De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1887 4 september pagina 6

4 september 1887 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.532 29$a hadden Burgemeester-en van Rotterdam plech tig van de puie van het Raadhuis doen af kondidigen terwijl de Oranjevlag overal werd ont plooid dat zij den Prins als stadhouder van Holland zouden erkennen, en nu klonken ook binneji Arastel's veste, hier nog ietwat bedeesd, ginds al luider en luider de kreten Vivat Oranje we willen den Prins!" Den 2e Mei volgde ook Amsterdam: Burge meesteren en regeerders" lieten aan de goede burgeren en ingesetenen" weten, da,t zij aan den volk&wensch zouden gehoorgeven, door in de staten-vergadering hun stem voor de verheffing van den Prins van Oranje uit te brengen; reeds den volgenden dag had dan ook de benoeming door de Staten van Holland plaats. In Holland's eerste koopstad kende de vreugde op den 4en Mei evenals 7 dagen later, toen Z. H. een bezoek aan Amsterdam bracht schier geen grenzen; overal zag men het oranjedoek in kwis tige hoeveelheid, er werd geïllumineerd, vuurwerken en pektonnen ontstoken, de schepen losten eereschoten, opgewonden menigten doorkruisten in dichte drommen de straten: de republiek der vereenigde Nederlanden scheen voor goed gered na de bange dagen in den laatsten tijd doorleefd. Van Willem FK werd alles verwacht: een Fransch leger was reeds in Staats-Vlaanderen gevallen, Sluis werd belegerd, Bergen-op-Zoom bedreigd; de algemeene kassen waren ledig; de weenniddelen verwaarloosd, de Eepubliek zelve ten prooi aan hevige binnenlandsche oneenigheden. ?'r?Na buy en vlaagen schijnt de son, En als de Philistijnon Te zegepraalen schijnen Verwekt de hemel Gideon," schreef een Amsterdamsen burger op de Fluweel burgwal naast het huis van ouds blau Jan" bij gelegenheid van 's Prinsen intocht op zijn chassinet; en werkelijk was dan ook Willem IV voor de groote menigte de nieuwe Gideon, Zou die ziekelijke, zwakke vorst aan de hoopTolle verwachtingen kunnen voldoen ? Helaas, het zou hem niet gegeven zijn groote dingen tot stand te brengen, al heeft hy betrekkelijk veel gedaan, en zijn vroegtijdige dood reeds den 22 Oct. 1571 ontsliep hij op het huis ten Bosch mocht dan ook voor onze voorvaderen een ware ramp heeten, die aan de hoopvolle verwachtingen in 1747 geuit, geheel den bodom insloeg. Meer dan ooit had Nederland in die dagen een man noodig, die met koen verstand, helder oog en met vaste hand het roer van staat zou regeeren. Terecht had Simon van Slingelandt reeds vóór lang getuigd, hoezeer het te verwonderen was, dat de Republiek nog bestond. Na den dood van Willem III was maar al te zeer gebleken, dat de geunieerde Provinciën hare krachten had den overschat en zich op velerlei wijzen hadden uitgeput; door verschillende redenen verloren do zeven gewesten hun invloed op het staatstooneel en de macht van de Republiek was met den dag veranderd. Voor een groot deel lag de schuld in onze staatsregeling. Het leenstelsel had ons graven en hertogen gebracht, aanvankelijk gemachtigden van den koning of keizer, al spoedig zelfstandige Heeren, met schier onbegrensde macht. Hun geldnood had hen evenwel langzamerhand afhankelijk doen worden van hunne onderdanen, die geen beden inwilligden of zij ontvingen privilegies in ruil; de steden kregen hare rechten en vrijheden, de invloed der gilden en schutterijen op de keuze van het stadsbestuur werd hoe langer zoo grooter, totdat ten slotte de steden waren geworden ta melijk onafhankelijke staatjes met een sterkdemocratisch bestuur. Waar Karel V daarna met wijs beleid de ver schillende Nederlandsche gewesten trachtte aan een te rijgen, zou Philips ondervinden, dat de yvjje Nederlanders geene verkrachting van hunne privilegies duldden, en terwijl Alva beproefde om door een vaste belasting (de Xe penning) de beden onnoodig te maken, begrepen de landzaten maar al te goed, dat die blijvende belasting hun :invloed op het staatsbestuur zou ondermijnen. Ware het Alva gelukt zijn tienden penning in te voeren, het gezag der Staten voor een groot deel de vertegenwoordigers der steden zon evenals in Frankrijk het geval is geweest, "te niet zijn gegaan, zooals de Hoogleeraar Fruin zoo terecht heeft opgemerkt, en al zouden onze voorvaderen ook hier en daar aanheffen liever Turksch dan Paapsch," het verzet tegen den wet tigen vorst grondde zich in hoofdzaak op de ver krachting van de aloude voorrechten. Hadden tegen het einde der Middeleeuwen de vorsten met de staten geregeerd, bij het begin de Spaansche troebelen" bleven de staten samen komen en hadden zij grieven tegen den Lands heer, zij erkenden den stadhouder als den wetti gen vertegenwoordiger van den Vorst, al zou dat later ook een vorm worden. Willem van Oranje was de stadhouder van Philips geweest, hij bleef dat voor de staten in naam, al was hij veel eer hun. dienaar, dan die des konings, en toen in 1581 de afzworing van Philips had plaats gegre pen, waren het als van zelf de afgevaardigden der gewesten de algemeene Staten dio in afwachting van do keuze van een nieuwen Heer het bewind in handen namen, daarbij den Stad houder als hun gevolmachtigde het uitvoerend gezag opdragende. De Prins van Oranje was alzoo voorloopig landvoogd gebleven, doch toen na dijns noodlottigen dood Leicester hem in de landvoogdij was opge volgd, zag men al spoedig in, dat er geen hope viel te bouwen op oenen nieuwen vorst; de Staten zelve aanvaardden nu ook iu naam gelijk zij het reeds lang voor een groot doel in de daad waren geweest de hooge overheid. Met het jaar 1588 nam dan eigenlijk de re publiek der vereenigde Nederlanden een aanvang" (Fruin). Ieder gewest had zijn eigen Staten vertegen woordigers van de steden en do ridderschap; de Generale Staten (gevolmachtigden der provinciën) waren souverein geworden, die do uitvoerende macht zou opdragen aan den Raad van State, een macht echter al dadelijk zóó beperkt, dat in ?werkelijkheid de Generale Staten een permamont lichaam werden, niets aan bare deputanten over latende. Het was eene heillooze verandering, die op deze wijze de Staten Generaal tot regeering maakte. De afgevaardigden ter Staten vergader ing waren door hun eed gebonden de belangen hunner provinciën te behartigen; zij hadden niet, zooals de leden van den Raad van State, ge zworen de belangen der Unie boven al voor te staan. Zij waren gezanten van zelfstandige ge westen, onder hun bestuur werd de Republiek een Staten-verbon d, waarin Holland als de machtigste, meestal den boventoon voerde." (Fruin) Van de democratische beginselen was in den loop der tijden niets overgebleven; de invloed der gilden en schutterijen op de keuze van het stadsbestuur was vernietigd, de stedelijke regenten kozen elkander. Die regenten vaardigden de leden voor de (provinciale) Staten af, welke laatsten moesten adviseren en helpen, besluiten naar zij door hunne principalen zouden gelast zijn:" de oligarchie voerde den scepter. Kon het echter anders of de Prinsen van Oranje, die gelijk de groote Zwijger stadhouder werden geheeten, zonder dat ooit iemand do stadhoudelijke rechten en plichten voldoend had omschreven die als Kapitein Generaal van het leger grooten invloed kregen, die als wereldberoemde vcklheeren het kleine Nederland een belangrijke rol deden spe len op het Europeesch Staatstooneel, die vermaagschapt met aanzienlijke vorstenhuizen tot verre buiten de grenzen in eer en aanzien wiessen, kon het anders of de Prinsen van Oranje werden ten slotte par droit de conquéte et par droit de naissance als. de wezenlijke souvereinen beschouwd. Maar was het dan ook te verwonderen dat de regenten met leede oogen dien souverein inderdaad den scepter zagen zwaaien; was het onbegrijpelijk, dat zich een staatspartij vormde, die eerst met een Oldebarneveldt aan het hoofd, daarna met een Loevensteinsche Factie aan de spits en wat later door een man als Johan de Witt geleid, geen stadhouder wilde dulden en slechts den Staten Generaal alle rechten wilde toekennen, waarbij natuurlijk ten slotte de raadpensionaris het hootd der partij de gezagvoerende werd. Die antistadhoudelijke partij mocht zegevieren, toen na den dood van Willem II de zoon te jong was om den vader in de waardigheid van Kapitein Generaal der Unie op te volgen, doch toen de oorlogsfakkel in het zuiden ontbrandde, de Fransche legerscharen de Republiek met een totalen ondergang bedreigden, toen het steeds onmondig gehouden volk de hoofden bijeen stak en aan gevoerd door de Oranjemannen de oorzaak van alle onheilen aan de regeering weet, toen zag de anti-stadhouderlijke partij eensklaps al het zoo zorgvuldig veroverde terrein verloren en werd Nederland weer een stadhouder rijk. Zoo ging het in 1672, en zoo is het gegaan in 1747; en zou men Willom III in tegenstelling van zijn gebreidelde macht als vorst over GrootBrittanje en Ierland spottend Koning van Holland noemen, het gezag Willem den Vierde in handen gelegd, was veel uitgebreider dan een der stadhouders in de geunioerde provincies het ooit had gekend. Had nu de oranjopartij in de ver heffing van Willem IV weer gezegevierd en had den de anti-stadhouderlijken het hoofd in den schoot moeten leggen, naast de beide politieke partijen de staatsche of anti-stadhouderlijke en de stadhouderlijke of orangistische trad in de 18e eeuw een derde op: de democratie begon een woord mede te spreken. Het volk de lagere klassen had in 1672 en daarna in 1747 een groot aandeel gehad in de beweging om den Prins van Oranje weer in het gestoelte zijner vaderen te doen zetelen; het had gehoopt van den stadhouder herstel van recht te zullen krijgen, het had verwacht door dien stad houder de tergende macht der regenten te zullen zien beperken, doch te vergeefs: bij ijdele belof ten bleet' het. Ten laatste begon de mindere man te begrijpen, dat wie er het roer in handen had de staatsche j of wel de oranjepartij het voor hem weinig verschil maakte; hij had slechts te luisteren en te gehoorzamen aan n gebod Wat de Heeren wijzen, Moeten de gekken prijzen. De Heeren" nu geloofden in hun wijsheid slechts aan de alleenzaligmaking van eene familie-rege ring, elkander de voordeolen van het bestuur toe kennende, de vette brokken onderling verdeelende. De ooms hielpen de neven op het kussen, de vaders bezorgden hunne kinderen allerlei sinecures; nichten en tantes, moeders en dochters, pupillen en peetekinderen werden even goed geholpen als de zoons en ooms-zeggers; ambten te dwaas om van te spreken werden weggeschonken alleen om den titularis een tractement en bij wijle een lang niet schraal te bezorgen; posten en postjes werden uitgedacht om toch vooral niemand dor famieleden te kort te doen. Ja, het nepotisme was zoo erg geworden, dat bij contracten van correspondentie" do regenten elkander beloofden om onderling de faniieleden een plaatsje aan do Staats-ruif te bezorgen. Van belangstelling iu het heil des volks geen spoor. Groote fooien dienden om den gcmcenen man en den burger in oen gevoel van afhanke lijkheid te houden; milde gitten aan kerk en armen konden wellicht den hemel veroveren. De gemeene man in onze steden," durfde van Ilamelsveld zeggen. ..wordt geheel verwaarloosd, niemand ziet naar hem om." (de Hartog) Was het wonder dat in Blooimaand 1717 do j Prins van Oranje mot hartstochtelijk gejuich als j stadhouder word begroet, van hem immers hoopte f men wat men wenschte: een man die aan al liet onrecht, aan alle misbruiken, aan elke willekeur een einde zon maken. Helaas, de diep betreurde doode die don ten Februari 17f>2 grafwaarts werd gedragen, had wel het goede gewild, wel zich zelf en anderen vele illusii-n geschapen, doch slechts weinig had hij ten uitvoer kunnen brengen. Een hangen tijd ging het vaderland te gemoet. (Wordt Vervolgd.) Allerlei. HET VERLOSSINGSLEGER IN AMERIKA. Hetgeen men in de Europeesche steden op het stuk van reclame van het Verlossingsleger aan schouwt, is bescheiden, ingetogen en soliede bij het kermisgerucht vergeleken, dat de Salvationisten zich in Amerika veroorloven. Het volgend strooibiljet werd te Malden Camp Ground in Massachusetts verspreid: AANSLAG VAN HET VERLOSSINGSLEGER BLOEDSATAN's RIJK. EN VUUR-STRIJDERS. VEIiSCH AANGESTOKEN WACHTVUREN OP HET NIEUWE KAMPTERREIN VAN MALDEN. Zaterdag 30 Juli, 3 uur en 7.30 nm. Zondag 31 Juli, 11 uur vm.. 3 uur en 7.30 nm. De Davids en Mirjams in het front gullen het op deze linie uitvechten, al sou er de yeheele zomer mee gemoeid zijn. STAFOFFICIEREN VAN DEN MAARSCHALK BALLINGTON BOOTH, Kommandant der legermacht in de Vereenigde Staten en zoon van Generaal Weieerwaarden William Booth, stichter van het leger. MAJOOR BRITTON, de Bekeerde Acteur, thans de Onvergelijkelijke Spreker, en Leider in al de groote vergaderingen. STAFKAPITEIN WALSH, de Geredde Negerzanger van New-York, niet zijn geheiligde gitaar en zijn roerende liederen en getuigenisaflegging. STAFKAPITEIN BARCLEY, het Muziekwonder", een staaltje van bekeerlingen uit de hoogste kringen der maatschappij. MISS KAPITEIN CARTWRIGHT, de vechtende Heldin van den Ohio, afstammelinge van den excentrieken Eerwaarden Peter Cartwright. In gezelschap van een geheel lef/er soldaten uit Boston, met bloed gewtisschen voor den slag. Zaterdag te 3 uur en 7.30 : GROOTE WELKOMST HOSANNA BIJEENKOMSTEN. Zondag te 10.30 's voormiddags: INSPECTIE- EN HEILIGIIEIDSBIJEENKOMST, tot het zonden-navorschen en hot onderzoek der Pinksterkracht. Zondag 3 uur 's namiddags: ONGEGENEERDE (FREE-AND-EASY) EN O WEES JUBELEND-VERGADERING. Zondag 7.30 uur 's namiddags: GA JE GANG MAAR (GO AS YOU PLEASE) BIJEENKOMST. ORKANEN VAN GLORIE! SIROCCO'S VAN VERLOSSING! SALVO'S VAN HALLELUJA'S! Potpourri van onvergelijkelijke liederen, getuige nissen, waarschuwende roepstemmen. Menigten die toestroomen. Vooroordeel bezwijkend Satan huilende. Heiligen zich verheu gend en te hulp snellend. De Kerk en hare dienaren Amen zeggend. Eerbied, orde en gepastheid. Twintigtallen bekeerd. Hoop voor de nedorigsten en hoogsten. Zorgt toch dat ge onze vergaderingen bijwoont. LJswater en groot observatorium gratis. De fe entempel uit het bosch dezen avond nieuw geïllu mineerd. Ververschingen tegen matigen prijs. Vrij entree bij do vergaderingen overdag, er wordt met de tamboerijn rondgegaan voor een collecte. Bij de avondbijoeiikomsten: zilver-Collecte aan de deur. Mtdden Camp Ground, bij Faulkner Station Saugus Branch, Easteru R. R. Voor de Londensche rechtbank kwam dezer dagen een proces, waarbij de moederlijke tecderheid in het spel was. Mevrouw Dobbin, de vrouw van een zeekapitein, bemint haren man en hare kinderen met gelijke liefde, maar omtrent den eerste komt er nog ja loezie bij. Zij besloot dus, eenige maanden ge leden, den kapitein op eene reis om de wereld te vergezellen, en hare kinderen bij eeue vrouw, omtrent welke zij zeer goede informatici! ontvan gen had, in de kost te doen. Do kinderen brach ten in hun nieuwe woning, behalve schoongocd en kleederen, ook een briefje mede, waarop stond: Percy 181A (Eng.) pond, Alice 16 pond netto," Den 12 Augustus keerde het echtpaar naar Londen terug; de kinderen zagen er frisch en gezond uit; maar hiermede stelde de moeder zich niet tevreden. Zij plaatste boide terstond op de groote goederen-base ule van het schip, en daar zij een vermindering van ',\1A pond aan het ge wicht opmerkte, klaagde zij de verzorgster Mrs. James aan. wegens veronachtzaming van de haar toevertrouwde kinderen. De aangeklaagde verscheen niet haren advocaat Mr. Philibert. Deze zcide: Voordat er tot de behandeling der zaak wordt overgegaan, moet er iets vastgesteld worden. Mijne cliënte is natuur lijk niet in staat, hot ontbrekende gewicht iu natura er bij te leveren; on daarom verzoek ik de aanklaagster, om vo >raf te bepalen hoc hoog zij ieder pond van haro kinderen taxeert. En wanneer het de dame niet behaagt, in details te treden, dan gelieve zij ons te zeggen, wat de hcele Percy kost." .Mevrouw Dolbin riep verontwaardigd uit: Hoe kunt gij het wagen, zulk ecu vraag tot mij te rich'ten? Mijn kind is millioencn waard." Spottend zcide toen do advokaat; Dat is liefhebbersprijs, geen taxatie van deskundigen; mijn cliënte moet in allen gevalle in de gelegenheid gesteld worden. omtrent eene juiste prijsopgave te dclibereercn." Mevrouw Dobbin stond een oogenblik radeloos en besluiteloos, on do rechter maakte van dit oogen blik gebruik, om haar er op te wijzen, dat corpulen tie nog geen teeken van gezondheid is. En", volgde hij er vredelievend bij, daar gy toch zelf toegeeft. dat uw kinderen er gezond eii frisch uitzien, is het toch wel wat ondankbaar, de verzorgster voor de rechtbank te sleepen." Dit maakte indruk op Mevrouw Dobbin en zij zeide vergoelijkend : Het is toch altoos treurig voor een moeder, wanneer zij hare kinderen 334 pond lichter terug krijgt." Nu, mevrouw" hernam de advocaat, als bij u de wet der zwaarte dan zoo zwaar weegt, dan moet ge maar flink met bier en biefstuk werken, en de kinderen zullen wel weer dik worden." De rechter sprak de beschuldigde vrij, en deze zeide tot mevrouw Dobbin: Nu, mijn complimen ten aan Percy en Alice, en dat zij zich bij uw vetmestings-methode de maag maar niet moeten bederven." Een staaltje van Amerikaansche perstoestanden, gelijk zij nog steeds niet uitgestorven zijn, levert de Atcliison Times. In No. 11 van het blad noodigt de redacteur op de volgende wijze zijne medeburgers uit, hem advertenties te zenden : Niemand kan in deze stad zaken doen. die niet bij ons adverteert. Adverteert gij niet bij ons, en helpt niet eene fatsoenlijke courant in het leven te houden, dan zullen wij u wel adverteeren, zoodat u de haren te berge rijzen. Onze courant wil leven, en wanneer het noodig is, dat of gij, f de Times geruïneerd wordt, dan willen wij liever, dat gij, dan dat wij naar don duivel gaan !" De waardige volksstem vreest toch misschien, dat men hare opmerkingen wel verkeerd zou kunnen uitleggen, althans zij sluit hare vermaning met het volgende : Waarde vriend, wij willen u wat in het oor fluisteren. Noemt gij ons ooit een afzetter, dan noemen wij u een leugenaar." Uit Londen wordt van een fraaie minnarij ver teld. Drie maanden geleden bevatten verscheiden bladen eene advertentie, waarbij een jong, soiied man, met een jaarlijkseh inkomen van 600 pond, een mooi en welopgevoed meisje" wilde trouwen De muziekonderwijzeres Mand Thompson, 26 jaar oud en mooi, begon een correspondentie met den trouwlustige, zond hem haar kabinet-portret, en ontving tot antwoord een diamanten ring met een schrijven, waarin zij teergeliefde bruid" genoemd werd. De muziekonderwijzeres ontving iedere week een aantal brieven, en verscheidene fraaie cadeaux. De bruidegom deelde haar eindelijk mede, welke woning hij voor haar gehuurd, welke meubels ge kocht, hoe hij ze, gearrangeerd had ; de trouwdag was bepaald. De pianojuffrouw, die zich overgelukkig gevoelde, van haar vervelende kostwinning ontslagen te zijn, had slechts ue reden tot klagen, en dat was, dat zij haren bruidegom nog niet gezien had. Hij ontweek telkens de verzoeken tot eone persoonlijke ontmoeting, en antwoordde op hare vraag om een portret : Darling, ik ben groot en forsch, heb zwarte oogeu en witte tan den. en in de borst een hart, dat voor u klopt." Miss Mand had eene tante, die haar troostte, en haar mededeelde, dat de huwelijken ook bij vorstelijke families wel op die wijze gesloten wor den. Toch was Miss Mand ongerust, en maakte zich niet zonder hartklopping op 5 Augustus op naar Chelsea, waar het huwelijk met den geheimziunigcn aanstaande, den heer Longchamp, vol trokken zou worden. Tante vergezelde haar. De dames zagen den bruidegom ; wat deze van zich zelf gezegd had, was alles waar, en toch viel Miss Maud in zwijm. De bruidegom was een Moor, zwart als ebbenhout. Zij wilde van het huwelijk niets weten, en daagde haren aanstaande voor de rechtbank, om schadevergoeding. Zij had voor hem al hare klanten verloren, en voor een deel haar reputatie in gevaar gebracht. Verbitterd riep Longchamp: En gij hebt mijn leven verwoest, ik bemin u, en gij verstoot mij !" Door bemiddeling van -den rechter kwam een vergelijk tot stand. Othello liet aan zijne bruid de cadeaux en betaalde haar nog 100 pond schade vergoeding. Bij het afscheid riep hij haar toe : Gij versmaadt een man met eea zwart gezicht ; moge u het wrekende noodlot aan een man met een zwarte ziel ketenen !" En tante zeide tot haar nichtje : Ge hebt zeer dwaas gehandeld ; ik voor mij had liever de vrouw van een zwarten man, dan de pianojuffrouw van blanke kinderen willen zijn !" F.on. dor vreoselijkste soorten van doodstraf in China bestaat daarin, dat den veroordeelde door een hom toegevoegd bewaarder op de meest verfijnde wijze do slaap onthouden wordt. In den regel bezwijkt de veroordeelde aan deze afschuwlijke marteling binnen hoogstens tien dagen. Vijf jonge Parijzenaars, die hot leven niet zeer hoog schatten, vonden in deze merkwaardige vinding der Chinesche rechtspleging een vernuftig voorbeeld ter navolging, en wedden, dat zij zeven dagen zonder slaap zouden blijven. De voorwaarde was, dat zij alle middelen on stimulanten zouden mogen aan wenden, om den slaap af te weren. Om deze edele taak te kunnen volvoeren, leefden zij naar het volgend regime: 's nachts dansen en koffiedrinken, overdag paardrijden, schermen, scliijfschieten, en om het half' uur opfrissching der afgematte levens geesten mot wat citfénoir. Een der vijf jongelieden gelukte het inderdaad, zich gedurende de zeven dagen frisch te honden, maar hij verloor 10 kilo aan gewicht. Twee sliepen in, nadat zij 13(1 uren gewaak t hadden ; de vierde kreeg een longontsteking. De laatste geraakte, te paard zittend, in slaap, viel van het paard en brak ziju arm. | Reclames j 40 cents por regel. i Speciale inrichting voor Schoenen naar ! maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijni lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF Jr., Kidverntrnat 200. Beurso verzicht Van 26 Aug. tot 2 Sept, 1887. De ferme stcnmüiiir voor Europeeselie eu meer bijzonder Russische Stantst'ondseii, waarop wij iu ons vovig ovemdit kuilden wijmi, bleef ook ge durende deze week bestaan. Zoowel te Berlijn

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl