De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 10 juli pagina 3

10 juli 1887 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 524 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 3 maar heel erg geassimileerd heeft de buitenlucht zich de dramatische bedrijven toch nooit. De voorstellingen in het hier aangeduide lokaal zouden sterker bezette zalen verdienen dan men er thands aantreft. Maar voor de bezoekers is zeker een matige toeloop aangenamer. De voorstellingen van Feuillets komedie en van 's Heeren Mannoury-s recht goede klucht" voldoen ook aan strenge eischen van een beschaafd publiek. De nobele schrijver van Le roman d'un jeune homme pauvre" leverde, in Periculum in mora",, een in sommige opzichten fraai en, als het er bijgevoegd mag worden, zeer zedelijk tooneelspel; ik zeg: fraai, ondanks eenige longueurs. Het is een moeder, de Barones de Vitré, die zich ongerust maakt over haar zoon. De jonge Albert heeft inderdaad zijn hart onvoorzichtig geopend voor de bekoorlijkheden van Caroline, de vrouw van zjjn vriend La Roseraie, en heeft de schuldige lichtzinnigheid in eene gevaarlijke betrekking met haar te treden. In een oogenblik van kinderlijke fatuïteit bekent hij aan zijn moeder, dat de vrouw, die hij bemint, met hem heeft afgesproken, als de man" niet thuis komt, te zorgen, dat die man zekeren robijn niet aan zy'n vinger zal hebben. Mevr. de Vitréheeft be grepen, dat het aanhebben van den ring een bewys is, dat Mevr. la Roseraie Albert ontvangen kan. j weet, onder een voorwendsel, den robijn van La Roseraie meester te worden; maar zij heeft verkeerd begrepen, n Albert geen ring aan de hand van zijn vriend (!) ziende, spoedt zich naar diens huis. Mev. la Roseraie is intusschen reeds half tot inkeer gekomen, en als, een oogenblik na het on verwacht verschijnen van Albert, Mevr. de Vitr binnenkomt, laat Caroline, wel is waar, Albert in een zjjvertrek gaan, maar op de moederlijke verma ningen van Mevr. de Vitré, die begrepen heeft, dat Albert haar hoort, werpt zq zich aan de voeten der moeder en betoont zich eene goede gade, wier aanvankehjke zwakheid (te-weeg-gebracht door de aanhoudende afwezigheid van haar man, die een staatsman is) geen gevolgen hebben zal. De Heer Feuillet heeft den moed gehad, aan het slot, den aspirant-minnaar en den man in eikaars tegenwoordigheid te brengen, en laat La Roseraie aan Albert zeggen, dat hij dankbaar is voor de les, die hij hem gegeven heeft: hij zal zy'ne vrouw niet meer verwaarlozen. Het stuk werd uitmuntend gespeeld. Mevr. de Vries (de Barones) is bijna altijd ten tooneele. Haar onderhoud met haren zoon Albert was eene kunstschepping van den eersten rang. Het gantsche klavier der gevoelens eener brave, tedere moe der voor haren eenigen zoon werd door haar, met groot meesterschap en treffende uitwerking, bespeeld. Ware er eenig geschreeuw bij te pas gekomen, dan zou het publiek haar nadrukke lijker hebben toegejuicht; maar eene groote kunstenares zal op een handgeklap, waar vaak zoo veel toevalligs bijkomt, wel niet zoo erg ge steld zijn. Albert werd gespeeld door den Heer Schulze. Wij zijn dezen bekwamen jongen artiest in zulke rollen niet gewoon. De partij is ondankbaar. De Heer Schulze kon ons maar matig voldoen. Vooral meenen wy, dat hij iets had behooren te maken van zijn ontmoeting met den vriend, dien hij verraden wil. Voor dezen vriend, La Roseraie, speelde de Heer Clous. Ook deze partij beduidt niet veel, De Heer Clous heeft haar, zoo goed mogelijk, gered. Mej. Lorjétrad voor Caroline, de bijna schul dige vrouw, op. Het is een rol van meer belang dan doorgaands aan Jufvr. Lorjéwordt toe vertrouwd. Zij heeft er zich vrij goed in gekweten. Nog komt er een persoon in het stuk voor, die weinig meer doet dan aanvullen, de Graaf de Favières. De Heer Morin speelde hiervoor met lust en succes. De Heer J. Mannoury, wiens klucht in 3 bedrijven", na de twee al te lange, zelfs hier en daar vervelende van Periculum in mora" vertoond werd, heeft zijne sporen op ons nationaal blijspel theater reeds verdiend. Ook Warm!!!" is een aardige, goed in elkaar gezette dramatische grap: men had ze ook kunnen noemen: de gevolgen van een helmhoed met een licht blaauw lint te dragen". Heel waarschijnlijk mogen de gevallen van dit tooneelstuk niet zijn, onmogelijk zijn ze niet. Het stuk is onderhoudend, en er komen eenige aardige op de natuur gestudeerde trekken in voor, die niet zonder diepte zijn. De uitvoering valt te prijzen. De Heer Schulze was uitstekend, als de verliefde niais advokaat Frits van Renkum. Dit was de hoofdrol. De Heer Clous en Mej. Lorj stelden een echtpaartjen op hun huwelijksreis voor; de Heer Spoor en Mevr. Stoetz, de ouders van het jonge vrouwtjen ; de Heer de Boer, een slaperigen rentenier, vader van Julie (Jufvr. Bos), op wie Frits verliefd is. Voor een jongen man, die de gevolgen van het veel cognacjens drinken ondervindt, speelde de Heer A. van Zuylen. De Heer Wensma was een logementhouder, de Hoer van der Hilst een kellner. De keus van beider kapsel valt te roemen en zij-allen, zoowel als hun medespelers (bizonder ook Mevr. Kiehl een boeren-buffetjufvrouw) hebben, ondanks de warmte, het er met 's Heeren Mannoury-s , Warm!!!" goed afgebracht. Ook de taal van dit stuk kwam ons vóór wel verzorgd te zijn. Ilollandinus, die het, zoo ik meen, reeds vrij oude stuk van Feuillet vertaalde, had zich, uit hoofde van den datum der vervaardiging, niet zekere boekachtige uit drukkingen mogen veroorloven, die in de beschaafde samenleving en hare samenspraken nooit gehoord worden, noch ook werden. Arthur Heulhard zegt, in zijn jongste tooneelverslag (Courrier de l'art): Ik zou aanmerkingen kunnen maken: mais je n'en ferai rien: jeneveux pas chagriner les braves gens qui par ce temps-ci ont l'ambition van ons in een schouwburgzaal te willen samenbrengen!" Ik zeg het zelfde van do voorstelling van Treptows Mensch. erger je niet" minder wat de vertooners betreft dan wel wat de auteurs aangaat. De verandwoordelijkheid is in drieën te verdeelen; Treptow, Bigot en de arrangeerder der muziek, de Heer G. Steffens. Zelden werd er een stuk gespeeld, dat meer geschikt was, om het publiek den moed te geven nu en dan in de koffikamer of do open lucht te gaan uitblazen. Jaren geleden heb ik twee van de 140 voor stellingen bijgewoond, die, naar het programma verzekert, zoo te Amsterdam als elders" hebben plaats gehad. De nieuwe bewerking van den Heer Bigot komt mij voor aan den samenhang niet veel nadruk te hebben bijgezet. Zang en dans waren een sluyer, die de handeling (voor zoo ver daaraan gedacht is) tamelijk wel verduistert. Veel verliest men hier echter niet mj. Voorstanders van parodies zullen hartelijk gelachen hebben, bij de samenschakeling van themaas uit de beroemdste operaas van Meyerbeer, Gounod, Donizetti, enz. De tooneelisten hebben zich, ondanks de tem peratuur, zeer veel moeite en vermoeyeuis ge troost, niet alleen door de s/erke lichaamsbswegingen, waartoe vooral de intermèdes ze nood zaakten en waarbij de Heer Bigot en Mejufvrouw Evelina Kapper eene hoofdrol speelden; maar ook, wat de laatste en de andere Dames betreft (Mev. Albregt, Mej. Fanny van Bieno en Mej. Ch. Coerdes) door de prijselijke afwisseling van kostumen. Van de andere braves gens", die hier optraden, noemen wij nog den (oudsten) Heer van Beem, den Heer Lageman en den Heer Euys. De Heer Bigot verdient lof, dat hij getracht heeft Treptows Lustspiel" te aktualizeeren en amsterdamizeeren. 5 Juli, 1887. A. TH. EEN VOLKSTOONEEL. De Duitsche bladen spreken over eene belang wekkende proef, welke door de stad Worms zal genomen worden, met het doel gedeeltelijk een schouwburggezelschap te kunnen missen. In die leemte zal voorzien worden door iets geheel nieuws en oorspronkelijks, een liefhebberijtooneel in het groot, waar stukken, bijzonder voor dat doel ge schreven, zullen opgevoerd worden, stukken die door het karakter der handeling, en door de voort durende inmenging van een zangkoor, veel zullen gelijken op Grieksche tragediën. De stad Worms was, gelijk de meeste Duitsche steden van den tweeden rang, in het bezit vau een eigen tooneelgezelschap, een allcrtreurigst troepje acteurs zonder talent, waar met eiken winter nieuwe debutanten mislukten, waar om de drie dagen een nieuw stuk moest worden ingestu deerd, waar een klassiek stuk niet gegeven kon worden, waar niemand tevreden over was en dat slechte zaken maakte. Dit had nog lang kunnen duren, zooals het overal duurt. In 1883 echter kwam het vierde eeuwfeest van Luther's geboorte. De stad waar de Rijksdag van Worms gehou den was, kon niet verzuimen dezen datum fees telijk te herdenken. Op hot initiatief van een zekeren heer Schön, werd er besloten, dat er te dier gelegenheid eene groote volksvoorstelling zou gegeven worden van de voornaamste tooneeleii uit het leven van den hervormer, en dat het stuk door burgers uit de stad zou worden gespeeld, met decoratief en costumes, even eenvoudig als die der oude mysteriën, Het stuk werd besteld bij den ouden dichter Hans Herrig; het werd met volkomen succes ver toond, niet enkel te Worms, maar ook in andere steden. Het was natuurlijk, dat deze goede uitslag de uitvinders aanmoedigde om eene ondernoming, die in het begin enkel voor die gelegenheid was op touw gezet, permanent te maken. De inwoners van Worms legden wat geld bij elkaar; er werd besloten, een theater te bouwen, dat ook wel voor gewone komedie kon dienen, maar toch speciaal geschikt zou zijn voor die tragedie-can tates", die men bij groote gelegenheden wil op voeren ; de plannen voor zulk een gebouw zijn reeds door een architect uitgewerkt. De schouwburg van Worms zal een groote langvormige zaal zijn, met een tooneel, gelijk aan andere tooneelen, een parterre en tusschen die twee een hoog proscenium, of avant-scène, de plaats innemend, waar anders het orkest en de stalles zijn. Dit proscenium zal zonder coulissen of decoratief zijn; het zal in rechtstreeksche verbinding met de zaal zijn. en alleen eonige zijdoeken, die als behangsels tegen de muren van het gebouw hangen, zullen door hun schilderwerk aanwijzen, waar de handeling gedacht wordt te spelen. Op dit gedeelte zullen de tooneelen in de open lucht vertoond worden, de tooneelen met volks menigten, die in de nieuwe stukken dan ook talrijk zullen voorkomen. Het eigenlijk toonoel blijft bestemd voor de stukken, die gedacht wor den tusschen de vier muren voor te vallen. De zaal zal ongeveer duizend personen kunnen be vatten; een enkele rij loges is er aangebracht, en daarboven nog een orgel, waarop hot zangkoor plaats kan vinden. Dit zangkoor zal, tusschen de bedrijven de handeling inleiden en beoordeolen, op de wijze der stropho on antistropho van het Grieksche koor. Deze volksclrama's, van vaderlandsch of gods dienstig karakter, door burgers uit de stad ver toond, zullen enkel bij groote gelegenheden ge geven worden, bij groote herinneringsdatums en op do christelijke feestdagen. Hot overige van den tijd, zal de schouwburg een gewone schouw burg zijn. Het proscenium wordt dan weggeborgen, en de stad heeft eene overeenkomst aange gaan met de directie van den groothcrtogelijken hofschouwburg te Darmstadt, zoodat de acteurs van dezen, eens in de week. uitgelezen stukken zullen komen spelen, naar de keus van een comitévau kenners, dat hooge artistieke eischen zal stellen. Wat do treurspelen betreft, die voor do groote volksvoorstellingen vereischt worden, deze bestaan nog niet. Om die te verschaffen rekent men op den ijver der Duitsche dramaturgen, en op de wedstrijden, die nieuwe talenten zullen aan hot licht brengen. Wat ar ook van deze verwachting terecht zal komen, het bekend middelmatig gehalte der tegenwoordige Duitsche tooneelschrijvers doet niet veel hopen, de stad Worms heeft in allen gevalle een origincelc poging ge- j claan; en mocht het haar gelukken een geniaal | dichter te doen ontluiken, dan zal haar schouw- l burg voor de geletterden een plaats voor bede- ) vaarten worden, zooals Bayreuth dit reeds voor de musici is. EDMONDO DE AMICIS. Bij de verschijning van den 50sten druk gijns boeks: Cuore 15 October 1885?15 Mei 1887. Depuis Ie mie Prigioni il ne s'est pas crit un livre aussi touchant, aussi noble, aussi utile; ce sont la de ces vangiles laïques, qui visitent de temps a autre les ames et qui leur rendent la vie comme ces pluies bienfaisantes qui retrempent et fécondent la terre désséchée. EDMOND COTTINEÏ. In een tijdvak van geven maanden hebben de uitgevers Fratelli Treves te Milaan van Cuore het boek waarop bij eene vorige gelegenheid werd gewezen 50,000 exemplaren verkocht en dus vijftig drukken van 1000 exemplaren in het licht gegeven. Deze zeldzame gebeurtenis verdient ook in ons vaderland niet onopgemerkt te blijven. Reeds heb ik met eene kleine proef aangetoond, welk eene heerlijke strekking en welk een fiere toon dit boek onderscheiden. Daarenboven het is een boek voor jongens, bestemd om in de dichterlijkste taal de nobelste vaderlandsliefde te ontvonken, de beste aandoeningen van het hart te doen trillen. En hebben wy dan eindelijk niet te doen met Edmondo de Amicis, ons aller vriend, die in 1874 zijn Olanda uitgaf en voor heel Italiëeen vrien delijk beeld teekende van het veel besproken, weinig gekende Holland, dat ondanks zijne kleine uitgestrektheid, zooveel belang inboezemde aan alle beschaafde Italianen? Hebben wij hem niet te danken voor de edelmoedige opvatting onzer geschiedenis, voor de dichterlijke teekening onzer blonde duinen en voor de goede woorden, die hij aan ons paese glorioso, modesto ed austero" heeft gewijd'? Mijn gemoed schiet mij puur vol", zou Tante Martha de Harde in Willem Leenend zeggen, als ik denk met welk een warmte De Amicis, met welk een eerbied en teederheid hij het schoonste en beste van ons Holland heeft ge waardeerd en liefgehad. Niets schijnt mij dus heuglijker, dan te mogen getuigen van den gadeloozen bijval, in Italiëaan zijn jongste werk Cuore geschenken, Als er in zeven maanden reeds vijftig drukken noodig waren zal dit boek eerlang zijn honderdsten kunnen be leven. Te bewonderenswaardiger is dit feit daar het onderwerp van het boek tot nog toe als een der moeilijkste gold, die ooit konden worden be handeld in don vorm van een roman. Cuore is bestemd voor jongens van negen tot dertien jaren, die de lagere gemeentescholen van Italiëbezoe ken. Hij geeft het woord aan een leerling der derde klasse, die al de gebeurtenissen van n cursus beschrijft, nadat de vader van dezen leer ling de aanteekeningon van zijn zoon voor de pers heeft in orde gebracht. Vau tijd tot tijd neemt de vader zelf het woord. Ik heb geene voorkeur bij hot vele schoonc dat D>; :Vmicis te genieten geeft. Daarom volgt hier de allereerste bladzijde van Cuore. October, 17, Maandag. De eerste dag op School." Van daag begint de school weer. Als een droom zijn zij voorbijgevlogen, die drie maanden vacantie, buiten doorgebracht. Mijne moeder bracht mij van morgen naar school, om mij te laten in schrijven voor de derde klasse. Ik dacht aan ons buiten on ging met tegenzin. In al de straten krielde het van jongens. De twee boekwinkels werden afgeloopen door vaders en moeders, die tasschen, schriften en leien kochten. Voor do school was zulk een opeenhooping van menschen, dat onze portier on een agent moeite hadden, om ieder op zijne beurt binnen te laten. Dicht bij de deur werd ik op den schouder getikt. Het was mijn meester uit de tweede klasse, met zijne verwarde roode hairon en vroolijk gelaat. Nu zijn we voor goed gescheiden, Enrico.'" riep hij mij toe. Ik wist het heel wel, maar toch deden deze woorden mij pijnlijk aan. Eindelijk traden wij binnen. Ilooren, dames, vrouwen uit het volk, werklieden, ambtenaren, grootmoeders, dienstmeiden, allen met een knaap aan de ne hand en het bewijs van overgang tot eene hoogere klasse in de andere, vulden de wachtkamer en de trappen, met een gedruis en een gesnap, als bij het binnengaan van een schouw burg. Met genoegen zag ik het grooto portaal der eerste verdieping weer, waarop de deuren dor zeven klassen uitkomen. Gedurende driejaren was ik bijna lederen dag hier doorgegaan. Er heerschte groote drukte, de onderwijzers kwamen en gingen. Mijn meester uit de eerste klasse stond op don drempel van zijn schoolvertrek; hij groette mij en zeide: Envico! je gaat nu dit jaar naar de tweede verdieping! Wc zullen je niet meer voorbij zien komen !" Hij schudde zacht het hoofd. De Directeur werd omringd door een hoop vrouwen, die bedroefd en teleurgesteld hare klachten uitspraken, omdat er voor hare kinderen geen plaats meer op do school was. Het scheen mij, dat de baard van den Directeur een ziertje witter was dan hot vorige jaar. Ik vond de jon gens grootor en dikker geworden. Beneden wa ren de kleine jongens van do laagste klassen, die de schoollokalen niet wilden binnengaan maar tegenstribbelden als koppige jonge ezels; eenigen moesten met geweld worden binnengebracht, an deren liepen weer van hunne plaatsen, enkelen die hunne ouders zagen vertrekken, begonnen te schreien, zoodat deze terug moesten komen om ze te troosten of te vermanen. De onderwijzers hadden handen vol werk. Mijn kleine broer ging naar do klasse van me juffrouw elcati, en ik naar de eerste verdieping bij meneer l'crboni. Daar waren in het geheel vier on vijftig jongens, waaronder maar vijftien of zestien van mijne vroegere kameraden uit de tweede klasse, on onder deze zag ik Derossi, die altijd de eerste prijzen won. Eng en somber scheen mij de school, als ik dacht aan de bosschen en de bergen, waar ik mijne vacantie had gesleten. Toon dacht ik aan mijn meester uit de tweede klasse die altijd met ons medelachte, die zoo klein was, alsof hij tot onze kameraden be hoorde; ik was bedroefd, dat hij niet meer voor ons zou staan met zijne verwarde roode haren. Onze nieuwe meester was lang, droeg geen baard, maar lange, grijze hairen; een diepe rim pel doorgroefde zijn voorhoofd. Hij heeft een luidklinkende stem, en ziet ons allen uitvorschend aan, den een na den ander, als of hij ons hart wil doorgronden en hij lacht nooit! Ik zei bijm\j zelven: Dit is nu de eerste dag. Nog negen maanden. Welke en arbeid, hoeveel maandeüjksche repetitieën, hoeveel vermoeiende uren in het vooruitzicht! Ik had groote moeite, om bij den uitgang mijne moeder terug te vinden en haar de hand te kussen. Houd je goed Enrico!" zei ze. Ik zal je bij het werk helpen. Tevreden ging ik naar de klasse terug, maar ik had mijn vroegeren meester met zijn goeden vroolyken lach niet meer en de school scheen mij niet meer zoo aangenaam en gezellig als vroeger." Zoo is het eerste hoofdstuk van een boek, dat een ongehoorden bijval vond in Italië, dat in alle i Italiaansche dagbladen en tijdschriften met on gewone warmte wordt geprezen, dat weldra in het Fransch (1), in het Engelsch (2), in het Nederlandsen (3) in het Duitsch, in bet Spaansch, in het Portugeesch, in het Poolsch en in het Hongaarsch zal worden vertaald. Het beste bewijs voor de groote ingeno menheid der Italianen met dit boek is het vol gend feit De beeldhouwer Ettore Ximenes heeft een groep gemodeleerd, die hij onder den titel: De Knapen uit Cuore ter nationale tentoonstel ling te Venetiëinzond. Deze groep is een mees terstuk, door een meesterstuk in het leven ge roepen. De Italiaansche Regeering voorbeeld voor vele andere! heeft het kunstwerk van Ximenes aangekocht orn het te plaatsen in de Galleria Nazionale d'opere moderne. Er is maar n stem over het boek. Ik zal tot staving dezer zeldzame eenstemmig heid enkele getuigen doen spreken. 4) F. Filippi zegt in de Perseveranza van Milaan: Ziehier een boek dat zijn titel waardig is, dat tot eer verstrekt van den genialen, beminnelijken auteur; een boek voor knapen, maar dat door volwassenen zal gelezen worden, door groot en klein, door knapen en grijsaards, inzonderheid door vaders en moeders, die hunne kinderen lief hebben." L. Lodi zegt in 11 Capitan Fracassa van Rome: Zeor terecht heeft De Amicis aan zijn werk den schooneu en zoeten titel van Cuore gegeven. Hij heeft het boek werkelijk met zijn hart ge schreven. Men zou kunnen zeggen, dat in hem voor al de knapen van Italiëeen vaderhart klopt." Ida Baccini schrijft in de Fanfulla della Domenica: De Amicis spreekt eene taal tot de knapen, die niemand vóór hem hoeft weten te vinden. Zijne vertellingen zijn vol echt menschelijk gevoel, vol vaderlandsliefde. Dit boek is even schoon als zijn eersteling; Bozetti della Vita Militare." Emilio de Marchi oordeelt in de Carrière della Sera van Milaan: Dit is een boek, niet geschreven door een schoolmeester, of oen schoolopziener, of een paedagoog in folio, maar door een kunstenaar. Daarom leven al de personen, die optreden, daarom spre ken zij tot ons hart terwijl geen geschoolmeester, niets onderwijsachtigs ons hindert." Giuseppe Depanis roept in do Gazetta Lettera ria van Turijn uit: Dit boek is niet alleen een boek door een edel hart geschreven, niet alleen een heerlijk boek, maar ook eeno groote daad .... Knapen, jongeljeden! Leest, leert het werk van De Amicis van Duiten! Hij, die het schreef, heeft aanspraak op uwe dankbaarheid". L. Cisotti zegt in L'Italia militare: Cuore is geschreven met dezelfde pen, die de Bozetti della vita militare ontwierp; het zijn de zelfde verheven gevoelens, het is dezelfde vader landsliefde, dezelfde warme bewondering voor edele en grootmoedige daden, dezelfde ijver om door schoonc voorbeelden uit het werkelijke leven geest en gemoed te verheffen tot de nobelste geestdrift." Marcus Landau heeft in de National-Zeitung van 11 November 1886 de verdiensten van dit werk voor de Duitsche lezerswereld uiteengezet. Hij heeft ronduit verklaard, dat Cuore boven al de vroegere geschriften, novellen of reisbeschrij vingen van De Amicis staat. De edele gehecht heid aan alles wat het vaderland dierbaar is, schijnt wel de schoonste trek uit dit nieuwe boek. Edouard Rod heeft in de Revue Nouvelle, en Edmond Cottinet in het Journal de Gerieve met hartclijken lof' over Cuore gesproken. Do laatste schrijft, '29 Januari 1887 : l'eu d'écrivains sont aussi sympathiques qu' Edmond de Amicis. Mais aucun de ses livres ne m'avait inspirépour eet crivain un sentiment d'affoction comme celui qui a rempli mon coeur en lisant Cuore, dont la trcnte-quatrième dition paraissait ces jours ei. Ah! Monsieur de Amicis, vous crivez un italien charmant, vous tes un artiste, vous avez do l'esprit et beaucoup, mais vótre qualitémaitrosse, cello qui attire, et vous fait un ami de chacun de vos lecteurs, c'est votre amour des hommes! Cette générositéd'ame fait lo charme et Ie bienfait de l'ouvragc récemment paru, intituléCuore'', lo coour." Ik geloof hiermee te kunnen volstaan. Wanneer eerlang eone Nederlandsche vertaling het licht zal zien, voorspel ik een zeer grooten bijval bij eiken Nedcrlandschen lezer, die belang stelt in onze spes palritc en die zijn vaderland lief heeft. Dr. JAN" TEN B KINK. 1) Te Parijs bij Delagrave. 2) Te New-York bij Crowell. 3) Te Haarlem bij W. Gosler. 4) Giudisi dcllu Stampa italiana e Straniera. Per la cinquanlesima editione del ^Cuore" di Ed mondo de Amicis. Milano, Frat. Ireres 15 Mei 1887. Van ilcn Borclifjrave van Couchij. Frag menten uitgegeven door M. de Vries. Leiden, E. J. Brill, 1887. In het Tijdschrift" van de Maatschappij der Ncderlandscho Letterkunde te Leiden (Dl. VII)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl