Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.532
29$a hadden Burgemeester-en van Rotterdam plech
tig van de puie van het Raadhuis doen af
kondidigen terwijl de Oranjevlag overal werd ont
plooid dat zij den Prins als stadhouder van
Holland zouden erkennen, en nu klonken ook
binneji Arastel's veste, hier nog ietwat bedeesd,
ginds al luider en luider de kreten Vivat Oranje
we willen den Prins!"
Den 2e Mei volgde ook Amsterdam: Burge
meesteren en regeerders" lieten aan de goede
burgeren en ingesetenen" weten, da,t zij aan den
volk&wensch zouden gehoorgeven, door in de
staten-vergadering hun stem voor de verheffing
van den Prins van Oranje uit te brengen; reeds
den volgenden dag had dan ook de benoeming door
de Staten van Holland plaats.
In Holland's eerste koopstad kende de vreugde
op den 4en Mei evenals 7 dagen later, toen Z. H.
een bezoek aan Amsterdam bracht schier geen
grenzen; overal zag men het oranjedoek in kwis
tige hoeveelheid, er werd geïllumineerd, vuurwerken
en pektonnen ontstoken, de schepen losten
eereschoten, opgewonden menigten doorkruisten in
dichte drommen de straten: de republiek der
vereenigde Nederlanden scheen voor goed gered
na de bange dagen in den laatsten tijd doorleefd.
Van Willem FK werd alles verwacht: een Fransch
leger was reeds in Staats-Vlaanderen gevallen,
Sluis werd belegerd, Bergen-op-Zoom bedreigd;
de algemeene kassen waren ledig; de
weenniddelen verwaarloosd, de Eepubliek zelve ten prooi
aan hevige binnenlandsche oneenigheden.
?'r?Na buy en vlaagen schijnt de son,
En als de Philistijnon
Te zegepraalen schijnen
Verwekt de hemel Gideon,"
schreef een Amsterdamsen burger op de
Fluweel burgwal naast het huis van ouds blau Jan"
bij gelegenheid van 's Prinsen intocht op zijn
chassinet; en werkelijk was dan ook Willem IV
voor de groote menigte de nieuwe Gideon,
Zou die ziekelijke, zwakke vorst aan de
hoopTolle verwachtingen kunnen voldoen ? Helaas, het
zou hem niet gegeven zijn groote dingen tot
stand te brengen, al heeft hy betrekkelijk veel
gedaan, en zijn vroegtijdige dood reeds den 22
Oct. 1571 ontsliep hij op het huis ten Bosch
mocht dan ook voor onze voorvaderen een ware
ramp heeten, die aan de hoopvolle verwachtingen in
1747 geuit, geheel den bodom insloeg.
Meer dan ooit had Nederland in die dagen
een man noodig, die met koen verstand, helder
oog en met vaste hand het roer van staat zou
regeeren. Terecht had Simon van Slingelandt reeds
vóór lang getuigd, hoezeer het te verwonderen was,
dat de Republiek nog bestond. Na den dood
van Willem III was maar al te zeer gebleken,
dat de geunieerde Provinciën hare krachten had
den overschat en zich op velerlei wijzen hadden
uitgeput; door verschillende redenen verloren do
zeven gewesten hun invloed op het staatstooneel
en de macht van de Republiek was met den dag
veranderd.
Voor een groot deel lag de schuld in onze
staatsregeling.
Het leenstelsel had ons graven en hertogen
gebracht, aanvankelijk gemachtigden van den
koning of keizer, al spoedig zelfstandige Heeren,
met schier onbegrensde macht. Hun geldnood
had hen evenwel langzamerhand afhankelijk doen
worden van hunne onderdanen, die geen beden
inwilligden of zij ontvingen privilegies in ruil;
de steden kregen hare rechten en vrijheden, de
invloed der gilden en schutterijen op de keuze
van het stadsbestuur werd hoe langer zoo grooter,
totdat ten slotte de steden waren geworden ta
melijk onafhankelijke staatjes met een
sterkdemocratisch bestuur.
Waar Karel V daarna met wijs beleid de ver
schillende Nederlandsche gewesten trachtte aan
een te rijgen, zou Philips ondervinden, dat de
yvjje Nederlanders geene verkrachting van hunne
privilegies duldden, en terwijl Alva beproefde om
door een vaste belasting (de Xe penning) de
beden onnoodig te maken, begrepen de landzaten
maar al te goed, dat die blijvende belasting hun
:invloed op het staatsbestuur zou ondermijnen.
Ware het Alva gelukt zijn tienden penning in
te voeren, het gezag der Staten voor een
groot deel de vertegenwoordigers der steden
zon evenals in Frankrijk het geval is geweest,
"te niet zijn gegaan, zooals de Hoogleeraar Fruin
zoo terecht heeft opgemerkt, en al zouden onze
voorvaderen ook hier en daar aanheffen liever
Turksch dan Paapsch," het verzet tegen den wet
tigen vorst grondde zich in hoofdzaak op de ver
krachting van de aloude voorrechten.
Hadden tegen het einde der Middeleeuwen de
vorsten met de staten geregeerd, bij het begin
de Spaansche troebelen" bleven de staten samen
komen en hadden zij grieven tegen den Lands
heer, zij erkenden den stadhouder als den wetti
gen vertegenwoordiger van den Vorst, al zou dat
later ook een vorm worden. Willem van Oranje
was de stadhouder van Philips geweest, hij bleef
dat voor de staten in naam, al was hij veel eer
hun. dienaar, dan die des konings, en toen in
1581 de afzworing van Philips had plaats gegre
pen, waren het als van zelf de afgevaardigden
der gewesten de algemeene Staten dio in
afwachting van do keuze van een nieuwen Heer
het bewind in handen namen, daarbij den Stad
houder als hun gevolmachtigde het uitvoerend
gezag opdragende.
De Prins van Oranje was alzoo voorloopig
landvoogd gebleven, doch toen na dijns noodlottigen
dood Leicester hem in de landvoogdij was opge
volgd, zag men al spoedig in, dat er geen hope
viel te bouwen op oenen nieuwen vorst; de Staten
zelve aanvaardden nu ook iu naam gelijk zij
het reeds lang voor een groot doel in de daad
waren geweest de hooge overheid.
Met het jaar 1588 nam dan eigenlijk de re
publiek der vereenigde Nederlanden een aanvang"
(Fruin).
Ieder gewest had zijn eigen Staten vertegen
woordigers van de steden en do ridderschap; de
Generale Staten (gevolmachtigden der provinciën)
waren souverein geworden, die do uitvoerende
macht zou opdragen aan den Raad van State,
een macht echter al dadelijk zóó beperkt, dat in
?werkelijkheid de Generale Staten een permamont
lichaam werden, niets aan bare deputanten over
latende.
Het was eene heillooze verandering, die op
deze wijze de Staten Generaal tot regeering
maakte. De afgevaardigden ter Staten vergader
ing waren door hun eed gebonden de belangen
hunner provinciën te behartigen; zij hadden niet,
zooals de leden van den Raad van State, ge
zworen de belangen der Unie boven al voor te
staan. Zij waren gezanten van zelfstandige ge
westen, onder hun bestuur werd de Republiek
een Staten-verbon d, waarin Holland als de
machtigste, meestal den boventoon voerde."
(Fruin)
Van de democratische beginselen was in den
loop der tijden niets overgebleven; de invloed
der gilden en schutterijen op de keuze van het
stadsbestuur was vernietigd, de stedelijke regenten
kozen elkander. Die regenten vaardigden de
leden voor de (provinciale) Staten af, welke laatsten
moesten adviseren en helpen, besluiten naar zij
door hunne principalen zouden gelast zijn:" de
oligarchie voerde den scepter.
Kon het echter anders of de Prinsen van Oranje,
die gelijk de groote Zwijger stadhouder werden
geheeten, zonder dat ooit iemand do stadhoudelijke
rechten en plichten voldoend had omschreven
die als Kapitein Generaal van het leger grooten
invloed kregen, die als wereldberoemde vcklheeren
het kleine Nederland een belangrijke rol deden spe
len op het Europeesch Staatstooneel, die
vermaagschapt met aanzienlijke vorstenhuizen tot verre
buiten de grenzen in eer en aanzien wiessen, kon
het anders of de Prinsen van Oranje werden ten
slotte par droit de conquéte et par droit de
naissance als. de wezenlijke souvereinen beschouwd.
Maar was het dan ook te verwonderen dat de
regenten met leede oogen dien souverein inderdaad
den scepter zagen zwaaien; was het onbegrijpelijk, dat
zich een staatspartij vormde, die eerst met een
Oldebarneveldt aan het hoofd, daarna met een
Loevensteinsche Factie aan de spits en wat later
door een man als Johan de Witt geleid, geen
stadhouder wilde dulden en slechts den Staten
Generaal alle rechten wilde toekennen, waarbij
natuurlijk ten slotte de raadpensionaris het
hootd der partij de gezagvoerende werd.
Die antistadhoudelijke partij mocht zegevieren,
toen na den dood van Willem II de zoon te jong
was om den vader in de waardigheid van Kapitein
Generaal der Unie op te volgen, doch toen de
oorlogsfakkel in het zuiden ontbrandde, de
Fransche legerscharen de Republiek met een totalen
ondergang bedreigden, toen het steeds onmondig
gehouden volk de hoofden bijeen stak en aan
gevoerd door de Oranjemannen de oorzaak
van alle onheilen aan de regeering weet, toen zag
de anti-stadhouderlijke partij eensklaps al het zoo
zorgvuldig veroverde terrein verloren en werd
Nederland weer een stadhouder rijk.
Zoo ging het in 1672, en zoo is het gegaan in
1747; en zou men Willom III in tegenstelling
van zijn gebreidelde macht als vorst over
GrootBrittanje en Ierland spottend Koning van Holland
noemen, het gezag Willem den Vierde in
handen gelegd, was veel uitgebreider dan een der
stadhouders in de geunioerde provincies het ooit
had gekend. Had nu de oranjopartij in de ver
heffing van Willem IV weer gezegevierd en had
den de anti-stadhouderlijken het hoofd in den
schoot moeten leggen, naast de beide politieke
partijen de staatsche of anti-stadhouderlijke en
de stadhouderlijke of orangistische trad in de
18e eeuw een derde op: de democratie begon een
woord mede te spreken.
Het volk de lagere klassen had in 1672 en
daarna in 1747 een groot aandeel gehad in de
beweging om den Prins van Oranje weer in het
gestoelte zijner vaderen te doen zetelen; het had
gehoopt van den stadhouder herstel van recht te
zullen krijgen, het had verwacht door dien stad
houder de tergende macht der regenten te zullen
zien beperken, doch te vergeefs: bij ijdele belof
ten bleet' het.
Ten laatste begon de mindere man te begrijpen,
dat wie er het roer in handen had de staatsche
j of wel de oranjepartij het voor hem weinig
verschil maakte; hij had slechts te luisteren en
te gehoorzamen aan n gebod
Wat de Heeren wijzen,
Moeten de gekken prijzen.
De Heeren" nu geloofden in hun wijsheid slechts
aan de alleenzaligmaking van eene familie-rege
ring, elkander de voordeolen van het bestuur toe
kennende, de vette brokken onderling verdeelende.
De ooms hielpen de neven op het kussen, de
vaders bezorgden hunne kinderen allerlei sinecures;
nichten en tantes, moeders en dochters, pupillen
en peetekinderen werden even goed geholpen als
de zoons en ooms-zeggers; ambten te dwaas om
van te spreken werden weggeschonken alleen om
den titularis een tractement en bij wijle een
lang niet schraal te bezorgen; posten en postjes
werden uitgedacht om toch vooral niemand dor
famieleden te kort te doen. Ja, het nepotisme
was zoo erg geworden, dat bij contracten van
correspondentie" do regenten elkander beloofden
om onderling de faniieleden een plaatsje aan do
Staats-ruif te bezorgen.
Van belangstelling iu het heil des volks geen
spoor. Groote fooien dienden om den gcmcenen
man en den burger in oen gevoel van afhanke
lijkheid te houden; milde gitten aan kerk en
armen konden wellicht den hemel veroveren. De
gemeene man in onze steden," durfde van
Ilamelsveld zeggen. ..wordt geheel verwaarloosd, niemand
ziet naar hem om." (de Hartog)
Was het wonder dat in Blooimaand 1717 do
j Prins van Oranje mot hartstochtelijk gejuich als
j stadhouder word begroet, van hem immers hoopte
f men wat men wenschte: een man die aan al liet
onrecht, aan alle misbruiken, aan elke willekeur
een einde zon maken.
Helaas, de diep betreurde doode die don ten
Februari 17f>2 grafwaarts werd gedragen, had wel
het goede gewild, wel zich zelf en anderen vele
illusii-n geschapen, doch slechts weinig had hij
ten uitvoer kunnen brengen.
Een hangen tijd ging het vaderland te gemoet.
(Wordt Vervolgd.)
Allerlei.
HET VERLOSSINGSLEGER IN AMERIKA.
Hetgeen men in de Europeesche steden op het
stuk van reclame van het Verlossingsleger aan
schouwt, is bescheiden, ingetogen en soliede bij het
kermisgerucht vergeleken, dat de Salvationisten
zich in Amerika veroorloven.
Het volgend strooibiljet werd te Malden Camp
Ground in Massachusetts verspreid:
AANSLAG VAN HET VERLOSSINGSLEGER
BLOEDSATAN's RIJK.
EN VUUR-STRIJDERS.
VEIiSCH AANGESTOKEN WACHTVUREN
OP HET NIEUWE KAMPTERREIN VAN MALDEN.
Zaterdag 30 Juli, 3 uur en 7.30 nm.
Zondag 31 Juli, 11 uur vm.. 3 uur en 7.30 nm.
De Davids en Mirjams in het front gullen het
op deze linie uitvechten, al sou er de yeheele
zomer mee gemoeid zijn.
STAFOFFICIEREN VAN DEN MAARSCHALK
BALLINGTON BOOTH,
Kommandant der legermacht in de Vereenigde
Staten en zoon van Generaal Weieerwaarden
William Booth, stichter van het leger.
MAJOOR BRITTON,
de Bekeerde Acteur, thans de Onvergelijkelijke
Spreker, en Leider in al de groote vergaderingen.
STAFKAPITEIN WALSH,
de Geredde Negerzanger van New-York, niet zijn
geheiligde gitaar en zijn roerende liederen
en getuigenisaflegging.
STAFKAPITEIN BARCLEY,
het Muziekwonder", een staaltje van bekeerlingen
uit de hoogste kringen der maatschappij.
MISS KAPITEIN CARTWRIGHT,
de vechtende Heldin van den Ohio, afstammelinge
van den excentrieken Eerwaarden Peter
Cartwright.
In gezelschap van een geheel lef/er soldaten uit
Boston, met bloed gewtisschen voor den slag.
Zaterdag te 3 uur en 7.30 :
GROOTE
WELKOMST HOSANNA BIJEENKOMSTEN.
Zondag te 10.30 's voormiddags:
INSPECTIE- EN HEILIGIIEIDSBIJEENKOMST,
tot het zonden-navorschen en hot onderzoek
der Pinksterkracht.
Zondag 3 uur 's namiddags:
ONGEGENEERDE (FREE-AND-EASY) EN
O WEES JUBELEND-VERGADERING.
Zondag 7.30 uur 's namiddags:
GA JE GANG MAAR (GO AS YOU PLEASE)
BIJEENKOMST.
ORKANEN VAN GLORIE!
SIROCCO'S VAN VERLOSSING!
SALVO'S VAN HALLELUJA'S!
Potpourri van onvergelijkelijke liederen, getuige
nissen, waarschuwende roepstemmen. Menigten
die toestroomen. Vooroordeel bezwijkend
Satan huilende. Heiligen zich verheu
gend en te hulp snellend. De
Kerk en hare dienaren Amen zeggend. Eerbied,
orde en gepastheid. Twintigtallen bekeerd. Hoop
voor de nedorigsten en hoogsten.
Zorgt toch dat ge onze vergaderingen bijwoont.
LJswater en groot observatorium gratis. De fe
entempel uit het bosch dezen avond nieuw geïllu
mineerd. Ververschingen tegen matigen prijs. Vrij
entree bij do vergaderingen overdag, er wordt met
de tamboerijn rondgegaan voor een collecte.
Bij de avondbijoeiikomsten: zilver-Collecte aan
de deur.
Mtdden Camp Ground, bij Faulkner Station
Saugus Branch, Easteru R. R.
Voor de Londensche rechtbank kwam dezer
dagen een proces, waarbij de moederlijke tecderheid
in het spel was.
Mevrouw Dobbin, de vrouw van een zeekapitein,
bemint haren man en hare kinderen met gelijke
liefde, maar omtrent den eerste komt er nog ja
loezie bij. Zij besloot dus, eenige maanden ge
leden, den kapitein op eene reis om de wereld
te vergezellen, en hare kinderen bij eeue vrouw,
omtrent welke zij zeer goede informatici! ontvan
gen had, in de kost te doen. Do kinderen brach
ten in hun nieuwe woning, behalve schoongocd en
kleederen, ook een briefje mede, waarop stond:
Percy 181A (Eng.) pond, Alice 16 pond netto,"
Den 12 Augustus keerde het echtpaar naar
Londen terug; de kinderen zagen er frisch en
gezond uit; maar hiermede stelde de moeder zich
niet tevreden. Zij plaatste boide terstond op de
groote goederen-base ule van het schip, en daar
zij een vermindering van ',\1A pond aan het ge
wicht opmerkte, klaagde zij de verzorgster Mrs.
James aan. wegens veronachtzaming van de haar
toevertrouwde kinderen.
De aangeklaagde verscheen niet haren advocaat
Mr. Philibert. Deze zcide: Voordat er tot de
behandeling der zaak wordt overgegaan, moet er
iets vastgesteld worden. Mijne cliënte is natuur
lijk niet in staat, hot ontbrekende gewicht iu
natura er bij te leveren; on daarom verzoek ik
de aanklaagster, om vo >raf te bepalen hoc hoog
zij ieder pond van haro kinderen taxeert. En
wanneer het de dame niet behaagt, in details te
treden, dan gelieve zij ons te zeggen, wat de
hcele Percy kost."
.Mevrouw Dolbin riep verontwaardigd uit: Hoe
kunt gij het wagen, zulk ecu vraag tot mij te
rich'ten? Mijn kind is millioencn waard." Spottend zcide
toen do advokaat; Dat is liefhebbersprijs, geen
taxatie van deskundigen; mijn cliënte moet in
allen gevalle in de gelegenheid gesteld worden.
omtrent eene juiste prijsopgave te dclibereercn."
Mevrouw Dobbin stond een oogenblik radeloos en
besluiteloos, on do rechter maakte van dit oogen
blik gebruik, om haar er op te wijzen, dat corpulen
tie nog geen teeken van gezondheid is. En", volgde
hij er vredelievend bij, daar gy toch zelf toegeeft.
dat uw kinderen er gezond eii frisch uitzien, is
het toch wel wat ondankbaar, de verzorgster voor
de rechtbank te sleepen."
Dit maakte indruk op Mevrouw Dobbin en zij
zeide vergoelijkend : Het is toch altoos treurig
voor een moeder, wanneer zij hare kinderen 334
pond lichter terug krijgt." Nu, mevrouw" hernam
de advocaat, als bij u de wet der zwaarte dan
zoo zwaar weegt, dan moet ge maar flink met
bier en biefstuk werken, en de kinderen zullen
wel weer dik worden."
De rechter sprak de beschuldigde vrij, en deze
zeide tot mevrouw Dobbin: Nu, mijn complimen
ten aan Percy en Alice, en dat zij zich bij uw
vetmestings-methode de maag maar niet moeten
bederven."
Een staaltje van Amerikaansche perstoestanden,
gelijk zij nog steeds niet uitgestorven zijn, levert
de Atcliison Times. In No. 11 van het blad
noodigt de redacteur op de volgende wijze zijne
medeburgers uit, hem advertenties te zenden :
Niemand kan in deze stad zaken doen. die
niet bij ons adverteert. Adverteert gij niet bij
ons, en helpt niet eene fatsoenlijke courant in
het leven te houden, dan zullen wij u wel
adverteeren, zoodat u de haren te berge rijzen. Onze
courant wil leven, en wanneer het noodig is, dat
of gij, f de Times geruïneerd wordt, dan willen
wij liever, dat gij, dan dat wij naar don duivel gaan !"
De waardige volksstem vreest toch misschien,
dat men hare opmerkingen wel verkeerd zou
kunnen uitleggen, althans zij sluit hare vermaning
met het volgende : Waarde vriend, wij willen u
wat in het oor fluisteren. Noemt gij ons ooit een
afzetter, dan noemen wij u een leugenaar."
Uit Londen wordt van een fraaie minnarij ver
teld. Drie maanden geleden bevatten verscheiden
bladen eene advertentie, waarbij een jong, soiied
man, met een jaarlijkseh inkomen van 600 pond,
een mooi en welopgevoed meisje" wilde trouwen
De muziekonderwijzeres Mand Thompson, 26 jaar
oud en mooi, begon een correspondentie met den
trouwlustige, zond hem haar kabinet-portret, en
ontving tot antwoord een diamanten ring met een
schrijven, waarin zij teergeliefde bruid" genoemd
werd. De muziekonderwijzeres ontving iedere week
een aantal brieven, en verscheidene fraaie cadeaux.
De bruidegom deelde haar eindelijk mede, welke
woning hij voor haar gehuurd, welke meubels ge
kocht, hoe hij ze, gearrangeerd had ; de trouwdag
was bepaald. De pianojuffrouw, die zich
overgelukkig gevoelde, van haar vervelende kostwinning
ontslagen te zijn, had slechts ue reden tot
klagen, en dat was, dat zij haren bruidegom nog
niet gezien had. Hij ontweek telkens de verzoeken
tot eone persoonlijke ontmoeting, en antwoordde
op hare vraag om een portret : Darling, ik ben
groot en forsch, heb zwarte oogeu en witte tan
den. en in de borst een hart, dat voor u klopt."
Miss Mand had eene tante, die haar troostte,
en haar mededeelde, dat de huwelijken ook bij
vorstelijke families wel op die wijze gesloten wor
den. Toch was Miss Mand ongerust, en maakte
zich niet zonder hartklopping op 5 Augustus op
naar Chelsea, waar het huwelijk met den
geheimziunigcn aanstaande, den heer Longchamp, vol
trokken zou worden. Tante vergezelde haar.
De dames zagen den bruidegom ; wat deze van
zich zelf gezegd had, was alles waar, en toch viel
Miss Maud in zwijm. De bruidegom was een Moor,
zwart als ebbenhout. Zij wilde van het huwelijk
niets weten, en daagde haren aanstaande voor de
rechtbank, om schadevergoeding. Zij had voor
hem al hare klanten verloren, en voor een deel
haar reputatie in gevaar gebracht. Verbitterd
riep Longchamp: En gij hebt mijn leven verwoest,
ik bemin u, en gij verstoot mij !"
Door bemiddeling van -den rechter kwam een
vergelijk tot stand. Othello liet aan zijne bruid
de cadeaux en betaalde haar nog 100 pond schade
vergoeding. Bij het afscheid riep hij haar toe :
Gij versmaadt een man met eea zwart gezicht ;
moge u het wrekende noodlot aan een man met
een zwarte ziel ketenen !" En tante zeide tot
haar nichtje : Ge hebt zeer dwaas gehandeld ;
ik voor mij had liever de vrouw van een zwarten
man, dan de pianojuffrouw van blanke kinderen
willen zijn !"
F.on. dor vreoselijkste soorten van doodstraf in
China bestaat daarin, dat den veroordeelde door een
hom toegevoegd bewaarder op de meest verfijnde
wijze do slaap onthouden wordt. In den regel
bezwijkt de veroordeelde aan deze afschuwlijke
marteling binnen hoogstens tien dagen. Vijf jonge
Parijzenaars, die hot leven niet zeer hoog schatten,
vonden in deze merkwaardige vinding der
Chinesche rechtspleging een vernuftig voorbeeld ter
navolging, en wedden, dat zij zeven dagen zonder
slaap zouden blijven. De voorwaarde was, dat zij
alle middelen on stimulanten zouden mogen aan
wenden, om den slaap af te weren. Om deze edele
taak te kunnen volvoeren, leefden zij naar het
volgend regime: 's nachts dansen en koffiedrinken,
overdag paardrijden, schermen, scliijfschieten, en
om het half' uur opfrissching der afgematte levens
geesten mot wat citfénoir.
Een der vijf jongelieden gelukte het inderdaad,
zich gedurende de zeven dagen frisch te honden,
maar hij verloor 10 kilo aan gewicht. Twee sliepen
in, nadat zij 13(1 uren gewaak t hadden ; de vierde
kreeg een longontsteking. De laatste geraakte, te
paard zittend, in slaap, viel van het paard en brak
ziju arm.
| Reclames
j 40 cents por regel.
i Speciale inrichting voor Schoenen naar
! maat, in gips afdruksel voor gevoelige,
pijni lijke, gebrekkige voeten, knobbels,
etc. etc. ANTON HUF Jr.,
Kidverntrnat 200.
Beurso verzicht
Van 26
Aug.
tot 2 Sept, 1887.
De ferme stcnmüiiir voor Europeeselie eu meer
bijzonder Russische Stantst'ondseii, waarop wij iu
ons vovig ovemdit kuilden wijmi, bleef ook ge
durende deze week bestaan. Zoowel te Berlijn