De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 31 juli pagina 5

31 juli 1887 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. zinnige blijken van liefde en gehechtheid aan hunne doorluchtige souvereinen uit te drukken, .zullen er allerlei plechtigheden en feestelijkheden plaats hebben. Maar die ondubbelzinnige blijken van liefde en gehechtheid mochten op papier ver trouwd worden, inderdaad vreesde men voor het tegenovergestelde en zoo kwam er reeds den vol genden dag eene nieuwe publicatie uit, waarin bepaald werd, dat langs heel den weg, welke door ?den stoet zou worden afgelegd, geen schuttingen iroor de stoepen zouden mogen getimmerd worden, geen rijtuigen mochten stilstaan, geen personen in de boomen zouden mogen klimmen. Dat was iets inêer dan politiezorg tegen mogelijke ongelukken. En hetzelfde kan worden gezegd van het nog heden ten dage gehandhaafde verbod van te loopen over de kleine steentjes voor het Paleis en van de post van 2400 gulden, die de stad later aan den directeur-generaal van politie moest vergoe den voor geheime correspondentiekosten. Maar hoe slecht ook gemeend, de Amstelstad wilde den Corsikaan een schoone ontvangst be reiden. Aan 't begin van der stede grondgebied .zou de Maire vergezeld van den municipalen raad en een detachement van de nationale garde hem gaan verwelkomen. Daar zou eene eerepoort opgericht worden. Het oogenblik, waarop de Maire den Keizer de sleutels der stad aanbiedt, is door den schilder van Bree gekozen voor de groote schilderij, die thans in het Rijksmuseum hangt en onwillekeurig een lach afdwingt over de miniatuur mannetjes, die de plechtigheid vervullen en het houterige alles behalve vurige arabische strijdros, dat den keizer draagt. Midden in de Plantage zou een tweede eerepoort verrijzen, prijkende met het volgende opschrift: NAPOLEONTIS IN TERTIUM IMPERII CAPUT SOLEM.NIS INGRESSUS DIE IX OCTOBR1S A°MDCCCXI. Een fransche adelaar prijkte er boven van fraai houtsnijwerk, die nog op het stads-archief bewaard wordt. Deze eerepoort zou spreken van de overwinningen door den keizer behaald en van de vredesverdragen door den keizer gesloten. Op de Reguliers-breestraat, werd een derde eere poort gebouwd ter gedachtenis aan Napoleons onsterfelijken naam door zijn krijgsbedrijven en wegens zyne bescherming van kunsten en weten schappen. Een eerepoort op 't Kadijksplein ver toonde wederom krijgsattributen. Aan het einde van de Keizersgracht op de brug voor de Brou wersgracht deed men een tempel verrijzen met attributen van zeevaart en koophandel, en in 't mid den zou men een waterwerk te aanschouwen geven. Drie groote zegezuilen versierden de hooge Amstelbrug, en twaalf andere bruggen zouden ook worden versierd evenals de Mairie. Het was op den 9n October ten kwart voor drie ure bij een betrokken lucht, dat de keizer de mijlpaal naderde omringd van een schitterenden staf en voorafgegaan door vijf rijtuigen, waarin Maria Louise met hare staatsdames waren gezeten. Alles ging stapvoets. Heel de weg was met dik zand bestrooid wijl de,paarden geen hoef beslag hadden. Aan dit overzanden werd gedurende het verblijf van het hof meer dan 3000 gl. besteed. Langs den weg stonden militairen en-haie geschaard en met korte tusschenruimten waren masten op gesteld met fransche vlaggen en adelaars getooid. Aan vlaggendoek werd daartoe wel voor 1800 gl. gebruikt. Alle huizen waren versierd. Met goud waren op sommige punten de kamers betaald, waar men den stoet kon zien voorbij gaan. Ka den stoet trokken natuurlijk de eerebogen en versieringen druk de aandacht. De stadsregeering had kosten noch moeite gespaard, om ze een schoon en waardig aanzien te geven. Door stads werkvolk was er ongeveer 8200 gl. aan verwerkt en toen was nog de decoratieschilder, de beste uit zijn tijd, F. J. Pfeiiïer, er bij te pas gekomen, om de decors er op te schilderen. De man diende deswege e^pe bescheiden rekening in van nog geen 400 gl., maar daaronder waren blijkbaar de chassinetten niet begrepen in de verschillende versieringen, die des avonds bij de illuminatie beter tot hun recht zouden komen dan overdag. Het eerste zal grootendeels schablone-werk zijn geweest, aan het laatste was veel meer kunst besteed, en het was daarom niet te verwonderen dat 's mans rekening ongeveer 3500 gl. beliep. Het feestprogramma vermeldde, dat er 's avonds eene illuminatie en den volgenden avond eene algemeene groote illuminatie zou zijn. Alle voorname stadsgebouwen prijkten met vetglaasjes. Op beide avonden bedroegen de kosten van huur der glazen met de verbruikte brandstof omtrent 5500 gld. In dien tijd verlichtte men nog de huizen en niet gelijk thans gebruikelijk is den walkant. Hoezeer de stad meermalen bij bijzondere gelegenheden was verlicht geworden, was de deelneming nooit zoo algemeen geweest als deze maal, en de tijdgenooten roepen dan ook over het prachtige schouwspel, dat de stad aanbood. Maar het kostte de stad alleen bijna 17000 gld. Men had er echter ook twee avonden van genoten. Den 13 October zou er eene eigenaardige, voor ons land nieuwe feestelijkheid plaats hebben. Op vijf markten zouden groote loterijen trek ken, die iederen prijswinner recht zouden geven op wijn of levensmiddelen. Op de Westermarkt, Heerenmarkt, Nieuwmarkt, Botermarkt en op het Kattenburgerplein waren stellingen opgeslagen, waar de arme man gratis zijn geluk kon beproeven. Op ieder dezer plaatsen werden 4000 loten uitgedeeld, waaronder 1000 prijzen waren, die in een nabijgelegen stadsgcbouw konden wor den afgehaald. Aardig gevonden als deze maat regel was om den vreemden monarch eene zekere populariteit bij de heffe des volks te bezorgen, kon hij bij het betere deel der burgerij niet zeer in den smaak vallen, en allerminst bij de stads regeering, die het budget van uitgaven daardoor met meer dan 8000 gld. zag bezwaard. Het duurst van allen was echter de feestavond van 20 October, toen het vuurwerk op de Hooge Sluis, dat voor 5227:10: door den vuurwerkmaker W. van Ronzelen was vervaardigd, afge stoken werd eigenhandig gelijk men weet door het gekroonde paar, met lontstokken, die nog in het Rijksmuseum worden bewaard en eene gratis voorstelling in den schouwburg werd gege ven. In den Binnen-Amstel was een prachtige tent getimmerd, om hunne Majesteiten te ontvan gen, in welker nabijheid een muziekcorps onder den directeur A. Dahme zich zou laten hooren. Deze muziek kostte 200 gl. en het geheele feest ongeveer 15000 gl. Twee dagen later bood de gemeente hare hooge gasten tot besluit een bal in Felix aan, waarvoor meer dan 2500 gl. moest worden betaald. Bij dat alles kwamen nog andere onkosten door verschillende kleinere feestelijkheden, bezoeken van het keizerlijk echtpaar, enz: veroorzaakt, zoodat men tot de ontdekking kwam, toen de rekeningen waren ingekomen, dat de onwaardeerbare eer" van het kortstondig verblijf van het hof de stad op 103287:18:4 gld. was te staan gekomen. Schaakspel. No. 83. Van H. MENDES DA COSTA te Amsterdam. ZWART. Tweezet no. 83 bis van H. Mendes Da Costa. Wit K. d8, Pd. e8 en e5, D. f2, T. a5, R. fl, P. c3 en gG. (8. Zwart K. e6, T. g2, R. h8, Pd. aöen hö, P. d3 on d4 (6 met K. e6). Driezet no. 83 ter van Anonymus te A. Wit K. g5, T. e7, Pd. e5, R. b4, P. d2 en fö. (6 Zwart K. d4, P. do en f5 (3 met K. d4. Vierzet no. 83 quater van H. Pratt, Daheim. Wit K. do, D. c7, Pd. d4, P. e3 (4. Zwart K. e4. Vooral om de weinige stukken en de matstelling is dit probleem zeer mooi! Wit begint in alle deze problemen. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is opgelost door W. v. H. te Delft no. 81 met bis, ter en quater; P. P. te Arnhem no. 81 bis; C. T. v. H. te Amsterdam no. 81 met bis, ter en quater. Insgelijks Mei" te Amsterdam. NASCHRIFT. Te laat ontvangen veel oplossingen. d e WIT. Wit speelt voor en geeft in vier zetten mat. (Wit 8 en Zwart 9 stukken met K. e4.) OPLOSSING VAN SCHAALPROBLEEM No. 81 met bijgevoegde witte pion h6. van M. W. J. 's Gravesande Guicherit. f4!, K. c5 a); 2 T. b3, K. d5 of d4; b) 3 c4 e3 |, K. onv. 4 g5 eöf mat. l e3 f4!, K. c5 a); 2 T. b3, K. d5 of d4; b) 3 c4 e3 -j-, K. onv. 4 b) 2 Als boven, e4 e3; 3 f4 dG f, K. onv.; 4 b3 d3 f mat. a) l e3 _ f4; 2 T. b3, onv.; 3 c4 e3, K. onv.; 4 g5 eöf mat. l Als boven, e4 e3; 2 f4 d6, d5 d4: 3 g3 X e3, d4 do; 4 e3 d3 f ' mat. , Verleidelijk zijn de zetten l g5 X o4, of l e3 cl, of f'2 f3 maar falen allen bij juiste ver dediging. (Zeer mooi! No. 81 bis van denzelfden. l dS _ e8!, d6 c6; 2 d7 d8 Pd. f, K. onv ; 3 b2 l Als boven, d6 c5; 2 b2 a3 f, c5 c6; l d6 eG; 2 d7 d8 D. f, h2 X f4 a3 f inat. 3 d7 d8 Pd. f mat. 3 d8 e7 f mat. h2 X f*; 2 idem, K. onv. ; d8 bG of e7 f mat. No. 81 ter van de Schaakclub te Utrecht. 3) l e2 d4, e5 d4; 2 h8 X f6 t mat. l e2 1) 2) 3) d4, e5 X f4 1) 2 gl X h2 f mat. No. 81 quater v. d. oudred van Sissa. e5 f4 2) 2 gl h2 mat. l f6 b2ü, K. d3; K. f3, d3 d2; d5 f4ofb4;2 h8 b8 of b2 d3 mat. 3 d5 f4, gedwongen; 5 R. c3 f mat. do elders 4) 2 b2 d3 of h8 b8 | mat. Een schaakhulde met een vraag? De St. Louis Globe-Democraat geeft bij gelegenheid van het tienjarig redacteurschap des heeren Ben. R. Foster het onderstaande, aan hem door zijn vriend W. A. Shinkman te Grand-Rapids opgedragen probleem: Wit K. el, T. al, Pions a2, 3, 4, 5, 6 en a7 8) Zwart K. a8; ten opzichte waarvan gevraagd wordt: de mogelijkheid der stelling te bewijzen door een partij, met den voorzet aan wit; van niet langer dan 34 zetten, in de loop waarvan zwart zeven maal achtereenvolgens slaat, leidende tot bovenstaande stand, waarin wit in acht zetten mat geeft. Het spreekt van zelf dat de partij geen voorbeeld van goed spel behoeft te zijn, als de zetten maar niet tegen de regels indruischen. Het mat is daarentegen gemakkelijk. *) De volgende Evansgambiet met paard voorgaaf, ontleenen wy aan H. E, BirêTs werk: Het schaken van den tegenwoordigen tijd." Wit zonder Pd. bl. W. Steinltz. Zwart X. e2 e4 l e7 e5 gl f3 2 b8 cG fl _ C4 3 f8 - c5 b2 b4 4 c5 X M c2 c3 5 b4 a.5 o o G s8 f6 8 9 10 11 12 13 14 Wit cl a3, Zw d2 d4, dl -- b3, e4 X d5, fl - el f d5 X eG e6 X f7 f c4 eG f , ar> bG 1) ef) X '14 d7 d5 2) cG a5 C8 _ 06 3) a5 X l>3 e8 d7 d7 cG l') f3 e5 f, cG b5 1G eG c4 t, 1)5 a5 17 a3 b4 f, a5 a4 18 a2 X b3 f mat 3) Zwart dacht mijn R. nemen zal je wel laten! 1) Hier moet 7 d7 d(> gespeeld worden. 2) Nog meenen wij is !) d7 do do zet, *) Naar onze meening schuilt er iets onduidelijks in de vraag. Dat de pionnen om zoo te kunnen staan, moeten zij 15 maal geslagen hebben in de partij. Het probleem zelf is gemakkelijk op te lossen. Maar de partij te zoeken, hoewel de componist daarvoor acht weken toestaat, is ons nog te kras. Wij wachten de partij van den guitigen auteur af en zullen deze later in ons weekblad mededeelen. Red. TOBY'S MONUMENT. Het zevendaagsch gevecht was afgeloopen. Hon derden van onze dappere kameraden lagen met bleeke, verstijfde, naar boven gekeerde gezichten op de hellingen van Malvern-Heuvel, of voelden kermend hun laatste levenskrachten verdwijnen in de moerassen langs de Chickahominy. De vermoeide, verslagen overblijfselen van het groote leger van de Potomac, lagen bij de werf van I larrison aan de James-rivier gekampeerd, te wachten op transportschepen die hen naar Washington zouden te rug voeren. Het was na het appèl, op een drukkenden zui delijken zomeravond. Op de uiterste grens van het kamp, het dichtst bij dat van den vijand, hield een schildwacht even zijn gelijkmatigen tred in, en trachtte de hem omringende duisternis te doorboren. Hm!" zeide hij: 't is maar een i hond." Hij was op het punt voort te gaan, toen ) de veronderstelde viervoeter plotseling oprees en i op een zoo klaarblijkelijk menschelijke wijze op twee voeten begon to loopen, dat de schildwacht nogmaals zijn geweer afzette en riep : Halt! voorwaarts en geef 't consigne." : Een zwakke kinderstem antwoordde: Heb niet, i massa!" Wel nu komaan!" mompelde de schildwacht, i als dat geen kleine nikker is, ben ik wat, en ik geloof dat ik hem den dood op 't lijf heb gejaagd, i van angst. Kom hier sneeuwbal!" Het kind trad schoorvoetend nader en zcide met ] bevende stem: Ileusch massa, 'kheb niets u te | geef." | Wel, wie heeft je gezegd dat je mij iets geven moest". 'Massa zelf daar net zeg ik hem iets moet geef en 't heb niets als de kleer die aan mijn lijf". Wees maar stil, sneeuwbal! ik heb ze niet noodig Korporaal van de wacht! Post twee". ! De korporaal spoedde zich naar post twee", waar hij den schildwacht vond met de hand op , den schouder van een kleinen negerjongen, die door vrees, uitputting en honger buiten staat was zich te verklaren. Ik zal hem naar kapitein Leigh brengen", zeiilo de korporaal, hij is de dienstdoende officier, misschien kan hij iets uit hem krijgen." Do kapitein stond voor den ingang van zijn tent naar buiten in de duisternis te turen, toen de korporaal met zijn gevangene nader trad. Kapitein", zoidc hij, hier is een jongen, die zooeven door de wachtposten is hcengeslopen." Goed, laat hem maar hier". Op het eerste geluid der stem van den kapitein, kwam de jongen dichter naar hem toe, als begreep hij instinctmatig een vriend te hebben gevonden. Ga die tent maar binnen, daar kun je tot morgenochtend slapen", zeide de kapitein. lloe heet je?" was kapitein Leigh's eerste vraag, den volgenden morgen. Naam Toby''. Is dat alles?" Is alles, massa kaptein." lloe oud ben je V" Weet niet, massa kaptein. Xicmand dat nooit verteld." Waar kom je van (laan V" Van achter Richmond, massa kaptein." Waarom beu je hier gekomen ?" ..Allemaal zij loopen weg en oude massa zoo boos ik bang hij mij doodslaan. Dacht ook nog mammy misschien vinden kon, als Toby eerst in leger van Noordelijkcn was. Waa,r is je moeder dan V" Weet niet, massa kaptein, oude massa hij haar verkoopcn. naar Georgiëlaatste katocnpluk, en ik verder niets meer gehoord van haar. Zij ook mis schien wcggcloop on ik haar vinden in het leger." En wat wou je nu gaan doen?" \Vect niet, massa kaptein. Zou willen blijf bij massa.'' Wat kun je zoo al doen ? Bedienen, massa kaptein en massa's laarzon maken glim en " op levendigen toon, toen hij rondziende do paarden gewaar werd kan paar den verzorgen o zoo goed." Je bent niet groot genoeg om met paarden. om te gaan." Ik wat genoeg groot, massa kaptein en niet bang voor paard. Oude massa hij mij altijd laat rijden met paard waar ander bang voor is. Ik ze altijd klein krijg zij nog zoo wild! Massa moet maar probeeren en kijk of Toby niet waarheid vertel!" Als ik je hier houd moet je goed oppassen en alles doen wat ik zeg." Zal doen massa, alles wat massa zegt, naar mijn mijn beste weten!" Zoodat toen de troepen hun legerplaats ver lieten, Toby ook medeging en hem de zorg voor het paard en de bagage van den kapitein was opgedragen, en toen de stoomboot goed en wel onderweg was, fleurde hij geheel op en werd zicht baar vroolijker met elke omwenteling van het rad, die den atstand tussehen hem en oude massa" grooter maakte. Massa kaptein," vroeg hij op gekeren dag, waar wij naar toe? Naar Washington of naar Alexandrië, precies weet ik het zelf nog niet." Is winkels daar, massa kaptein?" O ja! veel winkels. Wat wou je- koopen?" Blief, massa kaptein, blief och! .." hij begon te stamelen en hield den adem in klaar blijkelijk overweldigd door de stoutheid zg'ner wenschen. Kom! spreek op welk kostbaar kleinood wou je hebben?" Blief Massa kaptein och koop een banjo voor Toby." Een banjo! Wat drommel moet jij daarmee uitvoeren?" Kan mooi spelen en dansen ook! o, ik eiken. dag voor massa spelen!" Dank je! 't zou al te veel van je goedheid gevergd zijn." Zal massa een koopen?" Ik weet het niet! We zullen zien als w\j er zijn aangekomen." Benige dagen later zou er een revue worden gehouden. Iedereen knapte zich zoo goed mogelijk op en Toby werd de gelukkige eigenaar van een oude huzaren-uniform. Zij paste hem wel is waar volstrekt niet, want do broekspijpen reikten tot aan zijn schouders en waren van onderen in dikke proppen om zijn enkels opgerold; de jas hing hem op de hielen en de mouwen geleken gapende spe lonken, waarin zijn handen zoo diep verborgea zaten, dat het twijfelachtig scheen of h\j ze ooit terug zou kunnen vinden. Maar er zaten vergulde knoopen aan en tressen en strepen, die Toby's ziel vervulden vau bewondering en genot. Hij was zoo ingenomen met zijn plunje, dat h\j de banjo geheel scheen vergeten te hebben, toen op zekeren dag de kapitein er hem plotseling een onder den neus hield. Toby's oogen werden al grooter en grooter, totdat het scheen of ze zijn halve gezicht zouden bedekken en hij stamelde verrast: U mijn dat geven, massa kaptein?" Je hebt immers een banjo willen hebben, niet waar ?" Ja ik u eens gevraagd heb mij banjo te koop maar niet denken ik de kleêr krijg en de banjo ook, massa." Nu, wat heb je dan liever do kleêren of de banjo?" Zonder een woord te spreken trok Toby zijn jas uit en legde die aan de voeten van den kapitein neder. Kapitein Leigh moest er om lachen. Nu," zeide hij, als een banjo je zooveel waard is, inoog je hem hebben. Hierzoo! Pak aan!" Waar moet ik breng de kleêr, massa kaptein?" Nergens ! houd ze maar aan !" Ik de kleêr krijg en de banjo ook? O! 01 alle twee ?" En toen eindelijk deze heucüelijke waarheid tot zijn begrip was doorgedrongen, gaf Toby aan zijn gevoelens lucht door een langerekt ki-ji!" waarna hij op zijn hoofd ging staan cu met zijn beenen in de lucht spartelde, totdat zijn al te ruime kleeding het hem te bont maakte, waardoor hij zijn evenwicht verloor en omver rolde. Dit bracht hem tot bedaren. Hij stond op en ging heen, terwijl hij de banjo liefkozend in zijn armen medenam, zóó voorzichtig alsof het instrument een zuigeling was. Na dien dag was er geen gebrek aan muziek. Toby tokkelde den geheelon dag en hield niet op vóór 's avonds, wanneer de kapitein hem naar bed zond. Toby bewees waarheid gesproken te hebben wat zijn geschiktheid voor het verzorgen vaa paarden betrof. Kapitein Leigh's paart! had er nog nooit zoo welgedaan uitgezien en de kapi tein was verrukt. Bovendien bleek Toby een goede jongen te zijn. Maar het leger is geen geschikte leerschool voor jongens, waarom kapitein Leigh op zekeren dag tot hem zcide : Toby, hoe zou je hot vinden om naar het Noorden te gaan V" Waar is dat, massa kaptein ?" Ik bedoel mijn huis." Wanneer gaat massa daarheen ?" Ik ga volstrekt nog niet althans vooreerst." Massa mij dan wil wegsturen van massa ?" Kapitein Leigh was getroffen en antwoordde aangedaan: Ja Toby. ik wil je van mij wegzenden, omdat hot voor je bost zal zijn. Maar zoodra de oor log geëindigd is. kom ik thuis, en dan kun je altijd bij mij blijven, wanneer je goed oppast. Ik altijd alles doen wat massa kaptein zegt," Dat weet ik Toby, en juist omdat je altijd zoo goed volbrengt wat ik je zeg, wil ik je naar mijn huis zenden om boodschappen voor iniju vrouw te doen on andere huiselijke bezigheden, die zij jo zal opdragen. Kn ik heb drie kinderen twee meisjes on een heel klein jongetje. Daar moet jo mee uitgaan wanneer zij gaan spelen en goed op hen passen. Ik heb con heel prettig, gezellig huis buiten de stad. Zou jij er niet graag heen willen ?" ..Als massa ook meegaat, ja!" l!Maar mijn jongen! dat kan ik nu onmogelijk doen." Ik zal alles doen wat massa zegt. Als massa zegt: jij gaan Toby ik gaan, en ik do kin deren oppassen naar mijn beste weten, tot massa komt. Maar. och; massa moet gauw komen!" Eu toen do kapitein zijn tont had verlaten, liet Toby

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl