Historisch Archief 1877-1940
D<E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.527
»?'
l"'
'A
!?
f.
hst hoofd op zijn handen zinken en schreide alsof
liein het hart zou breken.
Kapitein Leigh vond een mede-officier, die van
püm was eenige weken met verlof naar huis te
ga*a, en die er gereedelijfc in toestemde,
gedueeade de reis d» zorg op zich te nemen voor den
Jongen, in wien zijn vriend, zulk een levendig be
lang stelde.
v Maar nog dienzelfden nacht kwam eene tijding,
"fli« bg allen de gedachte aan verlof of naar huis
gaan verbande. Het goevernement van Richmond,
.besloten den Noordelijken nu eens geducht het
jak uit te vegen," had tot den grooten uitval
besloten.
Kapitein Leigh ontving bevel tegen het
aanbuflken van den dag met zijn regiment op te
rakken.
Toby," zeide bij. jij kunt met een van de
t bagagewagens gaan. Gesp mijn deken enkapotjas
g» bjj elkaar in den riem en neem ze mede, en ook
rdea* laarzen draag er vooral goed zorg voor,
vant ik krijg niet zoo spoedig weer een
paarrija laarzen die mij zoo goed passen als deze."
J£' _ Massa niet bang zijn Toby zal ze bewaren
förfeoo goed hij kan !"
SsÊHet. hoofdkorps der opstandelingen was gezien
fai den Zuidelijken bergketen gaande in de
richfiag van Gettysburg. De Noordelijken maakten
verkenningstochten in alle richtingen, en eene
afdeeling troepen, waaronder ook het regiment van
- kapitein Leigh, kreeg bevel langs den kortsten
r yeg naar Gettysburg op te rukken en den rebel
ten dea terugtocht at te snijden. Onderweg werd
^- " een der bagagewagens beschadigd. De voerman
\? ' van den volgenden steeg af om zijn makker te
hel|L , pen. De troepen marcheerden voort en de beide
!?-, wagens .bleven'op den berg achter. In een
daarfvltn zat Toby, met de laarzen van den kapitein,
waarover hij trouw de wacht hield. De twee
manaft» werkten onverpoosd om de schade te
hers stellen en Toby zat naar hen te kijken. Plotseling
J Jdonk het getrappel van paardenhoeven en kwam
u* eene aldeeling ruiterij uit een bocht in den weg
f? ; - te voorschijn.
Dat treft!" riep een der mannen hierkomen
a een j*ajtrrvan onze kameraden. Als zij nog even
«- Tffiïeif waënfen, kusnen wij met hen medegaan."
4 't Zijn onze jongens niet," zeide de andere, na
u. hen scherp M oogenschouw te hebben genomen,
-;,, 't zijn rebellen!"
3ji Bg die vföorden verstopte Toby zich onder een
;,.. paar dekens op den bodem van den wagen.
Toen de soldaten waren genaderd zeide de
.". officier, klaarblijkelijk in antwoord op de vraag
*, vaa een zyner manschappen:
f Neen! laat die kerels loopen; we kunnen hier
toch niets met gevangenen uitrichten. Maar wij
gullen de wagens eens doorsnuffelen, en als de
"' Yankees soms iets bij zich hebben dat wij
gebruiken kunnen, zooveel te beter!"
Bij- de wagens gekomen hielden zij hun paarden
in, richtten een paar korte, barsche vragen tot
de beide voerlieden, waarna zij de kisten en
koffers begonnen open te breken en zich den
inhoud toeëigenden.
j Bijna waren de soldaten met hun onderzoek ge
reed, toen een van hen uitriep: Wat ligt daar
onder die bank?"
' .?O! een gescheurde deken, anders niet," zeide
een ander. Hij is de moeite van 't meenemen
niet waard. Wij hebben alles wat wij gebruiken
- ajnnen."
s "S»Ja! maar er mocht soms iets onder liggen."
Met z\jn degen schoof hij den deken terzijde,
pn dSar lag Toby, die beproefde, hoewel
vruckte\ loos, afe laarzen met zijn lichaam voor hun blikken
te verbergen.
?s; Komaan!" riep de officier, dat is de moeite
?fe, $pg eens waard. Ik heb ze juist hard noodig. Kom
i.', jonden! geef die laarzen maar over, gauw!"
g- Neen, massa," zeide Toby, mag niet geven
z\jn laarzen van massa kaptein en hij mij zeg
gen ik vooral goed zorgen er voor."
7 Dat gaat mij riet aan. Ik moet ze hebben,
J dus geef op!"
- t Blief massa ..." begon Toby weer; maar do
rebel liet hem niet aan het woord komen.
Wil je mij die laarzen geven, ja of neen?
Wanneer je het niet doet en bl gauw ook,
zal ik een kogel door je zwarte huid jagen. Ik
> vraag 't je nu voor de laatste maal krijg ik ze
of niet?" Tegelijkertijd haalde hij zijn pistool
voor den dag.
Kan nief, massa mag niet, want massa
kaptein "
1 Een knal, een plotselinge vuurstraal, een lang
gerekte smartelijke kreet en Toby lag beweging
loos, met de laarzen in zijn armen gekneld,
terwjjl groote bloeddroppels zich op zijn borst be
gonnen te vertoonen.
Vijand in 't gezicht!" riep plotseling een or
donnans, die in vliegende vaart kwam aanrennen.
* Haastig deelde de officier eenige bevelen uit.
; De rebellen sloegen spoorslags op de vlucht, eenigo
oogenblikken voor dat een afdeeling cavalerie mot
t kapitein Leigh aan het hoofd, van do tegenover
gestelde zijde kwam aanrijden.
Met een paar woorden bracht men hem op do
hoogte van den toestand. Kapitein Leigh logde
zijn hand op Toby's schouder en noemde zijn
naam. Op het geluid dier welbekende stem opende
hij de oogen en zeide op zwakken toon:
Massa kaptein, Toby heeft zijn bost gedaan
hy zorgt voor de laarzen."
O Toby!" antwoordde de kapitein smartelijk
had ze maar overgegeven. Ik had liever alles
willen verliezen, als dit maar niet was gebeurd."
Massa kaptein!"
%Wat is er Toby?"
De kindertjes, massa; ik van plan zoo goed op
ze te passen zeg hun.; . ."
Zyn stem werd zwakker en hij sloot de oogen.
Ja mijn jongen ik luister.... Wat moot
. ik ze zeggen?"
Zeg hun ik de laarzen niet overgeef; ik ze
bewaard naar mijn beste weten."
Een flauwe zucht ontvlood zijn borst, zijn oog
leden trilden en het korte leven, dat in waarheid
naar zijn beste weten geweest was" (ach! kon
den wij het allen zeggen) was geëindigd.
Eerbiedig tilde kapitein Leigh do met bloed
" doorweekte en bespatte laarzen op. Ik zal zo
' nooit weer dragen, maar ik zal ze ook nimmer
,' wegdoen," zeide hij. Zij zullen Toby's
monument zijn."
In de vestibule van kapitein Leigh's woning
is een diepe nis en daarin staat op een marmeren
plaat, onder een stolp, een paar laarzen; er zijn
donkere vlekken op en in den rand van die mar
meren plaat staat met gouden letters dit opschrift:
Ter nagedachtenis aan Toby"
die getrouw was tot in den dood."
OP DE ONDEROFFICIERSKAMER.
Uien Wik in het militaire leven,
door WÉHA.
Wie lapt er mee, lui'?" vraagt Rimmers,
terwijl hij eenige centen op de vorvelooze tafel
werpt en een plat fleschje van verdacht roode
tint tegen 't licht houdt.
Ik!" klinken een paar stemmen.
Jij ook, Strnmp?" vervolgt hij tot een col
lega, die juist bezig is om zijn hoofd eenige evo
luties in een waschkom met water te laten maken.
't Zit er niet an bij me!" roept deze proes
tend van 't water, dat hij in neus en ooren heeft
gekregen.
Jij dan, Van Dorp?"
Hoeveel?"
De man acht centen."
Ja, da 's goed."
Sergeant Rimmers opent daarop de deur en
schreeuwt de hand gebogen naast den mond hou
dende zoo hard als hij kan: Keesenburreg,
Keesenburreg!"
Present, sersjant!" klinkt het uit de verte.
Hier komme!" schreeuwt Rimmers terug.
Tien seconden later klopt Keesenburg aan de
deur der onderofficierskamer.
Valt er in!" brult Riminors.
Present, sersjant," zegt de milicien
salueerend, terwijl hij binnentreedt.
Hier heb je een fleschje en twee en der
tig neen, ho'es, wie mot er nog mee
lappen. . . ?" vraagt hij rondziende.
Hier, ik;" zegt van Dorp, den vrager zijn
bijdrage overhandigende.
En hier heb je, twee en der
tig centen, hou vast;" vervolgt Rimmers tot
Keesenburg, die fleschje en geld min of meer
bedeesd aanneemt.
,.Ja, maar "
Wat, ja maar ?"
De kaptein van pelicie is geloof ik nog
binnen 1), sersjant."
Zoo geloof jij dat" zegt de sergeant op een
lijmerigen toon en dan vervolgt hij kort-af: Maar
jij haalt toch de bitter, hoor! En je past er maar
op, dat ze je niet snorren 2) begrepen ?"
? Jongens, Rimmers, pas toch op," waarschuwt
Orth, de oudste op de kamer.
Voor mijn rekening" bromt R'mmers, doch
zich bedenkende herneemt hij tot den milicien :
neen wacht es, kom hier; ga 't raam maar uit,
dat is nog wél zoo secuur."
Voorzichtig toch," vermaant andermaal de
meer bedaagde Orth
Och, wat leuter jij toch !" bromt Rimmers
en den slungelachtigen Keesenburg bij een arm
grijpende brengt hij hem bij het venster, waar
van het kozijn ongeveer een meter boven den
grond is.
Met een lichten sprong staat Keesenburg buiten
en snelt naar moeder Peters, do naastbijzijnde
kroeg.
Voor twee en dertig centen" zegt hij hij
gend tegen de vette kasteloines, terwijl hij de
centen op de toonbank neertelt.
Moeder Peters, reeds lang bekend met maat en
inhoud van 't flesclije, voldoet stilzwijgend aan 't
gevraagde.
Lus je d'er eentje, millecijn?" vraagt ze
daarna grinnikend aan onzen vriend
Nou!" zegt deze mot de tong smakkend.
Na het eentje" in een teug verorberd te heb
ben, spoedt Keesenburg zich met zijn' kostbaren (?)
last weer kazernewaarts. waar hij zich op dezelfde
wijze naar binnen werkt als zooeven naar buiten.
Toevallig werd zulks door den jeugdigen luite
nant Jonkheer van deu Doezo gezien.
Ha zoo, mannetje," mompelt deze bij zich zelf
verlaat jij op die manier de kazerne; och ja
dat is ook wél zoo gemakkelijk" en met een ver
genoegd hatelijk glimlachje zou men kunnen
zeggen trekt hij veelbeteekenend aan de ander
halve haar onder zijn neus. die hij met den
moed eener betere zaak waardig, zijn knevel"
beliefde te noemen.
Weet je \vat? Hij zal even iu die" kazerne
aanloopen; hij was er wel vreemd, maar zij n plicht
als officier, nietwaar?
Jongens, dat was nu juisf eens een dingetje
voor hem!
Zoo iets, zie je. kon bom bij den kolonel van
wien hij dozen morgen zeer toevallig on onver
diend, enfin!" een geduchtcn uitbrander had
gekregen, weer in een good blaadje brengen.
Intusschen heeft Keosenburg 'moeder Peters'
goede gave behoorlijk aan haar adres bezorgd.
Voorzichtig en met welgevallen neemt (Sergeant
Rimmers het lleschje aan.
Nog iets sersjant V" vraagt Keesenburg.
Dauk je!"
Keesciiburg brengt zijn rechterhand naar 't
hoofddeksel en marcheert af.
Waar is de sergeant van de wacht? heeft
de Luitenant Van den Doeze zooeven aan een
der manschappen gevraagd, die dommclig op oen
bank vóór de kazerne gezeten, thans verschrikt
door de onverwachte verschijning van den hun
onbekenden officier, haastig de militaire houding
hebben aangenomen.
,,'k Geloof binnon. Luin't" zegt er een.
??? Allez, roep heiii dan eens, luiwammes!"
beveelt de officier.
De wachtcommandant verschijnt.
Sergeant." vervolgt hij tot dezen vertel
S me eens, door wien wordt de kamer die aan de
haven uitkomt bewoond?"
Door de onderofficieren van drie-én B),
luit'nt."
En wie is de oudste op die kamer?"
De sergeant Orth. luit'nt."
Zóó; laat dien sergeant dan eens roepen."
De sergeant der wacht begreep spoedig dat er
iets aan 't handje was" en bliksemsnel ging hem
de gedachte door 't hoofd: dat er gelapt en
sterke drank was binnengesmokkeld en dat deze
dan door 't raam was gekomen, begreep hij even
zeer.
'k Zal 't zelf wel even doen, luit'nt", zegt hij
en de luitenant die des onderofficiers gedachten
in 't minst niet vermoedt, knikt goedkeurend.
Als de wind holt de sergeant naar de bewnste
kamer.
Binnenkomende ziet hij met een oogopslag, dat
zijn vermoeden volkomen juist is.
Weg, weg met dien rommel!" schreeuwt hij,
jelui zijn door den Does gesnord; Orth, jij moet
bij hem komen, hij staat aan de poort!" ver
volgt hij in een adem.
Algemeene ontsteltenis! Fleschjes,glaasjes, alles
verdwijnt a!s met tooverslag.
Heet 't liegen, Orth!" zegt Rimmers haastig
tot den verbluften Orth, die aan de zaak part
noch deel heeft, doodsbenauwd als hij is, dat hij
de pot in zal draaien." 4)
,,'k Bedank je stevig," antwoordt Orth, jij bent
de man, vrindje! Ik heb je trouwens genoeg ge
waarschuwd."
Zeg dan, dat je d'er niets van af weet en dan
zal ik er mij wel doorslaan."
Rimmers ziet zich in verbeelding reeds in de
politiekamer geplaatst en de zucht die aau zijn
borst ontsnapt geldt zeker zijn arme Marietjo, die
hij beloofd heeft Zondagavond uit te gaan."
Mot een ruk hoeft Orth de deur achter zich
dicht geslagen en een oogenblik later staat hij
tegenover ziju jeugdigen superieur.
Hoe heet u, sergeant?" klinkt het uit des
luitenants mond.
Orth, luit'ut."
Bent u de oudste op uw kamer?"
De luitenant is ontzettend beleefd. Hij heeft
dat van ziju oudereu compagnies-collega afgeke
ken, die steeds, wanneer hij zijne rechten tegen
over een onderofficier doet gelden, deze met een
sarcastische beleefdheid bejegent.
Jawel, luit'nt," heeft Orth op de laatste
vraag geantwoord.
En staat u dan maar toe dat, de manschap
pon zich door 'n open raam naar buiten begeven?"
Zou de luitenant denkt Orth nog niet
op de hoogte van de bitterflesch zijn? Orth ge
looft het. Hij wil nog trachten zijn collega Rim
mers te redden.
Hoe zegt u, luit'nt?" vraagt hij, een ver
baasd gezicht zettende.
Versta je me niet, voor don d !" her
haalt Van den Doeze met een verhoogd stem
geluid.
De beleefdheid scheen den luitenant thans in
den steek te laten.
Orth bijt zich op de lippen. Hij kon waarachtig
den vader van dien kwajongen wel zijn! Hoc
gaarne zou hij dien bemoeial eens eventjes de
ooren willen wasschcn! Goddank, hij is er nog te
voel militair voor om ziju strepen zoo roekeloos
op 't spel te zetten.
Do wenkbrauwen even fronsende antwoordt hij
bedaard en met klem: Ik versta u zeer goed,
luit'nt; maar ik begrijp u niet."
Zooooo! Begrijpt je me niet!" piept de
andere, wol, dat is aardig! .. . . nu, maar ik be
grijp jou dan wol, hoor! En weet je wat jij uu
doet, je begeeft je oogenblikkelijk in voorarrest,
begrepen sergeant V"
Wel, allo soepketels on patroontasschen! Zoo'n
aap! denkt Orth.
Maar. luit'nt...." begint hij.
Asjeblieft geen woord meer. We zullen
lateiwel afrekenen. Ik dank jo, sergeant."
Maar dat is ongehoord, luit'nt l" herneemt
Orth, rood wordend van woede.
Ik zal nota van je brutaliteit nemen, sergeant
en nog eens, ik dank je," zegt van den Doeze.
Orth moot wel zwijgen, maar 't kost hem heel
wat inspanning. Wanneer hij aan zijn gevoel lucht
gaf, dan zou hij dien dreumos" met n slag
naar de andere wereld kunnen doen verhuizen.
Schoorvoetend verwijdert hij zich ; maar zich in
voorarrest begeven, om zoo'u bagatel en daarbij
voor oen officier, die blijken gat', nauwelijks do
kinderschoenen to ziju ontwassen, daaraan dacht
hij zelfs niet. Van deu Doeze daarentegen hcpf't
zeer tevreden de kazerne verlaten. II ij is over
tuigd, dat hij gedaan heeft wat zijn plicht hem
voorschrijft en do zaak zal dan morgen verder
onderzocht kunnen worden. Den sergeant-majoor,
tevens fmigeerend onder-adjudant, heeft hij
modedcoling godaan van het voorloopig door hem opge
legd arrest aan dien brutalen sergeant Och.
hoe boet ie nu ook weer?" en thans neuriet
zijn Welcdelgcstrenge Le Carnaval de Véuiso"
zijn lijfdeuntje. En dan is 't een zeker bewijs
dat de luitenant in zijn schik is; zoo zegt althans
zijn oppasser.
> Toen Orth op de kamer is teruggekeerd toen
! is hij vrccselijk te keer gegaan.
| Zijn collega's konden er niet uit wijs worden.
j Is me dat een kerel'. .... Zoo'u lamge
slagen driekwart!" en meer dergelijke
lieiclijk! heden volgden elkander verbazend snel op: allen
l aan 't adres van Jonkheer van deu Doeze. die
i zeker nimmer gedroomd heeft, dat ziju
bcmiune! lijk persoontje aanspraak mocht maken op zooveel
schoone titels.
't Eind van deze uitbarsting is geweest, dat hij
Orth niet rusten zou vóór en aleer hij 't
dien jongen spring-in-'t-veld dubbel en dwars
betaaaid heeft gezet.
's Anderen daags werd van 't rapport" gelast:
De sergeant Orth, 14 dagen provoost" en do
mutatie" luidde: Verregaande brutaliteit tegen
over oen officier; bet houden van oen onvol
doend toezicht op de kamer door hem bewoond
en waar hij do oudste in rang was. En nu spreekt
1) in do kazerne. Schr.
2) betrappen. Schr.
;i) Drie-én derde bataljon, eerste compagnie.
Schr.
4) gestraft zal worden. Schr.
men nog wel van een strikt militaire rechtvaar
digheid !
In hoeverre Orth gevolg heeft gegeven aan zijn
plan om 't dien jongen spring-in-'t-veld betaald .
te zetten" vermeld ik u later wel eens.
Dieren, Mei 1887.
Allerlei.
Onder de verschillende biographischo verheer
lijkingen, die reeds over generaal Boulanger de
rondo doen, mag de volgende wel een eerste plaats .
innemen. Het titelblad is voorzien van de teeke
nen van den dierenriem en luidt;
Sterrekundige voorspellingen over
Generaal BOULANGER,
naar do methode
van
CAGL10STRO.
George, Ernest, Jean Mario Boulanger, geboren
to Rennes den 29 April 1837. Des nachts kwam
hij onder de 10°van don Stier ter wereld, den
29 dag der maand, van een Jupiterjaar. Hij
werd divisie-generaal op den 18 Februari 1884.
Minister van oorlog den 8 Januari 1880.
Hij zal Duitschland overwinnen den 7en No
vember 1890 en President der Republiek zijn den
17den Mei 1891. In dit zoo opgeschroefde als dwaze
stuk leest men verder: De terugkomst des gene
raals in het ministerie is in de sterren, die over
zijn lot beslissen, to lezen. Hij zal uit zijn tegen
woordige standplaats terugkeeren, als het teekon
van den leeuw door huis I" gaat en do maan
het jaar 1888 zal beheerschen. Dan zal de gene
raal op zijn post blijven. Wanneer men don horos
coop trekt, leest men daarin een prachtige volks
huldiging, welke hem te beurt zal vallen ouder
het tcokcn van den Kreeft in een Saturnus-jaar,
waarschijnlijk den Men Juli 188!), juist do hon
derdjarige verjaardag van de bestorming der
Bastille en ongeveer ten tijde der tentoonstelling.
Deze manifestatie zal door vior voorname soeve
reinen eu twee keizers worden bijgewoond. Zij
die ze niet bijwonen, zullen de vrienden van ge
neraal Boulanger worden. Dit is door noordelijk
gelegen teckcns aangeduid, die op Rusland doelen,
wiens czaar, dank zij den minister van oorlog, alsdan
openlijk de bondgenoot van Frankrijk zal zijn.Daarna
zien wij generaal Boulanger aan het hoofd van
het ministerie en in het buitenland een beweging
tegen Frankrijk op touw zetten. Aan Frankrijk
zal dan, na een ultimatum door generaal Bou
langer uitgelokt, door Pruisen de oorlog worden
verklaard. De hemelteekenon houden een menigte
gunstige voorspellingen in. Als opperbevelhebber
van het Franscho leger zal generaal Boulanger
verwond worden (zeker aan zijn hoofd) en zege
vieren. Hij zal den vijand verpletteren en als
overwinnaar terugkeeren!... Generaal Boulanger
zal in hot jaar 1005 beladen met roem cu eer
aan een gelijksoortige ziekte als Gambetta be
zwijken on do begrafenis zal een vorstelijke zijn,
zooals die van Victor Hugo. naast wien hij"in
het Pantheon zal rusten.
Voor Jay Gould, den bekende Spoorwcgkoning, is
oen salonrijtuig gebouwd. Het bevat vijf ai'deelinycn:
keuken, salon, wascli- en kleedkamer en 00:1 over
dekt balcon. liet salon, dat hot grootste gedeelte
van het rijtuig inneemt, is van eikenhout. De in
gothischeu stijl gebouwde vensters zijn in maho
niehout gevat en van het fijnste glas. In het
salon bevinden zich een bibliotheek, een schrijf
tafel, oen groote uittrektafol en gemakkelijke
stoelen on sofa's. Italiaansch beeldhouwwerk en
muurschilderingen zijn tot versiering aangebracht.
De fraai ingelegde vloer wordt nagenoeg geheel
door een dik fin woelen tapijt bedekt. De deuren,
die naar de andere afdcelingen geleiden, zijn van
snijwerk en spiegels eu aan do buitenzijden van
portiires voorzien. Vier lampen van massief zilver
dienen tot verlichting. De overige afdoclingen zijn,
overeenkomstig hun bestemming, met dezelfde
weelde als het salon ingericht on kunnen gedurende
don nacht in twee slaapvertrekken worden ver
anderd, die elk oen ledikant van citroeuhout be
vatten. Het dak van het glazen balcon, waar zich
een aantal gemakkelijke zetels bevinden, is uit
zwart mahoniehout vervaardigd. De kosten van het
rijtuig worden op 20.000 dollars geschat.
Ten bewijze, dat de hitte in Italiëgroot is
dioue het volgende: Woensdag van de vorige
! week to Milaan hoeft men aan den schouwburg
j Pezzana veertig plaatsbilletten afgegeven en aan
; dien van Fossati rccrtieii. Aan het
Commemlatheater was het nog erger gesteld. Bij gebrek aan
; toeschouwers kon de voorstelling aldaar niet eens
; doorgaan, hetgeen in geen zeventien jaren
go} beurd was. Den volgenden Zondag iu den Dal
; V enne telde men negonenvcerlig bezoekers.
! Uit Napels wordt den 7den dezer aan de Mrfe»cT
AU;;. Ziij. oen nieuw staaltje van dicvenvcrnuft
j medegedeeld: Twee elegant gekloede dames
j zaten gisteren avond op bet terras van een druk
'j bezocht uitspaiiningsoonl oen portie ijs to
nuttii gen toen plotseling in hare nabijheid een
cquipa[ ge stilhield, waaruit een smaakvol geklecde
jon; ge man stapte, die haastig do beide dames na
derde. Eene van haar begon hij met een vloed
l van verwijten en smaadredonen te ovcvstelper,,
waaronder diegenen die aan de naastbijzijnde
taI feitjes gezeten waren woorden 011 volzinnen als:
Gij zijt een slechte echtgenoot. Mevrouw," eu
l cchtbreckstor" en uw vriendin hier is uw
moj deplichügc," duidelijk konden verstaan.
J Toen do dame er eindelijk iots tegen in poogde
i te brengen, kwamen er twee klinkende kla.ppen
op de schoone wangen der vermeende zondares
i terecht, die haar bijna in onmacht deden vallen.
Inmiddels bad de bedrogen echtgenoot want
l het kon geen ander wezen zich in de daardoor
i ontstane verwarring, on om het misnoegen dor
[ getuigen van dit toonecl te ontgaan, ijlings
nrar zijn rijtuig begeven en was pijlsnel wegge
reden. Plotseling uitte do dame oen kreet: Zij
had op eenmaal don sleutel tot liet raadsel ge
vonden. Aau haar hals miste zij oen groot
kost