Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.532.
Van over de Grenzen.
Indien de Bulgaarsche questie, thans zeker
niet minder dan op eenig ander tijdstip sinds
het sluiten van het traktaat van Berlijn, een
gevaar blijft opleveren voor den vrede van
Europa, dan moet de reden daarvoor allereerst
gezocnt worden in het bedoelde traktaat zelf,
maar in de tweede plaats in de houding van
Rusland. Het traktaat was een compromis,
dat aan geen der belanghebbenden recht liet
wedervaren, en een fictief Europa tot voogd
aanstelde over den sultan, aan \vien het een
schaduwachtige soevereiniteit over het
»bevrijde" Bulgarije liet. Kusland heeft sedert
dien tijd geen gelegenheid ongebruikt en geen
middel onbeproefd gelaten, om weder te er
langen wat het zijn goed recht noemt, en wat
voor ieder, die niet in het kunstmatig
Panslavistisch nationaliteitsbegrip is verward ge
raakt, ten opzichte van de volkeren van den
Balkan eenvoudig het recht van den sterkste
is. Het heeft zich daarbij tot nu toe alleen
laten beperken door de vrees voor een
Europeesehen oorlog, maar de verdeeldheid en de
naijver tusschen de overige onderteekenaars
van het traktaat van Berlijn heeft den czar
óók binnen die perken, een ruim yeld van
werkzaamheid gelaten. Hoe ver hij daar
op kon gaan, is gebleken, toen hij vorst
Alexander, die op weg was om van Bulga
rije een zelfstandigen staat te maken, door
zijn machtwoord noodzaakte om van den
troon afstand te doen. Of het den Russischen
autocraat thans wederom zal gelukken, den
vorst van Bulgarije van den troon te stooten,
hangt alleen af van de groepeering der Mo
gendheden. Met geld en geweld is in Bulgarije
alles te doen; tegen dergelijke argumenten
zou menige meer ontwikkelde kleine natie
niet bestand zijn.
Het voorstel van de Russische regeering,
om generaal Ernroth als stedehouder (
ieutenant-prineier) naar Sofia te zenden, hem de
Spbranja te doen ontbinden en nieuwe ver
kiezingen te doen voorbereiden met de hulp
van een door hem samengesteld ministerie,
is, naar het ons voorkomt, in de eerste plaats
een bewijs, dat het aan de Russische politiek
niet gelukt is, Turkije tot haar werktuig te
maken, door de Porte tot een gezamenlijk
optreden, desnoods tot eene gemeenschappe
lijke bezetting van Bulgarije en
Oost-Roemeliëte bewegen. In de tweede plaats is het eene
proefneming, waaruit kan blijken, hoever
het geduld der overige mogendheden strekt.
Het behoeft geen betoog, dat deze laatsten,
wanneer zij generaal Ernroth in Bulgarije
het faire la pluie et Ie beent iemys overlaten,
daardoor van hun invloed afstand doen ten
behoeve van Rusland. Uit alles wat tot nu
toe aan het licht is gekomen, mag men af
leiden, dat Oostenrijk, Engeland- en Italiëtot
zulk eene zelfverloocheuende politiek zeer ze
ker niet bereid zullen zijn. In Frankrijk be
gint het geweten der republikeinen te spreken;
nu de koele houding der officieuse bladen aan
de Newa en de Moskowa de ho.op pp eene
Fransen-Russische alliantie aanmerkelijk heeft
doen verminderen, vraagt men zich af, of men,
ter wille van een problematisch voordeel, mag
medewerken aan de onderdrukking van een
vrij en naar zelfstandigheid strevend volk.
Toch heeft de regeering te Parijs tot nu
toe RuslancVs politiek ondersteund, en de
heer Von Bismarck heeft dit in de laatste
weken op nog beslister wijze gedaan. De
vraag is nu, hoever men te Parijs, maar
vooral te Berlijn, met die ondersteuning zal
willen gaan. Duitschland heeft het geduld
van ? zijn Oostenrijkschen bondgenoot reeds
op een zeer zware proef gesteld; geeft het
zijn toestemming tot Rusland's laatste voor
stel, dan stelt hot zich lijnrecht tegenover de
politiek van Oostenrijk, en dan zal de allian
tie, die sedert 1879 van de zijde der laatst
genoemde mogendheid getrouw, en niet zonder
groote opofferingen, is gehandhaafd, feitelijk
tot scheurpapier zijn gemaakt, tenzij de
«eerlijke makelaar" den teleurgestelden vriend
door compensatiën vertroost. Het is echter
niet duidelijk, uit wiens leer in dit geval de
riemen zouden moeten worden gesneden. Zeker
is het, dat het onderling wantrouwen der mo
gendheden in jaren niet zoo sterk is geweest
als thans, en dat de nieuwe groepeering1, die
de heer Von Bismarck door zijne onverwachte
volte-face heeft tot stand gebracht, bestemd
schijnt om van zeer korten duur te zijn.
In de Engelsche parlementszaul bewijzen
de talrijke ledige banken, dat de meeste leden
aan het reis- of jachtycrmaak de voorkeur
geven aan de discussie over onderwerpen,
die alle aantrekkelijkheid schijnen te hebben
verloren, voor hen, wier gehemelte door de sterk
gepeperde spijs derlerschc debatten o verprikkeld
is. Slechts nu en dan, als een post van de
begrooting voor Ierland, zooals het trakte
ment der Engclsche ambtenaren te Dublin,
aan de orde wordt gesteld, flikkert hot
twistvuur weder even op. Doch in waarheid is de
lersche quaestie voor cenige maanden op
praktisch gebied overgebracht. Do Regeeriiig
heeft nu hare dwangwet: Wlint icill 11 f u <ïo
with it?
Haar eerste stap is niet gelukkig geweest.
Zij heeft de lersche nationale liga 'geprocla
meerd", hetgeen volgens de terminologie van
de Crimes BUI, bcieekcnt, dat zij haar
ofiicieel als eene gevaarlijke inrichting heeft ge
brandmerkt. De tweede schrede, de opheffing
der liga en liet instellen van vervolgingen
tegen hare leden, kan nu niet lang uitblijven.
Dat de maatregel bij de Ieren groote verbit
tering zou wekken, was te verwachten. Maar
ook de liberale unionisten, de
bondgenooten van Lord Salisbury, zijn er niet mede
ingenomen; zij werd bestreden door de
volfelingen van den heer Chambcrlain en ook
oor Lord Hartington afgekeurd. Met den
heer Chamberlain behoeft men geen reke
ning meer te houden. Hij heeft van het con
servatieve kabinet eene betrekking aangenomen
die hem gedurende geruimen tijd
vanhettooneel van den politieken strijd verwijderd zal
houden, en daardoor een einde gemaakt aan
de moeielijkheden, waarin zijne dikwijls dub
belzinnige houding hem had gebracht. Lord
Hartington, wiens toetreding tot het kabinet,
?waarschijnlijk als premier, met Lord Salisbury
als minister van buitenlandsche zaken, niet
onmogelijk wordt geacht, is zeer voorzichtig
geweest.
Hij bepaalde zich tot de opmerking, dat de
regeering tot de proclamatie was overgegaan,
zonder hem of zijne vrienden te raadplegen;
dat deze laatsten den maatregel niet nuttig
of noodig vonden, maar dat de regeering het
volste recht had om dien toe te passen,
een recht, ontleend aan de wet zelf, die het
parlement, na maandenlange debatten, met
groote meerderheid had goedgekeurd, maar
voor welker uitvoering de regeering alleen
verantwoordelijk was en moest blijven. Klaar
blijkelijk denkt Lord Hartington aan den
dag van morgen, en wil hij zich de handen
niet binden.
Dat de regeering in haar recht is, valt niet
te betwijfelen. De nationale liga is reeds door
haar program in strijd met de Crimes
Bill,en door de wijze waarop het program werd
uitgevoerd nog veel meer. Toch houden wij
den maatregel voor gevaarlijk en onverstan
dig, omdat zij geen ander gevolg kan heb
ben, dan het oprichten van tallooze geheime
genootschappen in de hand te werken. De
ondervinding, met de opheffing der landliga
opgedaan, heeft dit indertijd duidelijk bewe
zen, en de bijval, dien de nationalisten bij een
deel der Engelsche natie hebben gevonden,
zal hen jegens hunne vijanden niet toegeef
lijker maken.
E. D. PIJZEL.
Uit het
Haag-je't Is nu juist een jaar geleden, dat ik, zoo
als weleer Marius op do puiuhoopen van Carthago,
zat te treuren op de puinen van het Kurhaus,
geheel vervuld mot de 'weemoedige gedachte sic
transit gloria mundi, en wie denkt er thans
nog, behalve ik, aan don naren brand en de
rookende ruïne, nn deze als eon fenix uit haar
asch is herrezen en 't trotsch gebouw daar weor
staat, als had geen vonk het gedeerd, ? ja
schooner zelfs dan voorheen on vroolijker en
lusüger en liefelijker, en alles boter nog dan
vóór den brand, behalve het tarief, dat niet
mede verbrand ia. jammer genoeg.
Ik zal 't u maar zoggen, ik heb een enkele
grief togen het Kurhaus, al gaan er weinig dagen
voorbij zonder dat ik de nationale vlag ga be
groeten die van zijn trans waait. De Ilollandsche
driebaan is altijd mijn magneet, waar zij wappert
over die oude Noordzee, het heklenperk der De
lluijtors en Trompen, hoewel ik een gevoel vau
wrevel niet kan onderdrukken als ik, te
Scheveningen komende, Albion's roode banier er naast
zie fladderen met haar spinnokop in den hoek.
Wat doet juist die Engelsche vlag daar? Of steken
de Engelsche hotels ook een Hollandscho vlag uit
als er een paar Hollanders hun intrek nemen 't
Dan is 't mij wel.
Ja, do grief die ik tegon het Kurhaus heb, zit
in zijn tarief. De kamers zijn er voel to duur ;
dat is noinmer een. En de consumptie idem;
dat is noramer twee. Verder zal ik er niets van
zeggen, omdat do Kurhaus-directio nu eenmaal
niet verkiest te begrijpen, dat ze niet alloen hot
publiek, maar ook haar eigen zaak eon dienst
zou bewijzen door oen gomatigder tarief in te
voeren. Eon enkele opmerking wil ik hier nog
ten bcsto geven; misschien hoeft ze nog effect;
is 't niet moer voor nu, dan voor later. Vele
namiddag-bezoekers van hot badhuis on onder hen
ook ik, gebruiken gaarne een glas bier ; twintig
cents por glas, volgens het tarief, on de onvermij
delijke vijf cents fooi aan mijnheer don kcllner,
maken vijf-on-twintig. Is dat niet to duur, vooral
wanneer men in plaats van een glas, zooals het
tarief bepaalt, slechts eon half glas krijgt, zijnde
de bovenste holft mot schuim gevuld V Als het
buffet soms gelooft dat het zich hiermee bevoor
deelt, dan vergist hot zich, want de bicrdrinkcrs
zien er niet togen op, even over to wippen naar
Alfenburg of elders waar Gambrimis zijn zetel
heeft opgeslagen en zijn gasten boter en billijker
bedient dan in hot trotsclio Kurhaus.
Anders hel) ik niets tegen de fraaie inrichting
waarover de heer I'eiss zijn
directeur-generaalsscopter zwaait. Er zijn wol menschen, die willen
beweren dat dczo heer, na zijn benoeming tot
officier van de Eikenkroon, nog despotische!' is
geworden dan vroeger. Ik wist niet dat hij des
potisch was of zijn kon, maar men zegt het;
zelfs lazen we onlangs een ingezonden stuk in
een Ilaagsch blad. waarin een voorbeeld van despo
tisme en ruw geweld werd aangehaald, dat inder
daad kras mag booten. Do hoor directeur-generaal
van het Zeeïiad Scheveningoii wedeiiegt zulke
beschuldigingen niet, dat kan hij van zijn
hoog standpunt niet doen. hij straft alleen
maar zijn beschuldigers; in dit geval echter
do verkeerden, want door de krant waarin
het stuk voorkwam, zijn advertentie en de
kopie der muzick-programma's to onthouden, treft
hij den schrijver allerminst. Iedereen, natuurlijk,
vindt het procédédos hoeven Rciss uitmuntend.
en niemand gelooft nu ook een woord moer van
hot ongoloof'elijkc verhaal, als zou eon boer. die
zich bij den Directeur-generaal beklaagde over
do onvocgzame wijze, waarop enkelen van hof
personeel bij den ingang het publiek behandelen.
in het bijzijn, dus mot goedkeuring, vau den
Drecteur-goiieraal, door datzelfde personeel een
voudig de deur zijn uitgeworpen. Wel iioon, dat
gelooft niemand meer. nu de krant waar 't in te
lezen stond, door genoemden Directeur zoo kor
daat on welverdiend is gestraft'.
Een andere krant had oen uittrckseltjc van liet
geïncrimineord stuk gegeven, maar kroeg den wind
van 't voorgevallene met haar collega, en wie
zich spiegelt aan een ander, spiegelt zich zacht
haastte zich bakzeil te halen en de verklaring af
te leggen, dat ze nooit anders dan beleefdheid
van het Zeebad-personeel had ondervonden.
Ik wil 't gaarne gelooven; ik ben ook nog nooit
onbeleefd in 't Kurhaus bejegend, maar ik geef
ook altijd goede fooien en ben steeds uiterst be
leefd tegen de heeren bedienden en ge
rnployeerden. O, dat doet zooveel at'l
En aangenomen dat het Kurhaus-personeel nu
eens niet beleefd was jegens het publiek, zou men
't dan die menschen wel euvel mogen duiden? De
directeur-generaal heeft zelf openlijk verkondigd,
dat het publiek de Kurhaus-directie op groote
schaal bedroog, en zou 't dan een misdaad zijn,
nu en dan eens een individu uit dat schelmachtig
publiek bij den kraag te nemen en de stoep af
gooien? Neen, neen, wij hebben maar te zor
gen dat we beleefd zijn tegen de hoeren employé's
en kellners, en dan mogen we tevreden zijn als
we met ongescheurde kleeren weer de trap af
komen.
Dat de directie op grooto schaal bedrogen
wordt", moeten we gelooven, anders zou 't zoo
beslist niet gezegd, of liever, gedrukt zijn gewor
den. Het spijt me waarlijk, dat ik dagelijks in
gezelschap van zooveel schelmen moet vertoeven,
maar mij dunkt dat de al te goede directie van
het Kurhaus mij en andere eerlijke menschon die
grief had kunnen besparen. Tenminste, ik heb
altijd gehoord dat als directiën van lokalen waar
entree betaald wordt, door het publiek worden
bedrogen, ze dit in de allereerste plaats te wijten
hebben aan haar gebrekkige controle. Als men
met schelmen te doen heeft, kan men niet te veel
voorzorgen gebruiken.
Toch heeft mij, en veel menschen met mij, die
malsche beschuldiging aan 't adres van het Haagsch
fatsoenlijk publiek zeer verwonderd. Ik geloof dat
ik bij het controleerend personeel van het Kurhaus
goed bekend ben, maar ik ben nog nooit het hek
binnen gegaan zonder mijn kaart te hebben ver
toond, zooals ik iedereen zie doen, en dan vraag
ik, hoe drommel is 't mogelijk dat er nog op
groote schaal bedrogen wordt? Ik vat het niet.
Enfin, ik zal me er niet langer in verdiepen.
Eén ding weet ik intnsschen wol. De mannen van
do Haagsche dagbladpers moeten maar voorzichtig
zijn, want niet alloen de Directeur-generaal van
Zeebad-Schoveningen is een streng beer voor den
vermetele die hem te na komt, 't zij met do waar
heid of een onwaarheid, ook het bestuur nier Witte
Sociëteit is niet gemakkelijk als 't begint.
't Is al een poos geleden, toen een onzer bla
den een dood onschuldige aardigheid debiteerde
over een muziekuitvoering in de Witte, en, bom!
daar had je 't gaande. De krant kreeg geen
programma's en advertentie's moer. Zou de heer
Rciss misschien het kunstje van de Witte hebbon
afgezien? De zaak is weer in 't effen gebreid,
namelijk die van de Witte; de andere., voor zoo
ver ik kon nagaan, nog niet.
Van de Witte sprekende, moet ik even aan
stippen, dat daar een papier tor lezing heeft
gelegen ton minste zoo is me verteld, want
toen ik er om vroeg, was het verdwenen,
waarin met andere woorden to lezen stond dat
een mijnheer die met een ander zou duclleeren,
hot veiliger vond zijn twee getuigen, benevens de
tegenpartij met liaar secondanten, maar to laten
wachten ; en waarschijnlijk zouden zo nog wachten,
als ze deze nicuwo manier om aan do eer te
voldoen", niot al te gek haddon gevonden.
't Is zeker, dat het duel een mallo instelling is,
vooral in Frankrijk, waar iemand die in't publiek
voor leugenaar of veel erger nog, wordt uitgemaakt,
geen leugenaar meer heet to zijn, zoodra hij een
ander een por hooft gegeven of er een heeft ont
vangen. Mij dunkt eon scheidsrechter zou in der
gelijke quacsties boter en rechtvaardiger kunnen
beslissen. Maar te ontkennen valt het niet, dat er
gevallen kunnen zijn, die 't ontwijken van een
tweegevecht onmogelijk maken. Bijvoorbeeld, wat
zou hot lot zijn van een officier, die na in 't
openbaar te zijn bclcedigd, geen voldoening van
zijn boleodigor cischt ?
Met zijn carrière was 't gedaan, zijn kameraden
zouden hem uitstootcn. Maar nog erger is 't,
als iemand eon ander een oorvcog geeft. zeker
de krachtigste provocatie tot oen tweegevecht,
j en dus vreet dat er een uitdaging op moet volgen,
i ook werkelijk die uitdaging aanneemt, maar als
! 't er op aankomt, zich schuil houdt. Is zoo iemand
?' nog toonbaar? Wie don moed heeft, een ander
i eon klap to geven, moot later niet wegkruipen
om goen klap terug te krijgen, en doet hij dat
j wel, dan heeft ook iedereen het recht, hem den
rug toe te koeren. Xu, van alle duel-histories,
waarvan wo den laatsten tijd gehoord hebben, is
! deze wol de misselijkste.
En dan hebben wc hier ook weer zoo'n
misse1 lijko vortooning gehad, waarin hoeren der
Xcdor: laudsclie ruiterij de geïmproviseerde rollen ver
vulden, tot groote ontstichting van het
Seinposti publiek. Wat de la-anten er niet van hebben
? verteld, zal ik fir ook maar niet van zoggen,
' maar hoe weinig kwaads ik eon ander ook
tocwonsch, toch hoop ik dat de gerechtigheid hier
niet mot een slaphandjo to werk mag gaan.
lU'ooddronkcn, at' liever champagnedronkon
lui moeten weten dat /e een rustig fatsoenlijk
publiek niet straffeloos mogen belcedigen, al ver
beelden zo zich ook rliii limit ilc l/'m- (/ntmlt'iir
en met minachting op dat publiek te mogen
' nederzicn.
I'ASOI'IXO.
Uit de Bisschopstad.
Waarlijk, 't is moerdijk om van daag te weten,
waarmede ik een begin zal maken, nu ik hot
j voornemen, liob opgevat u het een en ander uit
do afgeloopen weck, omtrent t'o stad der
ISisschonpen en haar bewoners, mode te doelen. Daar
i zijn b. v. de Tentoonstelt i tu>; in liet Oranjopark
on de Feestelijkheden op l'rinsesjcsdag, daar zijn
do .,Soosojalcn''. die ons weor eens met eon
bc' zoek vereerd en door oen i go onzer medeburgers,
uit hun eigen c/i/cri?, op een moor dan gewoon
pak ransel zijn getractecrd, daar zijn do aanstaande
verkiezingen, daar is de inkomstenbelasting, die
natuurlijk het onderwerp der gesprekken is, ver
der zou ik kunnen spreken over de ontzettende
stilte in de stad, nu nog erger dan voor enkele
weken, over de gesloten huizen en over de groote
reizen, 1) die de meeste familiën ondernemen
en dan blijft er nog heel wat over, maar
dat krijgt alles later een beurt.
Laat ons oven het Oranjepark inloopen, ge doet
er de bewoners van de Oranjestraat en omliggende
buurten, stegen en straten, te samen wijk C vor
mende, plezier mee, want die stellen een eer in
Imn park en zij zijn bepaald opgetogen, als de
grootheid er eens komt," om het te zien als het
er voordeelig uitziet, zooals nu het geval is.
Het is in zulk een stadsgedeelte, waar zooveel
huisgezinnen bijeengepakt zijn een bepaalde be
hoefte een open ruimte in het midden te bezitten,
groot genoeg, om de buurtbewoners gelegenheid
te geven wat verscho lucht te happen en hun
kinderen to laten spelen.
Nu is het evenwel gesloten voor allen, die geen
f 0.10 kunnen betalen, om zich den toegang te
verschaffen, want er wordt een
bloemententoonstelling" gehouden, on om zoo iets te doen is meer
noodig dan de commissie kan bijbrengen, vooral
daar de foestviering op den jaardag van Prinses
Wilhelmina ook heel wat zal vorderen.
Rechts van den ingang ontwaart ge oen tentje,
dat u de palingkarren op de kermis in het ge
heugen roept, dat is het bureau; daar worden de
kaartjes uitgereikt, waarop aan de achterzijde een
nummer vermeld staat, daar Woensdag de verloting
der aangekochte prijzen zal plaats hebben. In het
bureau zetelt de Burgemeester'' van Wijk C, de
invloedrijkste man uit de wijk, de heer
Clarenburg en twee of drie andere leden van het bestuur,
die u beleefd op de mogelijkheid van een prijs
te trekken wijzen.
Vlak tegenover dien ingang zijn 'de beelden en
andere tuinversieringen der terra-cotta fabriek
tentoongesteld en hoewel de inzending met een
zilveren modailje is bekroond is zij toch ver be
neden het middelmatige:
lo. omdat de oorspronkelijke kleur der terra
cotta met een laag lijmvernis is bedekt, en
2o. omdat de vormen der beelden heel wat te
wenschen overlaten en onder de vazen en piedestals
niets nieuws te vinden is. Zoo stelt no. 15 (een
vrouwenbeeld), de vischvangst voor; de beenen
zijn misvormd en de houding is vrij malgracieus,
terwijl het aangezicht en de coiffure foei leelijk
zijn. Het beeldje van den jongen mot de schelp
is iets boter, hoewel hij naar een visch, die aan
zijn voeten ligt, kijkt alsof hij nog nooit zoo'n
dier gezien heeft, een derde beeldje lijdt aan ont
wrichting dor linker- en een abces in de
rechterheup, maar is overigens het beste dozer
sierrciflen.
Onder de planten waren er velen, die door hun
grootte of bijzondcren groei de aandacht trok
ken, voortbrengselen cener zorgvuldige cultuur,
moestal verzorgd in do kleine voorkamertjes der
arbeiderswoningen in wijk C of de andere
(buiten)wijken der stad. Daar waren reusachtige fuchsia's,
n enorme cactus, olcandcrs, hortensia's in vol
len bloei, rumatiekplantcn, polargoniums. begonia's,
daar waren tuinversieringen. aangelegde bedden,
kussens, afgesneden rozen, laurieren, zonnebloemen,
agapanti, auricaria's, coniferen, dahlia's, asters,
heliotropcn op stam, canna's enz. enz., te veel
om op to noemen, en toch was het park niot
gevuld.
In do muziektcnt lag een portret der prinses
met wit satijnen lijst, waarin hier en daar ecnigo
kunstbloemen gestoken, een werk van Mej. Swarts
te Apeldoorn, dat ecu eigenaardig effect maaktej
hoewel het niet eigenlijk mooi was. Daarom heen
waren do bloemkussens en schotels rozen geplaatst
en stonden do prijzen, dio waren behaald, maar
nog niot uitgereikt.
Do tentoonstelling werd druk bezocht, ra aar
nu is alles afgeloopen en ligt het perk daar weer
tor beschikking van alle bewoners der wijk.
Van de feestelijkheden op IVinsessedag kan ik
u slechts weinig melden, 's Morgens had de parade
niet muziek plaats, door de schutterij voor deze
gelegenheid afgestaan; toch viel de parade door
een verscbrikkclijkcn plasregcn eon beetje in bet
water, maar daar kan niemand wat aan doen,
wel daaraan, dat er over het algemeen slecht ge
reden en gemarcheerd word. Ken Xcdcrlandsclie
is geen Dnitscho parade, 's Avonds was het volks
feest in Tivoli zóó druk bezet, dat ik geen plaats
meer kou krijgen; de tuin was gesloten, zoodat
ik u daarvan niets kan mododcelcn.
In do stad hoer.schto een feestelijke stemming,
tal van verdedigers des vaderlands, dio Donderdag
naar do manoovcrs" moesten, liepen in trocpon
of met hun dulcinea's door do straten on zongen
het lied van de Maliebaan", dat hadden ze 's mor
gens als dclilecnuarsch gc-had en zat hun dus
versch in het geheugen. Tal van anderen zongen
niet moer. maar schenen een ziekte in de bcenoii
te hebben, eon natuurlijk gevolg van de ver
gunning. . .
't Is jammer dat do borrel bij allo
feestvicrmgcn hier to lande zoo groot een rol speelt.
II. v. 'T STICHT
l) Ik ken ondor anderen eene familie, die af
scheid is komen nomen alvorens naar Algiers te
vertrekken. liet huis werd gesloten en .... men
huisde zes weken achter. Zoo rci/.on er meer en
dat is vrij goedkoop, hoewel niet aangenaam.
Kunst en Letteren.
DE XEDEHLAXDSai-VATICAAXsCIIE
TEXTOONSTELL1XG.
Telkens luj het intreden der tentoonstellings
zalen wordt men verrast door den bijzonder
rusfigen toon, die in do geheelc uitstalling en ver
siering hcerscht. Al die voorwerpen, zoo verschil
lend en vaak tegenstrijdig van kleur, vormen ecu
hanncmiesch gciieel. Do bezoeker wordt van zelf
gestemd tot eon kalme, aandachtige beschouwing
van ieder voorwerp afzonderlijk, want zelfs do
kleinste handwcrkjes zijn voor het mecrendeel ecu