De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 4 september pagina 2

4 september 1887 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.532. Van over de Grenzen. Indien de Bulgaarsche questie, thans zeker niet minder dan op eenig ander tijdstip sinds het sluiten van het traktaat van Berlijn, een gevaar blijft opleveren voor den vrede van Europa, dan moet de reden daarvoor allereerst gezocnt worden in het bedoelde traktaat zelf, maar in de tweede plaats in de houding van Rusland. Het traktaat was een compromis, dat aan geen der belanghebbenden recht liet wedervaren, en een fictief Europa tot voogd aanstelde over den sultan, aan \vien het een schaduwachtige soevereiniteit over het »bevrijde" Bulgarije liet. Kusland heeft sedert dien tijd geen gelegenheid ongebruikt en geen middel onbeproefd gelaten, om weder te er langen wat het zijn goed recht noemt, en wat voor ieder, die niet in het kunstmatig Panslavistisch nationaliteitsbegrip is verward ge raakt, ten opzichte van de volkeren van den Balkan eenvoudig het recht van den sterkste is. Het heeft zich daarbij tot nu toe alleen laten beperken door de vrees voor een Europeesehen oorlog, maar de verdeeldheid en de naijver tusschen de overige onderteekenaars van het traktaat van Berlijn heeft den czar óók binnen die perken, een ruim yeld van werkzaamheid gelaten. Hoe ver hij daar op kon gaan, is gebleken, toen hij vorst Alexander, die op weg was om van Bulga rije een zelfstandigen staat te maken, door zijn machtwoord noodzaakte om van den troon afstand te doen. Of het den Russischen autocraat thans wederom zal gelukken, den vorst van Bulgarije van den troon te stooten, hangt alleen af van de groepeering der Mo gendheden. Met geld en geweld is in Bulgarije alles te doen; tegen dergelijke argumenten zou menige meer ontwikkelde kleine natie niet bestand zijn. Het voorstel van de Russische regeering, om generaal Ernroth als stedehouder ( ieutenant-prineier) naar Sofia te zenden, hem de Spbranja te doen ontbinden en nieuwe ver kiezingen te doen voorbereiden met de hulp van een door hem samengesteld ministerie, is, naar het ons voorkomt, in de eerste plaats een bewijs, dat het aan de Russische politiek niet gelukt is, Turkije tot haar werktuig te maken, door de Porte tot een gezamenlijk optreden, desnoods tot eene gemeenschappe lijke bezetting van Bulgarije en Oost-Roemeliëte bewegen. In de tweede plaats is het eene proefneming, waaruit kan blijken, hoever het geduld der overige mogendheden strekt. Het behoeft geen betoog, dat deze laatsten, wanneer zij generaal Ernroth in Bulgarije het faire la pluie et Ie beent iemys overlaten, daardoor van hun invloed afstand doen ten behoeve van Rusland. Uit alles wat tot nu toe aan het licht is gekomen, mag men af leiden, dat Oostenrijk, Engeland- en Italiëtot zulk eene zelfverloocheuende politiek zeer ze ker niet bereid zullen zijn. In Frankrijk be gint het geweten der republikeinen te spreken; nu de koele houding der officieuse bladen aan de Newa en de Moskowa de ho.op pp eene Fransen-Russische alliantie aanmerkelijk heeft doen verminderen, vraagt men zich af, of men, ter wille van een problematisch voordeel, mag medewerken aan de onderdrukking van een vrij en naar zelfstandigheid strevend volk. Toch heeft de regeering te Parijs tot nu toe RuslancVs politiek ondersteund, en de heer Von Bismarck heeft dit in de laatste weken op nog beslister wijze gedaan. De vraag is nu, hoever men te Parijs, maar vooral te Berlijn, met die ondersteuning zal willen gaan. Duitschland heeft het geduld van ? zijn Oostenrijkschen bondgenoot reeds op een zeer zware proef gesteld; geeft het zijn toestemming tot Rusland's laatste voor stel, dan stelt hot zich lijnrecht tegenover de politiek van Oostenrijk, en dan zal de allian tie, die sedert 1879 van de zijde der laatst genoemde mogendheid getrouw, en niet zonder groote opofferingen, is gehandhaafd, feitelijk tot scheurpapier zijn gemaakt, tenzij de «eerlijke makelaar" den teleurgestelden vriend door compensatiën vertroost. Het is echter niet duidelijk, uit wiens leer in dit geval de riemen zouden moeten worden gesneden. Zeker is het, dat het onderling wantrouwen der mo gendheden in jaren niet zoo sterk is geweest als thans, en dat de nieuwe groepeering1, die de heer Von Bismarck door zijne onverwachte volte-face heeft tot stand gebracht, bestemd schijnt om van zeer korten duur te zijn. In de Engelsche parlementszaul bewijzen de talrijke ledige banken, dat de meeste leden aan het reis- of jachtycrmaak de voorkeur geven aan de discussie over onderwerpen, die alle aantrekkelijkheid schijnen te hebben verloren, voor hen, wier gehemelte door de sterk gepeperde spijs derlerschc debatten o verprikkeld is. Slechts nu en dan, als een post van de begrooting voor Ierland, zooals het trakte ment der Engclsche ambtenaren te Dublin, aan de orde wordt gesteld, flikkert hot twistvuur weder even op. Doch in waarheid is de lersche quaestie voor cenige maanden op praktisch gebied overgebracht. Do Regeeriiig heeft nu hare dwangwet: Wlint icill 11 f u <ïo with it? Haar eerste stap is niet gelukkig geweest. Zij heeft de lersche nationale liga 'geprocla meerd", hetgeen volgens de terminologie van de Crimes BUI, bcieekcnt, dat zij haar ofiicieel als eene gevaarlijke inrichting heeft ge brandmerkt. De tweede schrede, de opheffing der liga en liet instellen van vervolgingen tegen hare leden, kan nu niet lang uitblijven. Dat de maatregel bij de Ieren groote verbit tering zou wekken, was te verwachten. Maar ook de liberale unionisten, de bondgenooten van Lord Salisbury, zijn er niet mede ingenomen; zij werd bestreden door de volfelingen van den heer Chambcrlain en ook oor Lord Hartington afgekeurd. Met den heer Chamberlain behoeft men geen reke ning meer te houden. Hij heeft van het con servatieve kabinet eene betrekking aangenomen die hem gedurende geruimen tijd vanhettooneel van den politieken strijd verwijderd zal houden, en daardoor een einde gemaakt aan de moeielijkheden, waarin zijne dikwijls dub belzinnige houding hem had gebracht. Lord Hartington, wiens toetreding tot het kabinet, ?waarschijnlijk als premier, met Lord Salisbury als minister van buitenlandsche zaken, niet onmogelijk wordt geacht, is zeer voorzichtig geweest. Hij bepaalde zich tot de opmerking, dat de regeering tot de proclamatie was overgegaan, zonder hem of zijne vrienden te raadplegen; dat deze laatsten den maatregel niet nuttig of noodig vonden, maar dat de regeering het volste recht had om dien toe te passen, een recht, ontleend aan de wet zelf, die het parlement, na maandenlange debatten, met groote meerderheid had goedgekeurd, maar voor welker uitvoering de regeering alleen verantwoordelijk was en moest blijven. Klaar blijkelijk denkt Lord Hartington aan den dag van morgen, en wil hij zich de handen niet binden. Dat de regeering in haar recht is, valt niet te betwijfelen. De nationale liga is reeds door haar program in strijd met de Crimes Bill,en door de wijze waarop het program werd uitgevoerd nog veel meer. Toch houden wij den maatregel voor gevaarlijk en onverstan dig, omdat zij geen ander gevolg kan heb ben, dan het oprichten van tallooze geheime genootschappen in de hand te werken. De ondervinding, met de opheffing der landliga opgedaan, heeft dit indertijd duidelijk bewe zen, en de bijval, dien de nationalisten bij een deel der Engelsche natie hebben gevonden, zal hen jegens hunne vijanden niet toegeef lijker maken. E. D. PIJZEL. Uit het Haag-je't Is nu juist een jaar geleden, dat ik, zoo als weleer Marius op do puiuhoopen van Carthago, zat te treuren op de puinen van het Kurhaus, geheel vervuld mot de 'weemoedige gedachte sic transit gloria mundi, en wie denkt er thans nog, behalve ik, aan don naren brand en de rookende ruïne, nn deze als eon fenix uit haar asch is herrezen en 't trotsch gebouw daar weor staat, als had geen vonk het gedeerd, ? ja schooner zelfs dan voorheen on vroolijker en lusüger en liefelijker, en alles boter nog dan vóór den brand, behalve het tarief, dat niet mede verbrand ia. jammer genoeg. Ik zal 't u maar zoggen, ik heb een enkele grief togen het Kurhaus, al gaan er weinig dagen voorbij zonder dat ik de nationale vlag ga be groeten die van zijn trans waait. De Ilollandsche driebaan is altijd mijn magneet, waar zij wappert over die oude Noordzee, het heklenperk der De lluijtors en Trompen, hoewel ik een gevoel vau wrevel niet kan onderdrukken als ik, te Scheveningen komende, Albion's roode banier er naast zie fladderen met haar spinnokop in den hoek. Wat doet juist die Engelsche vlag daar? Of steken de Engelsche hotels ook een Hollandscho vlag uit als er een paar Hollanders hun intrek nemen 't Dan is 't mij wel. Ja, do grief die ik tegon het Kurhaus heb, zit in zijn tarief. De kamers zijn er voel to duur ; dat is noinmer een. En de consumptie idem; dat is noramer twee. Verder zal ik er niets van zeggen, omdat do Kurhaus-directio nu eenmaal niet verkiest te begrijpen, dat ze niet alloen hot publiek, maar ook haar eigen zaak eon dienst zou bewijzen door oen gomatigder tarief in te voeren. Eon enkele opmerking wil ik hier nog ten bcsto geven; misschien hoeft ze nog effect; is 't niet moer voor nu, dan voor later. Vele namiddag-bezoekers van hot badhuis on onder hen ook ik, gebruiken gaarne een glas bier ; twintig cents por glas, volgens het tarief, on de onvermij delijke vijf cents fooi aan mijnheer don kcllner, maken vijf-on-twintig. Is dat niet to duur, vooral wanneer men in plaats van een glas, zooals het tarief bepaalt, slechts eon half glas krijgt, zijnde de bovenste holft mot schuim gevuld V Als het buffet soms gelooft dat het zich hiermee bevoor deelt, dan vergist hot zich, want de bicrdrinkcrs zien er niet togen op, even over to wippen naar Alfenburg of elders waar Gambrimis zijn zetel heeft opgeslagen en zijn gasten boter en billijker bedient dan in hot trotsclio Kurhaus. Anders hel) ik niets tegen de fraaie inrichting waarover de heer I'eiss zijn directeur-generaalsscopter zwaait. Er zijn wol menschen, die willen beweren dat dczo heer, na zijn benoeming tot officier van de Eikenkroon, nog despotische!' is geworden dan vroeger. Ik wist niet dat hij des potisch was of zijn kon, maar men zegt het; zelfs lazen we onlangs een ingezonden stuk in een Ilaagsch blad. waarin een voorbeeld van despo tisme en ruw geweld werd aangehaald, dat inder daad kras mag booten. Do hoor directeur-generaal van het Zeeïiad Scheveningoii wedeiiegt zulke beschuldigingen niet, dat kan hij van zijn hoog standpunt niet doen. hij straft alleen maar zijn beschuldigers; in dit geval echter do verkeerden, want door de krant waarin het stuk voorkwam, zijn advertentie en de kopie der muzick-programma's to onthouden, treft hij den schrijver allerminst. Iedereen, natuurlijk, vindt het procédédos hoeven Rciss uitmuntend. en niemand gelooft nu ook een woord moer van hot ongoloof'elijkc verhaal, als zou eon boer. die zich bij den Directeur-generaal beklaagde over do onvocgzame wijze, waarop enkelen van hof personeel bij den ingang het publiek behandelen. in het bijzijn, dus mot goedkeuring, vau den Drecteur-goiieraal, door datzelfde personeel een voudig de deur zijn uitgeworpen. Wel iioon, dat gelooft niemand meer. nu de krant waar 't in te lezen stond, door genoemden Directeur zoo kor daat on welverdiend is gestraft'. Een andere krant had oen uittrckseltjc van liet geïncrimineord stuk gegeven, maar kroeg den wind van 't voorgevallene met haar collega, en wie zich spiegelt aan een ander, spiegelt zich zacht haastte zich bakzeil te halen en de verklaring af te leggen, dat ze nooit anders dan beleefdheid van het Zeebad-personeel had ondervonden. Ik wil 't gaarne gelooven; ik ben ook nog nooit onbeleefd in 't Kurhaus bejegend, maar ik geef ook altijd goede fooien en ben steeds uiterst be leefd tegen de heeren bedienden en ge rnployeerden. O, dat doet zooveel at'l En aangenomen dat het Kurhaus-personeel nu eens niet beleefd was jegens het publiek, zou men 't dan die menschen wel euvel mogen duiden? De directeur-generaal heeft zelf openlijk verkondigd, dat het publiek de Kurhaus-directie op groote schaal bedroog, en zou 't dan een misdaad zijn, nu en dan eens een individu uit dat schelmachtig publiek bij den kraag te nemen en de stoep af gooien? Neen, neen, wij hebben maar te zor gen dat we beleefd zijn tegen de hoeren employé's en kellners, en dan mogen we tevreden zijn als we met ongescheurde kleeren weer de trap af komen. Dat de directie op grooto schaal bedrogen wordt", moeten we gelooven, anders zou 't zoo beslist niet gezegd, of liever, gedrukt zijn gewor den. Het spijt me waarlijk, dat ik dagelijks in gezelschap van zooveel schelmen moet vertoeven, maar mij dunkt dat de al te goede directie van het Kurhaus mij en andere eerlijke menschon die grief had kunnen besparen. Tenminste, ik heb altijd gehoord dat als directiën van lokalen waar entree betaald wordt, door het publiek worden bedrogen, ze dit in de allereerste plaats te wijten hebben aan haar gebrekkige controle. Als men met schelmen te doen heeft, kan men niet te veel voorzorgen gebruiken. Toch heeft mij, en veel menschen met mij, die malsche beschuldiging aan 't adres van het Haagsch fatsoenlijk publiek zeer verwonderd. Ik geloof dat ik bij het controleerend personeel van het Kurhaus goed bekend ben, maar ik ben nog nooit het hek binnen gegaan zonder mijn kaart te hebben ver toond, zooals ik iedereen zie doen, en dan vraag ik, hoe drommel is 't mogelijk dat er nog op groote schaal bedrogen wordt? Ik vat het niet. Enfin, ik zal me er niet langer in verdiepen. Eén ding weet ik intnsschen wol. De mannen van do Haagsche dagbladpers moeten maar voorzichtig zijn, want niet alloen de Directeur-generaal van Zeebad-Schoveningen is een streng beer voor den vermetele die hem te na komt, 't zij met do waar heid of een onwaarheid, ook het bestuur nier Witte Sociëteit is niet gemakkelijk als 't begint. 't Is al een poos geleden, toen een onzer bla den een dood onschuldige aardigheid debiteerde over een muziekuitvoering in de Witte, en, bom! daar had je 't gaande. De krant kreeg geen programma's en advertentie's moer. Zou de heer Rciss misschien het kunstje van de Witte hebbon afgezien? De zaak is weer in 't effen gebreid, namelijk die van de Witte; de andere., voor zoo ver ik kon nagaan, nog niet. Van de Witte sprekende, moet ik even aan stippen, dat daar een papier tor lezing heeft gelegen ton minste zoo is me verteld, want toen ik er om vroeg, was het verdwenen, waarin met andere woorden to lezen stond dat een mijnheer die met een ander zou duclleeren, hot veiliger vond zijn twee getuigen, benevens de tegenpartij met liaar secondanten, maar to laten wachten ; en waarschijnlijk zouden zo nog wachten, als ze deze nicuwo manier om aan do eer te voldoen", niot al te gek haddon gevonden. 't Is zeker, dat het duel een mallo instelling is, vooral in Frankrijk, waar iemand die in't publiek voor leugenaar of veel erger nog, wordt uitgemaakt, geen leugenaar meer heet to zijn, zoodra hij een ander een por hooft gegeven of er een heeft ont vangen. Mij dunkt eon scheidsrechter zou in der gelijke quacsties boter en rechtvaardiger kunnen beslissen. Maar te ontkennen valt het niet, dat er gevallen kunnen zijn, die 't ontwijken van een tweegevecht onmogelijk maken. Bijvoorbeeld, wat zou hot lot zijn van een officier, die na in 't openbaar te zijn bclcedigd, geen voldoening van zijn boleodigor cischt ? Met zijn carrière was 't gedaan, zijn kameraden zouden hem uitstootcn. Maar nog erger is 't, als iemand eon ander een oorvcog geeft. zeker de krachtigste provocatie tot oen tweegevecht, j en dus vreet dat er een uitdaging op moet volgen, i ook werkelijk die uitdaging aanneemt, maar als ! 't er op aankomt, zich schuil houdt. Is zoo iemand ?' nog toonbaar? Wie don moed heeft, een ander i eon klap to geven, moot later niet wegkruipen om goen klap terug te krijgen, en doet hij dat j wel, dan heeft ook iedereen het recht, hem den rug toe te koeren. Xu, van alle duel-histories, waarvan wo den laatsten tijd gehoord hebben, is ! deze wol de misselijkste. En dan hebben wc hier ook weer zoo'n misse1 lijko vortooning gehad, waarin hoeren der Xcdor: laudsclie ruiterij de geïmproviseerde rollen ver vulden, tot groote ontstichting van het Seinposti publiek. Wat de la-anten er niet van hebben ? verteld, zal ik fir ook maar niet van zoggen, ' maar hoe weinig kwaads ik eon ander ook tocwonsch, toch hoop ik dat de gerechtigheid hier niet mot een slaphandjo to werk mag gaan. lU'ooddronkcn, at' liever champagnedronkon lui moeten weten dat /e een rustig fatsoenlijk publiek niet straffeloos mogen belcedigen, al ver beelden zo zich ook rliii limit ilc l/'m- (/ntmlt'iir en met minachting op dat publiek te mogen ' nederzicn. I'ASOI'IXO. Uit de Bisschopstad. Waarlijk, 't is moerdijk om van daag te weten, waarmede ik een begin zal maken, nu ik hot j voornemen, liob opgevat u het een en ander uit do afgeloopen weck, omtrent t'o stad der ISisschonpen en haar bewoners, mode te doelen. Daar i zijn b. v. de Tentoonstelt i tu>; in liet Oranjopark on de Feestelijkheden op l'rinsesjcsdag, daar zijn do .,Soosojalcn''. die ons weor eens met eon bc' zoek vereerd en door oen i go onzer medeburgers, uit hun eigen c/i/cri?, op een moor dan gewoon pak ransel zijn getractecrd, daar zijn do aanstaande verkiezingen, daar is de inkomstenbelasting, die natuurlijk het onderwerp der gesprekken is, ver der zou ik kunnen spreken over de ontzettende stilte in de stad, nu nog erger dan voor enkele weken, over de gesloten huizen en over de groote reizen, 1) die de meeste familiën ondernemen en dan blijft er nog heel wat over, maar dat krijgt alles later een beurt. Laat ons oven het Oranjepark inloopen, ge doet er de bewoners van de Oranjestraat en omliggende buurten, stegen en straten, te samen wijk C vor mende, plezier mee, want die stellen een eer in Imn park en zij zijn bepaald opgetogen, als de grootheid er eens komt," om het te zien als het er voordeelig uitziet, zooals nu het geval is. Het is in zulk een stadsgedeelte, waar zooveel huisgezinnen bijeengepakt zijn een bepaalde be hoefte een open ruimte in het midden te bezitten, groot genoeg, om de buurtbewoners gelegenheid te geven wat verscho lucht te happen en hun kinderen to laten spelen. Nu is het evenwel gesloten voor allen, die geen f 0.10 kunnen betalen, om zich den toegang te verschaffen, want er wordt een bloemententoonstelling" gehouden, on om zoo iets te doen is meer noodig dan de commissie kan bijbrengen, vooral daar de foestviering op den jaardag van Prinses Wilhelmina ook heel wat zal vorderen. Rechts van den ingang ontwaart ge oen tentje, dat u de palingkarren op de kermis in het ge heugen roept, dat is het bureau; daar worden de kaartjes uitgereikt, waarop aan de achterzijde een nummer vermeld staat, daar Woensdag de verloting der aangekochte prijzen zal plaats hebben. In het bureau zetelt de Burgemeester'' van Wijk C, de invloedrijkste man uit de wijk, de heer Clarenburg en twee of drie andere leden van het bestuur, die u beleefd op de mogelijkheid van een prijs te trekken wijzen. Vlak tegenover dien ingang zijn 'de beelden en andere tuinversieringen der terra-cotta fabriek tentoongesteld en hoewel de inzending met een zilveren modailje is bekroond is zij toch ver be neden het middelmatige: lo. omdat de oorspronkelijke kleur der terra cotta met een laag lijmvernis is bedekt, en 2o. omdat de vormen der beelden heel wat te wenschen overlaten en onder de vazen en piedestals niets nieuws te vinden is. Zoo stelt no. 15 (een vrouwenbeeld), de vischvangst voor; de beenen zijn misvormd en de houding is vrij malgracieus, terwijl het aangezicht en de coiffure foei leelijk zijn. Het beeldje van den jongen mot de schelp is iets boter, hoewel hij naar een visch, die aan zijn voeten ligt, kijkt alsof hij nog nooit zoo'n dier gezien heeft, een derde beeldje lijdt aan ont wrichting dor linker- en een abces in de rechterheup, maar is overigens het beste dozer sierrciflen. Onder de planten waren er velen, die door hun grootte of bijzondcren groei de aandacht trok ken, voortbrengselen cener zorgvuldige cultuur, moestal verzorgd in do kleine voorkamertjes der arbeiderswoningen in wijk C of de andere (buiten)wijken der stad. Daar waren reusachtige fuchsia's, n enorme cactus, olcandcrs, hortensia's in vol len bloei, rumatiekplantcn, polargoniums. begonia's, daar waren tuinversieringen. aangelegde bedden, kussens, afgesneden rozen, laurieren, zonnebloemen, agapanti, auricaria's, coniferen, dahlia's, asters, heliotropcn op stam, canna's enz. enz., te veel om op to noemen, en toch was het park niot gevuld. In do muziektcnt lag een portret der prinses met wit satijnen lijst, waarin hier en daar ecnigo kunstbloemen gestoken, een werk van Mej. Swarts te Apeldoorn, dat ecu eigenaardig effect maaktej hoewel het niet eigenlijk mooi was. Daarom heen waren do bloemkussens en schotels rozen geplaatst en stonden do prijzen, dio waren behaald, maar nog niot uitgereikt. Do tentoonstelling werd druk bezocht, ra aar nu is alles afgeloopen en ligt het perk daar weer tor beschikking van alle bewoners der wijk. Van de feestelijkheden op IVinsessedag kan ik u slechts weinig melden, 's Morgens had de parade niet muziek plaats, door de schutterij voor deze gelegenheid afgestaan; toch viel de parade door een verscbrikkclijkcn plasregcn eon beetje in bet water, maar daar kan niemand wat aan doen, wel daaraan, dat er over het algemeen slecht ge reden en gemarcheerd word. Ken Xcdcrlandsclie is geen Dnitscho parade, 's Avonds was het volks feest in Tivoli zóó druk bezet, dat ik geen plaats meer kou krijgen; de tuin was gesloten, zoodat ik u daarvan niets kan mododcelcn. In do stad hoer.schto een feestelijke stemming, tal van verdedigers des vaderlands, dio Donderdag naar do manoovcrs" moesten, liepen in trocpon of met hun dulcinea's door do straten on zongen het lied van de Maliebaan", dat hadden ze 's mor gens als dclilecnuarsch gc-had en zat hun dus versch in het geheugen. Tal van anderen zongen niet moer. maar schenen een ziekte in de bcenoii te hebben, eon natuurlijk gevolg van de ver gunning. . . 't Is jammer dat do borrel bij allo feestvicrmgcn hier to lande zoo groot een rol speelt. II. v. 'T STICHT l) Ik ken ondor anderen eene familie, die af scheid is komen nomen alvorens naar Algiers te vertrekken. liet huis werd gesloten en .... men huisde zes weken achter. Zoo rci/.on er meer en dat is vrij goedkoop, hoewel niet aangenaam. Kunst en Letteren. DE XEDEHLAXDSai-VATICAAXsCIIE TEXTOONSTELL1XG. Telkens luj het intreden der tentoonstellings zalen wordt men verrast door den bijzonder rusfigen toon, die in do geheelc uitstalling en ver siering hcerscht. Al die voorwerpen, zoo verschil lend en vaak tegenstrijdig van kleur, vormen ecu hanncmiesch gciieel. Do bezoeker wordt van zelf gestemd tot eon kalme, aandachtige beschouwing van ieder voorwerp afzonderlijk, want zelfs do kleinste handwcrkjes zijn voor het mecrendeel ecu

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl