Historisch Archief 1877-1940
No. 629.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
landsche firma's gevestigd, die een onbelemmerd
verkeer met het vaderland noodig hadden en bij
de Staten ook op het treffen van zoodanige maatre
gelen aandrongen als noodig waren, om de
Hollandsche natie in de voorrechten der andere te
doen deelen. Na eenige moeielijkheden slaagden
de Staten er in, om een verdrag van vrede,
vriendschap en_ koophandel met de Porte te sluiten.
Sedert 1612 ontstond er alzoo eene directe
handelsverbinding tusschen ons land en de
levantsche havens. Daarheen brachten de Hollanders nu
de producten van hun land, om in de ledige sche
pen weer de koopmanschappen, die de oostersche
markten vervulden, terug te voeren. Weldra wa
ren de Hollandsche waren er zeer gewild en
te. gelyk drong den roep van de groote winsten, die
in Holland op de levantsche waren te maken was,
tot den ooEterschen koopman door. Deze begreep
zijn belang evengoed als de Hollander en hij richtte
in Holland filialen op naast of misschien wel in
de plaats van degene, die hij in Italiëen
ZuidFrankrijk en in Spanje had.
Het verdrag waarborgde de wederzijdsche onder
danen vrijheid van godsdienstoefening in beide
staten. Hoe zeer nu de Armeniërs de katholieke
godsdienst waren toegedaan, kon men hen te
gemakkelijker dit voorrecht laten genieten, omdat
zy met Home niets hadden te maken, zij stonden
dus buiten de bepalingen tegen de papisten, en
zyn dan ook nooit gebonden b.v. door de bepaling,
waaronder de Roomsch Katholieken in lateren
tijd lagen, om hunne priesters te laten admitteeren.
Wie de eerste Armeniërs of Perzen waren,die zich
aan de Amstelboorden vestigden, en wanneer zij zich
het eerst hier vertoonden is tot dusver niet uit
gemaakt, en het is de vraag of dit wel ooit met
zekerheid zal kunnen worden opgegeven. Zeker
is het, dat reeds in 1626 zich alhier een zekeren
Isaac Chamys bevond, die als tolk tusschen de
persoren van de hollandsche en de perzische natie
?optrad. In dat jaar hadden de heeren Andries
Rijckaert, Simon de Ryck en Mr. Willem Boreel,
bewindhebbers eener compagnie van kooplieden
op Perzië, een verschil met Useyn Begh, koop
man des konings van Perzië, die zich tijdelijk
alMer scheen te bevinden. De heeren de Ryck en
Ryckaert waren bewindhebbers van de O. 1. Com
pagnie, die ook op Perziëhandel dreef door de
Perzische golf.
De Perzische handelscompagnie, schijnt een
agent bij den Shah te hebben gehad, zekeren Jan
Lucasz van Hasselt. Deze schijnt er den Vorst
toe te hebben over^haald, om een gezantschap
naar de staten te leenden om een tractaat van
handel en vriendschap te sluiten, tevens op het
oog hebbende het doen van afbreuk aan de
Portugeezen. Maar de Staten wilden daarvan niet
veel weten. Wel ontvingen en tracteerden zij den
gezant Mouca Begh beleefd, maar zij endosseerden
hem aan de O.-I. Compagnie, die aan hem en aan
van Hasselt een keten met medaille vereerden
niaar het niet tot eenige verbindtenis liet komen.
's Konings koopman, die allerlei waren, maar vooral
zijde had medegebracht en hollandsche waren
ingekocht, bleef met den gezant bijna een jaar
hier (April 1626?Maart 1627). Zonder veel suc
ces ging het Perzische gezantschap over Batavia
weer huiswaarts. Da eerste Perzen, die alzoo aan
de Amsterdamsche beurs werden gezien, waren
hoogstwaarschijnlijk niet van de Armenische natie.
Naarmate de Levantsche' handel, die alhier in
1625 toen het college van Commissarissen van den
Levantschen handel werd opgericht, door meer
dan veertig groote kantoren werd gedreven, in
belangrijkheid toenam, ontstond bij ondernemende
Armenische kooplieden in het Oosten en vooral te
Smirna, de begeerte, om ook in ons land, hunne
factoren en agenten te doen optreden. Tegen 't
einde van den tachtigjarigen oorlog trof men hier
verschillende Armenische Perzen aan en van
lieverlede nam hun getal dermate toe, dat het
door hunne kerkelijke overheid noodig werd ge
oordeeld, om in hunne geestelijke behoeften op
bijzondere wijze te voorzien. Waarschijnlijk kwa
men de eerste priesters tegen 't midden der zeven
tiende eeuw over. ( Wordt vervolgd).
Allerlei.
Het hof van cassatie te Rome heeft dezer dagen
in een zonderling proces, dat sedert 1886 veel
van zich doet spreken, het eindvonnis gevold.
Den zevenden Augustus 1886 nl. verscheen in het
stadje Nuoro op Sardiniëbij den sacristein van
de kerk aldaar de rijke welbekende burger Ignatio
Fiorentino. Hij gaf alle kenteekenen van een
diepe waarachtige smart en zeide, dat hem oen
zware slag getroffen had, daar zijn beste, innig
geliefde vriend gestorven was. En denk eens,"
ging hij voort, de overledene wenschte zonder
eenigen pronk of praal begraven te worden, als een hond.
Maar dit duld ik niet. Laat dadelijk de kerk versie
ren en alle klokken luiden, opdat hij mot alle plech
tigheid ter aarde worde besteld." De sacristein wien
de vromen man een goudstuk in de had gestopt,
deed wat hem gezegd was en oen uur later ver
kondigden een luid klokkongelui den dood van
Fiorentino's besten vriend. Inmiddels had zich een
menigte menschen voor het sterfhuis verzameld
om den begrafenisstoet te. zien. Do deuren vlogen
open en de lijkwagen in den vorm van een
katafalk en geheel niet bloemen bedekt, rolde lang
zaam en plechtig door de straten. Onder al die
bloemen echter lag het lijk van een ouden hond,
die op deze wijze begraven werd. Achter den
lijkwagen volgden twee met rouwiloors bedekte
rijtuigen en een waarvan Fiorentino met heeto
tranen zijn besten vriend" beweende. De stoet
trok de geheele stad door en om de kerk
heen, steeds begeleid door het klokkengolui van
den sacristein, die zoo ijverig mogelijk zijn taak
vervulde en hield ten slotto voor een der villa's
van Fiorentino stil, waar een marmeren sacrophaag
het overschot van den hond ontving.
De geheele stad Nuoro meende zich over dien
.streek van den ouden zonderling Fiorentino half
dood te lachen; maar de geestelijkheid verstond
in dat opzicht geen scherts en diende tegen den
fodsdicnstschender een aanklacht in. De tweeden
uni van dit jaar werd Fiorentino tot een dag
gevangenis en een geldboete van 50 lire ver
oordeeld. Het hof van appel bevestigde de straf
en dezer dagen heeft ook het hof van Cassatie
den aangeklaagde schuldig verklaard en het vonnis
bekrachtigd.
De volgende anecdote betreffende de bijzondere
zachtmoedigheid van den minister Depretis wordt
door de Carrière del Mattino, die voor de waar
heid ervan instaat, verhaald. Hij had de ge
woonte van in zijn slaap zeer luid te snorken.
Eens had hij te Casale zijn intrek genomen in
een logement van den tweeden rang. Een
exambtenaar, die juist te Oasale was gekomen om
plaatsing te verzoeken, was een kamer naast die
van den minister aangewezen. Gestoord in zijn
nachtrust door het snorken van zijn buurman,
wierp hij eerst zijn laarzen tegen den muur en
begon daarna hard genoeg te razen en te schelden
om in de andere kamer gehoord te worden. De heer
Depretis verontschuldigde zich en om verder geen
last te veroorzaken, stak hij zijn kaars op en ging
zitten lezen. Den volgenden morgen liet hij
door een bediende zijn excuses bij zijn buurman
maken. Wie is die ellendeling V" vroeg de
exambtenaar. De ellendeling is de minister Depre
tis," gaf de minister ten antwoord, De arme
exambtenaar kreeg bijna een aanval van beroerte,
zoo schrikte hij. Hij liet den minister alle moge
lijke verontschuldigingen maken en toen deze hem
later ontving, deelde hij hem mede, dat hij de
betrekking, die hij wenschte, zou krijgen: voor
namelijk," voegde hij er bij, omdat ik dien nacht
door uw toedoen een boek heb gelezen, waarvoor
,ik tot nog toe nooit gelegenheid had gevonden."
Mag ik zoo vry zijn om te vragen welk boek
dat was ?" La dame aux camé/ias," gaf de
minister ten antwoord.
Uit het leven van Alexander von Huinboldt
vertelt de Magd. Ztg. het volgende voorval:
Op zekeren dag dat de groote natuurkundige
over de Spittelmarkt ging, zag hij aldaar twee
lange met paarlmoer ingelegde pistolen uigestald,
die door de prachtige bewerking en hun oudheid
zeer zijn aandacht trokken. Hij kocht ze voor
10 thaler en op den terugweg naar zijn woning
in de Oranjeburgerstraat deed hij de belangrijke
ontdekking, dat het papier waarin de pistolen
waren gepakt een blad uit een oud werk over
kruidkunde was. ,0m de overblijfselen van dit
merkwaardige boek, herkomstig uit de eerste tijden
der boekdrukkunst, to redden, keerde von
Humboldt terstond naar de oude kleerenmarkt terug,
maar den verkooper der pistolen kon hij niet terug
vinden, daar alle uitdragers in den waan verkeerden,
dat hij met den koop niet tevreden was. Alleen toen
hij zeide gekomen te zijn, om den koopman een
thaler, welken hij te veel ontvangen had, terug te
brengen, kwamen allen uit hun winkeltjes te
voorschijn om zich als den verkooper aan te melden.
Van alle kanten omringd en in 't nauw gebracht,
was de groote geleerde genoodzaakt met zijn
pistolen de menigte van zich af te houden, wat
ten gevolge had, dat niet alleen de menschen om
hem heen uit elkaar stoven, maar dat hij tevens
den verkooper ontdekte, daar deze de aanmerking
maakte, dat mijnheer die wapens gerust kon weg
bergen, want dat ze niet geladen waren, en dat
hij zijn thaler gaarne in ontvangst zou nemen.
Humboldt volgde nu den uitdrager in zijn
donker winkeltje en verzocht het boek te zien,
waaruit het bewuste blad was gescheurd. Hij
ontdekte weldra dat de oud-lederen foliant
waaraan alleen de schutbladen ontbraken, nog in
goeden staat en een zeer zeldzaam exemplaar
was. Op zijn vraag naar den prijs van den foliant,
nam de uitdrager een broek met een lap er in,
van den haak. Geef 4 thaler," zeide hij, dan
krijgt gij deze fraaie broek, waarmede gij op
Zondag nog mooi kunt zijn, op den koop toe."
De zaak werd beklonken, maar van het toegift
deed Von Humboldt afstand. Wanneer de grijze
geleerde later zijn oude boekwerken aan zijn
vrienden liet zien, bleef hij nooit in gebreke te
verhalen, hoe het zeldzame exemplaar over kruid
kunde in zijn bezit was geraakt.
Eene operavoorstelling in een klooster. Uit
Offenburg in Baden schrijft men: Onder de wei
nige door geestelijke zusters bestuurde opvoedings
gestichten in ons land neemt de meisjesschool
Notredame" alhier, zoowel wat betreft hetgeen
er geleerd wordt, als het groot aantal leerlingen
een voorname plaats in. Behalve de elementaire
vakken worden met veel zorg de Fransche en
Engelscho talen, alsook muziek, zang en schilder
kunst onderwezen. De inrichting mag zich in een
groot aantal leerlingen verheugen, die van het
noorden tot Italiëtoe gerecruteerd worden. Tot
besluit van dit schooljaar werd do opera van
Mchul, Josoph en zijn broeders" met Fransche
tekst en piano-begeleiding, opgevoerd. De rollen
waren tusschen jonge meisjes van 14 tot 17 jaar
oud verdeeld en als regisseur trad eene der zusters
op. De geheele opera word zonder er iets in te
schrappen op een klein tooneel met voldoend de
coratief vertoond. Als men bedenkt dat deze
opera behalve do rol van Benjamin die door
eene vrouw gezongen werd geheel voor man
nenstemmen geschreven is, mag men deze voor
stelling vrij belangwekkend noemen, te meer daar
do uitvoering, do beschroomdheid der leerlingen
in aanmerking genomen, werkelijk niet onverdien
stelijk was en geen do minste aanleiding tot spot
gaf. De in rijke, classieko kostumcn gekleede
meisjes, die meest allen groote baarden droegen,
verraadden alleen door de klank hunner stemmen,
dat Jakob en ziju zonen door personen werden
voorgesteld, die gewoonlijk in jurken gekleed door
de schoollokalen wandelden. De transcriptie van
het vocale gedeelte was door den muzickmeestcr
van het klooster, den heer Ilinzc, bewerkt. De
koren waren goed en de solisten uict onverdien
stelijk, terwijl Euima M die de partij van
Jacob zong, veel bijval oogste door haar
klankvolle altstom en hare goede methode. Kr was noch
souffleur, noch directeur. In de kloostergangen
stonden de koffers der meisjes reeds gepakt, want
na hot slot der opera volgde weldra de sluiting
van hot schooljaar, waarna Joscph en zijne broe
ders zich naar allo hemelstreken verspreidden.
Een kunststuk in het modern ingenieursvak
werd onlangs in Philadelphia uitgevoerd. Den 26
Juni trokken 30 man de 1600 ton wegende spoor
wegbrug, die op de Pennsylvaniabaan bij de
Holmesbrug-junction over de Pennyhock-rivier ligt, in
den tijd van 1134 minut vijftig voet van haar plaats.
In de plaats van deze ijzeren brug wil men er
een van steen bouwen en zal men de oude nog
gebruiken tot de nieuwe gereed is. Men heeft de
brug verplaatst over geoliede rails en haar op een
stevig getimmerte van palen bevestigd. Een half
uur nadat zij verschoven was, reed er een zware
goederentrein overheen en onmiddellijk daarop
volgde de sneltrein naar Philadelphia.
Fata Morgana. Te Ahlbeck in Pommeren is
een dezer laatste avonden een Fata morgana
gezien. Tegen half negen verschenen eenige dikke
wolken aan den horizon, die weldra een compacte
massa vormden, in welke duidelijk binnen 10 a 15
minuten het eiland Rügen zichtbaar werd. Op
een lengte van 25 tot 30 meters zag men het
hoogland Stubbenkammer, en zelfs het meer naar
achteren gelegen gedeelte; door een kijker kon
men de boomen onderscheiden; en ook zonder
de getuigenis van eenige van daar teruggekeerde
visschers was ia de verschijning gemakkelijk het
eiland Rügen te herkennen. Deze zeldzame lucht
spiegeling duurde ongeveer een half uur.
Uit de jeugd van Katkoff verhaalt een
feuilletonnist in de Wiener Presse het volgende: Katkoff
was do zoon van den panamar of koster uit de
Uspenkische kathedraal te Moskou, de kerk
waarin de Keizers worden gekroond. In zijn
kindsheid had hij niet weinig door zijn geringe
afkomst te lijden. Zijn schoolkameraden noemden
hem nooit anders dan panamarovics. Later wilde
zelfs de trotsche Aksakoff, die in de politiek van
zijn richting was, hem niet als zijne gelijke en
als collega erkennen, en toen Katkoff eens bij
vergissing in een courantenkalender de maand
Februari 30 dagen had gegeven maakte hij de
volgende spottende versregels op den kosterszoon ;
Katkoff, ti prokljati panamar
Ti sportil russky Kalendar!"
(Katkoff, verwenschte koster, gij bederft den
Russischen Kalender). Het was evenwel niet
ongelukkig, dat vader Nikifor Katkoff slechts
koster wras, want daardoor werd de toenmalige
Moskousche metropolitaan Philarethes op den
talentvollen knaap opmerkzaam en zorgde voor zijn
opleiding aan de academie.
Zelfmoord van Russische vrouwelijke doktoren.
In de Russische dagbladen leest men het volgen
de : De nog zeer jeugdige mejufvrouw
Ljublinskaga was een bijzonder begaafd jong meisje.
Zij bezocht in Rusland het gymnasium voor meis
jes en ging vervolgens naar Bern, alwaar zij na
haar eindexamen te hebben gedaan tot Dr. in de
physiologie werd gepromoveerd. Zij was de lie
veling van al de professoren uit Bern, die om
strijd haar vlijt in haar groote begaafdheid roemden.
Met de schoonste verwachtingen keerde zij naar
Rusland terug om te Petersburg het gewone
naexamen te ondergaan. In alle vakken, was zij
de eerste, behalve juist in de physiologie,
waarin zij niet slaagde. Dit trok het meisje
zich zoodanig aan, dat zij naar haar geboortestad
Wasilkoff, cenigo worsten van Belostok verwij
derd, reisde en aldaar door verdrinken een einde
aan,haar loven maakte. Een tweede zelfmoord
eveneens van een meisje, dat aan de academie
had gestudeerd, had onlangs in Belostok plaats.
De SOjarige mejuffrouw Dworetzkajo had voor
eenige jaren haar studiën te Petersburg geëindigd
en was naar Belostok gegaan, waar zij weldra
eene der meest gezochte leeraressen der stad en
algemeen geacht en bemind was. Do helft van
hetgeen zij verdiende, zond zij geregeld alle maan
den naar hare oude, onbemiddelde moeder, die in
Grodno woonde, en zij wist met het overige zui
nig rond to komen. Eene ongelukkige liefde voor
een modolooraar bracht haar tot vertwijfeling, en
door middel van cyankalium maakte zij een einde
aan haar leven.
Een voorbeeld van hoogen ouderdom vindt men
in den omtrek van Plesz in de gemeente Wyrow,
alwaar een ongehuwd persoon, Fabian, woont, die
meer dan 120 jaar oud is. Sedert 25 jaar is hij
blind, maar overigens mag hij zich nog in een
betrekkelijk zeer goede gezondheid verheugen.
Reclames
40 cents per regel.
Speciale inrichting voor Schoenen naar
maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn
lijke, gebrekkige voeten, knobbels,
etc. etc. ANTON HUF Jr.,
Kaleerstraat 200.
N. S ALOM O N,
Antiquair.
MUXTGKBOUW.
In- en Verkoop van Antiquiteiten.
Beursoverzieht
Van 6 tot 12 Aug. 1887.
Do flinke cindstcmming der vorige weck,
gepaai'd aan beteren handel, bleet' nog slechts n
enkelen'dag voortduren. Haarde zulks dus teleur
stelling aan diegenen welke conc verdere ontwik
keling der bcurszakcii al.s aanstaande hadden be
schouwd, toch valt niet te ontkennen dat er aan
den politieleen horizon, zich weder wolken
samcnpakton. waardoor hot zich op nieuw terugtrekken
van het publiek en de daarmede samengaande
reactie in de _kocrsen thans een grondig motief
hadden.
In tegenstelling mot wat verwacht was. vernam
men dat de prins van Coburg besloten had de
regeering van Bulgarije te aanvaarden, welk be
richt later door zijne afreis is bevestigd geworden.
Onder den eersten indruk, bracht zulks niét al
leen in diplomatieke, doch tevens in beurskringea.
groote ongerustheid te weeg, daar men terecbt
vreesde, dat dit eigenmachtig optreden van vorst
Ferdinand, tegen den wil der groote belangheb
bende Staten, een bron van allerlei moeielijkheden.
kon worden.
De pas ingetreden verbetering ging door alge
meen aanbod dan ook weldra weer verloren, en
zelfs de Weener markt, waar tot nu toe de opti
mistische ideeën hadden gezegevierd, veranderde
van front.
Intusschen was Woensdag het eindpunt van
den teruggang bereikt, en trad sedert weer goede
verbetering in, op het officieele bericht uit Rus
land, dat de regeering aldaar bühare afwachtende
houding blijft volharden, terwijl tevens uit eene
redevoering van Engelands minister Lord Salis
bury bleek, dat men van dien kant de politieke
toestand als zeer bevredigend beschouwt.
Hoewel dit aldus de gemoederen weer tot be
daren bracht, bleef het totaal zonder invloed voor
de verlevendiging dos handels. Op elke beurs, en
op de onze niet het minst, bleek het, dat de
komkommertijd in vollen gang was, en zoude het,
wanneer er orders van belang waren voorgekomen,
zeer moeielijk geweest zijn, die tot billijke pryzen
uit te voeren.
Van Russische fondsen bleven 1872/73ers %
pCt. verliezen; 6 pCt. 1883 J4 pCt. en 2e Oriënt
% pCt,; Oostenrijkers I/I en M/N elk *6, doch
4 pCt. Goud Hongaren circa % pCt.
De resteerende Europ. Staatsfondsen bleven
uiterst stil en kwamen daarin geringe verande- ?
ringen voor.
Alleen in Gep. Turken bleef ons publiek goede
bedragen opnemen tot eenigszins vastere prijzen.
Het koersverschil dat sedert gisteren valt op te
merken, vindt zijne oorzaak in het dien dag aan
gevangen verhandelen na de loting."
Van onze Nationale fondsen valt evenmin iets
mede te deelen, als van de binnenlandsche beleg
gingsfondsen. Slechts Deli Spoorweg obl. en aand.
bleven zich in gunstige stemming verheugen en
verbeterden opnieuw % en % pCt. In het
afgeloopen boekjaar was slechts een derde der lijn,
gedurende 9 maanden in exploitatie en
veroorlooven de exploitatie-resultaten reeds eene uitkeering
van 4 pCt. dividend. De opbrengsten tijdens het
eerste boekkwartaal 1887/88 zijn echter van dien
aard, dat alsdan veel ruimere uitdeeling kan wor
den verwachtj
In aand. Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij
ontwikkelde zich eene speculatieve hausse bewe
ging; van een koers ad 48 pCt. konden zij zich
tot 5634 verhetfen, om heden evenwel weer tot
50% terug te vallen.
Aand. Panopticum 4034 a 41 na 38 pCt.
Indische waarden bijna zonder handel. Oblig.
Dorrepaal verloren l pCt. en nóteeren thans 36 %.
De Comité-Ccrtificaten die tegen ingeleverde
stukken worden uitgegeven, verschenen heden voor
het eerst op de prijscourant tot 3734 a 37%. De
handel daarvan is in ns gevend geld, zoodatzy
circa 34 pCt. boven obligatiën noteeren.
Aand. Ned. Handel Maatschappij vast; 106%
na 106 % en heden met belangrijke vraag.
Van de Samaransche Handels Compagnie is mede
het regelingsplan verschenen. Even als bij de
Dorrepaalsche Bank, wordt ook hier eene nieuwe
Cultuur Maatschappij gecreeëerd, die alle baten
der oude Compagnie overneemt en in exploitatie
brengt. Het nieuwe kapitaal wordt vastgesteld
op / 750.000, zoodat de concurrente vorderingen
der Samarangsche Handels Compagnie voor50pCt,
in aandeelen der nieuwe Maatschappij worden
verwisseld.
Op de Zuid-Amerikaansche afdeeling, verloren
Peruanen bijna % pCt. onder voortdurend aan
bod voor Engelsche rekening. Venezuela zeer
ferm, en Argentina Obligatiën 9234 na 9334 pCt.
Gecomv. Mexicanen noteeren na eene teruggang
op 26% weer 2734 pCt.
Russische Spoorwegwaarden doorgaans zwak.
De handel was intnsschen alleen vrij levendig in
aandeelen. WarschauWeenen die ruim 2 pCt. in prijs
moesten derven. Het uit Duitschland aange
voerde materieel vond hier gereede plaatsing.
In Zeedsche sporen was de handel goed gea
nimeerd. Na een teruggang van ruim l pCt,
daagde van verschillende kanten kooplust op en
werden bel angrijke bedragen omgezet. Hoewel
heden tegen slotkoers de hoogste prijzen niet
behouden bleven, bleef voor deze week een ver
betering van 2 pCt. bestaan.
Maxwell in het midden der week met eenige
vraag.
Voor Ameiïkaanschc waarden werd de week
zeer gunstig ingetreden en vonden de van
NewYork geseinde koersverhoogingen hier gereede na
volging. Ook scheen de handel eenige meerdere
uitgebreidheid to zullen verkrijgen en werden reeds
door ons publiek goede kooporders uitgevoerd.
Van Londen kwam evenwel niet de minste steun
en daar scheen men meer op de Europesche toe
standen te letten, terwijl mede de ingetreden me
dio liquidatie verlammend op de zaken werkte.
Nadat daarop van Amerika lagere noteeringen
werden ontvangen, en aldus de verwachte verbe
tering weer uitbleef, trok men zich ook hier te
rug en verliepen de laatste dagen uiterst stil.
Heden had de markt een auvver aanzien, door
eenige bij voorbaat uitgevoerde plaatselijke
realipatiën op het bericht van het faillissement van
het Huis Henry Ives in Amerika.
In den geldtoostand kwam weinig verandering;
van den in ons vorig overzicht genoemden maatregel
der Amcrikaansche regeering tot disconteering der
Januarirentc is reeds, volgens de berichten voor
oen bedrag van 034 millioen Ds. gebruik gemaakt,
terwijl mede door den minister f>34 millioen 434
obligatiën tegen 110 a 11134 pCt. zijn of zullen
worden ingekocht.
Van bankwaarden verloren aandeelen Ned. bank
l pCt., terwijl aandeelen Javasche bank met 1;)S
p('t. weder op de prijscourant verschenen, zijndo
dividend in aanmerking genomen, ruim 20 pCt.
beneden den laatsten koers.
De wcekstaat der Ned. Bank toont eene ver
meerdering van V* millioen in beleeningen en.
disconto's, ruim '534 millioen in rekening courant
saldo's, tegen eene vermindering van bijna .'57.10
mülioen in de billetten circulatie.