De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 10 juli pagina 2

10 juli 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.524. Oostenrijk's pijpen moest dansen. Maar wordt terug gestuurd naar zijn post, en moet daar twee heeren dienen, waarvan de een zijn eisenen op vriendelijke, de andere op minachtende en gebiedende wijze stelt, maar die beiden even streng zijn en te zahet onmogelijke van hem vergen. r.' N Zal het beter gaan met den prins van Coburg, dien de Bulgaarsche Sobranja in hare zitting van Donderdagmorgen met eenparige stemmen tot vorst van Bulgarije heeft ver kozen? De prins zelf schijnt vol goeden moed te zijn, en aan zijne vrienden te hebben ver klaard, dat hij eene benoeming zou aanne men, zonder te vragen, hoe de groote mogend heden er over denken. De Times betoogde, zoodra het bericht van de verkiezing te Lon den bekend was, dat Engeland, Italiëen Turkije geen bezwaren zouden maken, dat Duitechland en Oostenrijk zich waarschijnlijk op den achtergrond zouden houden, en dat er kans op Was, dat Rusland en Frankrijk, ander de gegeven omstandigheden, voor het -fait accompli het hoofd zouden buigen. Doch het City-blad moge zelf op uitne mende w^jze de kunst in toepassing bren gen om zich te schikken naar het vol dongen feit, met andere woorden, om de huik naar den wind te hangen het heeft dit talent nog niet overgedaan aan Alexander III van Rusland. Waarom zou de prins van Coburg genade vinden in de oogen der Rus sische Regeering, als prins Waldemar van Denemarken, de zwager van den Czar, ge noodzaakt is geweest om op hoog bevel van zijn keizerlijken aanverwant de kroon van Bulgarije te weigeren ? Waarom zou Rusland ter wille van oen ondernemenden luitenant bij de Oostenrijksche kavallerie, afzien van zjm plan om een ledepop, in den vorm van vorst Dadiaan van Mingrelië, naar Sofia te zenden, en hem daar door een stel Russische ministers te laten besturen, in majorem glo ria/m van den czar-bevrijder en van de heilige Panslayistische zaak? In n opzicht is de toestand veranderd sedert de Bulgaarsche Sobranja den Mingreliër afwees en zich te vergeefs tot den Deenschen prins wendde. De oppositie, zelfs die der Bulgaarsche uit gewekenen, die naar Constantinopel zijn ge vlucht en daar tegen het regentschap intri geeren, heeft met de regeeringspartij bij deze verkiezing ne lijn getrokken. Zoo althans meldt de telegraaf, en indien dat bericht wordt bevestigd zal het Rusland moeielijk vallen langer vol te houden, dat eene gewetenlooze minderheid, de aanhang der regen ten, het Bulgaarsche volk tyranniseert. De uit gewekenen te Constantinopel zijn buiten het bereik van de heeren Moetkoeroff en Stambouloff, en veilig onder bescherming van het Russische consulaat. Indien ook zij verklaren, den met eenparige stemmen gekozen vorst te zullen erkennen, moet men bijna onderstellen, dat Rusland de door de Sobranja gezochte oplossing niet ongewenscht vindt. Het zal interessant zijn te vernemen, hoe eene volte-face der Russisische politiek in dit opzicht zal worden gemotiveerd en hoe men te St. Petersburg, zonder een bedenkelijk licht te werpen op eigen eerlijk heid of doorzicht, een uitleg zal geven aan het beschamende feit, dat zelfs de vrienden van Rusland zich, waar het de nationale zaak geldt, scharen aan de zijde van de wakkere mannen, die de officieuse Russische pers den boel zoo heeft opgeschept als tegenwoor dig en ik zeg u peetoom, dat zij er onder door zal gaan en dat al de arme lui vervloekt zijn! O, ik heb een -vreeselijken nacht door gebracht! Bedenk dan toch eens, mijnheer de pastoor, de twintig lange jaren van moeite en zorgen dier' arme vrouw in een enkele minuut verloren en waarom? Door de grilligheid van het toeval, omdat een kind de hand in de zak steekt en een verkeerd nummer trekt. Toen ik dan ook van morgen naar het huis ging, dat wij bezig zijn op de boulevard Arago te bouwen, voelde ik mij zoo ziek als een oude losbol na een slapeloozen nacht. Maar of wij verdriet hebben of niet, werken moeten wij toch, niet waar? Dus klim ik naar boven op de stellage. T?wij zijn al aan de vierde ver dieping en ik begin te metselen. Plotseling voel ik mij op den schouder tikken. Het was Philippe!.... Hij werkte nu slechts als hij er lust m had en hij wilde zeker een schoft arbeiden om zich op een borrel te kunnen onthalen. Maar de patroon, die een boete be talen moet als het huis niet op een bepaal den datum klaar is, neemt iedereen aan. Ik had Philippe in langen tijd niet gezien en ik zou hem bijna niet herkend hebben. Verbrand en uitgedroogd door den brande wijn, met een geheel grijzen baard en bevende handen, was hij een oud man, een bouwval geworden. Wel, zei ik tot hem, de jongen heeft dus een verkeerd nommer getrokken. Wat zou dat? antwoordde hij met een heesch geluid, en een kwaadaardigen blik. Ga jij daar ook al over zeuren, evenals Catherine en Camille ? ... De jongen zal doen als sooveel anderen, hij zal het vaderland diemen ... Voor den duivel! ik weet wel wat mijn vrouw en mijn zoon zouden willen ... .Als ik dood was, zou hij niet behoeven uit te trekken... Maar, zooveel te erger voor ken ! ik ben nog krasser dan zij denken en Camille is geen zoon van een weduwe. Zoon van een weduwe.... O, mijnheer de j»astoor, waarom moest hij dat ongelukkige woord ook zeggen ? De slechte gedachte is dadelijk bij mij opgekomen, en den geheeleii morgen, terwijl ik daar naast dien ellendeling ttond te werken, heeft zij mij niet verlaten. Ik stelde mij voor, wat de arme Catherine zou te lijden hebben, als zij haar jongen niet meer 1»1J zich had om voor haar te zorgen en haar sedert jaren voor roovers en geweldenaars heeft uitgemaakt. De Sultan heeft de conventie betreffende Egypte nog steeds niet geratificeerd. Hij schijnt te onderstellen, dat zijne weigering door En geland niet zoo bijzonder kwalijk zal worden genomen. Overigens trekt deze quaestie min der en minder de aandacht. De Fransche re geering heeft haar aangegrepen, als eene ge schikte gelegenheid om zich bij Rusland aan genaam te maken, maar het Fransche publiek Blijft er kalm bij, en stelt vrij wat meer belang in den parlementairen partijstrijd. Het minis terie Rouvier heeft woord gehouden, en meer nog dan dat _ gedaan. Zonder eene enkele nieuwe belasting voor te schrijven of eene nieuwe leening uit te geven heeft het Kabi net pp de nieuwe begrooting het reusachtig deficit doen verdwijnen, door op alle takken van dienst bezuinigingen tot een gezamenlijk bedrag van 129 millioen francs yoor te stellen. Daarop had de uiterste linkerzijde zeker niet gerekend, en nu zij de algemeene politiek van het ministerie niet met goed fatsoen kon be strijden, heeft zij weder de toevlucht genomen tot insinuatiën en speldeprikken. Veertien dagen lang heeft het bezoek van den monarchist de Mackau, tijdens de crisis op het Elysêe gebracht, stof gegeven tot variatiën op het thema: de opportunisten hebben zich aan de rechterzijde verkocht. Gedurende de volgen de veertien dagen diende de tegenwoordig heid van den nieuw benoemden pauselijken nuntius, Mgr. Rotelli, op eene soiree door den zelfden heer de Mackau gegeven voor hetzelfde doel. Eindelijk werd dezer dagen het onbetwistbaar bewijs voor het bestaan eener »monarchistische conspiratie" gevon den in het feit, dat een paar honderd royalisten een bezoek brachten aan den graaf van Parijs gedurende diens tijdelijk verblijf op het eiland Jersey. Waar de oppositie tot zulke middelen de toevlucht moet nemen, kan de regeering gerust het »doe wel en zie niet om" toepassen. Niemand weet dit beter dan de leider der intransigenten, die zich zelfs door beproefde vrienden, zooals de kundige en eer lijke radicaal Henri Maret verlaten ziet, en zich wel zal wachten om eene kamerontbinding uit te lokken, die aan het ministerie slechts ten goede zou kunnen komen. E. D. PlJZEL. NAPOLEON in EN ZIJN HOF TE COMPIÉGNE. (Vervolg.) De dames moesten allen in groot toilet, dus gedecolleteerd zijn, onverschillig of zij oud of jong waren, mooie of leelijke schouders hadden. De keizerin was op dit punt onverbiddelijk en duldde zelfs niet het dunste gazen bedeksel. Toen zij eens eene eerbiedwaardige zeventigjarige in het oog kreeg, dio in haar hooge japon trachtte weg te schuilen op een der achterste banken der galtirij, liet zij haar door een kamerheer verzoeken, de zaal te verlaten. Een andere geschiedenis is te Compiègne altijd in herinnering gebleven. Eene niet-gedecolleteerde dame ziet zich den toegang tot de galerij geweigerd. Haar man, die haar tot aan den couloir had gebracht, neemt torstondeen heldhaftig besluit. Hij vraagt in de kleedkamer om een schaar en, gelijk die Circassische hoofden, die op den dag van hun bruiloft, naar men zegt, met hun zwaard het keurslijf hunner vrouw van een rijten, knipt en snijdt hij in de hooge japon, totdat hij er, zoo goed en kwaad als dat ging, een lage van gemaakt had. te beschermen en zij alleen zou moeten blijven met dien gemeenen dronkaard, die nu geheel en al verdierlijkt en tot alles in staat was... Een naburige klok sloeg elf uur en de kameraads gingen allen naar beneden om te schoften. Philippe en ik waren de laatsten, maar terwijl hij op zijn beurt de ladder wilde afdalen om naar beneden te gaan, keek hij mij sarrend aan en zei met zijn schorre grogstem : Je ziet wel dat ik nog stevig in mijn schoenen sta. Ha, ha! Camille heeft nog geen kans om zoon van een weduwe te worden. Toen steeg het bloed mij plotseling met vreeselijke kracht naar het hoofd! Ik greep met mijn beide handen de stijlen van de ladder waaraan Philippe zich vast hield en terwijl ik uitriep: Nu is het mijn beurt, deed ik haar met een enkelen ruk kantelen en omvallen ! Hij viel morsdood neer en men heeft aan een ongelukkig toeval geloofd maar nu is Camille de zoon van een weduwe en hij zal niet behoeven uit te trekken. Dat heb ik ge daan, mijnheer de pastoor, en ik voelde be hoefte het aan u en aan den goeden God te zeggen! Natuurlij_k heb ik er spijt van en vraag ik er vergiffenis voor maar toch, als ik Catherine zou zien, in 't zwart gekleed, en zoo innig gelukkig aan den arm van haar zoon, dan geloof ik dat ik in staat zou zijn om geen berouw meer over mijn misdaad te hebben. Om dat te voorkomen_ zal ik het land verlaten, ik zal naar Amerika gaan Wat nu mijn boete betreft ziedaar, mijn heer de pastoor, daar hebt u het gouden ket tinkje dat Catherine niet van mij wou aan nemen toen zij mij bekende dat zij op Philippe verliefd was ; ik heb het altijd be waard als een gedachtenis aan de eenige gelukkige dagen die ik in mijn leven gehad heb... Neem het en verkoop het.... het geld is voor de armen. Kreeg Jacques de absolutie van den abt Taber ? Zooveel is zeker dat de oude priester het gouden kettinkje niet verkocht heeft. Hij stortte zooveel geld als het ongeveer waard was in de armbus der kerk, en toen hing hij het sieraad als een ex-yoto, aan het altaar der kapel va,n de Heilige Maagd, waar hij dikwijls voor den armen metselaar gaat bidden. De gasten kwamen te acht ure, maar de keizer en de keizerin verschenen nooit vóór half negen of negen uur. M. Bacciochi, eerste kamerheer en surintendant der hofechouwburgen, begaf zich op plechtstatige wijze naar den rand der keizer lijke loge en kondigde aan: de keizer! Oogenblikkelijk stond de gansene zaal op en keerde zich naar den kant der loge en het keizerlijk echtpaar nam plaats in twee groote vergulde fau teuils, welke door de kamerheeren van dienst in rooden rok naar voren werden geschoven. En terstond nam de voorstelling een aanvang. In de pauzen gingen de toeschouwers van het parterre, orchestre en amphitheater staan en keerden het gelaat naar de keizerlijke loge. Livrei-bedienden in groot tenue en gepoederd haar presenteerden door de geheele zaal ijs, sorbets en gebak. Halverwege de voorstelling, in een langere pauze dan de anderen, verlieten de Keizer en de Keizerin de zaal en begaven zich naar een kleinen salon achter de loge. Daar lieten zij gewoonlijk den schrijver van het stuk dat gespeeld werd of een der voornaamste acteurs bij zich komen om hem hun compliment te maken. Mr. Leveaux ver telt een aardig woord van Emile Augier, door hem gesproken na de voorstelling van zijn Philiberte. Het was in het begin van do regeering, in 1853. De Keizer vroeg hem wat hij in het belang der letteren moest doen. O, sire! dat is heel gemakkelijk, gij behoeft niets te doen dan er hart voor te hebben." Men speelde te Compiègne alleen comedie's, vaudevilles en drama's, want Keizer noch Keizerin hielden van stukken, waarin gezongen werd. Mr. Bacciochi was gewoonlijk de Keizerin behulp zaam bij de keus der stukken en die keus was in den regel niet zeer gelukkig. Eugénie hield eigen lijk alleen van melodrama's en het kruis mijner moeder", gestolen erfenissen en onschuldige slachtoffers van den ouden boulevard deden haar in tranen smelten. Napoleon had van zijn oom niets van diens liefde voor het répertoire van Talma goërfd. Hij hield van een hartelijken lach en zijn geliefkoosd genre was dat van het PalaisRoyal. De voorstellingen op het slot waren gewoonlijk vrij saai en koud. M. Leveaux geeft daarvan de volgende verklaring. De zaal, zegt hij, had slechts oogen voor de keizerlijke loge, de toiletten en de grootheden van den dag. Ook tijdens het spel was daarop grootendeels de aandacht gevestigd. Ook speelden de acteurs veel minder goed dan te Parijs, geïntimideerd als zij waren door de tegenwoordig heid van den souverein en gedrukt door het stil zwijgen van het publiek, dat het sein om te applaudisseeren van den keizer wachtte. Ook de volle zaal, schitterend van goud en edelsteenen, van de bontste' uniformen en toiletten, liet zijn invloed op hen gelden, zoodat zelfs de beste tooneeleffecten niet tot hun recht kwamen. Zoo kwam het dat mad. Guillemier, die de rol van Lolotte, de Terpsichore van het Directoire, in de Vame dei, choeurs vervulde, niet uit de volgende passage kon komen, die trouwens op bet tooneel te Compiègne ook nog al piquant was: Ah! l'empire! l'empire!... . si Napoléon m' avait ócoutée!...." Compiègne had eons het genot van eene première. Die namelijk van het stuk: La Maison de Penarvan, in 1863. Maar zijn auteur, Jules Sandeau, moest daarvoor zwaar boeten. Den volgenden avond werd hij in het Théatre-Franc.ais uitgofloten. Dat was het protest van Parijs, dat er voor bedankte om terug te koeren tot den tijd toen het hof de pri meur genoot van een Gfeorge Dandin of den Bourgeois gentilhomme. Toch waren do tooneelvoorstellingen nog het glanspunt van een verblijf te Compiègne. Daarom wilde de keizerin er nog meer luister aan bij zetten. Zij vond de zaal, door Louis-Philippe ge bouwd, veel te klein en te eenvoudig. In 1867 werd de architect Ancelet belast met den bouw van een nieuwen schouwburg, die veel grooter dan de oude moest worden. Do gebeurtenissen van 1870 doden dit gebouw onvoltooid blijven, ofschoon er slechts weinig meer dan het decora tieve gedeelte aan te doen valt. Hot tooneel te Compiègne werd alleen bespeeld op de dagen van de korte jacht. Die van de lange jacht waren te vermoeiend dan dat men des avonds nog lust zou hebben een tooncelvoorstelling bij to wonen. Ook kwamen de gasten dikwijls zoer laat tehuis, wanneer de vervolging van het hert hen te ver van het slot had verwijderd. Do jachtstoet was door Napoleon III op zeor grooten voet ingericht. Hot jachtkostuum was voor den hoed en het snit van don rok volkomen hetzelfde als dat van Lodewijk XV; alleen de kleur was anders. Het koningsblauw met zilveren belcgsels was vervangen door het donkergroen der keizerlijke livrei met gouden versiersels. Ook do hoed was donkergroen met zwarte veeren. Do Keizer, Keizerin en Kroonprins hadden or een rand van witte veeren omheen. Een zeker getal vaste deelnemers aan de keizerlijke jachtpartijen mochten ook dat kostuum dragen. Het rendez-vous was gewoonlijk of bij den Pitis-du-Roi of bij de vijvers van Saint-Pierre. Do Keizer en zijn gasten reden daarheen in groote chars-a-bancs met zes paarden bespannen, die door jockeys met tres sen en gepoederd haar in snellen draf gere den werden. Vóór hot eerste rijtuig, waarin de Keizer en zijno familie zat, reed de bosch-inspecteur in groenen, met goud geborduurden rok, on den hartsvanger in den gordel. De jagers en amazones vonden op het rendez-vous gezadelde paarden klaar staan onder het opzicht der palfroniers van don stoot, die potten mot rood galon, waarop in goud do keizerlijke kroon geborduurd was, droegen. Men vertrok onmiddellijk naar dat gedeelte van het bosch, waar do aanval zou be ginnen. Stapvoets gingen dan de Keizer en de Keizerin voorwaarts, voorafgegaan door de honden en gevolgd door de jagers, achter wie een lange reeks rijtuigen met die gaston, dio geen paard konden rijden en toch gaarne de jacht wilden bijwonen. Daarbij ging het dikwijls zeer onordelijk en verward toe, tot groote ergernis van de keizerin. In zijn onlangs uitgekomen werk, Comédiepolitique, verhaalt M. Dhormoys, dat zij eens bij de vijvers van Saint-Pierre aan een aanval van kwaad humeur op zulk een wijze toegaf, dat het den slechtsten indruk maakte op allen, die er ge tuigen van waren. Onder de nieuwsgierigen, die het rendez-vous wilden bijwonen, bevond zich dien dag ook de commandant Duparc, escadronchef der guides, die zijne vrouw, welke tot een der oudste families van Frankryk behoorde, ver gezelde. Het was verrukkelyk mooi weder. De menigte was verbazend talrijk en daardoor zeker ontstond er, toen het sein van vertrek door de horens geblazen werd, een weinig opschudding en verwarring. Eenige paarden begonnen te steige ren en dat, hetwelk door mevrouw Dupare werd bereden, sloeg achteruit en trof den geneesheer van den jachtstoet, M. Rubin des Fougerais, die vervaarlijk begon te schreeuwen. De keizerin was toevallig in de nabijheid. Reeds uit haar humeur over de wanorde en het rumoer, dat op het terrein heerschte, kreeg zij een van die aan vallen van drift, die haar niet vreemd waren. Zij sprong vierkant uit het rijtuig en vloog op de arme toe. Mevrouw," gilde zij haar toe, met welk recht bevindt gij u hier? Als men er zulke paarden opnahoudt, dan deed men beter tehuis te blijven." En zich onder het spreken hoe lan ger hoe meer opwindende, wendde zij zich tot twee gendarmes en riep hun toe: gendarmes, maakt dat die vrouw hier vandaan komt!'' De dames uit de omgeving der keizerin achtten zich verplicht uit hoüelijkheid tegenover haar er ook het noodige van te zeggen, en zoo werd de arme mevrouw Duparc met schimp- en smaadwoorden overladen. Zoodra de commandant tehuis was gekomen, zond hij den keizer onmiddellijk zijn ontslag, maar deze, hoogst ontsticht over het gedrag der keizerin, had reeds M. de Lezay-Marnesia naar de vrouw van den commandant gezonden, met de bede dat zij het voorgevallene zou willen vergeten. Des avonds was de keizer zeer koel en teruggetrokken tegenover zijn vrouw, hij geleidde haar naar tafel zonder haar aan te zien of een woord te spreken. Na het diner speelde hij een partij palet met prin ses Anna Murat. Toen het spel uit was, vroeg de keizerin, die er bij had staan kyken: nu is het zeker mijn beurt?" Zonder te antwoorden wendde de keizer zich tot den heer Fould, die de béte noire van de keizerin was, nam hem onder den arm en begaf zich met hem naar zijne vertrekken. Twee dagen later verscheen de bekende brief aan M. Fould, waarin het recht tot het openen van credieten uitsluitend aan het Wetgevend Lichaam werd toegekend, waarmede het keizerrijk den eer sten stap deed op den weg van den parlementairen regeeringsvorm. Dhormoys meent te weten dat het avontuur bij de vijvers van Saint-Pierre niet zon der invloed zou zijn geweest op de houding van den keizer, die zich aan de zijde der liberalen zou geschaard hebben, om der keizerin, die vol bloed conservatief was, een poets te bakken. A minimis maxima. Dit zou trouwens niet de eenige bevestiging wezen, welke dat romeinsche spreekwoord te Compiègne tijdens do regee ring van Napoleon III ontving. De geschiedenis der hedendaagsche diplomatie zou zonder veel moeite kunnen bewijzen, dat de reis van Victor Emanuel in 1856 naar Compiègne den grondslag heeft gelegd van de Italiaansche eenheid, en dat evenzoo het verblijf aldaar van don Koning van Pruisen, Wilhelm I, in de Octobermaand van 1861, aanleiding heeft gegeven tot den slag van Sadowa, die op zijn beurt zulke verreikende ge volgen had. La Sainte-Eugénie werd lederen 15don No vember te Compiègne zeer trouw gevierd. Dien dag arriveerden er niot minder dan honderd en vijftig kisten, gevuld met bouquetten, welke de Keizerin werden aangeboden door de ministers, do gezanten, de keizerlijke garde enz. Ook de gasten van het kasteel en het garnizoen van Compiègne boden de hunne aan. Eenige van die bouquetten," zoo leest men in de (razette des Etrangers van 1866, die even merkwaardig wa ren door hun kolossale afmeting als door de zeldzame bloomen, hadden zeker niet minder dan 400 francs het stuk gekost." De avond van den 15den November werd altijd besloten met een toonoelvoorstelling van liefheb bers, gevolgd door oen bal. In 1885," vertelt M. Leveaux, speelde men, op een kloin tooneel met zeer aardige schermen en rijke draperieën mot gouden kwasten, in een der vertrekken van het slot, een charade door Emilo Augier geschreven en waarvan Portrait het raadselwoord was. De keizerlijke prins vervulde er een rol in en moest een twintigtal versregels opzeggen. Maar pas was hij van wal gestoken of zijn geheugen liet hem in den steek. Wel Louis," zeide de koizer tot hem weet ge niet verder?" Er is ook geen souffleur", antwoordde de prins. Dat antwoord scheen mij vrij afdoende toe en word ook goed opgenomen. Misschien kwam men van achter de coulissen Secourir de Louis la mémoire troublée" want hij begon nog eens h«t eerste te herhalen en bracht het er toen tot aan hot einde goed af. Hij was dan ook op den leeftijd acht jaar was hij toen oud dat het geen zonde is nog eens to haperen bij het opzeggen van een les. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Fransche-Laanschouwburg: Periculum in mom. Warm!!! Grand Théatre: Menscli, erger je niet. Hot Nederlandsch Tooneel, in dubbelen zin, voert een feilen strijd met het mooyo zomerweer. Daar is eon tijd geweest, dat de schouwburgbesturen beproefd hebben het onvereonigbare te zamen te brengen: tooneelvoorstellingen en zomeravondzoelte in de open lucht. Zoo heb ik, onder anderen, een fransche operatroep zien worstelen tegen de balscmgeuren van het landschap en de laatste roode zonnestralen, met Le maitre de chapelle". Later heeft Van Lier zijn Fransche-Laanschouw burg gebouwd (waarom geeft men toch, al'instar van Covent-garden" en Drury-lane", er dien naam niet aan?), en het publiek de keus gege ven tusschen een glas bier of limonade in zijn tuin en de voorstelling in zijn schouwburgzaal j

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl