, dan geloof ik dat ik in staat zou zijn
om geen berouw meer over mijn misdaad te
hebben. Om dat te voorkomen_ zal ik het
land verlaten, ik zal naar Amerika gaan
Wat nu mijn boete betreft ziedaar, mijn
heer de pastoor, daar hebt u het gouden ket
tinkje dat Catherine niet van mij wou aan
nemen toen zij mij bekende dat zij op
Philippe verliefd was ; ik heb het altijd be
waard als een gedachtenis aan de eenige
gelukkige dagen die ik in mijn leven gehad
heb... Neem het en verkoop het.... het geld
is voor de armen.
Kreeg Jacques de absolutie van den abt
Taber ? Zooveel is zeker dat de oude priester
het gouden kettinkje niet verkocht heeft. Hij
stortte zooveel geld als het ongeveer waard
was in de armbus der kerk, en toen hing hij
het sieraad als een ex-yoto, aan het altaar
der kapel va,n de Heilige Maagd, waar hij
dikwijls voor den armen metselaar gaat
bidden.
De gasten kwamen te acht ure, maar de
keizer en de keizerin verschenen nooit vóór half
negen of negen uur. M. Bacciochi, eerste kamerheer
en surintendant der hofechouwburgen, begaf zich
op plechtstatige wijze naar den rand der keizer
lijke loge en kondigde aan: de keizer!
Oogenblikkelijk stond de gansene zaal op en keerde
zich naar den kant der loge en het keizerlijk
echtpaar nam plaats in twee groote vergulde fau
teuils, welke door de kamerheeren van dienst
in rooden rok naar voren werden geschoven. En
terstond nam de voorstelling een aanvang.
In de pauzen gingen de toeschouwers van het
parterre, orchestre en amphitheater staan en
keerden het gelaat naar de keizerlijke loge.
Livrei-bedienden in groot tenue en gepoederd haar
presenteerden door de geheele zaal ijs, sorbets en
gebak. Halverwege de voorstelling, in een langere
pauze dan de anderen, verlieten de Keizer en de
Keizerin de zaal en begaven zich naar een kleinen
salon achter de loge. Daar lieten zij gewoonlijk
den schrijver van het stuk dat gespeeld werd of
een der voornaamste acteurs bij zich komen om
hem hun compliment te maken. Mr. Leveaux ver
telt een aardig woord van Emile Augier, door
hem gesproken na de voorstelling van zijn
Philiberte. Het was in het begin van do regeering, in
1853. De Keizer vroeg hem wat hij in het belang
der letteren moest doen. O, sire! dat is heel
gemakkelijk, gij behoeft niets te doen dan er hart
voor te hebben."
Men speelde te Compiègne alleen comedie's,
vaudevilles en drama's, want Keizer noch Keizerin
hielden van stukken, waarin gezongen werd. Mr.
Bacciochi was gewoonlijk de Keizerin behulp
zaam bij de keus der stukken en die keus was in
den regel niet zeer gelukkig. Eugénie hield eigen
lijk alleen van melodrama's en het kruis mijner
moeder", gestolen erfenissen en onschuldige
slachtoffers van den ouden boulevard deden haar
in tranen smelten. Napoleon had van zijn oom
niets van diens liefde voor het répertoire van
Talma goërfd. Hij hield van een hartelijken lach
en zijn geliefkoosd genre was dat van het
PalaisRoyal.
De voorstellingen op het slot waren gewoonlijk
vrij saai en koud. M. Leveaux geeft daarvan de
volgende verklaring. De zaal, zegt hij, had slechts
oogen voor de keizerlijke loge, de toiletten en de
grootheden van den dag. Ook tijdens het spel was
daarop grootendeels de aandacht gevestigd. Ook
speelden de acteurs veel minder goed dan te Parijs,
geïntimideerd als zij waren door de tegenwoordig
heid van den souverein en gedrukt door het stil
zwijgen van het publiek, dat het sein om te
applaudisseeren van den keizer wachtte. Ook de volle
zaal, schitterend van goud en edelsteenen, van de
bontste' uniformen en toiletten, liet zijn invloed op
hen gelden, zoodat zelfs de beste tooneeleffecten
niet tot hun recht kwamen. Zoo kwam het dat
mad. Guillemier, die de rol van Lolotte, de
Terpsichore van het Directoire, in de Vame dei, choeurs
vervulde, niet uit de volgende passage kon komen,
die trouwens op bet tooneel te Compiègne ook
nog al piquant was:
Ah! l'empire! l'empire!... . si Napoléon m'
avait ócoutée!...."
Compiègne had eons het genot van eene première.
Die namelijk van het stuk: La Maison de Penarvan,
in 1863. Maar zijn auteur, Jules Sandeau, moest
daarvoor zwaar boeten. Den volgenden avond werd
hij in het Théatre-Franc.ais uitgofloten. Dat was
het protest van Parijs, dat er voor bedankte om
terug te koeren tot den tijd toen het hof de pri
meur genoot van een Gfeorge Dandin of den
Bourgeois gentilhomme.
Toch waren do tooneelvoorstellingen nog het
glanspunt van een verblijf te Compiègne. Daarom
wilde de keizerin er nog meer luister aan bij
zetten. Zij vond de zaal, door Louis-Philippe ge
bouwd, veel te klein en te eenvoudig. In 1867
werd de architect Ancelet belast met den bouw
van een nieuwen schouwburg, die veel grooter
dan de oude moest worden. Do gebeurtenissen
van 1870 doden dit gebouw onvoltooid blijven,
ofschoon er slechts weinig meer dan het decora
tieve gedeelte aan te doen valt. Hot tooneel te
Compiègne werd alleen bespeeld op de dagen van
de korte jacht. Die van de lange jacht waren te
vermoeiend dan dat men des avonds nog lust
zou hebben een tooncelvoorstelling bij to wonen.
Ook kwamen de gasten dikwijls zoer laat tehuis,
wanneer de vervolging van het hert hen te ver
van het slot had verwijderd.
Do jachtstoet was door Napoleon III op zeor
grooten voet ingericht. Hot jachtkostuum was
voor den hoed en het snit van don rok volkomen
hetzelfde als dat van Lodewijk XV; alleen de
kleur was anders. Het koningsblauw met zilveren
belcgsels was vervangen door het donkergroen
der keizerlijke livrei met gouden versiersels. Ook
do hoed was donkergroen met zwarte veeren. Do
Keizer, Keizerin en Kroonprins hadden or een
rand van witte veeren omheen. Een zeker getal
vaste deelnemers aan de keizerlijke jachtpartijen
mochten ook dat kostuum dragen. Het rendez-vous
was gewoonlijk of bij den Pitis-du-Roi of bij de
vijvers van Saint-Pierre. Do Keizer en zijn gasten
reden daarheen in groote chars-a-bancs met zes
paarden bespannen, die door jockeys met tres
sen en gepoederd haar in snellen draf gere
den werden. Vóór hot eerste rijtuig, waarin de
Keizer en zijno familie zat, reed de
bosch-inspecteur in groenen, met goud geborduurden rok, on
den hartsvanger in den gordel. De jagers en
amazones vonden op het rendez-vous gezadelde
paarden klaar staan onder het opzicht der
palfroniers van don stoot, die potten mot rood galon,
waarop in goud do keizerlijke kroon geborduurd
was, droegen. Men vertrok onmiddellijk naar dat
gedeelte van het bosch, waar do aanval zou be
ginnen. Stapvoets gingen dan de Keizer en de
Keizerin voorwaarts, voorafgegaan door de honden
en gevolgd door de jagers, achter wie een lange
reeks rijtuigen met die gaston, dio geen paard
konden rijden en toch gaarne de jacht wilden
bijwonen.
Daarbij ging het dikwijls zeer onordelijk en
verward toe, tot groote ergernis van de keizerin.
In zijn onlangs uitgekomen werk, Comédiepolitique,
verhaalt M. Dhormoys, dat zij eens bij de vijvers
van Saint-Pierre aan een aanval van kwaad
humeur op zulk een wijze toegaf, dat het den
slechtsten indruk maakte op allen, die er ge
tuigen van waren. Onder de nieuwsgierigen, die
het rendez-vous wilden bijwonen, bevond zich
dien dag ook de commandant Duparc,
escadronchef der guides, die zijne vrouw, welke tot een
der oudste families van Frankryk behoorde, ver
gezelde. Het was verrukkelyk mooi weder. De
menigte was verbazend talrijk en daardoor zeker
ontstond er, toen het sein van vertrek door de
horens geblazen werd, een weinig opschudding en
verwarring. Eenige paarden begonnen te steige
ren en dat, hetwelk door mevrouw Dupare werd
bereden, sloeg achteruit en trof den geneesheer
van den jachtstoet, M. Rubin des Fougerais, die
vervaarlijk begon te schreeuwen. De keizerin
was toevallig in de nabijheid. Reeds uit haar
humeur over de wanorde en het rumoer, dat op
het terrein heerschte, kreeg zij een van die aan
vallen van drift, die haar niet vreemd waren.
Zij sprong vierkant uit het rijtuig en vloog op
de arme toe. Mevrouw," gilde zij haar toe, met
welk recht bevindt gij u hier? Als men er zulke
paarden opnahoudt, dan deed men beter tehuis
te blijven." En zich onder het spreken hoe lan
ger hoe meer opwindende, wendde zij zich tot
twee gendarmes en riep hun toe: gendarmes,
maakt dat die vrouw hier vandaan komt!'' De
dames uit de omgeving der keizerin achtten zich
verplicht uit hoüelijkheid tegenover haar er ook
het noodige van te zeggen, en zoo werd
de arme mevrouw Duparc met schimp- en
smaadwoorden overladen.
Zoodra de commandant tehuis was gekomen,
zond hij den keizer onmiddellijk zijn ontslag, maar
deze, hoogst ontsticht over het gedrag der keizerin,
had reeds M. de Lezay-Marnesia naar de vrouw
van den commandant gezonden, met de bede dat
zij het voorgevallene zou willen vergeten. Des
avonds was de keizer zeer koel en teruggetrokken
tegenover zijn vrouw, hij geleidde haar naar tafel
zonder haar aan te zien of een woord te spreken.
Na het diner speelde hij een partij palet met prin
ses Anna Murat. Toen het spel uit was, vroeg de
keizerin, die er bij had staan kyken: nu is het
zeker mijn beurt?" Zonder te antwoorden wendde
de keizer zich tot den heer Fould, die de béte
noire van de keizerin was, nam hem onder den
arm en begaf zich met hem naar zijne vertrekken.
Twee dagen later verscheen de bekende brief
aan M. Fould, waarin het recht tot het openen van
credieten uitsluitend aan het Wetgevend Lichaam
werd toegekend, waarmede het keizerrijk den eer
sten stap deed op den weg van den parlementairen
regeeringsvorm. Dhormoys meent te weten dat het
avontuur bij de vijvers van Saint-Pierre niet zon
der invloed zou zijn geweest op de houding van
den keizer, die zich aan de zijde der liberalen
zou geschaard hebben, om der keizerin, die vol
bloed conservatief was, een poets te bakken.
A minimis maxima. Dit zou trouwens niet
de eenige bevestiging wezen, welke dat
romeinsche spreekwoord te Compiègne tijdens do regee
ring van Napoleon III ontving. De geschiedenis
der hedendaagsche diplomatie zou zonder veel
moeite kunnen bewijzen, dat de reis van Victor
Emanuel in 1856 naar Compiègne den grondslag
heeft gelegd van de Italiaansche eenheid, en dat
evenzoo het verblijf aldaar van don Koning van
Pruisen, Wilhelm I, in de Octobermaand van
1861, aanleiding heeft gegeven tot den slag van
Sadowa, die op zijn beurt zulke verreikende ge
volgen had.
La Sainte-Eugénie werd lederen 15don No
vember te Compiègne zeer trouw gevierd. Dien
dag arriveerden er niot minder dan honderd en
vijftig kisten, gevuld met bouquetten, welke de
Keizerin werden aangeboden door de ministers,
do gezanten, de keizerlijke garde enz. Ook de
gasten van het kasteel en het garnizoen van
Compiègne boden de hunne aan. Eenige van die
bouquetten," zoo leest men in de (razette des
Etrangers van 1866, die even merkwaardig wa
ren door hun kolossale afmeting als door de
zeldzame bloomen, hadden zeker niet minder dan
400 francs het stuk gekost."
De avond van den 15den November werd altijd
besloten met een toonoelvoorstelling van liefheb
bers, gevolgd door oen bal.
In 1885," vertelt M. Leveaux, speelde men,
op een kloin tooneel met zeer aardige schermen
en rijke draperieën mot gouden kwasten, in een
der vertrekken van het slot, een charade door
Emilo Augier geschreven en waarvan Portrait het
raadselwoord was. De keizerlijke prins vervulde
er een rol in en moest een twintigtal versregels
opzeggen. Maar pas was hij van wal gestoken of
zijn geheugen liet hem in den steek. Wel Louis,"
zeide de koizer tot hem weet ge niet verder?"
Er is ook geen souffleur", antwoordde de prins.
Dat antwoord scheen mij vrij afdoende toe en
word ook goed opgenomen. Misschien kwam men
van achter de coulissen
Secourir de Louis la mémoire troublée"
want hij begon nog eens h«t eerste te herhalen
en bracht het er toen tot aan hot einde goed af.
Hij was dan ook op den leeftijd acht jaar was
hij toen oud dat het geen zonde is nog eens
to haperen bij het opzeggen van een les.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Fransche-Laanschouwburg: Periculum in mom.
Warm!!!
Grand Théatre: Menscli, erger je niet.
Hot Nederlandsch Tooneel, in dubbelen zin,
voert een feilen strijd met het mooyo zomerweer.
Daar is eon tijd geweest, dat de
schouwburgbesturen beproefd hebben het onvereonigbare te
zamen te brengen: tooneelvoorstellingen en
zomeravondzoelte in de open lucht. Zoo heb ik, onder
anderen, een fransche operatroep zien worstelen
tegen de balscmgeuren van het landschap en de
laatste roode zonnestralen, met Le maitre de
chapelle".
Later heeft Van Lier zijn Fransche-Laanschouw
burg gebouwd (waarom geeft men toch, al'instar
van Covent-garden" en Drury-lane", er dien
naam niet aan?), en het publiek de keus gege
ven tusschen een glas bier of limonade in zijn
tuin en de voorstelling in zijn schouwburgzaal j